Base description which applies to whole site

5.1 Sociale fondsen SZW

Deze paragraaf beschrijft de financiering van de premie-uitgaven onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Onderdeel daarvan zijn de door de Minister van SZW vast te stellen premiepercentages voor de volks- en werknemersverzekeringen. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen van UWV en SVB.

5.1.1 Premiepercentages 2023

Premievaststelling

De voorgenomen premiepercentages voor 2023 zijn opgenomen in tabel 126. Deze premiestelling heeft het kabinet beoordeeld binnen het lastenkader voor huishoudens en bedrijven en de koopkrachtontwikkeling. Het saldo van de premie-inkomsten en de premiegefinancierde uitgaven (het exploitatiesaldo van de fondsen) is onderdeel van het EMU-saldo van de overheid als geheel.

AOW

Het premiepercentage voor de Algemene ouderdomswet (AOW) wordt op hetzelfde niveau vastgesteld als in 2022. Bij het Ouderdomsfonds zijn de premieopbrengsten niet voldoende om de uitgaven te dekken. De inkomsten van het Ouderdomsfonds worden daarom aangevuld door middel van rijksbijdragen (zie ook artikel 12). De AOW-premie wordt gecombineerd geheven met de loon- en inkomstenbelasting. Uit het Ouderdomsfonds worden de uitgaven op grond van de AOW betaald. Die uitgaven bestaan zowel uit het ouderdomspensioen (de AOW-uitkering) als de inkomensondersteuning in aanvulling op het ouderdomspensioen (de IOAOW).

Anw

Het premiepercentage voor de Algemene Nabestaandenwet (Anw) wordt op hetzelfde niveau vastgesteld als in 2022.

AWf

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkeringen van marktwerkgevers. Als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) zijn er vanaf 2020 twee premietarieven binnen het AWf: een laag tarief voor vaste dienstverbanden en een hoog tarief voor flexibele dienstverbanden. Het lage tarief wordt voor 2023 geraamd op 2,64 procent en het hoge tarief op 7,64 procent. Het (gewogen) gemiddelde van de AWf-werkgeverspremie bedraagt dan 3,89 procent.

Ufo

Alleen overheidswerkgevers betalen de Ufo-premie. De Ufo-premie wordt voor 2023 gelijk gehouden op 0,68 procent.

Uniforme opslag kinderopvang

De premieopslag kinderopvang voor 2023 blijft met 0,5 procent gelijk aan die in 2022. De premieopslag kinderopvang wordt door werkgevers betaald door middel van een opslag op de Aof-premie.

Aof

De Aof-premie bedraagt gemiddeld 6,80 procent. Vanaf 2022 kent de Aof-premie twee verschillende tarieven: een tarief voor kleine werkgevers (tot 25 maal de gemiddelde premieplichtige loonsom) en een tarief voor grotere werkgevers. In 2023 betalen kleine werkgevers een premie van 5,46 procent en grote werkgevers een premie van 7,11 procent.

Whk

De gemiddelde premie voor de Werkhervattingskas (Whk), waaruit de uitkeringen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en uitkeringen op grond van de Ziektewet worden betaald, is door UWV voor 2023 vastgesteld op 1,53 procent.

Tabel 126 Premiepercentages sociale verzekeringen (%)

Premie

Fonds

Uitgaven

Betaald door

2022

2023

AOW

Ouderdomsfonds

AOW

Werknemer

17,90

17,90

Anw

Nabestaandenfonds

Anw

Werknemer

0,10

0,10

      

Awf-laag

Algemeen Werkloosheidsfonds

WW, ZW

Werkgever

2,70

2,64

Awf-hoog

Algemeen Werkloosheidsfonds

WW, ZW

Werkgever

7,70

7,64

Ufo

Uitvoeringsfonds voor de overheid

WW, ZW, WGA overheid

Werkgever

0,68

0,68

      

Aof-laag

Arbeidsongeschiktheidsfonds

WGA, IVA, WAO, WAZ, WAZO, ZW

Werkgever

5,49

5,46

Aof-hoog

Arbeidsongeschiktheidsfonds

WGA, IVA, WAO, WAZ, WAZO, ZW

Werkgever

7,05

7,11

Aof

Uniforme opslag kinderopvang

Kinderopvang

Werkgever

0,50

0,50

Whk

Werkhervattingskas (rekenpremie)

WGA, ZW

Werkgever

1,52

1,53

5.1.2 Sociale fondsen

Exploitatiesaldi

De premiegefinancierde uitgaven worden uit de sociale fondsen betaald. Op basis van de eerdergenoemde premiepercentages voor 2022 en 2023, de verwachte ontwikkeling van de premiegrondslagen en de uitkeringslasten zijn de uitgaven en ontvangsten van de sociale fondsen geraamd in tabel 127 en 128. Hierbij is rekening gehouden met de bijdragen aan de fondsen vanuit het Rijk en de onderlinge betalingen van de fondsen. Het saldo tussen betaalde en ontvangen onderlinge betalingen is voor de sociale verzekeringen negatief, omdat uit enkele van deze fondsen ook premies voor de zorgverzekering worden betaald. Tegenover deze negatieve saldi staan dus positieve saldi bij de zorgfondsen.

In de onderstaande tabellen worden de arbeidsongeschiktheidsfondsen (het Aof en de Whk) samen weergegeven.

Het exploitatiesaldo van de fondsen is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven. Voor 2023 bedraagt dit saldo naar verwachting bijna € 8 miljard voor alle fondsen samen. Het positieve saldo wordt met name veroorzaakt door de arbeidsongeschiktheidsfondsen en het werkloosheidsfonds. Het exploitatiesaldo van de fondsen maakt onderdeel uit van het totale EMU-saldo.

Het exploitatiesaldo van het Anw-fonds is negatief doordat de rijksbijdrage op nul is vastgesteld. Hierdoor wordt het vermogensoverschot in het Anw-fonds langzaam teruggebracht (zie ook tabel 129).

Tabel 127 Overzicht sociale verzekeringen 2022 (bedragen x € 1 mln)
 

AOW

Anw

AO

WW

Totaal

Premies

24.358

165

20.727

8.784

54.035

Bijdragen van het Rijk

20.033

0

256

99

20.388

Ontvangen onderlinge betalingen

0

0

1.344

423

1.767

Saldo Interest

‒ 26

‒ 2

53

27

52

Totaal Ontvangsten

44.365

163

22.380

9.333

76.242

      

Uitkeringen/ Verstrekkingen

44.118

302

14.125

3.372

61.917

Uitvoeringskosten

148

9

870

547

1.573

Betaalde onderlinge betalingen

552

18

2.280

839

3.690

Totaal Uitgaven

44.818

329

17.275

4.758

67.180

      

Exploitatiesaldo

‒ 453

‒ 166

5.105

4.575

9.062

Bron: SZW en CPB (MEV 2023).

Tabel 128 Overzicht sociale verzekeringen 2023 (bedragen x € 1 mln)
 

AOW

Anw

AO

WW

Totaal

Premies

25.162

171

22.211

9.175

56.718

Bijdragen van het Rijk

23.832

0

261

83

24.176

Ontvangen onderlinge betalingen

0

0

1.596

488

2.084

Saldo Interest

‒ 40

‒ 4

97

70

124

Totaal Ontvangsten

48.954

167

24.164

9.816

83.102

      

Uitkeringen/ Verstrekkingen

48.201

326

16.626

4.075

69.228

Uitvoeringskosten

150

11

918

686

1.765

Betaalde onderlinge betalingen

603

21

2.666

891

4.182

Totaal Uitgaven

48.954

358

20.210

5.653

75.175

      

Exploitatiesaldo

0

‒ 191

3.954

4.164

7.927

Bron: SZW en CPB (MEV 2023).

In tabel 129 wordt voor de jaren 2022 en 2023 de verwachte vermogenspositie van de verschillende fondsen weergegeven. De vermogens van de fondsen worden vergeleken met de normen. Een vermogen gelijk aan de norm geeft aan dat het fonds gemiddeld genomen over het jaar over voldoende liquiditeiten beschikt om de uitkeringen te financieren. De middelen van de fondsen worden aangehouden op een rekening-courant bij het Rijk. Indien er sprake is van een vermogenstekort zal het Rijk niet alleen tijdelijk gedurende het jaar maar ook langduriger deze tekorten moeten aanvullen via de rekening-courant.

Het vermogensoverschot van de fondsen stijgt naar verwachting in 2023 naar bijna € 32 miljard. Dat opgebouwde vermogen komt vooral door de exploitatieoverschotten in de arbeidsongeschiktheidsfondsen. Bij het werkloosheidsfonds is voor het eerst sinds 2010 weer sprake van een vermogensoverschot, de tekorten uit het verleden zijn dan weer ingelopen. Zoals hierboven beschreven daalt het vermogen in het Anw-fonds doordat de rijksbijdrage op nul is gesteld. Dankzij de jaarlijkse rijksbijdrage aan het tekort van het Ouderdomsfonds blijft de vermogenspositie van het Ouderdomsfonds door de jaren heen neutraal, al kunnen er in individuele jaren relatief beperkte tekorten of overschotten zijn.

Tabel 129 Vermogenspositie sociale fondsen (bedagen x € 1 mln)
 

ultimo 2022

ultimo 2023

 

Feitelijk vermogen

Normvermogen

Vermogens-overschot

Feitelijk vermogen

Normvermogen

Vermogens-overschot

Ouderdomsfonds

1.171

1.171

‒ 0

1.171

1.277

‒ 106

Anw-fonds

2.798

42

2.755

2.607

47

2.560

Arbeidsongeschiktheidsfondsen

24.994

724

24.270

28.948

827

28.121

WW-fondsen

‒ 1.666

1.879

‒ 3.545

2.498

1.879

619

Totaal sociale fondsen

27.297

3.816

23.481

35.224

4.031

31.193

Bron: CPB (MEV 2023).

Licence