BZK ontwikkelt en voert beleid langs zeven inhoudelijke richtingwijzers. Deze richtingwijzers vormen de thematische basis van de SEA. In deze bijlage worden deze thema’s nader uitgewerkt en toegelicht aan de hand van een inzichtbehoefte en bijpassende onderzoeksprogrammering per thema.
Deze onderzoeksprogrammering biedt een overzicht van de geplande ex ante, ex durante en ex post evaluaties van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO). Tevens wordt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gehele beleid binnen de (sub)thema’s eens in de vier tot zeven jaar onderzocht middels een beleidsdoorlichting of periodieke rapportage. Wegens de opgenomen overgansbepaling in artikel 11 van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek komen beiden onderzoeken voor op deze SEA.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Democratie | Ex durante | 2023 en verder | Promotieonderzoek raadsakkoorden | 1.2 |
Ex durante | 2023 en verder | Onderzoek naar het gebruik van het instrumentarium door raads- en statenleden in de praktijk | ||
Ex ante | 2023 en verder | Nationale Wetenschapsagenda project Revitalized Democracy | ||
Overig onderzoek | 2023 en verder | Thorbeckeleerstoel | ||
Ex durante | 2023 | Onderzoek naar gebiedsgerichte aanpak van Leefbaarheid en Veiligheid | ||
Ex durante | 2023 | Nationaal onderzoek slavernijverleden | ||
Overig onderzoek | 2023 | Promotieonderzoek uitdaagrecht | ||
Beleidsdoorlichting | 2023 | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | ||
Ex durante | 2023-2024 | Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen en opvolging | ||
Ex ante | 2024 | Rekrutering en selectie kandidaten voor de Provinciale Statenverkiezingen | ||
Ex durante | 2024 | Dashboard Staat van het Bestuur | ||
Ex durante | 2024 | Monitor Burgerparticipatie | ||
Ex durante | 2024 | Basismonitor Politieke Ambtsdragers, gemeenten tweede tranche | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie nationaal burgerforum klimaat | ||
Ex durante | 2024 | Actieonderzoek responsieve overheid | ||
Ex ante | 2024 | Nadere verkenning effectieve en legitieme regionale samenwerking | ||
Ex durante | 2023, 2025, 2027 | Staat van het Bestuur | ||
Ex ante | 2024 | Ontwikkeling democratische kernwaarden jongeren |
Toelichting
Het Ministerie van BZK is de hoeder van democratie en goed bestuur in Nederland. Het versterken van de democratische rechtsorde en het verbeteren van het functioneren van de overheid vormt één van de rode draden in het Coalitieakkoord voor de periode 2022-2025. De kennisvragen die relevant zijn hiervoor hebben betrekking op ontwikkelingen en fenomenen in de samenleving, op ontwikkelingen in en het functioneren van het democratisch bestel en op het bestuur en bestuurders.
Kennisvragen in relatie tot de samenleving hebben betrekking op het maatschappelijk fundament van het democratisch en bestuurlijk bestel en wat we daarin zien gebeuren. Hoe bewaken we de maatschappelijke ‘common ground’ die nodig is voor het functioneren van de democratie, en waarin het bestuur zijn legitimatie vindt? Wat bindt burgers in alle verscheidenheid, of wat onderscheidt hen juist van elkaar en hoe verhouden zij zich tot democratie en bestuur? Hierbij is het van belang meer inzicht te verkrijgen in houding en gedrag t.a.v. en binnen de democratie: vertrouwen, wantrouwen, perceptie en beleving van democratie en bestuur door burgers, naast participatie en beïnvloeding. Hierbinnen zijn bijvoorbeeld het in kaart brengen van verschillen tussen groepen en regio’s, ondervertegenwoordigingen diversiteit, omgang met het slavernijverleden, desinformatie en complotdenken, maatschappelijk onbehagen, onrust en ondermijning van belang.
Een tweede thema richt zich op kennisontwikkeling met betrekking tot een toekomstbestendige democratie. Hierbij gaat het primair om het functioneren van de democratie en vernieuwingen in het democratisch bestel. Hoe komt de verbinding tussen burgers en bestuur tot stand, via verkiezingen en andere vormen? Wat kunnen democratische innovaties betekenen voor die verbinding? Hoe functioneert de democratie in de praktijk?
Om te kunnen blijven leren van experimenten en vernieuwingen op het terrein van democratie neemt BZK deel als maatschappelijk partner aan het Nationale Wetenschapsagenda (NWA) project Revitalised democracy (Redress) onder leiding van de Universiteit van Tilburg.
Onderwerpen die verder relevant zijn voor een toekomstbestendige democratie zijn bijvoorbeeld: het verloop van verkiezingen, aanpassingen in het verkiezingsproces en het kiesstelsel, de ontwikkeling naar een ‘meervoudige democratie’, vorm en impact van democratische innovaties, participatie, burgercollectieven, de polderdemocratie en meer theoretische reflecties op ontwikkelingen in de democratie.
Een derde categorie kennisvragen en kennisactiviteiten heeft betrekking op het functioneren van het bestuur. Hierbij staat het bestuurlijk deel van het bestel centraal, het functioneren ervan en de praktische en principiële knelpunten die op dat terrein ervaren worden. Onderwerpen die hierbij horen zijn de ondersteuning van volksvertegenwoordigers en bestuurders, rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers, integriteit en veiligheid van ambtsdragers, weerbaar bestuur, democratische legitimiteit en slagkracht van het bestuur, veranderingen in het bestuurlijk bestel (regionalisering) en interbestuurlijk toezicht.
Voor het ontwikkelen en onderhouden van een sterke en levendige democratie is het, tenslotte, van belang om relevante trends constant te volgen. BZK voert hierom een aantal periodieke onderzoeken uit die zich richten op basale vragen waarop we altijd een antwoord willen. Deze behoefte is structureel en in principe niet afhankelijk van politieke keuzes. Het is informatie die we altijd op orde willen hebben. In veel gevallen zal het bij deze basisinformatie gaan om informatie met een kwantitatief karakter zoals: hoeveel inwoners hebben er gestemd en hoeveel politieke ambtsdragers zijn er momenteel? Het gaat deels ook om kwalitatieve informatie. Voorbeelden hiervan zijn belevingsaspecten of opvattingen van burgers, vertegenwoordigers en bestuurders.
Een belangrijk doel van deze basisinformatie is om goed zicht te houden op de praktijk van democratie en bestuur. Goed gefundeerd empirisch onderzoek levert daaraan een grote bijdrage. Blijvende aandacht voor deze empirische informatiebasis kan veel (terugkerende) incidentele vragen om nieuw onderzoek ondervangen omdat de antwoorden al beschikbaar zijn. Onderzoeken die aan deze informatie bijdragen zijn onder andere: diverse kiezersonderzoeken, kerncijfers over politieke ambtsdragers, basismonitor politieke ambtsdragers, onderzoeken kandidaatselectie, monitor integriteit en veiligheid, Leefbaarometer, Zicht op ondermijning en Zicht op wijken.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Bestuur en regio | Beleidsdoorlichting | 2023 | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | 1.1 |
Ex post | 2023 | Evaluatie Decentralisatie Uitkering (DU) groeiopgave Almere | ||
Ex durante | 2023 en verder | Data financiën decentrale overheden | ||
Ex durante | 2023 en verder | Monitor en leertraject Regio Deals | ||
Ex durante | 2023 en verder | Innovatiemonitor/evaluatie Agenda, Stad en Regio | ||
Ex durante | 2023 en verder | Evaluatie van de inzet en instrumenten van de Actieagenda Sterk Bestuur | ||
Ex durante | 2023-2024 | Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen en opvolging | ||
Ex durante | 2023, 2025, 2027 | Staat van het Bestuur | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE) | ||
Ex post | 2023 en verder | AIVD jaarverslag | 2 |
Toelichting
BZK is erop gericht om een stevige kennisbasis te creëren voor beleidsvorming, -uitvoering, -monitoring en -evaluatie, die bijdraagt aan haar ambitie: Een sterk, toekomstbestendig en (financieel) stabiel bestuur, waarbij elke regio telt. Gegeven de huidige maatschappelijke en bestuurlijke context waarin waarden als transparantie, vertrouwen en uitvoerbaarheid op de voorgrond treden, vertaalt dit zich in de volgende kennisbehoefte:
Kennis en monitoring voor het versterken van de realisatiekracht van het openbaar bestuur, het in evenwicht brengen van de financiële en bestuurlijke verhoudingen, het verbeteren van de publieke dienstverlening en het opereren als één overheid.
Er komt een zwaarder accent op het verwerven en delen van kennis uit de praktijk en het interbestuurlijk organiseren van kennis en leren (van en voor regio’s ter versterking van de uitvoeringskracht van het decentrale bestuur). Hiermee staat een versterking van de keten ‘opgave-kennis-beleid-praktijk-opgave’ voor ogen.
Hierbij zal de komende jaren expliciet aandacht worden besteed aan de doorvertaling van de Actieagenda Sterk Bestuur naar concrete kennisvragen. Hiervoor is het wel nodig duidelijk te hebben wat de concrete doelstellingen rondom de Actieagenda voor de komende jaren zijn, om vervolgens te kunnen bepalen op welke wijze deze ook geëvalueerd gaan worden. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de bepaling van deze doelen en de inrichting van de kennisorganisatie op de kennisbehoeften die hieruit voortvloeien
Vijf jaar na de laatste beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 1.1 Bestuur en regio is het tijd voor een nieuwe doorlichting. De uitvoering ervan is voorzien in 2023, met uitloop naar 2024; de voorbereiding is gestart in 2022.
In 2025 komt de 10e editie van de Staat van het Bestuur uit. Het ministerie van BZK maakt iedere twee jaar de feitelijke stand van zaken van de inrichting en het functioneren van het decentrale openbaar bestuur op. Hierdoor worden trends en ontwikkelingen zichtbaar en kan beleid ontwikkeld, onderbouwd en verantwoord worden. De Staat omvat de hele breedte van democratie, bestuur en regio. Voor deze 10e editie zal de optie worden verkend tot internationaal vergelijkend onderzoek. Ook zal worden gekeken of de Staat aanpassingen behoeft in relatie tot de nieuwe Actieagenda Sterk Bestuur. Eerder in 2023 is de 9e editie van de Staat gepubliceerd.
Rijkswaterstaat ontvangt voor de periode 2021 tot en met 2024 een bijdrage in verband met het oprichten en beheren van een landelijk kenniscentrum voor gemeenten die te maken hebben met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het ministerie van BZK is opdrachtgever van het Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE), zoals het officieel heet. Evaluatie van het kenniscentrum zal plaatsvinden in 2024.
In 2023 wordt de meerjarige wetenschappelijke studie naar de publieke waardecreatie door bestuurlijk regionale ecosystemen (BRE) afgerond. Dit is een uniek traject omdat het niet alleen ingaat op de succesfactoren (wat werkt wel en wat werkt niet), maar ook op de effectiviteit van de regionale samenwerkingsverbanden (bijdrage aan brede welvaart). Dit gebeurt aan de hand van een generieke analyse voor heel Nederland en casusonderzoeken in 10 regio’s die zij zelf cofinancieren. Gedurende 2023 zal worden bepaald of, en in welke vorm opvolgende kennisactiviteiten rondom de uitkomsten van dit onderzoek worden opgezet.
Data over de financiën van decentrale overheden worden bij het ministerie van BZK doorlopend gemonitord. Dit levert het openbaar bestuur inzicht in de inkomsten, uitgaven en financiële positie van gemeenten en provincies, en de ontwikkelingen daarin.
De Regiodeals worden gemonitord op het vlak van de governance (leren uit de praktijk van de gebiedsgerichte aanpak) en in relatie tot de brede welvaartsontwikkeling (effecten). Dit laatste lag in de de periode van het kabinet Rutte III nog bij het ministerie van LNV, maar is in de periode van het kabinet Rutte IV bij het ministerie van BZK belegd.
Innovatiemonitor/evaluatie Agenda Stad & Regio: Vanaf 2023 wordt innovatie- en impactmonitoring toegepast. Als ‘nulmeting’ dient een wetenschappelijke terugblik (essay) over de opbrengsten van 7 jaar Agenda Stad als innovatieprogramma. De monitoring vormt een onderdeel van het nieuwe vierjarige programma Agenda Stad & Regio.
De inzet op de nieuwe Actieagenda Sterk Bestuur zal vanaf 2023 ook gemonitord worden. Het gaat dan om een continue proces om de voortgang te bezien en de effectiviteit van inzet en instrumenten te bepalen. Dit proces zal zich deels vertalen in de evaluatie van concrete beleidsinstrumenten zoals de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO). Daarnaast zal ook breder gekeken worden naar de manier waarop de nieuwe taken in de werkorganisatie zijn/worden belegd.
De evaluatie rondom de besteding van de middelen van artikel 2: Nationale Veiligheid is in de reguliere planning- & controlcyclus van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) ingebed. De AIVD doet haar werk op basis van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V 2023 ‒ 2026). De GA I&V wordt opgesteld in samenspraak met de behoeftestellers, de ministeries van: BZK, BZ, Def en JenV, onder coördinatie van het ministerie van AZ. In 2023 treedt de nieuwe GA voor de komende vier jaar in werking. De voortgang op de GA wordt gerapporteerd door middel van voortgangsrapportages, welke driemaal per jaar worden behandeld in de Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland (CVIN) en Raad voor Veiligheids- en inlichtingendiensten (RVI). Tevens dient de rapportage als verantwoordingsdocument voor de Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
De Auditdienst Rijk (ADR) doet op grond van Comptabiliteitswet 2016 intern onderzoek naar het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering. Daarnaast controleert de Algemene Rekenkamer (AR) de uitgaven van de AIVD en rapporteert hierover aan de CIVD. In de onderzoeken van zowel de ADR als de AR ligt de focus ligt op de doel- en rechtmatigheid van de uitgaven van de AIVD. De AR verricht eveneens onderzoek naar specifieke onderwerken, zoals recentelijk naar de operationele slagkracht van de diensten.
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) houdt toezicht op de AIVD en de MIVD. De commissie oefent tijdens en achteraf toezicht uit op de rechtmatigheid van de uitvoering van zowel de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 als de Wet veiligheidsonderzoeken. De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) is een onafhankelijke commissie die vooraf toetst of de inzet van specifieke bijzondere bevoegdheden door de AIVD rechtmatig is.
Tot slot is de AIVD verplicht jaarlijks een openbaar verslag uit te brengen dat terugblikt op de aandachtsgebieden in het afgelopen jaar en zicht geeft op de aandachtsgebieden in het lopende jaar (Jaarverslag 2022 | Jaarverslagen | AIVD).
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Woningmarkt | Ex durante | 2023 | Evaluatie doorlopend toezicht woningtaxaties | 3.1 |
Ex durante | 2023 | Monitor studentenhuisvesting | ||
Ex post | 2023 | Evaluatie marktwaarde en beleidswaarde woningcorporaties | ||
Agentschapsdoorlichting | 2023 | Agentschapsdoorlichting Dienst van de Huurcommissie | ||
Ex durante | 2024 | Woononderzoek | ||
Ex durante | 2025 | Monitor ouderenhuisvesting | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie Wet toeristische verhuur | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie differentiatie inkomensgrenzen | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie differentiatie overdrachtsbelasting | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie nieuwe Huisvestingswet | ||
Ex post | 2027 | Evaluatie Wet goed verhuurderschap | ||
Woningbouw | Ex durante/ex post | 2023 of verder | Periodieke monitoring en evaluatie financiële instrumenten (Woningbouwimpuls, Volkshuisvestingsfonds, stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen, financiële en fysieke herplaatsingsgarantie) | 3.3 |
Ex ante | Jaarlijks | Inzicht in de verwachte ontwikkeling en samenstelling van het aantal Nederlandse huishoudens (PRIMOS en Socrates) | ||
Ex ante | Jaarlijks | Inzicht in de verwachte ontwikkeling van het aantal nieuwe woningen in Nederland, de ontwikkeling van woningvoorraad en het woningtekort (PRIMOS) | ||
Ex ante | n.n.b. | IBO instrumentarium Woningbouw en Grond | ||
Ex durante | n.n.b. | Actualisering en verdiepend onderzoek onrendabele toppen en inzicht in grondprijzen | ||
Ex durante | n.n.b. | Evaluatie van anterieure overeenkomsten en exploitatieplannen | ||
Woningmarkt en Woningbouw | Beleidsdoorlichting | 2023 | Beleidsdoorlichting Woningmarkt en Woningbouw | 3.1 en 3.3 |
Ex durante | Jaarlijks | Staat van de Volkshuisvesting | ||
Periodieke rapportage | 2027 | Periodieke rapportage Woningmarkt en Woningbouw | ||
Energietransitie gebouwde omgeving | Ex durante | 2023-2024 | Evaluatie Warmtefonds | 4.1 |
Ex durante | 2023 | Monitor Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) | ||
Ex post | 2023 | Evaluatie Programma Reductie Energiegebruik | ||
Periodieke rapportage | 2026 | Periodieke rapportage Energietransitie gebouwde omgeving | ||
Bouwkwaliteit | Ex durante | 2024-2026 | Monitoring Wet kwaliteitsborging voor het bouwen | 4.2 |
ZBO doorlichting | 2025 | ZBO doorlichting Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging KwaliteitsborgingBouw | ||
Periodieke rapportage | 2026-2027 | Periodieke rapportage Bouwkwaliteit |
Toelichting
In de Nationale Woon- en Bouwagenda en onderliggende programma’s voor de volkshuisvesting zijn ambities en maatregelen uitgewerkt voor de komende jaren. Voor de komende jaren monitoren we de realisatie van de ambities en de voortgang van het beleid en de factoren die hieraan bijdragen. In de staat van de volkshuisvesting rapporteren we hier jaarlijks over. Het driejaarlijkse WoonOnderzoek en de jaarlijkse PRIMOS prognose zijn belangrijke bronnen om de voortgang te monitoren voor verschillende programma’s. Daarnaast zijn op specifieke thema’s monitors gestart, zoals de monitor studentenhuisvesting en ouderenhuisvesting.
We willen ook weten wat de bijdrage is van het beleid aan het realiseren van de doelen. Zo evalueren we de verschillende instrumenten, waaronder bestaande instrumenten en nieuwe instrumenten uit de programma’s. Nog niet alle instrumenten die in de programma’s zijn geïntroduceerd zijn ingevoerd, waaronder de wet betaalbare huur. Daarom is op enkele onderdelen nog geen evaluatie voorzien. In 2023 is een beleidsdoorlichting uitgevoerd die zal laten zien waar evaluaties verbeterd kunnen worden en die we gebruiken om de strategische evaluatieagenda verder vorm te geven, om te zorgen dat de verschillende instrumenten voorafgaand aan de periodieke rapportage in 2027 zijn geëvalueerd.
We kijken ook vooruit. Uit de beleidsdoorlichting Woningmarkt en Woningbouw worden lessen getrokken uit het beleid van de voorgaande jaren en werken we beleidsopties uit om het beleid te verbeteren. Ook het IBO instrumentarium Woningbouw en Grond draagt bij aan het in kaart brengen van nieuw beleid.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Nationale omgevingsvisie (NOVI)/Nota ruimte (NR) | Ex ante | 2023 | PBL - ruimtelijke verkenningen | 5.1 |
Ex ante | 2023 | PBL - Planmonitor Nationale Omgevingsvisie | ||
Ex ante | 2023 | PBL - analyse Nota Ruimte (provinciale puzzels) | ||
Ex ante | 2023 | PBL - Europanisation of spatial planning in the Netherlands | ||
Ex ante | 2023 | Ruimtelijk beleid circulaire economie | ||
Advies | 2023 | RLI/RVS/ROB - Elke regio telt | ||
Ex post | 2023 | Inventarisatie evaluatie nationale programma's | ||
Ex durante | 2023 | Burgerperspectieven Nota Ruimte | ||
Ex durante | 2023 | Jongerenperspectieven Nota Ruimte | ||
Ex ante/ex durante | 2023 | Plan - MER Nota ruimte | ||
Ex post | 2024 | PBL c.s. Monitor op effecten Nationale Omgevingsvisie | ||
Ex durante | 2024 | PBL - Advies en Lerende evaluatie Nota ruimte | ||
Ex durante | 2024 | RUG - onderzoek robuuste adaptiviteit in beleidsuitvoering/bestuurlijke arrangementen | ||
Ex durante | 2025 | Lerende evaluatie beleidssignaal Nota ruimte | ||
Ex post | 2025 | Vijfjaarlijkse evaluatie Kadasterwet | ||
ZBO doorlichting | 2026 | ZBO doorlichting Kadaster | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie subsidieregeling Geonovum 2022-2027 | ||
Periodieke rapportage | 2027 | Periodieke rapportage NOVI en Nota Ruimte | ||
Omgevingswet | Ex ante | 2023 | Plan van aanpak monitor stelsel Omgevingswet | 5.2 |
Ex ante | 2023 | Plan van aanpak evaluatie Omgevingswet door evaluatiecommissie | ||
Ex ante | 2023 | Actualisatie IFB | ||
Ex ante | 2023 | Monitormodel financiële effecten Omgevingswet | ||
Ex ante | 2024 | Nulmeting financiële monitor Omgevingswet | ||
Ex durante | 2024 | Evaluatie van de transitiekosten | ||
Ex durante | 2024 en verder | Meting monitor stelsel Omgevingswet | ||
Ex durante | 2024 en verder | Reflectie evaluatiecommissie op monitor Omgevingswet | ||
Ex durante | 2025-2029 | Onderzoek financiën Omgevingswet 2024-2028 | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie beheersoverenkomst | ||
Periodieke rapportage | 2027 | Periodieke rapportage Omgevingswet | ||
Ex durante/ex post | 2028 | Evaluatie Omgevingswet door evaluatiecommissie |
Toelichting
We staan aan de vooravond staan van een grote verbouwing van Nederland. De uitvoering van deze grote verbouwing heeft consequenties voor hoe we onze landschappen, steden en dorpen (her)inrichten. De schaarste aan ruimte in ons land maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijk domein moet hernemen: om te kiezen, om te verdelen en om een eerlijke uitkomst mogelijk te maken in dit verdeelvraagstuk. Een mooier, gezonder, duurzamer, welvarender en aantrekkelijker Nederland is het uitgangspunt - met een goede leefomgevingskwaliteit voor alle inwoners van Nederland.
Naast een actualisatie van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is het hiervoor nodig om de NOVI de komende jaren een stap verder brengen, de samenwerking met interbestuurlijke partners te organiseren, evenals het organiseren van de uitvoeringskracht en een datagedreven aanpak. BZK heeft hiervoor zowel een coördinerende systeemverantwoordelijk ten aanzien van de actualisatie van de NOVI (Nota Ruimte) en uitvoering van de NOVI (artikelonderdeel 5.1), als een stelselverantwoordelijkheid voor het opstellen, invoeren en doorontwikkelen van de Omgevingswet en de samenhang in het wetgevingsstelsel (artikelonderdeel 5.2).
Met de Monitor NOVI houden we continu de vinger aan de pols van beleid en ontwikkeling in het fysieke domein. Bij de Monitor NOVI gaat het om een tweejaarlijkse effectmonitor door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van ontwikkelingen in de leefomgeving. In 2022 is de eerste vervolgmeting verschenen. De tweede vervolgmeting is in het najaar van 2024. Met de Balans voor de Leefomgeving schetst het PBL iedere twee jaar een meer evaluatief en thematisch beeld van de stand van zaken van de Leefomgeving en het leefomgevingsbeleid. De volgende Balans verschijnt eveneens in het najaar van 2024.
Ontwikkelingen in het fysieke domein hebben echter vaak een lange doorlooptijd van planvorming naar realisatie. Hierdoor is het meestal niet mogelijk om op basis van feitelijke ontwikkelingen en evaluaties tijdig bij te sturen. Meer regie op de ruimtelijke ordening vraagt, meer nog dan een terugkijkende monitor, om een systeem van vooruit kijken in een vroeg stadium zicht op de ruimtelijke ontwikkelingen en kan daarop geanticipeerd worden. Nieuw is dan ook dat door het PBL een zogeheten Planmonitor NOVI is uitgewerkt die vooruitblikt op ontwikkelingen. In de planmonitor brengt het PBL in verschillende scenario’s mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen in beeld, waarbij een relatie wordt gelegd met kwetsbare gebieden met een Rijksbelang. De eerste volwaardige meting vond begin 2023 plaats en zal jaarlijks geactualiseerd worden. In 2024 zal doelmatigheid en doeltreffendheid van de NOVI/Nota Ruimte, mede op basis van bovengenoemde onderzoeken, worden geëvalueerd.
Op 1 januari 2024 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De nieuwe wet zorgt voor een samenhangende aanpak van de leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming. Daarnaast wordt participatie bevorderd. Bijvoorbeeld door burgers en ondernemers zo goed mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van de leefomgeving. De minister voor VRO is verantwoordelijk voor het stelsel van de Omgevingswet (beleid, wetgeving en uitvoering). Om zicht te houden op de werking van de wet en het behalen van de beoogde doelen worden drie monitors onderscheiden: een monitor stelsel Omgevingswet, een monitor financiële evaluatie Omgevingswet medeoverheden en een monitor van de werking van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De monitor van de NOVI wordt tevens gezien als de monitor van de maatschappelijke waarden van de Omgevingswet.
Het doel van de monitor van het stelsel Omgevingswet is om in kaart te brengen hoe decentrale overheden aan de realisatie van de verbeterdoelen werken en in hoeverre dit lukt en de kerninstrumenten de realisatie van de verbeterdoelen ondersteunen. In 2023 is een plan van aanpak voor de deelmonitoring opgesteld. In 2024 wordt gestart met de uitvoering van deze deelmonitor.
De monitor en financiële evaluatie Omgevingswet medeoverheden biedt overzicht over de transitiekosten van de invoering van de wet. In 2021 is gerapporteerd over de financiële effecten voor bevoegde gezagen in het Integraal Financieel Beeld. In 2023 is het Integraal Financieel Beeld een half jaar voor inwerkintreding geactualiseerd en is een monitormodel ontwikkeld om de structurele effecten te kunnen monitoren. In 2024 zal de nulmeting worden gestart en zullen de transitiekosten inzichtelijk worden gemaakt. Integrale financiele motoring zal één en vijf jaar na inwerking treding plaatsvinden. In de daaropvolgende jaren (2025 en 2029) zijn de cijfers bekend. De deelmonitor DSO geeft inzicht in de invoering en werking van het ondersteunende digitale stelsel.
Op grond van artikel 23.9 van de Omgevingswet stuurt het kabinet binnen vijf jaar na inwerkingtreding een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de prakijk naar de Tweede en Eerste Kamer. Voor de stelselherziening Omgevingswet betekent dit dat de verbeterdoelen van de wet centraal staan in de monitoring en evaluatie: Deze evaluatie zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie. Deze commissie is ingesteld per 1 januari 2023. Deze evaluatiecommisie zal ook jaarlijks reflecteren op de bevindingen uit de monitor van het stelsel.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | Agentschapsdoorlichting | 2023 | Agentschapsdoorlichting Logius | 6.2 |
Ex durante | 2023 | Staat van de Dienstverlening | ||
Ex ante | 2023 | Beleidsonderzoek uitvoerbaarheid en samenhang EU data acts | ||
Ex durante | 2023 en verder | Monitor effectiviteit beleid digitale inclusie | ||
Ex post | 2024 | Beleidsevaluatie effectiviteit en doelmatigheid van inzet middelen op het reguleren van algoritmes | ||
Ex durante | 2024 | Herhaling en opvolging beleidsonderzoek uitvoerbaarheid en samenhang EU data acts | ||
Ex ante | 2024 | Uitvoeringstoets Netwerk- en Informatiebeveiliging 2 | ||
Ex post | 2024 | Beleidsevaluatie effectiviteit digitale toegankelijksheidsbeleid | ||
Periodieke rapportage | 2026 | Periodieke rapportage Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | ||
Ex durante | 2026 | Evaluatie Team Informatieveiligheid | ||
Identiteitsstelsel | Ex ante/ex durante/ex post | 2022-2027 | Evaluatie introductie van het burgerservicenummer in Caribisch Nederland | 6.5 |
Ex post | 2023 | Evaluatie Wet wijziging Basisregistratie Personen | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | ||
Ex durante | 2024 | Invoeringstoets Landelijke Aanpak Adreskwaliteit | ||
Periodieke rapportage | 20251 | Periodieke rapportage Identiteitsstelsel | ||
Ex durante | 2024-2026 | Evaluatie experimenten BRP: registratie tijdelijke verblijfsadressen niet-ingezetenen, registratie aantal ingezetenen op woonadres burger, interkerkelijke ledenadministratie en dataminimalisatie | ||
Ex durante | 2024, 2026 | CBS onderzoek adreskwaliteit BRP | ||
Ex durante | 2024 en verder | Monitor implementatie Europese Digitale Identiteit | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie Wet Landelijke Aanpak Adreskwaliteit | ||
Ex post | 2027 | Evaluatie van de Paspoortwet en de verordening identiteitskaarten | ||
Ex post | 2028 | Evaluatie Europese Digitale Identiteit | ||
Investeringspost digitale overheid | Ex ante | 2023 | IAK Wet digitale overheid tranche 2 | 6.6 |
Ex durante | 2023 | Evaluatie Baseline Informatiebeveiliging Overheid | ||
Ex durante | 2024 | Evaluatie Inkoopeisen Cybersecurity Overheid | ||
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | Periodieke rapportage | n.n.b. | Periodieke rapportage hoogwaardige dienstverlening één overheid | 6.7 |
Ex post | 2026 | Evaluatie Wet elektronische publicaties | ||
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Ex durante | 2024 | Strategisch onderzoek doorontwikkeling en verdieping CIO en CISO besluit | 7.1 |
Ex durante | 2024 en verder | Evaluatie en actualisatie Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren | 6.2, 6.5, 6.6, 6.7, 7.1 |
Toelichting
De Staat van de dienstverlening betreft een ex-durante onderzoek naar het oordeel van burgers en het bedrijfsleven over de overheidsdienstverlening. De centrale vraag in dit onderzoek luidt: Hoe belangrijk vinden burgers begrijpelijkheid, en in welke mate ervaren zij moeite met communicatie vanuit de overheid?
Met de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren (WWD) heeft BZK een meerjarige agenda neergezet. Deze Werkagenda was de eerste stap in de invulling van de ambities van het kabinet voor de waardengedreven digitale transitie van Nederland. de WWD is een rolling agenda die opgebouwd is langs vijf lijnen waaronder concrete programma’s en projecten worden gerealiseerd.
Deze WWD wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de gerealiseerde resultaten. Daarnaast wordt op basis van voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen bepaald waar de komende periode meer of minder focus moet liggen.
‘Netwerk- en Informatiebeveiliging 2’ (NIB2) betreft een herziene EU-richtlijn. Momenteel is de uitvoeringstoets nog niet gereed, zo dient onder andere de scope van de herziene richtlijn helder te worden. De planning is dat de richtlijn in oktober 2024 in werking treedt. Dit betekent dat de uitvoeringstoets eind 2023 of begin 2024 wordt uitgevoerd.
Om te onderzoeken in welke mate overheidsbeleid effectief is in de zin van digitale inclusie is in 2023 een monitoringsonderzoek afgerond. Vanaf 2024 zal deze monitor jaarlijks uitgevoerd worden. In datzelfde jaar zal er een beleidsevaluatie naar de effectiviteit van het digitale toegankelijkheidsbeleid worden uitgevoerd en afgerond.
BZK focust zich op data acts die vanuit de EU naar Nederland komen. In 2023 is een evaluatie afgerond naar de uitvoerbaarheid en samenhang van deze data acts. Vervolgens zal er in 2024 opvolging aan de uitkomsten van de evaluatie gegeven worden. Tevens wordt dit jaar de beleidsevaluatie afgerond dat zich richt op algoritmes. Het doel van dit onderzoek is om de doelmatigheid en effectiviteit de inzet van middelen op het reguleren van algoritmes in kaart te brengen.
In 2024 wordt begrotingsartikel 6.5, betreffende toegang geëvalueerd. Deze evaluatie zal inzicht geven in de bereikte maatschappelijke doelen en de effecten van het ingerichte stelsel en internationale ontwikkelingen. Daarnaast biedt dit inzicht in welke dienstverleners ontsloten zijn.
Om de digitale dienstverlening, het informatiebeleid en de informatiesamenleving te blijven ontwikkelen wordt in 2026 vervolgens artikel 6.2 geëvalueerd. Deze evaluatie tracht ook te beogen welke maatschappelijke doelen er zijn bereikt, en hoe doelmatig en doeltreffend de ingezette beleidsinstrumenten zijn geweest.
In datzelfde jaar wordt ook de Wet elektronische publicaties geëvalueerd. In dit onderzoek wordt de beschikbaarheid van publicaties voor digitaal minder vaardigen, en de mogelijke gevolgen voor lokale media onderzocht. Daarnaast worden de ingezette beleidsinstrumenten getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid.
Van 2022 tot en met 2027 wordt er een groter evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de invoering van het Burgerservicenummer in Caribisch Nederland. Dit onderzoek zal ex-ante, ex-durante en ex-post van aard zijn.
Op verzoek van de Tweede Kamer wordt de invoeringstoets Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) een jaar na inwerktreden, in 2024, uitgevoerd. De evaluatie van de wet LAA is gepland in 2026. Daarnaast voert het CBS in 2024 een onderzoek uit naar de actuele adreskwaliteit in de BRP. Tevens worden in de periode 2024 tot en met 2026 vier wettelijke experimenten omtrent de Wet Basisregistratiepersonen (BRP) geëvalueerd:
1. De kwaliteitsmaatregel registratie tijdelijke verblijfsadressen van niet-ingezetenen.
2. Verbeteren van de informatiepositie van de burger voor het aantal ingezetenen op een woonadres.
3. Regie op gegevens met betrekking tot de Interkerkelijke Ledenadministratie.
4. Dataminimalisatie.
In 2024 zal het strategisch onderzoek naar de doorontwikkeling en verdieping CIO en CISO Besluit worden afgerond. Analyse, evaluatie, afstemming en definiëren de noodzaak van CTO, CDO en de privacy rol met verantwoordelijkheden en bevoegdheden als uitbreiding en verdieping van het CIO-besluit. Tevens is er behoefte om te inventariseren hoe dat nu bij de verschillende departementen en IDV’s verloopt om te komen tot een best of breed en vooral ook onderlinge afbakening van de verschillende rollen.
Bij meerdere initiatieven van het programma Dienstverlening wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van beleid en bijbehorende visie. Diverse onderdelen van het programma zullen in de loop van 2024 worden geëvalueerd. De planning van deze evaluaties is opgenomen in de SEA maar zou nog aangepast kunnen worden.
De afronding van de evaluatie van de Paspoortwet is gepland in 2027. De staatssecretaris zegt toe om bij de in de verordening voorziene evaluatiemomenten de vraag mee te nemen in hoeverre het toevoegen van vingerafdrukken op ID-kaarten een verminderend effect heeft op gevallen van ID-fraude.
Enkele jaren na inwerktreden is een evaluatie van de Europese Digitale Identiteit (EDI) mogelijk aan de orde. Vooralsnog is de afronding van de evaluatie gepland in 2028. Vanaf 2024 en verder wordt de implementatie van de EDI periodiek gemonitord.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Ex durante | 2023 en verder | Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk | 7.1 |
Ex post | 2023 | ADR evaluatie Transitie DigiInkoop | ||
Ex durante | 2023 | Evaluate programma Hybride Werken | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting P-Direkt | ||
Ex durante | 2023 | Visitatiecommissie Algemene Bestuursdienst | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie Inkopen met impact | ||
Beleidsdoorlichting | 2024 | Beleidsdoorlichting Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie subsidieregeling Center for People and Buildings | ||
Ex durante | 2024 | Rapportage Rijkshuisvestingsstelsels | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting SSC-ICT | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting FM Haaglanden | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie bestedingsplan Staat van de Uitvoering | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie bestedingsplan Leiderschap, diversiteit en inclusiviteit | ||
Ex durante | 2025 | Evaluatie van de pilots die zien op de ondersteuning van klokkenluiders | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie Wet bescherming klokkenluiders en doorlichting Huis voor klokkenluiders | ||
Ex durante | 2026 | Monitor campagne veilig werk- en meldklimaat | ||
Pensioenen en uitkeringen | Beleidsdoorlichting | 2024 | Beleidsdoorlichting Pensioenen en uitkeringen | 7.2 |
Doelmatige Rijkshuisvesting en beheer materiele activa | Periodieke rapportage | 2026 | Periodieke rapportage Doelmatige Rijkshuisvesting | 9.1 en 9.2 |
Toelichting
De jaarlijkse rapportage Bedrijfsvoering Rijk biedt inzicht in het werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid van BZK. In 2024 zal de beleidsdoorlichting van artikel 7 ook verdere inzichten verschaffen in hoeverre het beleid van BZK op dit gebied doelmatig en doeltreffend is.
De Algemene Bestuursdienst (ABD) heeft naar aanleiding van onderzoek van de Universiteit Utrecht over het functioneren van de ABD, een aantal maatregelen aangekondigd in 2021 (Kamerstukken II, 2021/22, 31490, nr. 310). De kennisbehoefte van de ABD is daarom gericht op het krijgen van inzicht in de effecten van deze maatregelen. Hiervoor is een visitatiecommissie ingesteld. In 2023 zal de eerste visitatie plaatsvinden, deze zal in de toekomst met regelmaat uitgevoerd worden (Kamerstukken II, 2022/23, 31490, nr. 326).
De verschillende pilots die zien op de ondersteuning van klokkenluiders op psychosociaal en juridisch gebied worden (tussentijds) geëvalueerd. De Tweede Kamer wordt over de uitkomst van deze evaluaties geïnformeerd.
De nieuwe wet Bescherming klokkenluiders is op 18 februari 2023 in werking getreden. Deze wet moet binnen drie jaar worden geëvalueerd. Volgens de Kaderwet zbo's moeten zbo's om de vijf jaar worden geëvalueerd.
BZK wilt dit jaar een opdracht uitzetten om de campagne veilig werk- en meldklimaat te monitoren zodat er tussentijds bijgestuurd kan worden omdat maatschappelijke ontwikkelingen rondom dit onderwerp elkaar snel opvolgen, en om de doelmatigheid en de effectiviteit van de campagne in het oog houden.
De evaluatie van de impact van het bestedingsplan ‘Leiderschap, diversiteit, inclusie, voorkomen institutioneel racisme en onbewust vooroordelen’ wordt uitgevoerd in 2025 en wordt extern belegd bij een onafhankelijke partij, mogelijk bij een universiteit. Daarbij staan de vragen centraal of de interventies hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de doelstellingen en of aanvullende inspanningen zijn te benoemen die mogelijk meer impact hebben. De uitgangspunten voor de evaluatie zijn aan de voorkant vastgesteld in 2021, zodat deze mede richting kunnen geven aan de ontwikkeling van het programma.
In de afgelopen jaren heeft de afzonderlijke besluitvorming in verschillende huisvestingsstelsels (waaronder: kantoren, specialties, Defensie, Nationale Politie) geleid tot een verschuiving in de spreiding van de werkgelegenheid binnen het Rijk over het land, veelal ten gunste van de Randstad en ten koste van de regio. Ministeries maken zelf de afweging welk perspectief het hoogst geprioriteerd wordt. BZK wordt vaak pas op een laat moment betrokken, waardoor de regierol op het politiek-bestuurlijke perspectief onvoldoende kan worden ingevuld.
Kamerleden vragen om meer regie bij besluitvorming over locatiebesluiten van Rijksorganisaties, waarbij meer gewicht wordt toegekend aan het belang van regio’s buiten de Randstad. Gezien de coördinerende verantwoordelijkheid van de minister van BZK voor de Rijksdienst en het feit dat een deel van de aanpalende dossiers (onder meer woningmarkt en de Rijksvastgoedportefeuille) onder BZK valt, ligt een initiërende rol voor de ministers van BZK en voor VRO voor de hand.
Onderzocht zal worden in welke mate de regels en governance van de verschillende huisvestingsstelsels hiertoe kunnen worden aangepast. Idem voor het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst. Ook dient een uitwerking plaats te hebben van het escalatiemodel bij vermeende botsingen tussen Rijksbrede belangen en belangen van ministeries.
Als gevolg van de ondertekening van het manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen door BZK als Rijksbrede kadersteller op het gebied van de Rijksinkoop zal het programma Inkopen met impact worden geëvalueerd. Tevens zal er een ADR evaluatie naar het programma Transitie DigiInkoop worden uitgevoerd. Hiermee wordt onderzocht of de beoogde doelstellingen behaald zijn en welke lessen er voor gelijksoortige programma’s er zijn.
Conform de regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE) dient elke 4 tot 6 jaar een (sub)thema van de SEA geëvalueerd te worden. De eerstvolgende periodieke rapportage Doelmatige Rijkshuisvesting zal daarom uiterlijk in 2026 gepubliceerd worden. De evaluatie zal dan in 2024 gestart moeten worden. Artikel 9 van de BZK begroting is beleidsarm, het artikel is gericht op de uitvoering van enkele taken door het Rijksvastgoedbedrijf, die verantwoord worden in het Kas/Verplichtingenstelsel. Dit is slechts een beperkt deel van de activiteiten van het RVB. Tegelijk met de doorlichting van artikel 9 vond in 2021 ook de doorlichting van het agentschap RVB plaats (publicatie in 2022). Wanneer deze doorlichting weer tegelijk zal plaatsvinden, zal de evaluatie van artikel 9 wederom een beperkte scope kennen.