Een kwalitatief goed, toegankelijk en betaalbaar aanbod voor curatieve zorg.
De minister voor Medische Zorg is verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor de curatieve zorg. De Zorgverzekeringswet vormt samen met de zorgbrede wetten, zoals de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi), de wettelijke basis van dit stelsel. Vanuit deze verantwoordelijkheid vervult de minister de volgende rollen:
Stimuleren van kwaliteit, veiligheid en innovatie in de curatieve zorg, de beschikking over de benodigde materialen, de toegankelijkheid en betaal baarheid van de curatieve zorg, de werking van het zorgverzekerings-stelsel en informatievoorziening over het zorgverzekeringsstelsel.
Financieren van de zorguitgaven voor kinderen tot 18 jaar, van diverse onderzoeken en initiatieven binnen de curatieve zorg en van initiatieven op gebied van ICT-infrastructuur en van de risicoverevening binnen het stelsel.
Het onderhouden van wet- en regelgeving op gebied van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, lichaamsmaterialen, bloedvoorziening en registers.
Acute zorg
Op basis van de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) zal per 1 januari 2022 ook nieuwe regelgeving voor de beschikbaarheid en bereikbaarheid van de acute zorg in werking treden. Deze regels bestendigen de huidige praktijk met betrekking tot het functioneren van het regionaal overleg acute zorgketen en de huidige veld- en wettelijke en normen voor de bereikbaarheid van de acute zorg. Tevens worden regels gesteld aan het besluitvormingsproces dat een zorgaanbieder dient te volgen als deze plannen heeft om eventueel het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie geheel of gedeeltelijk op te schorten of geheel of gedeeltelijk te beëindigen.
Wetsvoorstel Domein-overstijgende samenwerking
Begin 2021 is het wetsvoorstel Domein-overstijgende samenwerking bij externe partijen geconsulteerd. Vanwege de demissionaire status van het kabinet is dit wetsvoorstel niet aangeboden aan de Tweede Kamer.
Gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren zoeken steeds vaker de samenwerking op om de zorg rondom de burgers die zorg nodig hebben zo goed mogelijk te regelen. Deze domein-overstijgende samenwerking kan leiden tot betere zorg in de thuisomgeving, waardoor in potentie een intramurale opname in de Wlz is te voorkomen of in ieder geval is uit te stellen. Door deze samenwerking kunnen ook crisissituaties voorkomen worden, doordat zorg eerder opgeschaald kan worden. Voor zorgkantoren is investeren in een ander domein op basis van de huidige Wlz en in combinatie met de in de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) geregelde bestedingsmogelijkheden van de middelen vanuit het Fonds langdurige zorg (Flz), niet mogelijk. Met dit wetsvoorstel wordt middels een aanpassing van de Wlz geregeld dat de uitvoeringstaken van de zorgkantoren verbreed worden, zodat zij de mogelijkheid krijgen te investeren in preventieve maatregelen. Het doel van het wetsvoorstel is om domein-overstijgende samenwerking tussen een aantal ‘zorgdomeinen’ te vergemakkelijken om zo duurdere en zwaardere zorg te voorkomen of tenminste uit te stellen.
Naast de aanpassingen in de Wlz wordt ook een aanvulling van de Wmg voorgesteld. Hierdoor komt er een wettelijke grondslag voor aanvullende bekostiging van de geleverde zorg, naast de persoonsvolgende bekostiging per cliënt. Zorgkantoren hebben op basis van de cliëntvolgende bekostiging te beperkte mogelijkheden om bijzondere maatregelen via de bekostiging per cliënt in te kopen. De bijzondere maatregelen zijn bij specifieke cliëntgroepen of in bijzondere omstandigheden wel nodig om zorg te leveren, maar zijn afzonderlijk niet als zorg aan te merken en bovendien niet toe te rekenen aan individuele cliënten.
Wetsvoorstel afschaffen collectiviteitskorting
Het wetsvoorstel voor afschaffing van de collectiviteitskorting op de zorgverzekering (van maximaal 5 procent) per 1 januari 2023 is op 25 juni 2021 ingediend bij de Tweede Kamer (kamerstuk 35872). De doelstelling van de collectiviteitskorting is het teruggeven van besparingen op de (zorg)kosten verkregen door het maken van (zorg)inhoudelijke afspraken voor de collectiviteit. Deze doelstelling wordt echter niet gerealiseerd. De collectiviteitskorting wordt namelijk gefinancierd via een opslag op de premie: de premie wordt eerst verhoogd, om deze verhoging vervolgens aan sommige verzekerden terug te geven alsof het een korting is. Individueel verzekerden betalen via de premieopslag mee aan de collectiviteitskorting van collectief verzekerden. Ook betalen verzekerden met een relatief lage collectiviteitskorting mee aan hoge collectiviteitskortingen. Het gevolg is dat patiënten en sociale minima meebetalen aan de kortingen voor studenten en werknemers. Met de afschaffing van de collectiviteitskorting wordt een einde gemaakt aan deze ongewenste kruissubsidiëring. Daarnaast wordt het polisaanbod overzichtelijker, omdat na de afschaffing van de collectiviteitskorting collectiviteiten zonder inhoudelijke afspraken vermoedelijk verdwijnen.
Bevriezen eigen risico
De financiering van zorg en ondersteuning in Nederland is in hoge mate gebaseerd op solidariteit van mensen die geen of weinig zorg gebruiken met mensen die (relatief) veel zorg ontvangen. In het Regeerakkoord 2017–2021 «Vertrouwen in de toekomst» hadden de fracties van de partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie een pakket aan maatregelen aangekondigd om de stapeling van eigen betalingen in de zorg en ondersteuning te verminderen. Eén van deze maatregelen betrof het bevriezen van het eigen risico tot en met 2021. Zonder aanvullend beleid herleeft de indexering van het verplicht eigen risico per 2022. In artikel 19 van de Zorgverzekeringswet (Zvw) is namelijk vastgelegd dat (en hoe) het verplicht eigen risico jaarlijks wordt geïndexeerd. Deze indexatie wordt toegepast overeenkomstig het verschil in geraamde uitgaven voor de zorg en overige diensten tussen het kalenderjaar waarop het verplicht eigen risico betrekking zal hebben en vergelijkbare uitgaven voor het jaar voorafgaand aan dat kalenderjaar. Op 24 juni 2021 is tijdens het plenaire debat over de ontwikkelingen rondom het Coronavirus de motie van het lid Kwint c.s. kamerbreed ingediend. De motie verzoekt de regering om met een wetsvoorstel te komen om het verplicht eigen risico voor 2022 te bevriezen op € 385. De Tweede Kamer heeft de motie op 29 juni 2021 met algemene stemmen aangenomen. Het kabinet geeft gehoor aan deze motie en heeft daarom een wetsvoorstel in voorbereiding om het verplicht eigen risico van de zorgverzekering in 2022 te bevriezen op 385 euro per jaar per volwassen verzekerde.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 4.793.651 | 942.703 | 3.360.212 | 3.346.463 | 3.434.766 | 3.514.170 | 3.620.279 |
Uitgaven | 4.372.943 | 3.623.539 | 3.430.531 | 3.394.326 | 3.437.090 | 3.515.670 | 3.621.779 |
waarvan juridisch verplicht | 99,7% | ||||||
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 1.451.369 | 605.436 | 391.678 | 261.750 | 207.712 | 164.138 | 178.037 |
Subsidies (regelingen) | 176.553 | 202.274 | 238.958 | 177.360 | 173.307 | 138.230 | 142.719 |
Medisch specialistische zorg | 74.511 | 66.483 | 72.264 | 72.299 | 68.448 | 59.270 | 61.446 |
Curatieve ggz | 18.719 | 29.716 | 34.966 | 30.045 | 30.365 | 30.486 | 32.726 |
Eerste lijnszorg | 2.638 | 10.731 | 13.872 | 14.269 | 15.818 | 16.441 | 16.513 |
Lichaamsmateriaal | 33.049 | 23.729 | 23.592 | 23.603 | 23.507 | 23.502 | 23.501 |
Medische producten | 47.636 | 71.615 | 94.264 | 37.144 | 35.169 | 8.531 | 8.533 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 1.237.410 | 331.132 | 93.639 | 46.436 | 21.764 | 13.419 | 22.841 |
Medisch-specialistische zorg | 743 | 779 | 704 | 676 | 282 | 281 | 281 |
Curatieve ggz | 274 | 3.503 | 3.956 | 3.628 | 3.611 | 3.609 | 3.612 |
Eerstelijnszorg | 781 | 18.589 | 57.589 | 29.102 | 9.102 | 102 | 102 |
Lichaamsmateriaal | 6.793 | 3.647 | 2.326 | 2.326 | 2.326 | 2.326 | 2.345 |
Medische producten | 1.228.819 | 304.614 | 29.064 | 10.704 | 6.443 | 7.101 | 16.501 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 34.744 | 70.828 | 58.873 | 37.343 | 11.711 | 11.554 | 11.554 |
aCBG | 2.513 | 2.311 | 1.712 | 437 | 1.103 | 948 | 948 |
aCBG | 2.200 | 2.521 | 657 | 0 | 0 | 0 | 0 |
CIBG | 30.031 | 64.483 | 54.317 | 36.906 | 10.608 | 10.606 | 10.606 |
Overige | 0 | 1.513 | 2.187 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.374 | 1.202 | 208 | 611 | 930 | 935 | 923 |
Overige | 1.374 | 1.202 | 208 | 611 | 930 | 935 | 923 |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanties | 1.288 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 1.288 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Ondersteuning van het zorgstelsel | 2.921.574 | 3.018.103 | 3.038.853 | 3.132.576 | 3.229.378 | 3.351.532 | 3.443.742 |
Subsidies (regelingen) | 100.614 | 116.780 | 133.725 | 112.157 | 107.482 | 105.654 | 112.619 |
Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen | 1.212 | 1.359 | 1.360 | 1.360 | 1.360 | 1.360 | 1.359 |
Regeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden | 30.594 | 42.211 | 41.958 | 41.957 | 41.959 | 41.955 | 41.956 |
Regeling veelbelovende zorg | 1.213 | 6.688 | 23.185 | 35.038 | 47.764 | 52.482 | 61.481 |
Medisch-specialistische zorg | 52.546 | 52.781 | 45.750 | 20.281 | 3.714 | 2.172 | 138 |
Curatieve ggz | 4.141 | 679 | 7.336 | 10.084 | 10.589 | 5.587 | 5.587 |
Eerste lijnszorg | 10.908 | 13.051 | 14.125 | 3.426 | 2.085 | 2.087 | 2.087 |
Overige | 0 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 |
Bekostiging | 2.771.211 | 2.847.935 | 2.849.669 | 2.974.979 | 3.079.195 | 3.205.783 | 3.291.084 |
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18- | 2.723.169 | 2.796.504 | 2.810.500 | 2.935.900 | 3.040.100 | 3.166.700 | 3.252.000 |
Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen | 48.042 | 51.431 | 39.169 | 39.079 | 39.095 | 39.083 | 39.084 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomensoverdrachten | 26.554 | 22.364 | 23.669 | 20.838 | 18.672 | 16.724 | 16.662 |
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel | 26.461 | 22.238 | 23.543 | 20.712 | 18.546 | 16.598 | 16.536 |
Overige | 93 | 126 | 126 | 126 | 126 | 126 | 126 |
Opdrachten | 10.244 | 12.481 | 15.922 | 8.730 | 8.160 | 7.508 | 7.511 |
Risicoverevening | 1.259 | 2.041 | 2.039 | 2.039 | 2.038 | 2.037 | 2.040 |
Uitvoering zorgverzekeringstelsel | 555 | 664 | 823 | 926 | 926 | 926 | 926 |
Medisch-specialistische zorg | 7.208 | 6.454 | 7.695 | 3.275 | 2.585 | 1.934 | 1.934 |
Curatieve ggz | 407 | 427 | 30 | 30 | 34 | 34 | 34 |
Eerste lijnszorg | 72 | 0 | 102 | 102 | 102 | 102 | 102 |
Overige | 743 | 2.895 | 5.233 | 2.358 | 2.475 | 2.475 | 2.475 |
Bijdrage aan agentschappen | 7.943 | 10.855 | 10.858 | 10.861 | 10.859 | 10.854 | 10.857 |
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers | 7.943 | 10.855 | 10.858 | 10.861 | 10.859 | 10.854 | 10.857 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 5.008 | 7.688 | 5.010 | 5.011 | 5.010 | 5.009 | 5.009 |
SVB: Onverzekerden | 5.008 | 3.938 | 3.942 | 3.943 | 3.942 | 3.941 | 3.941 |
Overige | 0 | 3.750 | 1.068 | 1.068 | 1.068 | 1.068 | 1.068 |
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
VenJ: Bijdrage C2000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 12.924 | 403.705 | 123.295 | 77.455 | 75.055 | 75.055 | 84.455 |
Overige | 12.924 | 403.705 | 123.295 | 77.455 | 75.055 | 75.055 | 84.455 |
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget voor 2022 van € 372,7 miljoen is 97,2% juridisch verplicht. Het betreft diverse subsidies op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid, subsidies ter bevordering van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en subsidies die de werking van het stelsel bevorderen.
Opdrachten
Van het beschikbare budget voor 2022 van € 109,6 miljoen is 99,2% juridisch verplicht. Het betreft diverse opdrachten op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid en opdrachten die de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en de werking van het stelsel moeten bevorderen.
Bekostiging
Van het beschikbare budget voor 2022 van € 2,9 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden jonger dan 18 jaar, en de bekostiging van de compensatie van (een deel van) de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget 2022 van € 23,7 miljoen is 99,1% juridisch verplicht. Het betreft de overgangsregeling FLO/VUT voor het ambulancepersoneel.
Bijdragen aan agentschappen
Van het beschikbare budget voor 2022 van € 69,7 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het CJIB voor de aanpak van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Van het beschikbare budget voor 2022 van € 5,2 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het CAK voor de aanpak van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet en de bijdrage aan ZonMw voor het programma goed gebruik hulpmiddelen.
1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
Subsidies
Medisch-specialistische zorg
VWS stelt in 2022 € 72,3 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies ter bevordering van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de medisch specialistische zorg. Hieronder valt een aantal zorggebieden, zoals: oncologie, geboortezorg, acute zorg en antibioticaresistentie. Gezien de jaarlijkse onderuitputting wordt in 2022 ter dekking van problematiek op de begroting van VWS een taakstellende korting verwerkt op subsidies Medisch Specialistische Zorg. Als gevolg hiervan is het budget dat wordt geraamd voor de toegelichte beleidsvoornemens voor subsidies Medisch Specialistische Zorg groter dan de beschikbare middelen in 2022.
Voor de oncologie is in 2022 in totaal € 59,6 miljoen beschikbaar voor:
– Het bevorderen van fundamenteel, translationeel en klinisch kankeronderzoek ten behoeve van verbetering van de overleving van kanker en het bevorderen van kwaliteit van leven van de patiënt;
– Het verbeteren van de oncologische en palliatieve zorg door het verzamelen van gegevens, het bewaken van kwaliteit, het faciliteren van samenwerkingsverbanden en bij- en nascholing;
– De eenmalige registratie van alle pathologie-uitslagen, het beheer hiervan in een landelijke databank en het computernetwerk voor de gegevensuitwisseling met alle pathologielaboratoria in Nederland. Deze gegevens vormen de basis voor de landelijke kankerregistratie, zijn onmisbaar voor de evaluatie en monitoring van de bevolkingsonderzoeken, ondersteunen de patiëntenzorg en worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.
Voor de geboortezorg is in 2022 in totaal € 4,5 miljoen beschikbaar voor het doorvoeren van verdere verbeteringen, met als doel het terugdringen van de perinatale sterfte, morbiditeit en het bevorderen van een goede start van moeder en kind. Met deze middelen wordt ingezet op:
– Het koppelen van afzonderlijke registraties (van de verschillende beroepsgroepen) waardoor een sectorbrede perinatale registratie ontstaat, die mogelijkheden biedt voor onderzoek, vergelijkingen en indicatoren op basis waarvan verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.
– Het verder ontwikkelen van de perinatale audituitvoering, mede door het analyseren van uitgevoerde audits, het formuleren van verbeterpunten voor regio’s, actief inzetten op kennisdeling en rapporteren over auditthema’s.
– Visieontwikkeling, verbinden, agenderen, adresseren, faciliteren en regievoeren op het gebied van preventie, kwaliteitsontwikkeling, Zwangere Centraal en verbeteren integrale geboortezorg op basis van de adviezen van de stuurgroep Zwangerschap en Geboorte Een goed begin (2010), de agenda geboortezorg 2018–2022 (Kamerstukken II 2017/18, 32 279, nr. 119) en het RIVM-rapport ‘Beter weten: een beter begin’.
– Het ondersteunen van regio’s die stappen willen zetten richting passende bekostiging voor integrale geboortezorg.
– Het ondersteunen van regio’s bij het mogelijk maken van landelijke gegevensuitwisseling in de geboortezorg (VIPP-programma Babyconnect).
– Ondersteunen van kraamzorg op maat. Dit betekent het meer flexibel inzetten van kraamzorg zodat het goed aansluit op de vraag per gezin.
Daarnaast is er € 2,4 miljoen beschikbaar voor de voortzetting van het ZonMw-programma Zwangerschap en geboorte, op basis van de nieuwe onderzoeksagenda Een gezonde start voor moeder en kind; Integrale zorg rondom zwangerschap. Deze middelen zijn overgeheveld naar artikel 1 Volksgezondheid.
Voor de acute zorg is in 2022 in totaal € 0,7 miljoen beschikbaar. Deze middelen zijn onder andere bestemd voor de uitvoering van de afspraken uit het Actieplan ambulancezorg (Kamerstukken II 2018/19, 29247, nr. 263). Op 12 november 2018 heeft de minister voor Medische Zorg het actieplan ambulancezorg gepresenteerd. Het actieplan loopt tot eind 2022 en moet mogelijk maken dat de ambulancesector nu en in de toekomst goede ambulancezorg kan blijven bieden. Doel van het actieplan is:
– Verbeteren van de responstijden voor spoedeisende ambulancezorg.
– Zorgdragen voor een efficiëntere inzet van spoedeisende en planbare ambulancezorg: alleen een ambulance waar het echt moet, andere zorg waar het kan, met als uitgangspunt dat de patiënt minimaal even goede of zelfs betere zorg ontvangt.
– Het expliciteren van de kwaliteitseisen waaraan de ambulancezorg moet voldoen.
– Zorgdragen voor voldoende professionals in de ambulancezorg, die zijn toegerust voor het belangrijke werk dat zij doen.
– Daarnaast willen partijen met dit actieplan een bijdrage leveren aan het oplossen van de druk op de acute zorg, door binnen de acute zorg de samenwerking te intensiveren en werkwijzen te uniformeren.
Voor het thema patiëntveiligheid is in de jaren 2020–2023 in totaal € 20 miljoen beschikbaar voor het plan van aanpak «Tijd voor verbinding» dat op 1 oktober 2018 is aangeboden aan de minister voor Medische Zorg (bijlage bij Kamerstukken II 2018/19, 31016, nr. 111). Het doel van het plan is in vier jaar tijd te komen tot een aanmerkelijke en betekenisvolle daling van de potentieel vermijdbare schade en sterfte in de ziekenhuiszorg. Kern van het plan van aanpak is de inrichting en uitvoering van een Netwerkorganisatie Patiëntveiligheid. De opdracht aan de netwerkorganisatie is een beweging van professionals, bestuurders en patiënten op gang te brengen die gezamenlijk in alle ziekenhuizen de patiëntveiligheid verder verbetert.
Voor de aanpak van antibioticaresistentie in de zorg is in 2022 € 10,6 miljoen beschikbaar. Op 2 oktober 2020 zijn de beleidsregels subsidiëring regionale zorgnetwerken antibiotica resistentie (ABR) gepubliceerd. Op grond van deze beleidsregels kunnen de tien regionale zorgnetwerken ABR subsidie aanvragen voor activiteiten om antibioticaresistentie tegen te gaan. Het RIVM verstrekt de subsidies in opdracht van het ministerie van VWS. De acht universitaire medisch centra, het Amphia ziekenhuis en het Isala ziekenhuis treden namens hun zorgnetwerk op als aanvrager van de subsidie.
Voor transgenderzorg is vanaf 2022 € 2,5 miljoen beschikbaar. Deze middelen zijn bestemd voor een subsidieregeling die het voor transgendervrouwen eenmalig mogelijk maakt om een subsidie aan te vragen voor een borstvergroting.
Voor het doen van onderzoek naar genderverschillen in de gezondheidszorg, en het beter verspreiden van kennis voert ZonMw van 2016 tot en met 2022 het programma «Gender en gezondheid» uit. VWS heeft hiervoor in totaal € 12 miljoen ter beschikking gesteld. De middelen hiervoor zijn overgeheveld naar artikel 1 Volksgezondheid.
Curatieve geestelijke gezondheidszorg
VWS stelt in 2022 € 34,9 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies ter bevordering van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de curatieve geestelijke gezondheidszorg.
Voor de sluitende aanpak voor personen met verward gedrag wordt een samenhangend pakket aan maatregelen genomen waarvoor in 2022 € 33,1 miljoen en structureel € 32,8 miljoen beschikbaar is. Uit de € 33,1 miljoen voor 2022 wordt een bijdrage geleverd van € 14,8 miljoen aan de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden. Het doel van deze subsidieregeling is het wegnemen van belemmeringen voor het verstrekken van medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde personen, waaronder ook personen met verward gedrag. Een bedrag van € 12 miljoen is beschikbaar op artikel 1 Volksgezondheid voor de uitvoering van het actieprogramma personen met verward gedrag door ZonMW, om gemeentelijke projecten en initiatieven te faciliteren die bijdragen aan het realiseren van een regionale sluitende aanpak voor personen met verward gedrag, de inzet van ggz-expertise in de wijk en flexibele inzet van zorg en begeleiding en pilots met vervoer van personen met verward gedrag door regionale ambulancevoorzieningen.
Voor suïcidepreventie is in 2022 in € 10,8 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 4,8 miljoen beschikbaar voor de uitvoering van de doelstellingen en activiteiten van de derde landelijke agenda suïcidepreventie (2021-2025). Deze agenda baseert zich op de eerdere agenda’s, maar vooral op recente kennis en voorbeelden van effectieve suïcidepreventie. In totaal is hiervoor in de jaren 2021-2025 jaarlijks € 4,8 miljoen beschikbaar gesteld. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Voordewind c.s. (TK 32 793, nr. 466).
De overige middelen zijn bedoeld voor:
– Het verlenen van concrete hulp en interventies alsook voor de verspreiding van kennis via voorlichting, bewustwording en advisering over het terugdringen van suïcide. Voor de uitvoering van deze activiteiten ontvangt Stichting 113 Zelfmoordpreventie een instellingssubsidie.
– Een uitbreiding van het huidige ZonMw onderzoeksprogramma dat zich richt op het leveren van nieuwe kennis om het aantal suïcides in Nederland te verminderen. Het onderzoeksprogramma wordt opgesteld door ZonMw. In 2021 heeft ZonMw een tussenevaluatie uitgevoerd van het huidige programma, waarbij ook wordt verkend welke nieuwe kennisvragen er zijn op het gebied van suïcidepreventie en hoe deze kunnen worden belegd. Om de extra middelen die met het amendement Van der Staaij/Dik-Faber (TK 35 570 XVI, nr. 68) beschikbaar kwamen op de begroting 2021 effectief in te zetten, is daarom na afstemming met ZonMw besloten deze middelen in 2022 in te zetten. Zo volgt de uitbreiding van het onderzoeksprogramma op de tussenevaluatie.
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is op 1 januari 2020 in werking getreden. Voor het ondersteunen van de afronding van de implementatie en de uitvoering van de wet is structureel € 11 miljoen beschikbaar. De middelen zijn onder andere beschikbaar voor ondersteuning van de ketensamenwerking en vertrouwenswerk in de ggz.
Het grootste deel van dit budget gaat naar de instellingssubsidies voor vertrouwenspersonen. Dat maakt het mogelijk dat er bij verplichte zorg een beroep kan worden gedaan op de patiëntvertrouwenspersoon (pvp) en de familievertrouwenspersoon (fvp). De werkzaamheden van de pvp en fvp hebben hun wettelijke basis in de Wvggz.
Eerstelijnszorg
VWS stelt in 2022 € 13,9 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies ter bevordering van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de eerstelijnszorg.
Voor de uitvoering van de bestuurlijke afspraken paramedische zorg is voor de periode 2019–2022 in totaal € 15 miljoen beschikbaar. Van dit bedrag zal € 10 miljoen worden weggezet via ZonMw voor het bevorderen van kwaliteit (zorgstandaarden en richtlijnen), transparantie, kennis en onderzoek. De overige € 5 miljoen worden ingezet voor het verbeteren van de informatievoorziening voor de patiënt, het verhogen van de organisatiegraad in de sector en digitalisering.
Voor de uitvoering van het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging is voor de periode 2019–2022 jaarlijks € 5 miljoen beschikbaar. Van dit bedrag zal jaarlijks € 2 miljoen worden ingezet voor realisatie en uitbreiding van het richtlijnenprogramma wijkverpleging inclusief patiëntenparticipatie.
Lichaamsmateriaal
VWS stelt in 2022 € 23,6 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies Lichaamsmateriaal. Aan de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) wordt een subsidie verstrekt van € 13,4 miljoen voor het uitvoeren van wettelijke taken als orgaancentrum, het ondersteunen van ziekenhuizen bij de donatiezorg en het informeren van de bevolking over orgaandonatie. 26 ziekenhuizen met een functie binnen de orgaanketen ontvangen subsidie (€ 5,1 miljoen) op grond van de subsidieregeling donatie in ziekenhuizen. Doel van de subsidieregeling is een blijvende aandacht in ziekenhuizen voor het donatieproces.
Voor onderzoeken naar perfusiemethodieken die de geschiktheid van organen voor transplantatie kunnen vergroten is € 2,7 miljoen beschikbaar. Voor het compenseren van kosten van mensen die bij leven een (deel) van een orgaan hebben afgestaan is via de subsidieregeling donatie bij leven € 0,8 miljoen beschikbaar om financiële belemmeringen bij donatie tegen te gaan.
Daarnaast worden subsidies verstrekt voor het werven van stamceldonoren (€ 0,8 miljoen), zodat zoveel mogelijk ernstig zieke patiënten een stamceltransplantaat kunnen ontvangen;
Medische producten
Voor subsidies Medische producten is € 94,3 miljoen beschikbaar in 2022. Een bedrag van € 35,0 miljoen is gereserveerd in verband met de besluitvorming over de mogelijke bouw van een reactor voor medische radio-isotopen (Pallas), en de komst van een medische radio-isotopenfabriek in Groningen (Shine). De gereserveerde middelen voor Shine geven uitvoering aan de motie Dik-Faber (Kamerstukken II, 2020-2021, 29477, nr 680.) Het doel is om de voorzieningszekerheid van medische isotopen te waarborgen voor de diagnose en behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten en kanker. Tevens worden uit de beschikbare middelen gelden gereserveerd voor benodigde inhuur, organisatiekosten voor de voorbereiding van het kabinetsbesluit en de borging van de beschikbaarheid van medische radio-isotopen. Deze middelen (€ 2,7 miljoen in 2022) worden op artikel 10 verantwoord.
Voor de VIPP regeling Farmacie is in 2022 € 33,0 miljoen gereserveerd. VIPP Farmacie heeft als doel de farmaceutische patiëntenzorg veiliger en efficiënter te maken en de positie van de patiënt te versterken. Aan Nictiz wordt een meerjarige subsidie verstrekt voor het ondersteunen van de zorgsectoren en leveranciers bij het implementeren van informatiestandaarden in verband met de richtlijn medicatie-overdracht. In 2022 is hiervoor € 4,1 miljoen gereserveerd. Aan het Nationaal Farmaceutisch Kennis- en adviescentrum is een meerjarige subsidie (in 2022 € 4,1 miljoen) verstrekt. Doel is het behouden en uitbouwen van kennis over therapieontwikkeling, registratie, productie binnen kennisinstellingen om kennis over productie meer binnen Europa en Nederland te houden.
Daarnaast worden enkele kleinere subsidies verstrekt onder meer voor de onafhankelijke informatievoorziening aan zorgverleners over geneesmiddelen.
Opdrachten
Curatieve geestelijke gezondheidszorg
In 2022 is € 3,9 miljoen beschikbaar voor het uitvoeren van opdrachten ter bevordering van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid in de geestelijke curatieve gezondheidszorg.
Eerstelijnszorg
In 2022 is € 57,6 miljoen beschikbaar voor het uitvoeren van opdrachten ter bevordering van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid in de eerstelijnszorg, waaronder een opdracht van € 57,5 miljoen aan de RVO voor het verstrekken van subsidies ten behoeve van investeringen in de wijkverpleging. De subsidieregeling is in 2020 in samenspraak met de HLA-partijen uitgewerkt. De middelen worden rechtstreeks aan aanbieders van wijkverpleging beschikbaar gesteld. De regeling dient bij te dragen aan het kwalitatief verbeteren van de (organisatie van) wijkverpleging en het bevorderen van de gezondheid en zelfredzaamheid van cliënten in de eigen (woon- en leef) omgeving. De subsidieregeling ondersteunt de opstartperiode en de eerste periode van de implementatie van de projecten, waarna de activiteiten worden voorgezet, bijvoorbeeld vanuit de reguliere bekostiging.
Medische producten
In 2022 is 29,1 miljoen beschikbaar voor opdrachten medische producten. De middelen die hier geraamd zijn, worden besteed aan informatievoorziening over prijzen en afzet van genees- en hulpmiddelen (€ 0,9 miljoen), de kosten voor het landelijk centrum coördinatie geneesmiddelen (€2 miljoen) dat is opgezet om de beschikbaarheid en verdeling van geneesmiddelen tegen COVID-19 te optimaliseren, en de kosten van de (Europese) horizonscan geneesmiddelen (€ 1 miljoen). De horizonscan geeft informatie over geneesmiddelen die in ontwikkeling zijn en naar verwachting binnen twee jaar op de markt komen.
Pandemische paraatheid
De inkopen van in Nederland geproduceerde mondmaskers worden getemporiseerd in verband met de houdbaarheid van de mondmaskers. Hierdoor schuift een deel van de geraamde kosten in 2021 door, waarvan €14,5 miljoen naar 2022 en € 2 miljoen naar 2023.
In verband met het waarborgen van levering van essentiële medische producten en het formuleren van een beleidskader hiervoor, is het doen van onderzoek en het analyseren van marktomstandigheden noodzakelijk. Voor deze kosten wordt in 2022 een bedrag van € 2 geraamd.
Voor het stimuleren van lokale productie waar Nederland aantoonbaar een positie kan innemen, worden bedragen geraamd van in 2021 € 2,5 miljoen en in 2022 € 7,5 miljoen. Bij het beschikbaar stellen van middelen zijn er verschillende gradaties mogelijk, bijvoorbeeld door het verlenen van een opdracht, garantstelling, lening of door een bepaald percentage lokale productie («produce European/NL»). Duurzaamheid is hier een belangrijke drijver en manier om onderscheidend te zijn ten opzichte van ontwikkelingslanden waar de loonkosten lager liggen.
Als bijkomend vangnet heeft de Europese commissie een strategische rescEU mechanisme voor medische reserve en distributie in het leven geroepen onder de paraplu van het EU-mechanisme voor civiele bescherming. De reserve maakt de snelle levering van medische apparatuur zoals ventilatoren en persoonlijke beschermingsmiddelen mogelijk. De voorraad, die momenteel wordt beheerd door 9 EU-lidstaten (België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Roemenië, Slovenië, Zweden en Nederland) maakt het voor de EU mogelijk om sneller op gezondheidscrises te reageren. Er worden voortdurend meer medische en persoonlijke beschermingsmiddelen aangeschaft om de rescEU-reserve aan te vullen. Voor het Nederlandse aandeel hierin wordt een subsidie van circa € 50 miljoen gedurende de periode 2021-2026 ontvangen. De subsidieontvangsten worden toegevoegd aan de uitgaven. Voor 2022 is € 5 miljoen beschikbaar.
Daarnaast zijn er diverse kleinere opdrachten uitgezet ter ondersteuning en evaluatie van het beleid rond de betaalbaarheid, veiligheid en beschikbaarheid van genees- en hulpmiddelen.
Bijdrage aan agentschappen
CIBG
Hier worden bijdragen geraamd voor onder meer het uitvoeren van taken voor het Donorregister (€ 4,3 miljoen), het uitvoeren van de Wet op de Geneesmiddelenprijzen (€ 1,7 miljoen) en het Geneesmiddelen-vergoedingensysteem (€ 1,2 miljoen). Daarnaast wordt de opslag, uitgifte en afwikkeling van de voorraden persoonlijke beschermingsmiddelen, die zijn opgebouwd ten behoeve van de COVID-19 pandemie beheerd door het agentschap CIBG. Voor de hieraan verbonden kosten wordt in 2022 een bedrag geraamd van € 43,1 miljoen en in 2023 € 29,2 miljoen. Tenslotte is voor het verlenen van vergunningen, ontheffingen en notificaties € 3,2 miljoen beschikbaar.
3. Ondersteuning van het zorgstelsel
Subsidies
Stichting klachten en geschillen zorgverzekeringen
De Stichting klachten en geschillen zorgverzekeringen (SKGZ) ontvangt voor het project Zorgverzekeringslijn een instellingssubsidie. De activiteiten van de Zorgverzekeringslijn voorzien in informatie en advies over de zorgverzekering, de verzekeringsplicht, wat te doen bij betalingsproblemen of onverzekerdheid en biedt zo nodig en gewenst een doorverwijzing naar lokaal welzijnswerk of schuldbemiddeling. Ook in 2022 zal de Zorgverzekeringslijn gemeenten actief informeren over de geleerde lessen van gemeenten die actief aan de slag zijn gegaan met de lijst wanbetalers zorgpremie van het CAK. In 2022 is € 1,4 miljoen beschikbaar voor de SKGZ.
Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden
Het doel van deze subsidie is het wegnemen van financiële belemmeringen voor het verstrekken van medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde personen. De kosten worden met name gemaakt bij de ggz en in ziekenhuizen. De uitgavenposten worden door de uitvoerder van de regeling (CAK) gemonitord. In 2022 is een bedrag van € 41,9 miljoen begroot.
Subsidieregeling Veelbelovende Zorg Sneller bij de Patiënt
De uitvoering van de subsidieregeling Veelbelovende Zorg Sneller bij de Patiënt ligt bij het Zorginstituut in samenwerking met ZonMw. De nieuwe regeling is ter vervanging van de regeling voor de voorwaardelijke pakkettoelating. Het doel van de subsidieregeling is dat innovaties voor de patiënt op een veilige wijze én sneller dan voorheen in het basispakket kunnen stromen, en dat we beter inzicht krijgen in de (kosten) effectiviteit van deze veelbelovende, innovatieve interventies. Tevens is de regeling bedoeld om kleinere partijen beter te ondersteunen met het doen van onderzoek. In 2022 is een bedrag van € 23,2 miljoen beschikbaar.
Medisch-specialistische zorg
VWS stelt in 2022 € 45,8 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies ter ondersteuning van het zorgstelsel ten behoeve van de medisch-specialistische zorg.
Voor het ontsluiten van patiëntgegevens in de medisch-specialistische zorg en de uitwisseling tussen instellingen onderling is er in de periode 2020-2023 in totaal € 75 miljoen beschikbaar voor ziekenhuizen, universitair medische centra en overige instellingen voor medisch-specialistische zorg (VIPP programma voor de MSZ). De uitgaven in 2022 worden geraamd op € 29,3 miljoen.
Om ervoor te zorgen dat ook in de geboortezorg patiënten veilig en digitaal kunnen beschikken over hun gestandaardiseerde medische gegevens in een persoonlijke gezondheidsomgeving en alle betrokken zorgverleners optimaal zijn geïnformeerd, is in de periode 2019-2023 € 15 miljoen beschikbaar (Babyconnect). De uitgaven in 2022 worden geraamd op € 4,0 miljoen.
Bij de invoering van integrale tarieven in de MSZ is een subsidieregeling ingesteld om de financiële belemmeringen voor vrijgevestigde medisch specialisten bij een overstap naar loondienst te verminderen. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar die zijn toegekend in het kader van het regeerakkoord om de gelijkgerichtheid in ziekenhuizen te bevorderen. De uitgaven voor de subsidieregeling en het bevorderen van gelijkgerichtheid in 2022 worden geraamd op € 10,3 miljoen.
Curatieve geestelijke gezondheidszorg
VWS stelt in 2022 € 7,3 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies ter ondersteuning van het zorgstelsel ten behoeve van de curatieve geestelijke gezondheidszorg.
Voor Individuele Steun en Plaatsing (IPS) is voor de periode 2021-2022
€ 3,45 mln. beschikbaar. Het doel van Individuele Steun en Plaatsing (IPS) is om in samenwerking met SZW mensen met psychische klachten beter naar werk te begeleiden. UWV, gemeenten en ggz-instellingen en zorgverzekeraars en ook de werkgevers staan achter deze concrete, de mensen bemoedigende, resultaatgerichte aanpak.
In de nieuwe afspraken aanpak wachttijden ggz (Kamerstukken II 2016/17, 25424, nr. 369) is afgesproken om de inzet van e-health in de ggz te stimuleren en te investeren in de informatievoorziening, waaronder een verbeterde uitwisseling tussen zorgverleners en hun patiënten. Dit draagt eraan bij dat de patiënt veilig en gestandaardiseerd over zijn medische gegevens kan beschikken in een persoonlijke gezondheidsomgeving en kan kiezen met welke zorgverleners hij deze wil delen. De inzet van e-health is belangrijk om patiënten meer steun te kunnen bieden als zij op de wachtlijst staan, en ervoor te zorgen dat de patiënt eerder bij de juiste zorgverlener terecht kan. Hierdoor kan er doelmatiger worden behandeld, wat op termijn bijdraagt aan kortere wachttijden. Hiervoor is in de periode 2018–2021 in totaal € 50 miljoen beschikbaar.
In het kader van de uitvoering van het hoofdlijnenakkoord geestelijke gezondheidszorg is gedurende de looptijd van het akkoord (2019–2022) jaarlijks € 2 miljoen beschikbaar voor projecten gericht op destigmatisering en zelfmanagement en herstel.
In het hoofdlijnenakkoord 2019–2022 hebben partijen afgesproken dat het Onderzoeksprogramma ggz bij ZonMw wederom gedurende de looptijd van het akkoord bestendigd wordt met jaarlijks € 5 miljoen. Belangrijke thema’s binnen het programma zijn vroege herkenning en behandeling en gepersonaliseerde zorg en het stimuleren van kwaliteit en doelmatigheid. Gedurende de looptijd worden verdere inhoudelijke prioriteiten gesteld in afstemming met de ggz-partijen van de Agenda voor gepast gebruik en transparantie.
Eerstelijnszorg
VWS stelt in 2022 € 14,1 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van subsidies ter ondersteuning van het zorgstelsel ten behoeve van de eerstelijnszorg.
Voor de uitvoering van het hoofdlijnenakkoord huisartsenzorg zijn de volgende middelen gereserveerd:
– Voor het programma OPEN ten behoeve van het ontsluiten van patiëntengegevens uit eerstelijnszorg is gedurende de periode 2019-2022 € 27,6 miljoen beschikbaar. In 2022 zijn de uitgaven geraamd op € 5,7 miljoen.
– Het NHG heeft de Nationale Onderzoeksagenda Huisartsgeneeskunde opgesteld. Voor deze onderzoeksagenda wordt voor de looptijd van dit akkoord jaarlijks € 2 miljoen extra beschikbaar gesteld via een programma van ZonMw.
– Voor de uitvoering van landelijke projecten die ondersteunend zijn aan de afspraken in dit akkoord is jaarlijks een bedrag van maximaal € 1 miljoen beschikbaar uit het budgettair kader huisartsenzorg. Alle ondertekenaars van dit akkoord kunnen projectvoorstellen aandragen en gezamenlijk wordt besloten over de inzet van de middelen.
– In het hoofdlijnenakkoord huisartsenzorg is afgesproken dat voor de duur van dit akkoord het budgettair kader huisartsenzorg jaarlijks wordt opgehoogd met een bedrag van € 12,5 miljoen (totaal € 50 miljoen) ten behoeve van de ondersteuning van de digitalisering van de huisartsenzorg. Samen met veldpartijen is geconcludeerd dat een deel van deze ondersteuning beter via de begroting kan worden ingezet. Daarom worden deze middelen overgeheveld naar de begroting. Dit geld zal worden ingezet voor trajecten die betrekking hebben op de ambities binnen het bestuurlijk akkoord zoals beschreven onder paragraaf 2.1.5 van het Bestuurlijk Akkoord. Het gaat om het verbeteren van ICT en e-health-toepassingen voor huisartsen, het ondersteunen van digitaliseringstrajecten van regionale huisartsenorganisaties en het stimuleren van het direct implementeren van e-health en digitalisering in de huisartsenpraktijk.
Bekostiging
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-
Kinderen tot achttien jaar betalen geen nominale premie Zvw. De rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds (circa € 2,8 miljard) voorziet in de financiering van deze premie.
Regeling financiering zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen
Zorgaanbieders kunnen een bijdrage vragen aan het CAK als zij medisch noodzakelijke zorg hebben verleend aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen en de kosten daarvan niet of niet volledig verhaalbaar blijken op de patiënt. Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor compensatie uit collectieve middelen onder in de wet (Zvw, art. 122a) gestelde voorwaarden. In 2022 is € 39,2 miljoen beschikbaar voor de regeling. De uitvoeringskosten van deze regeling zijn opgenomen in artikel 4 Zorgbreed beleid.
Inkomensoverdrachten
Overgangsrecht FLO/VUT-ouderenregeling
Bij de afschaffing van de regelingen rond Functioneel Leeftijdsontslag/Vervoegde Uittreding (FLO/VUT) zijn afspraken gemaakt over de vergoeding van het overgangsrecht ouderenregelingen voor de verschillende diensten om de continuïteit van ambulancezorg te garanderen en om een ongelijk speelveld tussen de verschillende soorten ambulancediensten (publiek, B3 en particulier) te voorkomen. De kosten van het overgangsrecht zijn in de tarieven voor de ambulancediensten verwerkt. Met de ambulancediensten is een overeenkomst gesloten, waarin is geregeld dat een groot deel van de kosten bij VWS gedeclareerd kan worden. Om verschillen in de tariefstelling ten gevolge van de ouderenregelingen te voorkomen, is ervoor gekozen de betalingen van alle drie deze regelingen via de begroting van VWS te laten verlopen. In 2022 is hiervoor een bedrag beschikbaar van € 23,5 miljoen.
Opdrachten
Risicoverevening
In 2022 worden er in het kader van de risicoverevening diverse onderzoeken verricht. Het onderzoeksprogramma wordt jaarlijks besproken met de Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR). Het accent van het onderzoek ligt op het verbeteren van de compensatie van chronische zieke- en gezonde verzekerden, onderhoud van verschillende vereveningskenmerken en aansluiting op mogelijke nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld een wijziging in de bekostiging of nieuwe databronnen. De komende jaren zal de uitbraak van COVID-19 grote impact hebben op de databestanden en daarmee op de berekeningen van het vereveningsmodel. Hier wordt in het komende onderzoeksprogramma rekening mee gehouden. In 2022 is € 2,0 miljoen beschikbaar voor het onderzoeksprogramma.
Medisch-specialistische zorg
In 2022 is € 7,6 miljoen beschikbaar voor voor het verstrekken van opdrachten die verband houden met de bestrijding van COVID, waaronder een bedrag van € 3,25 mln. voor het ZonMw deelprogramma COVID-19 herstel- en nazorg en een bedrag van € 4,0 mln. voor de voortzetting van de activiteiten van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS).
Overige
VWS stelt in 2022 € 5,2 miljoen beschikbaar voor het verstrekken van opdrachten ter ondersteuning van het zorgstel waaronder een bedrag van € 1,206 voor verschillende kleine opdrachten voor Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZOJP). In het kader van JZOJP worden diverse activiteiten ontwikkeld waaronder onderzoek, communicatie en subsidies. Hierbij ligt de focus op de punten innovatie, preventie, domeinoverstijgende samenwerking en burgerperspectief. Daarnaast is in 2022 € 3,0 miljoen beschikbaar voor Covid-gerelateerde opdrachten, voornamelijk voor de kosten ZVW-PGB.
Bijdragen aan agentschappen
CJIB: onverzekerden en wanbetalers
Het kabinet vindt het ongewenst dat mensen zich aan de solidariteit van de Zorgverzekeringswet onttrekken door zich niet te verzekeren. Op grond van de Wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering (Wet Ovoz) worden onverzekerde verzekeringsplichtigen actief opgespoord. Die opsporing vindt plaats door het CAK in samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Bij niet nakomen van de verzekeringsplicht kan tot twee keer een bestuursrechtelijke boete worden opgelegd. Inning van de bestuurlijke boetes vindt plaats door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). De uitvoeringskosten van het CAK (opgenomen in artikel 4 Zorgbreed beleid), de SVB en het CJIB worden door VWS betaald. In 2022 is € 10,9 miljoen beschikbaar voor het CJIB.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
SVB: Onverzekerden
Zorgverzekeraars en de SVB voeren een controleproces uit voor het vaststellen van de verzekeringsplicht van de Wlz. De kosten van de Sociale Verzekeringsbank bestaan uit het registreren van de Wlz-verzekering en de opvragingen van burgers en zorgverzekeraars voor het verkrijgen van een Wlz-verklaring. De uitvoeringskosten van de SVB worden voor 25% door VWS betaald. In 2022 is € 3,9 miljoen beschikbaar voor de SVB.
Ontvangsten
Voor 2022 worden de totale ontvangsten op dit artikel geraamd op € 123,3 miljoen. De ontvangsten hebben hoofdzakelijk betrekking op afrekening van eerder verstrekte subsidievoorschotten en de afrekening van de uitvoeringskosten in het kader van de aanpak van zowel wanbetalers als onverzekerden.