Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Uitgaven 2029

Uitgaven 2030

Vastgestelde begroting 20251

 

757.823

2.782.671

2.440.173

2.936.093

2.488.314

4.258.611

Belangrijkste suppletoire mutaties

       

Kasschuiven

1,2,3,4,5 & 6

‒ 559.510

‒ 1.456.144

1.003.219

209.969

285.563

‒ 2.178.787

Loon- en Prijsbijstelling

7

15.515

58.691

49.098

57.216

46.493

85.669

Korting Klimaatfonds

7

 

‒ 200.000

‒ 200.000

‒ 200.000

  
        

Stand 1e suppletoire begroting 2025

 

213.828

1.185.218

3.292.490

3.003.278

2.820.370

2.165.493

1

Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

KasschuivenOp het Klimaatfonds worden kasschuiven gedaan om de middelen in het juiste kasritme te zetten. Hierbij worden ook middelen uit de periode t/m 2030 verschoven naar 2031 t/m 2035. Dit betreft onder andere kasschuiven op het perceel CO2-vrije gascentrales (€ 768 mln uit 2030 naar 2031 t/m 2035), het perceel vroege fase opschaling (€ 1,7 mld uit 2025 en 2026 naar latere jaren) en het perceel verduurzaming industrie (€ 964 mln uit 2025 t/m 2030 naar 2031 t/m 2035). Op deze manier worden de middelen in kasritmes gezet die zo goed mogelijk aansluiten bij de maatregelen waarvoor middelen vooralsnog in het fonds zijn gereserveerd.

Loon- en prijsbijstellingJaarlijks worden de middelen op het Klimaatfonds gecorrigeerd voor de loon- en prijsstijgingen. Dit jaar is er 50% van de prijsbijstelling ingehouden ter dekking van Rijksbrede problematiek.

Korting KlimaatfondsTer dekking van de integrale problematiek wordt er een ombuiging van cumulatief € 600 mln in 2026 t/m 2028 gedaan op het Klimaatfonds.

Licence