Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) geeft uitvoering aan het Rijksvastgoedbeleid door:
-
– het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;
-
– het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.
Uitvoeren
De Minister van BZK is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:
-
– de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van AZ;
-
– de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;
-
– het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;
-
– de doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.
Daarnaast is de Minister van BZK als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:
-
– het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;
-
– de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk;
-
– ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.
Er zijn geen beleidswijzigingen.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 118.271 | 123.735 | 141.846 | 133.978 | 133.391 | 133.436 | 143.945 |
Uitgaven | 118.271 | 123.735 | 141.846 | 133.978 | 133.391 | 133.436 | 143.945 |
waarvan juridisch verplicht | 95% | ||||||
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting | 50.295 | 54.435 | 76.631 | 68.309 | 67.707 | 67.752 | 78.261 |
Bijdrage aan agentschappen | 50.295 | 54.435 | 76.631 | 68.309 | 67.707 | 67.752 | 78.261 |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) | 13.823 | 16.213 | 16.040 | 16.049 | 16.054 | 16.054 | 16.054 |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat) | 22.373 | 25.388 | 46.919 | 39.503 | 38.900 | 38.938 | 49.447 |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ) | 2.198 | 2.851 | 3.245 | 3.703 | 3.715 | 3.722 | 3.722 |
RVB (Bijdrage voor monumenten) | 4.809 | 2.870 | 2.870 | 2.915 | 2.899 | 2.899 | 2.899 |
RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting) | 7.093 | 7.113 | 7.557 | 6.139 | 6.139 | 6.139 | 6.139 |
9.2 Beheer materiele activa | 67.976 | 69.300 | 65.215 | 65.669 | 65.684 | 65.684 | 65.684 |
Bijdrage aan agentschappen | 67.976 | 69.300 | 65.215 | 65.669 | 65.684 | 65.684 | 65.684 |
RVB | 11.926 | 12.160 | 12.156 | 12.154 | 12.169 | 12.169 | 12.169 |
RVB (Onderhoud- en beheerkosten) | 7.092 | 9.402 | 4.802 | 4.802 | 4.802 | 4.802 | 4.802 |
RVB (Zakelijke lasten) | 48.958 | 47.738 | 48.257 | 48.713 | 48.713 | 48.713 | 48.713 |
Ontvangsten | 127.681 | 113.090 | 121.574 | 120.282 | 120.282 | 102.984 | 102.984 |
Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget van artikel 9 is 95% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 95% juridisch verplicht. De overige middelen zijn echter niet vrij besteedbaar omdat hiermee onder andere wordt bijgedragen aan het apparaat van het RVB (waaronder Atelier Rijksbouwmeester).
9.1 Doelmatige rijkshuisvesting
Bijdrage aan agentschappen
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)
Krachtens artikel vier van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis worden drie paleizen ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitvoering hiervan vindt plaats via de begroting van BZK.
De bijdrage aan het RVB voor huisvesting van het Koninklijk Huis bedraagt € 15,8 mln. en is opgebouwd uit een aantal componenten:
-
– Ten eerste € 7,8 mln. rente en afschrijving voor investeringen die via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB.
-
– Vervolgens € 6,4 mln. voor regulier onderhoud. Hiervoor worden de technische installaties onderhouden, worden storingen verholpen, en worden gebouwen geschilderd, onderhouden en hersteld. Evenzo worden terreinen onderhouden en hersteld. Voor het onderhoud aan de paleizen geldt, vanwege het veelal monumentale karakter van de objecten, een hogere norm dan voor kantoren.
-
– Het restant ca. € 1,6 mln. betreft betalingen voor met name kleinere investeringen op basis van wet- en regelgeving (o.a. brandveiligheid) en kosten voor kleinere aanpassingen.
Conform een toezegging van de minister-president gedaan bij de behandeling van de ontwerpbegroting 2016 van de Koning geeft onderstaande meerjarenplanning inzicht in geplande onderzoeken naar en het meerjarig groot onderhoud/renovatie van de paleizen. Over de wijze waarop zulke projecten gefinancierd worden is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief van 2 december 2015 (Kamerstukken II 2015/16, 34300XVIII, nr. 45 ).
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Onderzoek | 100 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Renovatie/groot onderhoud: | ||||||
- Paleis Huis ten Bosch | geen | geen | geen | geen | geen | geen |
- Koninklijk Paleis Amsterdam | geen | geen | geen | geen | geen | geen |
- Paleis Noordeinde | geen | geen | geen | geen | geen | geen |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)
Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat. In deze begrotingsreeks zijn de kosten van de renovatie van het Binnenhof opgenomen. In 2021 verhuizen de Hoge Colleges van Staat van het Binnenhof naar hun tijdelijke huisvesting en wordt gestart met de renovatie.
De huisvesting van de Algemene Rekenkamer is toe aan een ingrijpende renovatie. Het kabinet heeft besloten om de ontwerpfase van de renovatie van de huisvesting van de Algemene Rekenkamer te starten. Voor de financiering van de ontwerpfase ter hoogte van € 9,1 mln. wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit van het RVB. Na oplevering van het project in 2027 worden middelen voor de hierbij behorende hogere gebruikersvergoeding (bestaande uit afschrijvingen en rente) toegevoegd aan de begroting.
RVB (Bijdrage voor huisvestingen Ministerie van Algemene Zaken)
Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van het Ministerie van AZ. In 2021 wordt het Catshuis geschikt gemaakt voor het gebruik tijdens de tijdelijke huisvesting van het Ministerie van AZ op het terrein.
RVB (Bijdrage monumenten)
Dit betreft de bijdrage aan het RVB voor het beheer en onderhoud van een aantal monumenten die naar hun aard niet geschikt zijn voor huisvesting van Rijksdiensten.
RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)
Dit betreft activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van Rijkshuisvesting worden uitgevoerd. Het RVB draagt onder meer bij aan de realisatie van Rijksdoelstellingen door te werken aan energiebesparing in de Rijkshuisvesting, de duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk en de doelmatige werking van het Rijkshuisvestingstelsel. En ook door bij te dragen aan de totstandkoming van de Rijkswerkplek en uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw. Dit gebeurt door middel van zorgvuldig en transparant aanbesteden, de coördinatie van deze diensten en afstemming met de markt. En ook door werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, voor de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst. Dit komt tot uiting bij het tot stand brengen, het wijzigen en het beheren van gebouwen, werken en terreinen waarover de zorg van het RVB zich uitstrekt.
Binnen het Rijksvastgoedbedrijf loopt het Programma Groene Technologieën. In 2021 zijn uitgebreidere testresultaten beschikbaar van de toegepaste innovaties bij een tweetal testomgevingen. De succesvolle innovaties worden waar mogelijk opgeschaald binnen de portefeuille van het Rijksvastgoedbedrijf. De planning is dat er in 2021 een aantal nieuwe PGT-projecten gereed is om aanbesteed te worden en enkele experimenten ontwikkeld worden op het gebied van circulair bouwen en op het gebied van verduurzaming van rijkskantoren middels ‘slimme’ (digitale) technologie.
9.2 Beheer materiële activa
Bijdrage aan agentschappen
RVB
Het betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van de wettelijke taak van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken (niet-Rijkshuisvesting) die de Staat toebehoren. Dit beheer betreft met name werkzaamheden rond (ver)huur, (erf)pacht, medegebruik en de verwerking van zakelijke lasten van het Rijk.
RVB (Onderhoud- en beheerkosten)
Het gaat hierbij om uitgaven voor onderhoud en beheer van de onroerende zaken (niet-Rijkshuisvesting) welke in het beheer zijn van het RVB. Beheerkosten zijn (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding, bijvoorbeeld energie-, beveiligings- en taxatiekosten.
RVB (Zakelijke lasten)
Het gaat hier om de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat voor zover het niet de Rijkshuisvesting betreft. Gedacht moet worden aan de onroerendzaakbelasting, waterschapsheffingen en rioolheffingen bij de onroerende zaken van de Staat. De uitgaven bestaan voor circa 80% uit gemeentelasten en voor 20% uit waterschapslasten. De zakelijke lasten die samenhangen met Rijkshuisvesting worden verantwoord op de baten-lastenbegroting van het agentschap RVB.
Ontvangsten
Zakelijke lasten
De ontvangsten betreffen met name terugbetalingen door huurders -niet zijnde Rijksgebruikers- van door het RVB betaalde gebruikerslasten.
Ingebruikgevingen
Het gaat hierbij om de ingebruikgeving (met name verpachting en verhuur) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.
Vervreemding
Het gaat hierbij om de vervreemding van de (o.a. agrarische) onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. De opbrengsten uit middelenafspraken worden verantwoord via de begrotingen van het vakdepartement.
Generale ontvangsten
Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen zoals zand en de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen.
Over de winst van een gedeelte van de generale ontvangsten moet het Ministerie van BZK vennootschapsbelasting afdragen. Deze uitgave vindt plaats op de begroting van BZK op niet-beleidsartikel 12 Algemeen.