2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 11.098,8 | 9.264,6 | 8.838,0 | 8.656,5 | 8.612,9 | 8.289,0 | |
totaal niet-belastingontvangsten | 2.811,3 | 2.231,2 | 3.063,3 | 3.192,0 | 3.218,3 | 3.504,1 | |
1 | Belastingen | ||||||
Uitgaven | 3.439,9 | 3.108,6 | 3.047,4 | 2.970,9 | 2.948,4 | 2.908,6 | |
Ontvangsten | 694,1 | 781,4 | 1.030,3 | 1.133,1 | 1.155,0 | 1.172,0 | |
2 | Financiele Markten | ||||||
Uitgaven | 39,5 | 26,1 | 24,3 | 22,9 | 22,9 | 22,9 | |
Ontvangsten | 8,9 | 10,3 | 10,0 | 7,7 | 7,7 | 8,7 | |
3 | Financ. act. Publiek-Private sector | ||||||
Uitgaven | 1.444,3 | 692,9 | 586,7 | 586,1 | 552,1 | 255,1 | |
Ontvangsten | 1.494,7 | 815,9 | 1.695,9 | 1.717,5 | 1.724,1 | 1.974,1 | |
4 | Internationale Fin. Betrekkingen | ||||||
Uitgaven | 482,8 | 79,4 | 294,2 | 312,5 | 346,6 | 378,5 | |
Ontvangsten | 45,3 | 136,3 | 166,5 | 173,0 | 172,6 | 190,4 | |
5 | Exportkrediet- en investeringsverzekering | ||||||
Uitgaven | 1.253,2 | 580,4 | 150,4 | 150,4 | 150,4 | 150,4 | |
Ontvangsten | 514,9 | 434,9 | 108,2 | 108,3 | 106,5 | 106,5 | |
6 | BTW-Compensatiefonds | ||||||
Uitgaven | 3.571,3 | 3.571,4 | 3.571,4 | 3.571,4 | 3.571,4 | 3.571,4 | |
9 | Douane | ||||||
Uitgaven | 447,0 | 540,2 | 541,5 | 537,4 | 534,6 | 533,9 | |
Ontvangsten | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | |
10 | Nog onverdeeld | ||||||
Uitgaven | 129,2 | 264,1 | 217,4 | 115,0 | 102,4 | 84,4 | |
13 | Toeslagen | ||||||
Uitgaven | 118,1 | 124,6 | 113,9 | 107,1 | 106,6 | ||
21 | Centraal Apparaat | ||||||
Uitgaven | 291,7 | 283,5 | 280,2 | 276,1 | 277,0 | 277,1 | |
Ontvangsten | 52,7 | 51,8 | 51,8 | 51,8 | 51,8 | 51,8 |
Artikel 1 Belastingen
Op artikel 1 vallen de kosten voor de uitvoering van de Belastingdienst en de inning van de belastingen. De hogere uitgaven in 2020 worden onder andere verklaard door de maatregelen die getroffen zijn om de uitvoering van de Belastingdienst op orde te krijgen. Hierbij gaat het om de compensatie aan de ouders als gevolg van een onredelijk hard toeslagenstelsel en de uitgaven rondom het herstellen, verbeteren en het borgen van de stabiliteit van de Belastingdienst. De ontvangsten zijn in 2020 lager vanwege de maatregelen rondom COVID-19. De Belastingdienst heeft een aantal fiscale maatregelen doorgevoerd waardoor ondernemers en burgers tijdelijk uitstel kunnen krijgen voor het betalen van de belastingen. Daarnaast is ook de inning van verzuimboetes opgeschort.
Artikel 2 Financiële Markten
De uitgaven en inkomsten binnen artikel 2 zijn bestemd voor toezicht op de financiële markt. De uitgaven vallen in 2020 éénmalig hoger uit. Dit komt met name doordat er een reservering is opgenomen voor de mogelijke schadeloosstelling van de (voormalig) aandeelhouders van Stichting Reaal Holding (SRH N.V.)
Artikel 3 Financ. act. Publiek-Private sector
Op artikel 3 worden uitgaven toegelicht met betrekking tot staatsdeelnemingen. De incidenteel hogere uitgaven in 2020 zijn het gevolg van de door de Nederlandse staat verstrekte lening aan KLM met een omvang van 1 miljard euro. De lagere ontvangsten in 2020 uit de vermogensonttrekking uit de dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen evenals de winstafdracht DNB zijn het gevolg van de economische effecten van COVID-19.
Artikel 4 Internationale Fin. Betrekkingen
Op artikel 4 worden uitgaven en inkomsten toegelicht met betrekking tot betalingen aan internationale financiële instellingen. Op Europees niveau zijn er een aantal maatregelen die getroffen zijn als gevolg van de economische effecten van COVID-19. Deze leiden tot hogere uitgaven in 2020. De ontvangsten nemen vanaf 2021 toe, omdat Griekenland vanaf 2021 start met het aflossen van leningen.
Artikel 5 Exportkrediet- en investeringsverzekering
Artikel 5 betreft de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. In 2020 en 2021 zijn er hogere uitgaven en ontvangsten vanwege de uitvoering van de herverzekering leverancierskredieten, een genomen maatregel om bedrijven financieel te ondersteunen als gevolg van COVID-19.
Artikel 6 BTW-Compensatiefonds
Het BTW-Compensatiefonds (BCF) wordt uit het gemeentefonds en het provinciefonds gefinancierd. De meerjarige raming is gebaseerd op realisatiecijfers over 2019. De uitgaven aan het BCF zijn stabiel begroot de komende jaren, aangezien het gemeentefonds en het provinciefonds fungeren als ventiel bij een onder- of overschrijding. Een onder- of overschrijding bij het BCF komt namelijk ten laste of ten gunste van het gemeente- en provinciefonds.
Artikel 9 Douane
Op artikel 9 wordt de uitvoering van de Douane toegelicht. De uitvoering betreft de handhaving van wet- en regelgeving inzake douaneformaliteiten en douanerechten. In de begroting 2020 zijn voor het eerst de directe uitgaven van de Douane verantwoord op artikel 9. Vanaf de ontwerpbegroting IX 2021 worden ook de uitgaven van de Belastingdienst die samenhangen met de Douaneprocessen op artikel 9 (Douane) verantwoord. In de begroting 2020 stonden deze nog op artikel 1. Deze toerekening vindt voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douaneprocessen plaats, met uitzondering van het dienstonderdeel Informatievoorziening (IV). Dit veroorzaakt de hogere uitgaven vanaf 2021 ten opzichte van 2020.
Artikel 10 Nog onverdeeld
Op artikel 10 zijn er onder andere middelen gereserveerd voor de compensatie van ouders (in de jaren 2020 t/m 2022), de ontvlechting van de Belastingdienst, de uitvoeringskosten van fiscale maatregelen en onvoorziene tegenvallers.
Artikel 13 Toeslagen
Met ingang van de ontwerpbegroting 2021 heeft Toeslagen een eigen artikel op begroting IXB Financiën. Het betreft hier alleen de directe uitgaven.
Artikel 21 Centraal Apparaat
Op dit artikel worden alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst en de Douane toegelicht. De hogere uitgaven in 2019 tot en met 2021 worden onder andere veroorzaakt door de extra middelen voor de transitie en de versterking van de Belastingdienst, Toeslagen, Douane en het kerndepartement.