Door middel van investeringen in kennisontwikkeling het verdienvermogen van Nederland versterken.
Investeringen in kennisontwikkeling, oftewel menselijk kapitaal, vormen een trefzekere voorbereiding op een toekomst die zich nog lastig laat voorspellen. Deze investeringen versterken het verdienvermogen via verschillende wegen. Ten eerste zal het beschikken over relevante kennis en vaardigheden de arbeidsproductiviteit in Nederland direct verhogen. Personeel dat beschikt over de juiste kennis en vaardigheden zal de kwaliteit van werk vergroten. Daarnaast is er een dynamisch effect. Menselijk kapitaal vergroot het aanpassingsvermogen van een economie. Hierdoor kan flexibel worden ingespeeld op de economie van morgen en de vaardigheden die de economie dan van ons vraagt. Dat begint bij bouwen aan ijzersterk primair, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs. Daar wordt een sterke en bestendige basis voor Nederland gelegd. Belangrijk is bovendien dat we ook na de schoolcarrière en collegebanken blijven leren. Scholing en omscholing tijdens de loopbaan moet veel gebruikelijker worden dan ze nu zijn. Met een investeringsimpuls in menselijk kapitaal kan op deze terreinen een sprong worden gemaakt. Dit betreft éénmalige investeringsprojecten die bijdragen aan het verdienvermogen op de lange termijn, en dus geen reguliere of structurele uitgaven.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat is verantwoordelijk voor de begroting van het Nationaal Groeifonds. De Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken treden op als fondsbeheerders van het Nationaal Groeifonds.
Ingediende projectvoorstellen gaan eerst door een toegangspoort die wordt uitgevoerd door de fondsbeheerders. Deze toegangspoort zorgt ervoor dat alleen voorstellen worden beoordeeld die aan de voorwaarden van het Groeifonds voldoen.
Voorstellen die voldoen aan de vereisten uit de toegangspoort worden door de fondsbeheerders doorgeleid naar de commissie. De taak van deze commissie is vervolgens om het plan te beoordelen op basis van een analyse van het effect op het verdienvermogen en de financiële kosten. Ook moeten de maatschappelijke kosten en baten van een voorstel positief zijn. Op basis van het advies van de commissie neemt het kabinet op voordracht van de fondsbeheerders een besluit over welke projecten uit het fonds worden gefinancierd.
De minister draagt er zorg voor dat de financiële middelen vanuit het fonds via een bijdrage aan de betreffende departementale begroting beschikbaar komen voor de geselecteerde projecten. Afhankelijk van de projectvoorstellen kan er ook direct vanuit het fonds worden geïnvesteerd in de projecten. Als een project is goedgekeurd neemt de verantwoordelijke bewindspersoon de regie over de uitvoering binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget. Bij directe uitgaven uit het fonds is dit de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Bij bijdragen aan andere begrotingen is dit de desbetreffende bewindspersoon.
Dit betreft de eerste begroting van het Nationaal Groeifonds. De verdeling van de middelen over de projecten zal plaatsvinden op basis van het advies van de commissie en de uiteindelijke projectselectie. Eventuele budgettaire wijzigingen als gevolg daarvan zullen via een suppletoire wet worden verwerkt.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 1.331.834 | 1.331.434 | 1.331.434 | 1.331.434 | 1.331.434 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 0 | 0 | 1.331.834 | 1.331.434 | 1.331.434 | 1.331.434 | 1.331.434 |
Uitgaven | 0 | 0 | 331.834 | 664.768 | 998.100 | 1.331.434 | 1.331.434 |
waarvan juridisch verplicht | 0% | ||||||
Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 331.834 | 664.768 | 998.100 | 1.331.434 | 1.331.434 |
Kennisontwikkeling | 0 | 0 | 331.834 | 664.768 | 998.100 | 1.331.434 | 1.331.434 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Het budget is niet juridisch verplicht. De eerste committeringen ten laste van het Nationaal Groeifonds zullen in 2021 plaatsvinden.
Meerjarenoverzicht Kennisontwikkeling
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen Kennisontwikkeling | 1.331.834 | 1.331.434 | 1.331.434 | 1.331.434 | 1.331.434 | 6.657.570 | |||
Uitgaven Kennisontwikkeling | 331.834 | 664.768 | 998.100 | 1.331.434 | 1.331.434 | 1.000.000 | 667.000 | 333.000 | 6.657.570 |
Subsidies
Kennisontwikkeling
De beschikbare middelen voor 2021 voor het Nationaal Groeifonds zijn in gelijke delen verdeeld over de drie beleidsartikelen van het fonds: 1) Kennisontwikkeling; 2) Research & Development (R&D) en innovatie; 3) Infrastructuur. Er bestaan echter geen schotten tussen deze drie beleidsartikelen. Afhankelijk van de uiteindelijke projectselectie kan de verdeling van de middelen over de beleidsartikelen anders uitvallen. In dat geval zal bij een (suppletoire) begroting een mutatie op de beleidsartikelen worden doorgevoerd.
Afhankelijk van de uiteindelijke projectselectie zullen op dit artikel de bijdragen aan de geselecteerde projecten op het terrein van kennisontwikkeling worden verantwoord. Indien dit gebeurt via een bijdrage aan een departementale begroting zal dit worden verantwoord onder Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken. Indien de uitgaven rechtstreeks ten laste van het fonds worden gebracht zal dit in de categorie subsidie worden verantwoord.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
In deze categorie is nog geen budget geraamd. Zodra een definitief besluit is genomen over de te financieren projecten, zullen in deze categorie de bijdragen aan de departementale begrotingen ten behoeve van de geselecteerde projecten worden geraamd.