Base description which applies to whole site

Bijlage 3: Verdiepingsbijlage

Uitgaven

Tabel 74 Uitgaven beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

394.545

112.879

97.174

96.396

94.396

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

‒ 113.289

356.234

213.438

11.915

1.555

1.680

Extrapolatie

94.396

       

Nieuwe mutaties

40.965

89.104

85.468

‒ 2.817

50

0

Waarvan:

      

1) Nationaal programma leefbaarheid en veiligheid (NPLV)

42.760

92.002

88.285

0

0

0

2) Decentralisatie-uitkering veilig wonen

‒ 2.500

‒ 2.500

‒ 2.500

‒ 2.500

0

0

3) Overboeking herdenking slavernijverleden

‒ 1.762

0

0

0

0

0

4) Spuk dagprogrammering, activering en re-integratie

3.200

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

322.221

558.217

396.080

105.494

96.001

96.076

Toelichting

1. Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV)

De specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk is een voorstel voor een interdepartementale SPUK die gericht is op de 20 focusgebieden binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). De looptijd van de SPUK is van 2023 tot en met 2025. In deze SPUK worden middelen en beleidsdoelen van de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samengevoegd om tot één breed ondersteunend pakket te komen. Gelet op de coördinerende rol van de minister voor VRO is ervoor gekozen om de uitvoering van de SPUK bij het ministerie van BZK te beleggen.

2. Decentralisatie-uitkering veilig wonen

BZK is voornemens om binnen het programma Weerbaar bestuur via de septembercirculaire van het gemeente- en provinciefonds een structurele financiële tegemoetkoming van € 2,5 mln. aan gemeenten en provincies te verstrekken. Decentrale bestuurders hebben tijdens de uitoefening van hun ambt immers steeds meer te maken met bedreiging, intimidatie en agressie, ook bij hun woning. Met deze bijdrage van het Rijk kunnen decentrale overheden de preventieve beveiligingsmaatregelen voor hun decentrale bestuurders voor een groot deel bekostigen. Deze uitkering loopt tot 2026. De uitkering wordt evenredig verdeeld over alle gemeenten en provincies. Het aandeel toebehorend aan het gemeentefonds is daarom € 2,4 mln. en voor provinciefonds € 0,1 mln.

3. Overboeking herdenkingsjaar Slavernijverleden

Voor de subsidie in het kader van de Herdenkingsjaar Slavernijverleden wordt, ten behoeve van Plataforma di Sklabitut Pa Herensia die Sklabitut (PSHS), een bijdrage naar begrotingshoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties geboekt.

4. Spuk dagprogrammering, activering en re-integratie

Ten behoeve van de specifieke uitkering (SPUK) Continuering Dagprogrammering, Activering en Re-integratie NPRZ 2023 is vanuit het ministerie van SZW een aanvullende bijdrage ontvangen. De SPUK wordt uitgekeerd aan gemeente Rotterdam.

Ontvangsten

Tabel 75 Ontvangsten beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

14.765

14.765

14.765

24.765

24.765

Mutatie nota van wijziging 2023

      
       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

24.765

       

Nieuwe mutaties

      

Waarvan:

140

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

14.905

14.765

14.765

24.765

24.765

24.765

Beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid

Uitgaven

Tabel 76 Uitgaven beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

400.347

431.376

428.822

427.792

444.587

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

50.805

36.552

36.908

26.948

28.101

28.101

Extrapolatie

444.587

       

Nieuwe mutaties

‒ 6.035

‒ 11.638

‒ 135

7.245

9.865

‒ 135

Waarvan:

      

1) CAO-middelen - kasschuif

‒ 5.689

5.689

0

0

0

0

2) (Vervangings)investering - kasschuif

0

‒ 17.380

0

7.380

10.000

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

445.117

456.290

465.595

461.985

482.553

472.553

Toelichting

1. CAO middelen kasschuif

De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil t.o.v. CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024.

2. (Vervangings)investering kasschuif

De AIVD wordt in 2026 en 2027 geconfronteerd met een aanzienlijke piek in de kosten als gevolg van noodzakelijke (vervangings)investeringen in de techniek. Om dit op te vangen wordt budget uit 2024 dat niet tot uitputting komt doorgeschoven naar 2026 en 2027.

Ontvangsten

Tabel 77 Ontvangsten beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

14.714

14.714

14.714

14.714

14.714

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Extrapolatie

14.714

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

17.214

17.214

17.214

17.214

17.214

17.214

Uitgaven

Tabel 78 Uitgaven beleidsartikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

6.176.615

5.431.222

5.548.945

5.718.480

5.740.714

Mutatie nota van wijziging 2023

      

Mutatie amendement 20231

0

0

0

0

0

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

670.889

44.240

‒ 82.493

‒ 2.912

175.569

217.814

Mutatie nota van wijziging op eerste suppletoire begroting 2023

10.000

15.500

5.400

0

0

0

Extrapolatie

5.899.490

       

Nieuwe mutaties

‒ 44.137

1.306.403

914.999

848.519

796.580

765.920

Waarvan:

      

1) Ontwikkelfunctie Rijksvastgoedbedrijf

9.800

5.200

2.500

2.500

0

0

2) Woningbouwimpuls 6e tranche

26

223.885

67.214

0

0

5.400

3) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif

71.500

‒ 14.300

‒ 14.300

‒ 14.300

‒ 14.300

‒ 14.300

4) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif kas RVO

‒ 7.300

1.400

1.400

1.500

1.500

1.500

5) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif ontvangsten

20.900

‒ 15.500

‒ 5.400

0

0

0

6) Financiele herplaatsingsgarantie - Overboeking AP

14.300

14.300

14.300

14.300

14.300

14.300

7) Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif

‒ 39.800

39.800

0

0

0

0

8) Woningbouwimpuls - Kasschuif

‒ 3.501

76.115

‒ 67.214

0

0

‒ 5.400

9) Grootschalige woningbouw - Kasschuif

‒ 70.500

62.500

8.000

0

0

0

10) Koopstartfonds - kasschuif

‒ 40.000

40.000

0

0

0

0

11) Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - kasschuif

‒ 31.484

20.091

8.489

1.404

1.500

0

12) Volkshuisvestingsfonds - kasschuif

0

12.577

‒ 6.290

‒ 6.287

0

0

13) Uitvoeringskosten opvang Sudanese vluchtelingen

3.122

‒ 134

‒ 255

‒ 50

0

0

14) Overboeking Binckhorst

‒ 5.000

0

0

0

0

0

15) Stimuleringsmiddelen wooncooperaties

‒ 9.824

9.824

0

0

0

0

16) Stimuleringsregeling Flex II - kasschuif

‒ 78.232

73.232

9.000

‒ 21.160

17.160

0

17) Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen

0

58.896

81.992

81.992

0

0

18) Achtervangvergoeding NHG 2022

49.905

0

0

0

0

0

19) Inzet geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie

8.700

0

0

0

0

0

20) Herplaatsingsgarantie

0

8.000

0

0

0

0

21) Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur

0

132.800

104.380

88.060

86.140

84.520

22) Huurtoeslag

58.200

558.900

711.320

700.940

690.560

680.180

       

Stand ontwerpbegroting 2024

6.813.367

6.797.365

6.386.851

6.564.087

6.712.863

6.883.224

1

amendement van het lid Beckerman op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 123).

Toelichting

1. Ontwikkelfunctie Rijksvastgoedbedrijf

Dit betreft een overboeking van de middelen op de Aanvullende Post voor de ontwikkelfunctie van het Rijksvastgoedbedrijf.

2. Woningbouwimpuls 6e tranche

Dit betreft een overboeking van de middelen van de Aanvullende Post voor de 6e tranche van de woningbouwimpuls in 2024.

3. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif om de kasmiddelen voor de financiële herplaatsingsgarantie in 2023 te plaatsen. Middels een reallocatie worden de middelen hierna geboekt op het instrument storting begrotingsreserve om te worden toegevoegd aan de risicovoorziening.

4. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif kas RVO

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de financiële herplaatsingsgarantie uit. Middels deze kasschuif worden de kasmiddelen in het juiste betaalritme gezet.

5. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif om de ontvangsten uit de eigen bijdrage voor investeerders in 2023 te plaatsen. Middels een reallocatie worden de middelen hierna geboekt op het instrument storting begrotingsreserve om te worden toegevoegd aan de risicovoorziening.

6. Financiële herplaatsingsgarantie - Overboeking AP

Om de woningnood aan te pakken heeft het kabinet onder andere € 220 mln. beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Hiervan is € 20 mln. bij de 1e suppletoire begroting 2023 op de BZK-begroting geboekt. Middels deze mutatie worden de middelen die binnen deze meerjarenperiode zijn gereserveerd vanaf de Aanvullende Post (AP) overgeboekt naar de BZK-begroting.

7. Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif voor de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUK-regeling voor circa € 48 mln. Voor het overige deel van de middelen zal dit jaar nog tot intentieovereenkomsten worden gekomen en volgen de uitgaven in 2024.

8. Woningbouwimpuls - Kasschuif

Dit betreft twee kasschuiven om de middelen van de woningbouwimpuls 6e tranche in het gewenste kasritme te krijgen: de middelen van de aanvullende post worden vanuit 2025 en 2028 naar 2024 overgebracht. Verder worden er middelen van 2023 naar 2024 overgebracht.

9. Grootschalige woningbouw - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif om de middelen voor grootschalige woningbouwlocatie in het juiste kasritme te zetten. Bij de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving 2023 zijn met de 17 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties afspraken gemaakt over de verdeling van het gebiedsbudget. Deze zullen in 2023 nog tot uitkering komen door middel van een SPUK-regeling. Een deel hiervan (€ 25 mln.) is bestemd voor een pilot-project (stationsgebied Hoofddorp) en uitkering is voorzien deels in 2023 en in 2024 (beide jaren € 12,5 mln). In 2024 wordt € 50 mln. overgeboekt ten behoeve van de opgave in Arnhem (afspraak Bestuurlijke Overleggen Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) 2022). Het definitieve besluit of deze middelen uitgekeerd zullen worden is afhankelijk van besluitvorming bij het Bestuurlijke overleg MIRT van 2023. Tevens wordt een deel ingezet (€ 8 mln.) voor mogelijke risico's die zich voor doen in het gebiedsbudget. Als deze zich niet voordoen, zal de inzet van het budget later nader worden bepaald. Deze middelen worden vooralsnog doorgeschoven naar 2025.

10. Koopstartfonds - Kasschuif

De Tweede Kamer heeft bij de begrotingsbehandeling over 2023 € 40 mln. vrijgemaakt voor een Koopstartfonds. Het juridisch advies geeft aan dat voor de uitvoeringskosten een aanbesteding dient plaats te vinden. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar.

11. Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - Kasschuif

BZK voert via Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderhuisvesting uit. Aanvragers hebben drie jaar de tijd om het voorschot aan te vragen en zeven jaar om de eindafrekening in te dienen en de restbetaling te ontvangen. Op basis van de kasprognose opgesteld door het RVO wordt nu het Kasbudget in lijn gebracht met de verwachte kasbetalingen.

12. Volkshuisvestingsfonds - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif van de loon-en priiscompensatie middelen van het Volkshuisvestingsfonds van de jaren 2025 en 2026 naar 2024. Bij voorjaarsnota zijn de middelen uit 2025 en 2026 eerder naar voren gehaald naar 2023 en 2024.

13. Uitvoeringskosten opvang Sudanese vluchtelingen

De middelen bestemd voor de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het uitvoeren van diverse regelingen komen niet volledig tot uitputting. De middelen worden nu ingezet voor onverwachte uitgaven, zoals de opvang van Sudanese vluchtelingen.

14. Overboeking Binckhorst

Het betreft de bijdrage van € 5 mln. aan Central Innovation District (CID Binckhorst, conform de afspraak in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van november 2022. Via een overboeking naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt de bijdrage geregeld.

15. Kasschuif stimuleringsmiddelen wooncoöperaties

Met het amendement Boulakjar c.s. (kamerstukken II, 2022/2023, 36200 VII, nr. 50) is € 10 mln. vrijgemaakt om coöperatieve woonvormen financieel te ondersteunen. Daarvoor is een aanpak in ontwikkeling en wordt gekeken hoe de regeling kan worden uitgevoerd. Vervolgens zal nog een regeling moeten worden uitgewerkt. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar met uitzondering van de subsidie aan Cooplink.

16. Stimuleringsregeling Flex II - Kasschuif

Dit betreft een kasschuif om de middelen voor de stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen II in het juiste kasritme te zetten.

17. Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen

Vanwege verhoogde asielinstroom en langer verblijf van een deel van de ontheemden is direct extra huisvesting nodig en is versnelling van de woningbouw noodzakelijk. Het kabinet heeft bij de Voorjaarsnota 2023 aanvullend circa € 300 mln. gereserveerd voor het meerjarig stimuleren van flexwoningen zodat onder andere meer statushouders en Oekraϊnse ontheemden kunnen worden gehuisvest. Voor de stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen II worden middelen vanaf de Aanvullende Post (AP) overgeboekt naar de BZK-begroting.

18. Achtervangvergoeding NHG 2022

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2022 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2023 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2022, ter grootte van afgerond € 49,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2022 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 376,3 mln.

19. Inzet geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie

Dit betreft een onttrekking uit de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie t.b.v. de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om een desaldering van middelen die vervolgens middels een kasschuif in het juiste betaalritme zullen worden geplaatst.

20. Herplaatsingsgarantie

In 2024 wordt er € 8,0 mln. vanuit de middelen crisisdienstverlening in het juiste kasritme gezet en gerealloceerd naar de risicovoorziening.

21. Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur

De middelen op dit instrument zijn bedoeld om de kosten van de wetsvoorstellen regie op de volkshuisvesting en betaalbare huur te dekken. Deze middelen worden verstrekt aan de uitvoerder van deze wetten, de provincies, gemeentes en de Huurcommissie.

22. Huurtoeslag

Om de koopkracht te verbeteren wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024 structureel verlaagd. In 2024 wordt deze met € 34,67 per maand verlaagd. Hiervoor wordt het huurtoeslagbudget in begrotingsjaar 2024 met € 703,4 mln. verhoogd (inclusief de decemberbetaling voor januari 2025). Van 2025 tot 2029 wordt de eigen bijdrage weer iets verhoogd ter dekking van de kosten van de wetsvoorstellen Versterking Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur. De inwerkingtreding van de Wet Vereenvoudiging van de Huurtoeslag is een jaar vertraagd, omdat de parlementaire besluitvorming nog niet is afgerond. Dit levert een incidentele meevaller op van € 141,7 mln. in 2024.

Tabel 79 Ontvangsten beleidsartikel 3. Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

495.600

445.400

346.500

335.900

328.700

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

 

0

0

0

Mutatie nota van wijziging op eerste suppletoire begroting 2023

10.000

15.500

5.400

   

Extrapolatie

328.600

       

Nieuwe mutaties

59.355

‒ 900

500

3.800

9.200

2.600

Waarvan:

      

1) Ontvangsten huurtoeslagraming

‒ 100

‒ 900

500

3.800

9.200

2.600

2) Achtervangvergoeding NHG 2022

49.905

0

0

0

0

0

3) Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie

8.700

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

564.955

460.000

352.400

339.700

337.900

331.200

Toelichting

1. Ontvangsten huurtoeslagraming

De ontvangsten uit de huurtoeslagraming waren niet meegenomen in de 1e suppletoire begroting 2023. Met deze mutatie wordt dit hersteld.

2. Achtervangvergoeding NHG 2022

Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2022 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2023 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2022, ter grootte van afgerond € 49,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2022 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 376,3 mln.

3. Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie

Dit betreft een onttrekking uit de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie t.b.v. de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om een desaldering van middelen die vervolgens middels een kasschuif in het juiste betaalritme zullen worden geplaatst.

Beleidsartikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Uitgaven

Tabel 80 Uitgaven beleidsartikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

786.147

679.145

272.856

183.218

217.977

Mutatie nota van wijziging 20231

1.925

4.022

6.758

6.989

6.460

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

110.088

‒ 129.157

35.718

86.463

41.090

56.600

Extrapolatie

217.977

       

Nieuwe mutaties

163.623

978.049

1.074.860

509.405

335.430

242.150

Waarvan:

      

1) Maatschappelijk vastgoed

0

304.700

333.690

348.940

280.640

291.050

2) Verduurzaming Rijksvastgoed

0

0

147.800

98.600

47.300

23.700

3) Warmtefonds

88.000

0

0

0

0

0

4) Nationaal Isolatieprogramma

8.080

417.100

325.180

0

0

0

5) Collectieve aanpak woonisolatie

119.000

160.000

146.000

0

0

0

6) Verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe

0

50.000

50.000

50.000

0

0

7) ISDE

‒ 48.000

‒ 60.000

‒ 2.000

0

0

0

8) Subsidie doe-het-zelver vouchers

0

25.980

25.980

0

0

0

9) Ontzorging VVE's

0

5.500

7.000

7.000

5.500

0

10) SEEH

0

13.170

14.500

0

0

0

11) Biobased bouwen

2.000

10.450

6.850

0

0

0

12) Ondersteuning aanpak energiearmoede huishoudens

0

‒ 5.827

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

1.061.783

1.532.059

1.390.192

786.075

600.957

516.727

1

nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124).

Toelichting

1. Maatschappelijk vastgoed

Dit betreffen middelen voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, waaronder voor een tegemoetkoming in de kosten aan gebouweigenaren (waaronder voor grote portefeuilles) die hun gebouw gaan verduurzamen, voor portefeuillesubsidie, die subsidie verleent op portefeuilleniveau, en aan Caribisch Nederland. Ook betreft dit middelen voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed, ondersteuning maatschappelijke vastgoedeigenaren via een bijdrage aan het Kennis en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk vastgoed, een ontzorgingsprogramma voor provincies en departementen en voor diverse maatschappelijk vastgoed subsidieregelingen en de uitvoering daarvan.

2. Verduurzaming Rijksvastgoed

Dit betreft middelen voor de verduurzaming van Rijksvastgoed, die op een natuurlijk moment staan om gerenoveerd te worden, of als alternatief sloop/nieuwbouw. Het gaat onder meer om Rijkskantoren, vastgoed van het COA, Politie en Rijksvastgoed in Caribisch Nederland.

3. Warmtefonds

Dit betreft het ophogen van het Warmtefonds ten behoeve van 0% rente voor woningeigenaren met inkomens tot € 60.000 en 1,5% rentekorting voor VvE's (waarmee rente nu uitkomt op 2,5% ‒ 3%). Hiermee wordt de remmende werking van de gestegen marktrente weggenomen en een prikkel gegeven aan meer woningeigenaren om te verduurzamen.

4. Nationaal Isolatieporgramma

Voor het Nationale isolatieprogramma wordt totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling lokale aanpak door gemeenten voor de jaren 2023 tot en met 2025 inclusief de uitvoeringskosten. Het overige deel is naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gegaan.

5. Collectieve aanpak woonisolatie

Dit betreft het beschikbaar stellen van extra middelen aan gemeenten specifiek voor kwetsbare huishoudens in energetisch slechte woningen, zodat bij deze huishoudens de woningen een hogere mate van verduurzaming kunnen bereiken. Deze middelen kunnen bovenop de middelen voor de lokale aanpak worden ingezet. De middelen zijn bedoeld voor isolatie- en energiebesparende ventilatiemaatregelen en eventueel interne voorzieningen ten behoeve van aansluiting op warmtenetten indien aan de orde in het kader van de wijkaanpak.

6. Verduurzamingaanpak Groningen en Noord-Drenthe

In de kabinetsreactie ‘Nij Begun’ betreft maartregel 29 het isoleren van woningen in de provincie Groningen en drie gemeenten in Noord-Drenthe. In totaal is door het kabinet € 1,65 mld. beschikbaar gesteld, waarmee een substantiële financiële bijdrage kan worden gedaan voor isolatiemaatregelen. In de aanpak worden woningen geïsoleerd naar de standaard voor woningisolatie. Daarnaast is het voorstel om een gezamenlijke ondersteuningsstructuur op te richten tussen gemeenten, de provincie(s) en het Rijk, zodat gemeenten ontlast en ondersteund kunnen worden en in een krappe arbeidsmarkt deze krachten efficiënt in de hele regio ingezet kunnen worden. In lijn met de kabinetsreactie zal het een uniforme regeling worden voor alle dertien gemeenten in de regio. In 2023 komt € 150 mln. beschikbaar voor de periode 2024 t/m 2026 uit de Coalitieakkoord middelen "energieprestatie- eisen nieuwbouwindustrie". De overige € 1,5 mld. door kabinet beschikbaar gestelde middelen staat vanaf 2026 gereserveerd op de Aanvullende Post.

7. Investeringssubsidie duurzame engergie en energiebesparing (ISDE)

Dit betreft een overboeking aan het ministerie van EZK voor de ISDE voor 2023 t/m 2025 uit de woonisolatiemiddelen.

8. Subsidie doe-het-zelvers vouchers

Er komt een subsidie beschikbaar voor doe-het-zelvers zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral ingezet kunnen worden voor complexe werkzaamheden. De middelen worden in 2024 en 2025 vanuit het klimaatfonds (€ 25 mln. per jaar) en het Nationaal Isolatieprogramma (€2 mln. per jaar) beschikbaar gesteld.

9. Ontzorging VVE's

Dit betreft meerjarig middelen om een betere ontzorging te bieden aan Verenigingen van Eigenaren (VVE's) bij de verduurzaming van hun gebouwen.

10. Subsidie engergiebesparing eigen huis (SEEH)

Voor het Nationale isolatieprogramma wordt in totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling SEEH voor de jaren 2024 tot en met 2025.

11. Biobased bouwen

Vanuit het Klimaatfonds wordt € 25 mln. beschikbaar gesteld voor de jaren 2023 t/m 2025 en een reservering van € 175 mln. voor later jaren voor de normering van bouwmaterialen ter stimulering van biobased bouwen. Van het totale bedrag van € 25 mln. voor de jaren 2023 tot en met 2025 wordt totaal € 19,3 mln. beschikbaar gesteld aan ministerie van BZK voor het opzetten van verwerkingsfaciliteiten, opzetten van uitvoeringsorganisatie en een bijdrage aan Nationaal Milieu Database.

12. Ondersteuning aanpak energiearmoede huishoudens

Het kabinet heeft € 200 mln. beschikbaar gesteld ter bestrijding van energie-armoede middels de opschaling van energiefixteams. Hiervan gaat € 185 mln. naar de gemeenten middels specifieke uitkeringen. De af te dragen BTW aan het BTW compensatiefonds bedraagt circa € 5,8 mln.

Ontvangsten

Tabel 81 Ontvangsten beleidsartikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

91

91

91

91

91

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

91

       

Nieuwe mutaties

595

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

686

91

91

91

91

91

Uitgaven

Tabel 82 Uitgaven beleidsartikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

132.468

85.771

82.934

77.766

77.796

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

11.204

33.800

12.355

8.344

8.193

6.672

Extrapolatie

77.796

       

Nieuwe mutaties

‒ 11.069

24.388

17.379

8.694

3.987

3.154

Waarvan:

      

1) Beheer DSO - Landelijke voorziening

9.805

0

0

0

0

0

2) Digital Twins

457

1.458

1.799

1.445

1.087

454

3) Bro Fase 2

0

1.860

0

0

0

0

4) Omgevingswet Online (OLO2)

1.158

0

0

0

0

0

5) LPO 2023

20.839

5.367

1.920

849

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

132.603

143.959

112.668

94.804

89.976

87.622

Toelichting

1. Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) - Landelijke voorziening

Dit betreffen diverse bijdragen van een aantal departementen, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) voor het beheer van de landelijke voorziening in het kader van het DSO.

2. Digital Twins

Dit betreft een overboeking vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) voor een tijdelijke bijdrage aan het Dutch Metropolitan Institute (DMI) in het kader van Digital Twins.

3. BRO Fase 2

Dit betreft een overboeking vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de uitvoering van fase 2 van de Basisregistratie Ondergrond (BRO) wat is gericht op de milieuhygiënische bodemkwaliteitsgegevens.

4. Omgevingswet Online (OLO2)

Er is sprake van een meevaller in de ontvangsten als gevolg van de vaststelling van de bijdrage aan Rijkswaterstaat over 2022. Deze meevaller wordt ingezet om de hogere kosten van Omgevingswet Online (OLO2) te dekken. Deze kosten zijn hoger door het eerdere uitstel van de Omgevingswet. Zie ook mutatie 2 onder ontvangsten.

5. LPO 2023

Dit betreft de loon- en prijsbijstelling tranche 2023.

Ontvangsten

Tabel 83 Ontvangsten beleidsartikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

4.458

3.824

3.824

3.824

3.824

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

634

0

0

0

0

0

Extrapolatie

3.824

       

Nieuwe mutaties

6.860

0

0

0

0

0

Waarvan:

      

1) Beheer DSO - Landelijke voorziening

4.840

0

0

0

0

0

2) Omgevingswet Online (OLO2)

1.158

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

11.952

3.824

3.824

3.824

3.824

3.824

Toelichting

1. Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) - Landelijke voorziening

Dit betreft de ontvangen bijdragen van Unie van Waterschappen (UvW) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor het beheer van het DSO. Ook betreft dit een ontvangst in het kader van de definitieve afrekening over 2021 vanuit het Kadaster inzake het beheer DSO. Dit wordt ingezet voor het beheer in 2023.

2. Omgevingswet Online (OLO2)

Vanwege met name onderbezetting is er sprake van een meevaller bij de vaststelling van de bijdrage over 2022 aan Rijkswaterstaat in het kader van het Omgevingsloket Online (OLO2). Dit dient ter dekking van de kosten in 2023 vanwege het eerdere uitstel van de Omgevingswet. Zie ook mutatie 4 onder uitgaven.

Beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Uitgaven

Tabel 84 Uitgaven beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

468.592

482.022

492.902

492.397

486.538

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

46.037

54.450

47.082

46.450

47.520

50.369

Extrapolatie

581.538

       

Nieuwe mutaties

‒ 1.678

‒ 385

‒ 304

‒ 324

‒ 267

0

Waarvan:

      

1) Domeinregister

500

0

0

0

0

0

2) RVO jaaropdracht

732

0

0

0

0

0

3) Herschikking investeringspost middelen GDI

‒ 2.500

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

512.951

536.087

539.680

538.523

533.791

631.907

Toelichting

1. Domeinregister

Dit betreft een reallocatie om de middelen vanuit het budget voor Informatiehuishouding (artikel 7) op het juiste artikel (artikel 6) te verantwoorden.

2. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) jaaropdracht

De jaaropdracht aan RVO wordt integraal uit artikel 6 verstrekt. Vanuit artikel 7 wordt ook een financiele bijdrage geleverd aan deze jaaropdracht. Daarom worden de middelen van artikel 7 naar artikel 6 gerealloceerd.

3. Herschikking investeringspost middelen Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)

Dit betreft een herschikking van de investeringspost middelen GDI naar artikel 11.

Ontvangsten

Tabel 85 Ontvangsten beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

10.927

10.927

10.927

10.927

10.927

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

10.927

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

10.927

10.927

10.927

10.927

10.927

10.927

Uitgaven

Tabel 86 Uitgaven beleidsartikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

113.263

116.927

116.531

113.125

115.597

Mutatie nota van wijziging 20231

30.500

     
       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

‒ 4.462

‒ 1.305

‒ 554

9.083

6.940

6.752

Extrapolatie

115.097

       

Nieuwe mutaties

‒ 39.002

‒ 29.433

‒ 23.444

‒ 22.552

‒ 23.285

‒ 23.272

Waarvan:

      

1) Informatiehuishouding 2024-2028

‒ 6.481

‒ 16.489

‒ 11.989

‒ 11.989

‒ 11.989

‒ 11.989

2) O&P Rijk

0

‒ 9.375

‒ 8.118

‒ 8.081

‒ 8.057

‒ 8.044

3) SAIP

0

0

0

0

0

‒ 500

4) DenkDoeDuurzaam

432

432

432

0

0

0

5) RVO jaaropdracht

‒ 732

0

0

0

0

0

6) Domeinregister

‒ 500

0

0

0

0

0

7) Overboekingen apparaat

‒ 8.491

‒ 2.583

‒ 2.551

‒ 1.465

‒ 1.222

‒ 1.222

8) HRM-inkoop

‒ 1.470

‒ 1.218

‒ 1.218

‒ 1.017

‒ 1.017

‒ 1.017

9) Diverse reallocaties naar artikel 7

1.028

0

0

0

0

0

10) Reallocatie middelen crisisopvang

‒ 23.267

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

100.299

86.189

92.533

99.656

99.252

98.577

1

nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124).

Toelichting

1. Informatiehuishouding 2024-2028

Naar aanleiding van de kabinetsreactie Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. De additionele budgetten voor 2024 en verder zijn vastgesteld. Dit betreft meerdere overboekingen naar andere departementen en de financiering van het programma open overheid.

2. O&P Rijk

Het organisatieonderdeel Personeel van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) en P-Direkt zijn opgegaan in één organisatie: Organisatie en Personeelsbeleid (O&P) Rijk. Omdat de taakuitvoering van UBR-Personeel en P-Direkt hiermee inhoudelijk en in samenhang binnen een organisatie tot stand komt, worden middelen van UBR-Personeel gerealloceerd van artikel 7.1 bijdrage agentschappen naar artikel 11 bijdrage SSO's.

3. SAIP

Als gevolg van het afnemen van het aantal uitkeringsgerechtigden wordt dit bedrag afgeboekt.

4. DenkDoeDuurzaam

Dit betreft een overboeking van het ministerie van Justitie & Veiligheid voor het programma DenkDoeDuurzaam.

5. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) jaaropdracht

Dit betreft een reallocatie om de middelen voor de RVO jaaropdracht op het juiste artikel te verantwoorden. Zowel vanuit artikel 6 als artikel 7 wordt een financiele bijdrage geleverd aan deze jaaropdracht, maar de jaaropdracht aan RVO wordt integraal verstrekt vanuit artikel 6. Om deze reden worden de middelen van artikel 7 naar artikel 6 gerealloceerd.

6. Domeinregister

Dit betreft een reallocatie om de middelen vanuit het budget voor Informatiehuishouding voor het domeinregister op het juiste artikel te verantwoorden.

7. Apparaatskosten

Dit betreft diverse reallocaties naar artikel 11, voornamelijk bedoeld om op het juiste instrument te verantwoorden. In die gevallen gaat het met name om personele en materiële kosten.

8. HRM-inkoop

Dit betreft een overboeking voor HRM-inkoop naar het ministerie van EZK voor de jaren 2023-2026.

9. Diverse reallocaties naar artikel 7

Om diverse middelen op het juiste artikel te verantwoorden vinden reallocaties plaats vanuit artikel 6 en artikel 11 naar artikel 7.

10. Reallocatie middelen crisisopvang

BZK heeft middelen ontvangen voor crisisopvang ter ondersteuning van de Veiligheidsregio's. In 2023 blijft hiervan een deel (circa € 23 mln.) over. Deze middelen worden gerealloceerd om voor hetzelfde beleidsdoel kunnen worden ingezet binnen BZK.

Ontvangsten

Tabel 87 Ontvangsten beleidsartikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringbeleid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

64

64

64

64

64

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

64

       

Nieuwe mutaties

59

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

123

64

64

64

64

64

Beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Uitgaven

Tabel 88 Uitgaven beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

145.527

149.409

150.465

172.813

167.693

Mutatie nota van wijziging 2023

      
       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

18.124

11.297

11.915

13.776

21.937

23.842

Extrapolatie

167.693

       

Nieuwe mutaties

67

1.214

2.541

3.275

2.412

5.271

Waarvan:

      

1) Tijdelijke huisvesting Algemene Rekenkamer

0

1.214

2.541

3.275

2.412

5.500

       

Stand ontwerpbegroting 2024

163.718

161.920

164.921

189.864

192.042

196.806

Toelichting

1. Tijdelijke huisvesting Algemene Rekenkamer

Dit betreft een overboeking van de middelen op de Aanvullende Post voor de jaren 2024 tot en met 2029 ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van de Algemene Rekenkamer.

Ontvangsten

Tabel 89 Ontvangsten beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

120.282

102.984

102.984

92.820

91.172

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

24.249

0

0

0

0

0

Extrapolatie

91.172

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

144.531

102.984

102.984

92.820

91.172

91.172

Beleidsartikel 14. Slavernijverleden

Uitgaven

Tabel 90 Uitgaven beleidsartikel 14. Slavernijverleden
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

3.000

106.000

107.002

7.999

8.000

8.000

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

3.000

106.000

107.002

7.999

8.000

8.000

Ontvangsten

Tabel 91 Ontvangsten beleidsartikel 14. Slavernijverleden
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

0

Uitgaven

Tabel 92 Uitgaven niet-beleidsartikel 11. Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

541.071

527.684

516.228

508.226

502.584

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

198.183

48.125

44.564

50.361

44.142

45.922

Extrapolatie

492.966

       

Nieuwe mutaties

24.432

46.312

20.724

19.371

18.785

19.251

Waarvan:

      

1) CAO-Middelen - kasschuif

‒ 12.264

12.264

0

0

0

0

2) O&P RIJK

0

9.375

8.118

8.081

8.057

8.044

3) Doorberekening uitgaven O&P Rijk

6.011

6.011

6.011

6.011

6.011

6.011

4) Ontvlechting eindbalans RIS

3.747

0

0

0

0

0

5) Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW)

3.380

0

0

0

0

0

6) Informatiehuishouding

5.800

4.500

0

0

0

0

7) Financële bijdrage TWO

2.778

0

0

0

0

0

8) Herschikking investeringspost middelen GDI

2.500

0

0

0

0

0

9) Reorganisatiebudget ontvlechting UBR

1.862

0

0

0

0

0

10) Extra inzet capaciteit woningbouw domein

0

7.000

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

763.686

622.121

581.516

577.958

565.511

558.139

Toelichting

1. CAO middelen kasschuif

De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil ten op zichte van CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024.

2. O&P Rijk

Het organisatieonderdeel Personeel van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) en P-Direkt zijn opgegaan in één organisatie: Organisatie en Personeelsbeleid (O&P) Rijk. Omdat de taakuitvoering van UBR-Personeel en P-Direkt hiermee inhoudelijk en in samenhang binnen een organisatie tot stand komt, worden middelen van UBR-Personeel gerealloceerd van artikel 7.1 bijdrage agentschappen naar artikel 11 bijdrage SSO's.

3. Doorberekening uitgaven O&P-Rijk

Dit bereft de bijdrage van diverse departementen voor de stijging van het aantal Individueel Arbeidsrelaties (IAR's). Het aantal waarvoor in 2023 gebruik wordt gemaakt van de dienstverlening van O&P-Rijk overstijgt het aantal waarvoor destijds budget is overgeheveld naar de Centraal Opdrachtgever (BZK).

4. Ontvlechting eindbalans Rijjksinkoopsamenwerking (RIS)

Met de ontvlechting van het voormalig agentschap UBR is het onderdeel RIS ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het onderdeel RIS op het juiste niveau te brengen.

5. Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW)

Dit betreft een reallocatie voor de personeelskosten voor het Programma Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW).

6. Informatiehuishouding

De middelen voor Informatiehuishouding worden gerealloceerd van artikel 7 opdrachten naar artikel 11 personeel om zo op het juiste artikel te verantwoorden. Daarnaast is er een reallocatie van middelen om de bijdragen uit Informatie Huishouding voor het programma Open Overheid van artikel 7 op het instrument inhuurkosten te kunnen verantwoorden.

7. Financële bijdrage Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Dit betreft een overboeking van Koninkrijksrelaties (IV) vanuit TWO, voor de financiële dekking van de capaciteit van TWO.

8. Herschikking investeringspost middelen Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)

Dit betreft een herschikking van de investeringspost middelen GDI van artikel 6.

9. Tariefgefinancierde dienstverlening Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF)

Met de ontvlechting van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is het onderdeel OBF ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het nieuwe organisatieonderdeel OBF op het juiste niveau te brengen. Verder betreft een kasschuif om juridisch verschuldigde bedragen in het juiste jaar te zetten.

10. Extra inzet capaciteit woningbouw domein

In 2024 wordt € 7,0 mln, ingezet vanuit de woningbouwimpuls voor extra inzet interne capaciteit ten behoeve van de extra inzet binnen het woningbouw domein.

Ontvangsten

Tabel 93 Ontvangsten niet-beleidsartikel 11. Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

19.303

19.303

19.303

19.303

19.303

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

122.183

0

0

0

0

0

Extrapolatie

19.303

       

Nieuwe mutaties

10.247

1.817

1.817

1.817

1.817

1.817

Waarvan:

      

1) Ontvlechting eindbalans RIS

3.747

     

2)Tariefgefinancierde dienstverlening OBF

2.218

     

3) Reorganisatiebudget ontvlechting UBR

1.862

     

4) Bijdrage FMHaaglanden

1.204

1.204

1.204

1.204

1.204

1.204

Stand ontwerpbegroting 2024

151.733

21.120

21.120

21.120

21.120

21.120

Toelichting

1. Ontvlechting eindbalans Rijksinkoopsamenwerking (RIS)

Met de ontvlechting van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is het onderdeel RIS ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het onderdeel RIS op het juiste niveau te brengen.

2. Tariefgefinancierde dienstverlening Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF)

Met deze mutatie wordt de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het nieuwe organisatieonderdeel OBF op het juiste niveau gebracht.

3. Reorganisatiebudget ontvlechting Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

Met de ontvlechting van het voormalig agentschap UBR is het nieuwe organisatieonderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Uit de ontvlechting ontvangt OBF het bij het agentschap UBR opgebouwde saldo van de reorganisatievoorziening voor enkele oud medewerkers. Het overgehevelde budget is bedoeld ter dekking van de benodigde middelen voor de looptijd van deze afvloeiingsregeling.

4. Bijdrage FMHaaglanden

Dit betreft de meerjarige bijdrage van BZK, van de SSO’s en agentschappen van BZK, voor de mutaties van de dienstverlening FMHaaglanden in het kader van centrale bekostiging 2022.

Uitgaven

Tabel 94 Uitgaven niet-beleidsartikel 12. Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

95.890

28.158

42.266

12.265

12.075

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

20.360

171.605

131

131

117

117

Extrapolatie

12.075

       

Nieuwe mutaties

90

60

60

60

60

60

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

116.340

199.823

42.457

12.456

12.252

12.252

Ontvangsten

Tabel 95 Ontvangsten niet-beleidsartikel 12. Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

Mutatie nota van wijziging 2023

      
       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

17.968

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

17.968

0

0

0

0

0

Niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 96 Uitgaven niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

Mutatie nota van wijziging 2023

      
       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

14.931

5.802

2.560

1.296

418

417

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

‒ 14.931

‒ 5.802

‒ 2.560

‒ 1.296

‒ 418

‒ 417

Waarvan:

      

1) Loon en Prijsbijstelling tranche 2023

‒ 14.931

‒ 5.802

‒ 2.560

‒ 1.296

‒ 418

‒ 417

       

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

0

Toelichting

1. Loon en Prijsbijstelling tranche 2023

De loon en prijs tranche 2023 van de omgevingswet wordt gerealloceerd naar beleidsartikel 5.

Ontvangsten

Tabel 97 Ontvangsten niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

0

Licence