Ontwerpbegroting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 481.952 | 0 | 481.952 | 62.100 | 544.052 | 56.597 | 56.923 | 60.744 | 67.910 | 423.997 |
Uitgaven | 489.276 | 0 | 489.276 | 70.271 | 559.547 | 59.062 | 57.215 | 60.794 | 67.674 | 424.278 | |
98.1 | Personele uitgaven | 360.577 | 0 | 360.577 | 53.385 | 413.962 | 56.493 | 59.150 | 67.787 | 74.807 | 311.556 |
Personele uitgaven | 360.577 | 0 | 360.577 | 53.385 | 413.962 | 56.493 | 59.150 | 67.787 | 74.807 | 311.556 | |
Eigen personeel | 328.016 | 0 | 328.016 | 38.829 | 366.845 | 51.411 | 56.746 | 69.151 | 76.041 | 299.769 | |
Externe inhuur | 31.049 | 0 | 31.049 | 15.168 | 46.217 | 6.227 | 3.651 | ‒ 111 | 29 | 11.527 | |
Overige personele uitgaven | 1.512 | 0 | 1.512 | ‒ 612 | 900 | ‒ 1.145 | ‒ 1.247 | ‒ 1.253 | ‒ 1.263 | 260 | |
98.2 | Materiële uitgaven | 128.699 | 0 | 128.699 | 16.886 | 145.585 | 2.569 | ‒ 1.935 | ‒ 6.993 | ‒ 7.133 | 112.722 |
Materiële uitgaven | 128.699 | 0 | 128.699 | 16.886 | 145.585 | 2.569 | ‒ 1.935 | ‒ 6.993 | ‒ 7.133 | 112.722 | |
ICT | 39.163 | 0 | 39.163 | 13.313 | 52.476 | 1.821 | 64 | ‒ 1.976 | ‒ 1.976 | 33.639 | |
Bijdrage aan SSO's | 62.937 | 0 | 62.937 | 2.200 | 65.137 | 664 | 64 | ‒ 736 | ‒ 1.136 | 59.476 | |
Overige materiële uitgaven | 26.599 | 0 | 26.599 | 1.373 | 27.972 | 84 | ‒ 2.063 | ‒ 4.281 | ‒ 4.021 | 19.607 | |
Ontvangsten | 4.530 | 0 | 4.530 | 0 | 4.530 | 350 | 350 | 350 | 350 | 4.601 | |
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 98 is in 2025 met € 62,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2026 t/m 2030 met € 314,6 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door onderstaande uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van (eerdere) verplichtingenschuiven van 2025 naar 2024 o.a. voor de aanbesteding van project Horizon (Documentmanagement systeem) (€ 7,6 miljoen) en de instelling van het Burgerberaad (€ 1,6 miljoen).
Uitgaven
1. Personele uitgaven
Eigen personeel
De uitgaven voor het eigen personeel worden in 2025 met € 38,8 miljoen en in de periode 2026 ‒ 2030 met € 333,7 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande mutaties.
Waarvan overig
– Toevoeging van LPO: Om de uitgaven van de begroting op prijspeil 2025 te brengen wordt loon- en prijsbijstelling aan de begroting toegevoegd. Dit betreft voor het eigen personeel een ophoging van het budget in 2025 met € 16,1 miljoen en voor de periode 2026-2030 een ophoging van in totaal € 73,1miljoen.
– Verwerking apparaattaakstelling: Bij de verwerking van de taakstelling op het apparaat is in de begroting 2025 de opgave tijdelijk opgenomen op artikel 98, zodat hiervoor een besluitvormingsproces kon worden ingericht. De uitkomsten van dit proces worden nu verwerkt in de 1ste suppletoire begroting. Hieruit volgt een bijdrage vanuit RWS en ProRail waarmee het budget voor het eigen personeel wordt opgehoogd met € 163,1 miljoen in totaal voor de periode 2026-2030.
– Correctie apparaatsbudgetten luchtvaart: Vanwege een sterk aflopend kader wordt het apparaatsbudget voor de directie luchtvaart gecorrigeerd. Hiermee wordt geborgd dat de benodigde capaciteit voor dit beleidsterrein kan worden behouden. Hiervoor wordt € 4,5 miljoen in 2025 en € 39,8 miljoen in totaal in de periode 2026-2030 beschikbaar gesteld.
– Directie participatie: er is binnen het departement steeds meer vraag naar de kennis en expertise van de directie participatie. Tegelijkertijd is er sprake van een aflopend budget. Om te borgen dat deze capaciteit beschikbaar blijft wordt aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 1,6 miljoen in 2025 en € 9,4 miljoen in totaal in de periode 2026-2030.
– Het resterende verschil wordt verklaard door diverse kleinere herschikkingen.
Inhuur externen
De uitgaven voor de inhuur van externen worden in 2025 met € 15,2 miljoen en in de periode 2026-2030 met € 10,2 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door onderstaande mutaties.
Waarvan overig
– Overboeking VTH: Voor inhuur en detachering voor het digitaal stelsel VTH is € 2,3 miljoen in 2025 overgeboekt vanuit artikel 22 naar artikel 98. Het gaat o.a. om een programma-adviseur, architecten, analisten en projectleiders. De werkzaamheden bestaan met name uit het uitwerken van een programmaplan met als doel het oplossen van knelpunten in data-uitwisseling tussen stelselpartijen door het versterken en verbeteren van digitale infrastructuren en het realiseren van oplossingen om data-uitwisseling mogelijk te maken.
– Programma Vernieuwing Generieke Processen (VGP): Voor het programma Vernieuwing Generieke Processen (VGP) is in 2025 € 6,0 miljoen en in de periode 2026 ‒ 2027 € 8,3 miljoen naar artikel 98 overgeboekt. Deze middelen worden met name ingezet voor het project vernieuwing SAP voor het toekomstbestendig maken van de geïntegreerde bedrijfsprocessen binnen het ministerie en RWS. Het betreft een overboeking vanuit diverse artikelen van € 1,4 miljoen in 2025 en in de periode 2026 ‒ 2027 € 2,0 miljoen, een overboeking van RWS vanuit het Mobiliteitsfonds van € 0,5 miljoen in 2025 en in de periode 2026 ‒ 2027 € 2,8 miljoen, en een overboeking van RWS vanuit het Deltafonds van € 1,4 miljoen in 2025 en in de periode 2026 ‒ 2027 € 2,0 miljoen.
– Het resterende verschil wordt verklaard door diverse kleinere herschikkingen.
2. Materiele uitgaven
ICT
De uitgaven aan ICT worden in 2025 verhoogd met € 13,3 miljoen voor de uitvoering van het programma vernieuwing generieke processen ter voorbereiding op een nieuw administratief systeem (€ 12,1 miljoen) en voor het programma Horizon ter voorbereiding op een nieuw document management systeem (€ 2,2 miljoen). Verder is er sprake van diverse kleinere mutaties (- € 1 miljoen).
Overige materiële uitgaven
In het jaar 2025 worden de uitgaven verhoogd met name als het gevolg van het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling (LPO). In de periode 2026 ‒ 2030 wordt het beschikbare budget in totaal per saldo met € 14,3 miljoen verlaagd door het doorvoeren van diverse maatregelen als gevolg van de taakstelling op het apparaat.
Ontvangsten
De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2025 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).