Base description which applies to whole site

4.3 De belasting- en premieontvangsten in 2018

In tabel 4.3.1 wordt de nieuwe raming voor 2018 vergeleken met de stand bij Voorjaarsnota 2018. De nieuwe raming voor 2018 is gebaseerd op het macro-economisch beeld conform de MEV 2019 van het CPB en de gerealiseerde belasting- en premieontvangsten tot en met juli 2018. Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2018 is de raming van de totale belasting- en premieontvangsten op EMU-basis per saldo nauwelijks bijgesteld.

De raming in de Voorjaarsnota 2018 was voornamelijk gebaseerd op het economisch beeld dat volgde uit het CEP 2018 van het CPB. Ten opzichte van het CEP 2018 is de verwachte waardeontwikkeling van het bbp in 2018 met 0,3 procentpunt neerwaarts bijgesteld.

Tabel 4.3.1 Raming belasting- en premieontvangsten 2018 op EMU-basis (in miljoenen euro's)
 

Voorjaarsnota 2018

Vermoedelijke uitkomsten 2018

Verschil

Indirecte belastingen

87.501

87.983

482

Invoerrechten

3.186

3.099

-87

Omzetbelasting

52.881

53.145

263

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

2.131

2.222

91

Accijnzen

12.012

12.118

106

Overdrachtsbelasting

2.701

2.842

141

Assurantiebelasting

2.583

2.640

57

Motorrijtuigenbelasting

4.162

4.142

-21

Belastingen op een milieugrondslag

5.204

5.133

-72

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

267

268

1

Belasting op zware motorrijtuigen

182

182

0

Verhuurderheffing

1.714

1.714

0

Bankbelasting

478

478

0

       

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

132.909

132.720

-189

Loon- en inkomensheffing

103.663

102.658

-1.005

Dividendbelasting

3.442

3.917

474

Kansspelbelasting

509

512

3

Vennootschapsbelasting

23.004

23.696

692

Erf- en schenkbelasting

2.290

1.938

-352

       

Overige belastingontvangsten

311

219

-92

       

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen

220.722

220.923

201

       

Premies werknemersverzekeringen

64.044

63.866

-178

Waarvan zorgpremies

40.427

40.315

-112

Totaal belasting- en premieontvangsten (EMU-basis)

284.766

284.789

23

De raming van de totale indirecte belastingen is met 0,5 miljard euro opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2018. Een minder sterke volumeontwikkeling van de invoer zorgt voor een neerwaartse bijstelling van de invoerrechten (– 0,1 miljard euro). De geraamde btw-ontvangsten zijn mede bijgesteld door de aanpassing van het btw-begrip op EMU-basis door het CBS. Deze aanpassing heeft het CBS doorgevoerd bij de revisie van de nationale rekeningen in het voorjaar van 2018. Voor de btw-ontvangsten op EMU-basis voor 2018 gaat het niet langer om de kasontvangsten van februari 2018 tot en met januari 2019, maar om de btw-ontvangsten op transactiebasis. Ontvangsten en teruggaven over voorgaande jaren worden daarmee ook aan die jaren toegerekend. Bijvoorbeeld in de kas van 2018 is bijna een kwart van de btw-ontvangsten toe te rekenen aan eerdere jaren, vooral 2017. Andersom zal pas na afloop van 2019 grotendeels duidelijk zijn hoeveel btw er op transactiebasis – en dus ook EMU-basis – toe te rekenen is aan 2018. Op basis van deze nieuwe invulling van het EMU-begrip voor de btw-ontvangsten is de raming met 0,3 miljard euro opwaarts bijgesteld. Onderliggend neemt de waarde van de consumptie van huishoudens in 2018 harder toe dan geraamd in het CEP 2018.

De raming van de bpm is met 0,1 miljard euro opwaarts bijgesteld omdat het aantal verkochte nieuwe auto’s en vooral de gemiddelde bpm die daarover wordt geheven hoger uitvallen.

De ontvangsten uit de overdrachtsbelasting en de assurantiebelasting zijn beide met 0,1 miljard opwaarts bijgesteld. Deze bijstellingen volgen voornamelijk uit de kasontvangsten tot en met juli. Tot slot worden de ontvangsten uit de belastingen op een milieugrondslag (voornamelijk de energiebelasting) lager geraamd dan eerder (– 0,1 miljard euro).

De ontvangsten uit de directe belastingen en premies volksverzekeringen zijn voor 2018 met 0,2 miljard euro omlaag bijgesteld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2018. De raming van de loon- en inkomensheffing is met 1,0 miljard euro neerwaarts aangepast. Deze bijstelling zit voor het grootste deel bij de inkomensheffing (– 0,7 miljard euro) en volgt uit een minder positieve inschatting van de winsten van ondernemers en een minder sterke afname van de omvang van de hypotheekrenteaftrek dan eerder geraamd door het CPB. De bijstelling van de raming is in lijn met de in de eerst helft van het jaar gerealiseerde kasontvangsten. Bij de loonheffing is sprake van een relatief beperkte neerwaartse bijstelling (– 0,3 miljard euro) op basis van de uitspraak van de Hoge Raad over de RVU en de ontwikkeling van de gerealiseerde kasrealisaties tot en met juli. De inzichten over de contractlonenstijging zijn ten opzichte van de Voorjaarsnota vrijwel ongewijzigd, wel wordt de werkgelegenheidsstijging hoger ingeschat door het CPB.

De raming van de vpb-ontvangsten in 2018 is met 0,7 miljard euro opwaarts bijgesteld. Dit is een som van hogere vpb-ontvangsten op gas (0,5 miljard euro) en in mindere mate hogere overige vpb-ontvangsten (0,2 miljard euro). Ten opzichte van de raming in de Voorjaarsnota blijkt vooral het aanslagniveau over het winstjaar 2017 hoger uit te komen. Dat zorgt voor meer ontvangsten in de kas van 2018.

Bij de dividendbelasting geven de realisaties over het eerste halfjaar van 2018 aanleiding tot een positieve aanpassing van de raming met 0,5 miljard euro. Uit de aangiftegegevens blijkt dat deze hogere ontvangsten zowel volgen uit dividenduitkeringen van (grote) beursgenoteerde bedrijven als uit hogere dividenden van het MKB.

Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2018 is de raming van de schenk- en erfbelasting voor 2018 met 0,4 miljard neerwaarts bijgesteld naar 1,9 miljard euro. Normaliter komen belasting- en premieontvangstenramingen tot stand op basis van het laatst gerealiseerde jaar. Voor de schenk- en erfbelasting geeft de kasontvangst van het laatst gerealiseerde jaar (2017) een vertekend beeld door de vertraagde oplevering van de nieuwe ICT-systemen voor de schenk- en erfbelasting. Doordat niet geraamd kan worden op het recent gerealiseerde jaar, is de ramingssystematiek ongebruikelijk en de raming voor deze belastingsoort daardoor met onzekerheid omgeven.

De ramingssystematiek, die nu gebruikt is, wijkt af van de gebruikelijke ramingssystematiek op basis van macro-economische ontwikkelingen. Uit managementinformatie over door de zomertaskforce verwerkte aangiftes in de maanden juli en augustus is meer inzicht gekomen in de waarde van de opgelegde aanslagen. Dit inzicht leidt tot de neerwaartse bijstelling van de raming in 2018. In de raming is aangenomen dat de waarde van de opgelegde aanslagen gedurende de zomertaskforce representatief is voor de waarde van de nog op te leggen aanslagen. Volgens de huidige inzichten zal de realisatie daarmee dit jaar lager zijn dan in de Voorjaarsnota werd geraamd.

Ten slotte komen de ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen 0,2 miljard euro lager uit. Dat komt vooral door lagere ontvangsten uit de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet en overige premies werknemersverzekeringen als gevolg van een minder sterke grondslagontwikkeling.

Licence