Base description which applies to whole site

3.3 Beleidsartikel 3 Energie-infrastructuur

Het derde begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor maatregelen voor energie-infrastructuur. De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:

  • Uitrol van infrastructuur die noodzakelijk is voor de energietransitie, zoals infrastructuur voor waterstof en warmte en laadinfrastructuur. Er wordt ex ante geen selectie gemaakt voor bepaalde technologieën of sectoren.

  • Ondersteuning vanuit het fonds voor het oplossen van knelpunten in de niet-gereguleerde infrastructuur en de gereguleerde infrastructuur op het gebied van netcongestie, die geen onderdeel zijn van de reguliere financiering van netbeheerders (waarmee investeringen in de fysieke infrastructuur zelf zijn uitgesloten).

De minister van Klimaat en Groene Groei is als fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast fondsbeheerder is de minister van Klimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor energie-infrastructuur.

In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van artikel 3 Energie-infrastructuur (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

0

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

        

Uitgaven

0

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

Energie- Infrastructuur onverdeeld

  

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

Tabel 14 Uitsplitsing verplichtingen artikel 3 Energie-infrastructuur (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

0

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

0

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

Tabel 15 Meerjarenoverzicht Beleidsartikel 3 Energie- Infrastructuur (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

20230

Totaal

Verplichtingen Energie- Infrastructuur

0

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

130.917

670.917

Uitgaven Energie- Infrastructuur

0

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

130.917

670.917

De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Energie-infrastructuur. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.

Tabel 16 Verdiepingstabel artikel 3 Energie-infrastructuur (bedragen x € 1.000)
 

2024*

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024

31.759

313.912

313.242

307.543

316.808

316.808

306.808

Maatregelen

       

Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen

 

‒ 50.000

‒ 54.000

‒ 60.000

‒ 50.000

  

Slimme laadinfrastructuur

‒ 20.000

‒ 12.500

‒ 6.500

    

Verduurzaming dieselspoorlijnen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënberg

‒ 2.000

‒ 9.000

‒ 20.000

‒ 34.000

‒ 26.000

‒ 7.000

 

Waterstofnetwerk op zee

 

‒ 100.000

     

Invoering batterijverplichting voor zonneparken

  

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

Nationale subsidieregeling warmtenetten

 

‒ 166.700

‒ 166.700

‒ 166.700

‒ 166.700

‒ 166.700

‒ 139.000

        

Hoofdlijnenakkoord 2024

       

Ombuiging budget Waterstof/ batterijen

  

‒ 18.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

‒ 7.000

        

Technische verwerking

       

Toevoeging LPO 2024

980

9.687

9.666

9.490

9.776

9.776

9.776

Kasschuiven

‒ 211.739

42.086

114.379

67.900

70.719

‒ 63.281

‒ 20.064

Correctie perceel Gebouwde omgeving (EJM)

100.000

      

Toevoeging perceel Gebouwde omgeving (wegvallen zon-PV)

100.000

      

Toevoeging EJM EZK

1.000

      

Herschikking

0

12.515

36.413

23.267

397

397

397

        

Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025

0

40.000

188.500

120.500

128.000

63.000

130.917

*Deze stand is gebasseerd op de proeve van de Klimaatfondsbegroting 2024

Laadinfrastructuur schoon en emissieloos bouwen

Dit betreft een voorstel om middelen beschikbaar te stellen voor laadinfrastructuur voor de bouw. Volgens het voorstel is dit nodig om de gang naar emissieloos te realiseren, wat nodig is voor onder andere stikstofreductie en CO2-reductie. De middelen worden gebruikt via lopende en in ontwikkeling zijnde instrumenten: (1) Inzet via de nieuwe regeling voor private laadinfra (voor mobiele laadpalen en aansluitingen), publieke laadinfra (eis minimaal één laadplek per laadlocatie voor mobiele werktuigen) en via de bestaande Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) (batterijcontainers, wisselpakketten, en nieuwe oplossingen zoals inzet van een vliegwiel in de bouw voor het opvangen van piekvermogens) en (2) Aanvullende middelen naar aanbestedende rijksdiensten en een Specifieke Uitkering Schoon en Emissieloos Bouwen (SPUK SEB) voor medeoverheden.

Slimme laadinfrastructuur

De maatregel bevat een aantal gerichte investeringen in slimme laadinfrastructuur. Dit betreft: 1) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op witte vlekken ten behoeve van het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk van publieke laadinfrastructuur; 2) het realiseren van slimme laadinfrastructuur op private (bedrijfs)locaties, om daarmee de druk op de publieke laadinfrastructuur te verlagen en inpassing in een toekomstbestendig en duurzaam energiesysteem te versnellen; 3) het realiseren van de pilot stopcontact-op-land om te zorgen dat de beschikbare capaciteit op het elektriciteitsnet zo optimaal mogelijk en meervoudig wordt benut; en 4) het investeren in tijdige ontwikkeling van publieke toegankelijke laadinfrastructuur voor logistiek, voorbereidend op de invoering van de ZE-zones (zero-emissiezones) in 2025 en de snelle ingroei van het aantal elektrische vracht- en bestelvoertuigen.

Verduurzaming dieselspoorlijnen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënberg

Dit betreft een bijdrage van 50 procent van de kosten van elektrificatie van twee regionale spoorlijnen in Overijssel en Gelderland, te weten Zutphen-Oldenzaal en Almelo- Hardenberg. Door deze spoorlijnen van bovenleidingen en onderstations te voorzien kunnen daar elektrische treinen rijden, die de huidige (en toekomstige aanschaf van) dieseltreinen vervangen.

Waterstofnetwerk op zee

Voor de aansluiting van het eerste grootschalige demonstratieproject van elektrolyse bij windgebied ten Noorden van de Waddeneilanden is een waterstofleiding op zee nodig. Deze leiding kan daarna ook gebruikt worden voor de verdere uitrol van waterstofproductie op zee in windgebied 6/7. De toegewezen middelen zijn bestemd voor de ontwikkelingsfase van het netwerk. Voor de daadwerkelijke aanleg en het beheer van het netwerk zijn naar verwachting aanvullende middelen nodig om aanloopkosten af te dekken.

Invoering batterijverplichting voor zonneparken

Deze maatregel is erop gericht dat extra duurzame elektriciteitsproductie wordt gerealiseerd, dat deze elektriciteit in een batterij wordt opgeslagen en op het net wordt ingevoed op momenten van tekorten aan duurzame energie en netcapaciteit. Dit wordt ook wel uitgestelde levering genoemd.

Nationale subsidieregeling warmtenetten

Dit betreft een nationale subsidieregeling voor warmtenetten om de onrendabele top te beperken. De subsidie bedraagt ten hoogste € 30 mln per project dat ziet op de aanleg van een efficiënt warmtenet, waarbij de hoogte van de subsidiebijdrage maximaal 45 procent van de subsidiabele kosten bedraagt of de subsidiebijdrage vastgesteld is op maximaal € 6.000 per te realiseren kleinverbruikersaansluiting voor een huurwoning en maximaal € 7.000 voor een particuliere woning.

Ombuiging budget Waterstof/ batterijen Hoofdlijnenakkoord 2024

In het Hoofdlijnenakkoord is besloten € 1,2 mld te bezuinigingen op de middelen voor de ontwikkeling van batterijen en groene waterstof. Een deel hiervan wordt verwerkt op perceel Energie-infrastructuur.

Technische verwerking

Dit betreft de verwerking van de loon- prijsontwikkeling die uitgedeeld is op dit artikel en mutaties (kasschuiven en interne herschikkingen) die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP25 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP26. Daarnaast wordt nog extra toegelicht de toevoeging eindejaarsmarge EZK, correctie perceel gebouwde omgeving en de toevoeging perceel gebouwde omgeving.

Toevoeging eindejaarsmarge (EJM) EZK

Verwerking van terugvloeiende middelen naar het Klimaatfonds middels de EJM.

Correctie perceel Gebouwde omgeving (EJM)

De integrale besluitvorming in het voorjaar heeft geleid tot een schuif van € 200 mln van het perceel gebouwde omgeving naar het perceel Energie-infrastructuur. De, met MJP 2024 per abuis verwerkte, ophoging van het perceel gebouwde omgeving met € 100 mln ten koste van de percelen Energie-infrastructuur wordt hiermee rechtgezet.

Toevoeging perceel Gebouwde omgeving (wegvallen zon-PV)

De integrale besluitvorming in het voorjaar heeft geleid tot een schuif van € 200 mln van het perceel gebouwde omgeving naar het perceel energie-infrastructuur. De afgewezen reservering van € 100 mln voor Zon PV in huursector ingezet voor een ophoging van het budget voor Energie-infrastructuur.

Licence