Base description which applies to whole site

Economische Zaken en Klimaat

XIII ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
  

2021

2022

2023

2024

2025

2026

totaal uitgaven

16.216,20

8.004,20

7.470,40

7.137,40

6.590,90

6.467,00

totaal niet-belastingontvangsten

6.990,00

5.154,20

5.188,40

5.086,40

4.946,40

4.339,50

1

Goed functionerende economie en markten

      
 

Uitgaven

251,3

247,1

259,2

249,2

236,1

232,7

 

Ontvangsten

439,9

31,9

31,9

31,9

31,9

31,9

2

Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

      
 

Uitgaven

10.052,80

2.104,20

1.410,30

1.227,50

1.155,30

1.119,10

 

Ontvangsten

647,1

267,2

223,9

220,5

217,3

213,2

3

Toekomstfonds

      
 

Uitgaven

439,5

245,4

228

222,1

198,3

217,4

 

Ontvangsten

56

75,3

80,2

80,3

262,1

60,3

4

Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

      
 

Uitgaven

3.864,90

4.158,30

4.477,90

4.493,40

4.310,60

4.210,90

 

Ontvangsten

4.353,30

3.720,30

4.276,60

4.410,30

4.256,30

3.906,30

5

Een veilig Groningen met perspectief

      
 

Uitgaven

1.296,30

947

794,5

645,2

395,4

390,3

 

Ontvangsten

1.435,10

1.034,30

551

318,6

154,1

103,1

40

Apparaat

      
 

Uitgaven

311,3

302,3

300,6

300

295,2

296,5

 

Ontvangsten

58,5

25,3

24,9

24,8

24,6

24,6

41

Nog onverdeeld

      
 

Uitgaven

      

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

De uitgaven op dit artikel hebben betrekking op de bijdragen aan agentschappen (Agentschap Telecom en RVO) en bijdragen aan ZBO’s/RWT’S (Metrologie en CBS). In basis dalen de uitgaven licht door lagere uitgavenramingen voor Agentschap Telecom en RVO. De sterke toename van de uitgaven in 2023 wordt veroorzaakt door hoge uitgaven in het kader van het Digital Europe Programme (DEP). Dit is een nieuw programma binnen het MFK (Meerjarig Financieel Kader voor Europa) om het innovatie- en concurrentievermogen van de EU te verhogen en de strategische digitale capaciteiten te versterken. De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op boetes die toezichthouders van EZK opleggen en waar – in het kader van het zogenaamde High Trust-beleid – een meerjarige raming voor wordt aangehouden. De ontvangsten zijn in 2021 hoger door de veilingopbrengsten van de zogenoemde frequentiebanden voor 700, 1400 en 2100 Megahertz. De opbrengst van deze 5G-veiling bedraagt 1,23 miljard euro, waarvan circa 408 miljoen euro in 2021 wordt ontvangen.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

De uitgaven op dit artikel zijn bestemd voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties en subsidies ter stimulering van innovatie en ondernemen. In verband met de Coronamaatregelen zijn de geraamde uitgaven in 2021 en 2022 aanzienlijk hoger dan in de jaren voor de Coronacrisis. Overige schommelingen worden veroorzaakt door fluctuerende subsidie-uitgaven, aanvullende middelen voor de indirecte kostencompensatie ETS en middelen voor uit het Nationaal Groeifonds gefinancierde projecten. De ontvangsten zijn grotendeels afkomstig uit de BMKB en Garantie Ondernemingsfinanciering, de Rijksoctrooiwet en de luchtvaartkredietregeling. De ontvangsten liggen in 2021 relatief hoog, voornamelijk veroorzaakt door verwachte terugontvangsten op de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL).

Artikel 3 Toekomstfonds

In verband met de Coronamaatregelen zijn de geraamde uitgaven in 2021 hoger dan in de jaren voor de Coronacrisis. Ook in 2026 zijn de uitgaven relatief hoog, wat veroorzaakt wordt door de aanvullende middelen voor het Deep Tech Fund. Gecorrigeerd voor het Deep Tech Fund dalen de uitgaven, onder andere doordat de uitgaven voor Fund of funds (in de eerste jaren) en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen over de jaren heen afnemen. Ditzelfde geldt voor de Seed Capital regeling, de TTT-regeling en de regeling Vroegefasefinanciering. De verschillende instrumenten binnen het Toekomstfonds zijn geheel of gedeeltelijk revolverend. De ontvangsten komen voornamelijk uit Fund of funds, Innovatiekredieten en Seed en stijgen door hogere ontvangsten voor Fund of funds en de Innovatiekredieten. De Coronaoverbruggingsleningen die door de ROM’s zijn verstrekt worden deels lineair in tranches afgelost en deels aan het einde van de looptijd. Dit verklaart de toenemende ontvangsten met een piek in 2025.

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

De uitgaven op dit artikel stijgen tot 2024 door de oplopende uitgaven aan de SDE+(+)-regeling (Stimulering Duurzame Energieproductie+). De ontvangsten op artikel 4 bestaan voornamelijk uit de Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie (ODE), ETS-inkomsten en onttrekkingen aan de reserve duurzame energie ten behoeve van de uitgaven aan de SDE+(+). De inkomsten uit de ODE nemen in de meerjarenperiode conform het basispad jaarlijks toe. In 2022 is er, anders dan in de andere jaren, geen onttrekking begroot aan de reserve duurzame energie, wat de terugloop in ontvangsten in dat jaar verklaart. Vanaf 2025 is een meer structurele daling in de ontvangsten zichtbaar, veroorzaakt door een afname in de ETS-ontvangsten vanaf 2025 en lagere ODE-ontvangsten in 2026.

Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

De uitgaven op artikel 5 bestaan uit de betalingen van schadevergoedingen voor gedupeerden van aardbevingen door gaswinning, subsidies voor de verduurzamingsopgave en de bijdragen aan RVO en het IMG voor de uitvoering van de schadeafhandeling. De schadevergoedingen en daarbij behorende uitvoeringskosten worden betaald door EZK en daarna verhaald op de NAM. Deze posten zijn daarom ook aan de ontvangstenkant van de EZK-begroting opgenomen. De ontvangsten zijn geraamd in een ander ritme in verband met de betalingstermijn van de NAM. De hogere uitgaven en ontvangsten in de jaren 2021 en 2022 komen voort uit deze schadevergoedingen en uitvoeringskosten, wat in 2021 wordt versterkt door overlopende ontvangsten uit 2020. In verband met het beëindigen van de gaswinning in Groningen en daarmee samenhangende afname van schademeldingen, dalen de uitgaven en bijbehorende ontvangsten. De daling in de uitgaven wordt geremd door aanvullende uitgaven ten behoeve van de voorgenomen kapitaalinjectie EBN vanaf 2023.

Artikel 40 Apparaat

De uitgaven voor artikel 40 hebben betrekking op personele en materiële uitgaven. De personele uitgaven zijn in 2021 hoger dan in de daaropvolgende jaren. Dit komt voornamelijk door de hogere overige personele uitgaven, waar onder meer het sociaal plan voor de afronding van uitvoeringsorganisatie Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de wachtgeldenuitgaven onder vallen.

Licence