Coalitieakkoord 2021-2025
De krijgsmacht staat in dienst van Nederland om onze vrijheid, veiligheid en welvaart te beschermen. De diversiteit en complexiteit van dreigingen maakt duidelijk dat de krijgsmacht in uiteenlopende scenario’s snel en daadkrachtig moet kunnen worden ingezet, vaak op meerdere plekken tegelijk, als onderdeel van internationale samenwerkingsverbanden en onder wisselende omstandigheden. We kunnen ons niet slechts op één bepaalde dreiging of één bepaald soort optreden richten. Door extra middelen beschikbaar te stellen kiest het kabinet voor het bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht. Het kabinet investeert deze kabinetsperiode €10,7 miljard in onderhoud en intensivering van de defensie uitgaven en structureel trekt het kabinet €3 miljard uit.
Met de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2022 heeft het kabinet besloten om aanvullend te investeren in Defensie. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de motie Sjoerdsma c.s., waarin onder andere wordt verzocht om nog tijdens deze kabinetsperiode extra in Defensie te investeren. Het kabinet verhoogt de defensieuitgaven structureel met 2,2 miljard euro. Als onderdeel hiervan worden bestaande Rijksuitgaven voor 200 miljoen euro structureel als Defensie-uitgaven toegerekend aan de NAVO-norm, in aanvulling op de huidige toerekening. Met het aanvullend budget en de toerekening voldoet Nederland in 2024-2025 aan de NAVO-norm van 2%. Na 2025 zakt dit percentage terug tot onder de norm van 2%. De aanvullende investeringen worden verwerkt in de Defensiebegrotingen voor 2023, die op Prinsjesdag aankomende september worden gepresenteerd. Het aanvullend budget wordt samen het budget uit het coalitieakkoord verwerkt in de Defensienota.
We versterken onze krijgsmacht en verhogen de uitgaven richting de drie hoofdtaken en internationale verplichtingen. Hiermee wordt de basis van de krijgsmacht versterkt. Daarmee worden de gereedheid, inzetbaarheid en wendbaarheid zo snel mogelijk verhoogd. Concreet betekent dit een verdere versteviging van de bedrijfsvoering en versterking van de operationele ondersteuning van de gevechtseenheden, zoals:
-
– Ophoging van de inzetvoorraden;
-
– Versterking van de luchttransportcapaciteit;
-
– Versterking van de geneeskundige keten;
-
– Uitbreiding van vuursteuncapaciteiten;
-
– Uitbreiding van de capaciteiten voor intelligence, surveillance en reconnaissance (ISR);
-
– Verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van het personeel. Daarnaast investeert Defensie in modern materieel (inclusief digitalisering, innovatie en benodigde nieuwe capaciteiten).
Naast het fundament wordt de gevechtskracht versterkt. De nadruk hierbij ligt op het multidomein optreden: het gezamenlijk bereiken van effecten. Zo wordt de geïntegreerde lucht- en raketverdediging versterkt, met uitbreiding van de grondgebonden luchtverdediging en het aantal jachtvliegtuigen, evenals aanschaf van langeafstand- en precisiewapens, die ook vanaf fregatten en onderzeeboten kunnen worden ingezet. Om snel te kunnen reageren op crisissituaties, worden de special operations forces van de marine en landmacht versterkt met ondersteunende eenheden en middelen, zoals speciale helikopters. Bovendien breidt Defensie capaciteiten uit die een bijdrage leveren aan de nationale veiligheid, waaronder de bescherming van vitale infrastructuur en processen.
De middelen vanuit het Coalitieakkoord worden met deze suppletoire begroting vanuit de Aanvullende Post (AP) overgemaakt naar de Defensiebegroting. Uitzondering hierop zijn de middelen voor vastgoed. Deze middelen zullen volgen na nadere uitwerking van de planning in de komende periode. Ook blijft een deel (€ 165 miljoen) van de middelen voor arbeidsvoorwaarden staan op de AP en schuift door van 2022 naar 2023.
De toelichting voor de jaren 2023 en verder op de middelen die defensie uit het CA ontvangt volgt eerst in de komende defensienota en daarna in de ontwerpbegroting 2023. De middelen die reeds in 2022 aan de begroting worden toegevoegd worden in deze suppletoire begroting reeds toegelicht. Dit betreft voor het CA voornamelijk het geld dat defensie ontvangt voor het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden. De toelichting in deze suppletoire begroting is enkel op 2022 gericht.
Andere belangrijke begrotingswijzigingen
Naast de toevoeging vanuit het Coalitieakkoord wordt met deze eerste suppletoire begroting de prijsbijstelling en de eindejaarsmarge ter hoogte van respectievelijk € 104,9 en € 577,4 miljoen aan de begroting toegevoegd. De prijsbijstelling is reeds met deze suppletoire begroting verdeeld over de prijsgevoelige onderdelen van het DMF. Daarnaast wordt in deze suppletoire begroting het actualiseren van het Defensie Lifecycle Plan verwerkt. Met deze actualisatie zijn de projecten op basis van de meest actuele ramingen in het juiste kasritme gezet.