In tabel 2.2.1 wordt de nieuwe raming voor 2011 vergeleken met de raming ten tijde van de Voorjaarsnota en wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste bijstellingen. Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2011 is de raming voor de totale belasting- en premieontvangsten op EMU-basis met 4,8 miljard euro neerwaarts bijgesteld op basis van het meest recente economische beeld en de gerealiseerde kasontvangsten over 2011 tot en met de maand juli.
Voorjaarsnota 2011 | Vermoedelijke uitkomsten 2011 | Verschil | |
---|---|---|---|
Indirecte belastingen (kasbasis) | 71 536 | 69 099 | – 2 437 |
Omzetbelasting | 42 631 | 41 275 | – 1 356 |
Belasting op personenauto's en motorrijwielen | 2 054 | 2 054 | 0 |
Accijnzen | 11 308 | 11 234 | – 74 |
Belastingen van rechtsverkeer | 4 204 | 3 415 | – 789 |
Motorrijtuigenbelasting | 3 795 | 3 595 | – 200 |
Belastingen op een milieugrondslag | 4 607 | 4 576 | – 31 |
Verpakkingenbelasting | 304 | 302 | – 2 |
Bankbelasting | 0 | 0 | 0 |
Overig | 2 633 | 2 648 | 16 |
Directe belastingen en premies volksverzekeringen (kasbasis) | 103 685 | 101 920 | – 1 737 |
Loonheffing | 89 606 | 89 435 | – 171 |
Inkomensheffing | – 4 924 | – 5 891 | – 966 |
Dividendbelasting | 2 729 | 2 317 | – 412 |
Vennootschapsbelasting | 14 142 | 13 888 | – 254 |
Overig (inclusief niet nader toe te rekenen belastingontvangsten) | 2 133 | 2 199 | 66 |
Totaal belastingen en premies volksverzekeringen (kasbasis) | 175 221 | 171 047 | – 4 174 |
Aansluiting op EMU-basis | 430 | 451 | 21 |
Totaal belastingen en premies volksverzekeringen (EMU-basis) | 175 651 | 171 498 | – 4 153 |
Premies werknemersverzekeringen | 50 302 | 49 699 | – 603 |
Totaal belasting- en premieontvangsten (EMU-basis) | 225 952 | 221 197 | – 4 756 |
De verwachting over de nominale economische ontwikkeling in 2011 is sinds de Voorjaarsnota 2011 verslechterd met – 0,5%. Vrijwel alle onderliggende macro-economische indicatoren die relevant zijn v oor de belasting- en premieontvangsten 2011 zijn sinds Voorjaarsnota 2011 (die gebaseerd was op het CEP-beeld van het CPB) verslechterd. Dit slechtere beeld leidt samen met de gerealiseerde belastingontvangsten tot en met juli 2011 bij vrijwel alle belastingsoorten tot negatieve mutaties.
De indirecte belastingen zijn in totaal ten opzichte van de Voorjaarsnota 2011 met 2,4 miljard euro neerwaarts bijgesteld. Allereerst is de raming van de omzetbelasting (BTW) met 1,3 miljard euro naar beneden bijgesteld. Dit is mede gebaseerd op de gerealiseerde belastingontvangsten tot en met juli 2011. Bij Voorjaarsnota 2011 is de raming van de BTW-ontvangsten ten opzichte van de Startnotaraming nog met 1,3 miljard opwaarts bij gesteld. Deze bijstelling is nu weer volledig teruggedraaid. De opwaartse bijstelling in de Voorjaarsnota 2011 was gebaseerd op de uiteindelijke realisatie van de BTW-ontvangsten over 2010 die fors hoger uitkwamen dan de Startnotaraming. De realisaties tot en met juli 2011 samen met het meest recente verwachting over de ontwikkeling van de particuliere consumptie geven echter aanleiding tot het terugdraaien van de meevaller bij de Voorjaarsnota. Hiermee komt de raming van de BTW-ontvangsten weer op het niveau van de Startnotaraming voor 2011. Ten tweede is de raming van de belastingen van rechtsverkeer (waaronder de overdrachtsbelasting) met 0,8 miljard euro neerwaarts bijgesteld met name als gevolg van de verlaging van de overdrachtsbelasting voor woningen van 6% naar 2% per 1 juli 2011 (– 0,6 miljard euro). Ten slotte is op basis van de realisaties de raming van de motorrijtuigenbelasting met 0,2 miljard euro bijgesteld.
De ontvangsten uit de directe belastingen zijn met 1,7 miljard naar beneden bijgesteld. De belangrijkste bijstelling bij de directe belastingen betreft de inkomensheffing (– 1,0 miljard euro). Deze bijstelling volgt geheel uit de realisaties en betreft grotendeels lagere ontvangsten van IB-ondernemers als gevolg van een lagere winstontwikkeling dan verondersteld bij Voorjaarsnota. De raming van de dividendbelasting is met 0,4 miljard neerwaarts bijgesteld. Enerzijds volgt de bijstelling uit een minder gunstige ontwikkeling van de dividenduitkeringen dan verondersteld en anderzijds uit het feit dat in 2011 meer dividend in aandelen is uitgekeerd in plaats van dividend in contanten vergeleken met andere jaren. Over dividend in aandelen hoeft geen dividendbelasting te worden betaald. Dit is met name aantrekkelijk voor buitenlandse aandeelhouders omdat zij de dividendbelasting niet kunnen verrekenen met de vennootschapsbelasting of de inkomstenbelasting. Ten slotte zijn de vennootschapsbelasting en de loonheffing met respectievelijk – 0,3 en – 0,2 miljard bijgesteld op basis van de realisaties.