2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 14.836,10 | 14.931,20 | 14.520,70 | 14.423,20 | 14.316,60 | 14.373,40 | |
totaal niet-belastingontvangsten | 1.991,40 | 1.570,50 | 1.592,10 | 1.603,80 | 1.597,60 | 1.624,50 | |
31 | Politie | ||||||
Uitgaven | 6.613,50 | 6.687,10 | 6.501,40 | 6.506,80 | 6.494,10 | 6.551,60 | |
Ontvangsten | 63,9 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | |
32 | Rechtspleging en rechtsbijstand | ||||||
Uitgaven | 1.762,70 | 1.868,90 | 1.844,30 | 1.796,90 | 1.712,80 | 1.709,40 | |
Ontvangsten | 193,4 | 198,1 | 195,2 | 184,7 | 182,1 | 180,5 | |
33 | Veiligheid en criminaliteitsbestrijding | ||||||
Uitgaven | 969,9 | 1.469,60 | 1.386,80 | 1.347,40 | 1.283,40 | 1.279,70 | |
Ontvangsten | 1.483,60 | 1.280,00 | 1.301,60 | 1.322,70 | 1.318,10 | 1.344,50 | |
34 | Straffen en beschermen | ||||||
Uitgaven | 3.284,20 | 3.241,80 | 3.212,30 | 3.208,70 | 3.219,20 | 3.208,70 | |
Ontvangsten | 78,2 | 82,4 | 83,4 | 84,5 | 85,5 | 86,6 | |
36 | Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid | ||||||
Uitgaven | 612,9 | 291,3 | 294,2 | 294,2 | 294,2 | 294,3 | |
Ontvangsten | 31,5 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |
37 | Migratie | ||||||
Uitgaven | 1.074,50 | 895,4 | 770 | 757,8 | 759,4 | 773,3 | |
Ontvangsten | 121 | 3 | 5 | 5 | 5 | 6 | |
91 | Apparaat kerndepartement | ||||||
Uitgaven | 487,5 | 436,3 | 436 | 433,4 | 433,2 | 432,6 | |
Ontvangsten | 19,9 | 4,4 | 4,4 | 4,4 | 4,4 | 4,4 | |
92 | Nog onverdeeld | ||||||
Uitgaven | 27,8 | 37,8 | 72,7 | 74,9 | 117,3 | 120,7 | |
93 | Geheim | ||||||
Uitgaven | 3,1 | 3,1 | 3,1 | 3,1 | 3,1 | 3,1 |
Artikel 31 Politie
De relatief hogere uitgaven in 2021 en 2022 zijn het gevolg van een desaldering van enkele bijzondere bijdragen en het betreft onder ander een kasschuif op een vroegpensioen regeling van de politie (inkoop Max). De relatief hoge ontvangsten in 2021 zijn het gevolg van een desaldering van enkele bijzondere bijdragen voor de politie die geboekt is in de jaren 2019, 2020 en 2021.
Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand
De uitgaven zijn in 2022 hoger dan in 2021 doordat er aanvullende middelen beschikbaar zijn gesteld voor de sociale advocatuur. Ter uitvoering van de motie Klaver/Ploumen (TK 28 362, nr. 44) maakt het kabinet extra middelen vrij voor betere vergoedingen van sociale advocaten (in lijn met scenario 1 van de commissie-Van der Meer). Voor 2022 wordt hiervoor 154 miljoen euro beschikbaar gesteld. Met de vernieuwing van het stelsel van rechtsbijstand wordt ingezet op snellere en meer laagdrempelige hulp voor mensen met problemen. Het beroep op rechtsbijstand zal hierdoor in de toekomst naar verwachting enigszins afnemen. Daarnaast zet het kabinet in op een grotere (financiële) bijdrage van commerciële advocatenkantoren. Deze maatregelen moeten ertoe leiden dat met ingang van 2025 nog een structureel bedrag van 64 miljoen euro per jaar benodigd is. Dit verklaart ook deels de daling in het budget vanaf 2022 en verder. Daarnaast is er sprake van een lichte afname in de bijdrage aan de Raad voor de Rechtspraak en lopen de incidentele tijdelijke extra middelen die zijn vrijgemaakt voor het programma van de stelselherziening rechtsbijstand af na 2024. Bij de ontvangsten wordt de daling vanaf 2022 verklaard door een afname in de verwachte ontvangsten van griffierechten.
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
Het budget voor het jaar 2022 is hoger dan het budget in 2021 doordat er aanvullende middelen beschikbaar zijn gesteld voor ondermijning. Het kabinet investeert in 2022 524 miljoen euro extra in de bestrijding van ondermijnende criminaliteit, waarvan 154 miljoen euro voor bescherming en veiligheid. Hiermee kan enerzijds een urgent noodzakelijke impuls worden gegeven aan de bescherming en veiligheid van degenen die zich dagelijks inspannen tegen ondermijning. Daarnaast zijn structurele middelen beschikbaar gesteld voor de samenhangende aanpak van ondermijning. De reeks van bescherming en veiligheid loopt af naar 64 miljoen euro structureel en verklaart grotendeels de afloop in het budget. Bij de ontvangsten is er sprake van een lichte oploop vanwege een oplopende raming van de boeteontvangsten.
Artikel 34 Straffen en Beschermen
Als gevolg van de geraamde capaciteitsbehoefte volgens het prognosemodel justitiële ketens (PMJ) vallen de uitgaven voor straffen en beschermen in 2022 licht hoger uit dan in 2021. Na 2022 is sprake van een stabiele reeks, omdat de meesten additionele bijdragen vanaf 2023 op het niveau van 2022 zijn doorgetrokken. De ontvangsten in deze periode zijn stabiel.
Artikel 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid
De uitgaven op artikel 36 zijn in 2021 eenmalig hoger vanwege de extra middelen die zijn vrijgemaakt om de coronakosten op te vangen, onder andere voor de oprichting van het programma Directoraat-Generaal Samenleving en COVID-19. Daarnaast is er in 2021 ook 200 miljoen euro vrijgemaakt voor de Regeling tegemoetkoming schade 2021, zodat Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zo snel mogelijk kan starten met het uitkeren van de vergoedingen aan gedupeerden voor de schade die veroorzaakt is door extreme wateroverlast in (met name) Limburg. De uitgaven en ontvangsten op artikel 36 blijven de komende jaren nagenoeg stabiel.
Artikel 37 Migratie
De meest recente asielraming laat op middellange termijn een daling zien. Dit vertaalt zich onder andere in lagere kosten voor de asielopvang in het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De kosten in 2021 zijn eenmalig hoger vanwege onder andere de kosten voor de tijdelijke taskforce van de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND).
Artikel 91 Apparaatsuitgaven kerndepartement
De apparaatsuitgaven op artikel 91 zijn voor 2021 eenmalig hoger en daarna structureel lager. De daling van de apparaatskosten op artikel 91 wordt enerzijds grotendeels veroorzaakt doordat een aantal budgetten geen meerjarig karakter draagt (15,4 miljoen euro, waaronder: coronamiddelen, vernieuwing rijksportaal en kosten digitalisering) en anderzijds door het overboeken van de bijdrage justid van artikel 91 naar artikel 33 (32,4 miljoen euro). Deze laatste overboeking resulteert ook in een verlaging van de ontvangsten op artikel 91 met 15 miljoen euro.
Artikel 92 Nominaal en Onvoorzien
Artikel 92 is een doorverdeelartikel. Dit niet-beleidsartikel wordt gebruikt voor het parkeren middelen, die later worden doorverdeeld naar andere artikelen. Ten laste van artikel 92 worden geen uitgaven en ontvangsten gedaan. De oploop wordt vooral verklaard door reeksen die nog niet structureel zijn verdeeld, structurele opbrengsten van interne herallocaties en gereserveerde middelen voor beleidsvoornemens die door de demissionaire status van het kabinet, in afwachting van de kabinetsformatie, nog niet in procedure zijn gebracht.
Artikel 93 Geheim
De uitgaven op artikel 93 zijn de komende jaren stabiel.