Mondiaal is het militaire gebruik van de ruimte toegenomen en zijn ook de daaruit voortvloeiende bedreigingen toegenomen. Het door de NAVO en Nederland erkennen van de ruimte als vijfde operationeel domein (naast land, zee, lucht en cyber) illustreert dat de ruimte steeds belangrijker is geworden. Tegelijkertijd is onze krijgsmacht in toenemende mate afhankelijk geworden van de ruimte. Het gaat daarbij vooral om het gebruik van satellieten die essentieel zijn voor de navigatie, communicatie, positiebepaling, observatie en intelligence, surveillance and reconnaissance bij het informatiegestuurd optreden van onze strijdkrachten. In juni 2021 heeft Defensie haar eerste militaire satelliet, de BRIK-II, in een baan om de aarde laten brengen. In 2022 volgen twee identieke microsatellieten, in samenwerking met het Noorse ministerie van Defensie, NLR, TNO en de Noorse kennisinstelling FFI. De lanceringen passen in het streven van Defensie om in 2030 te beschikken over een operationeel inzetbare ruimtevaartcapaciteit voor Defensie en Veiligheid, zoals beschreven in de Kennis- en Innovatie Agenda Veiligheid (Kamerstuk 33 009, nr. 81). Defensie onderkent het grote belang van de ruimte en ontwikkelt een Defensie Ruimte Agenda met daarin keuzes ten aanzien van ambities en middelen die Defensie richting 2035 ziet voor het gebruik van het ruimtedomein. Deze agenda zal in de nabije toekomst aan de Tweede Kamer worden aan-geboden.