2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 64.348,90 | 66.249,50 | 68.803,90 | 71.615,10 | 74.923,20 | 78.118,60 | |
totaal niet-belastingontvangsten | 192 | 240,2 | 248 | 254,5 | 261,1 | 261,9 | |
1 | Arbeidsmarkt | ||||||
Uitgaven | 760,9 | 457,1 | 471,7 | 487,3 | 504 | 521,3 | |
3 | Arbeidsongeschiktheid | ||||||
Uitgaven | 10.744,90 | 11.190,60 | 11.732,00 | 12.245,60 | 12.708,70 | 13.128,70 | |
5 | Werkloosheid | ||||||
Uitgaven | 4.013,40 | 4.334,50 | 4.588,60 | 5.034,30 | 5.422,60 | 5.627,90 | |
Ontvangsten | 192 | 240,2 | 248 | 254,5 | 261,1 | 261,9 | |
6 | Ziekte en verlofregelingen | ||||||
Uitgaven | 3.565,40 | 3.726,80 | 4.115,10 | 4.296,60 | 4.474,60 | 4.652,90 | |
8 | Oudedagsvoorziening | ||||||
Uitgaven | 43.022,00 | 44.160,80 | 45.433,40 | 47.000,60 | 49.186,90 | 51.501,60 | |
9 | Nabestaanden | ||||||
Uitgaven | 318,2 | 309,8 | 306 | 303,8 | 298,1 | 293,2 | |
11 | Uitvoeringskosten | ||||||
Uitgaven | 1.924,10 | 2.069,90 | 2.157,10 | 2.246,80 | 2.328,30 | 2.393,00 |
1. Arbeidsmarkt
Per 1 april 2020 is de compensatieregeling transitievergoeding vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid in werking getreden. Daarbij is er terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Omdat de uitgaven met terugwerkende kracht deels in 2021 tot uitbetaling komen en er nog een voorraad aan structurele aanvragen uit 2020 in 2021 wordt uitbetaald, zijn de uitgaven éénmalig hoger in 2021. Vanaf 2021 is daarnaast de compensatieregeling transitievergoeding MKB vanwege pensionering of overlijden in werking getreden.
3. Arbeidsongeschiktheid
De WAO en WAZ zijn aflopende arbeidsongeschiktheidsregelingen, de WIA groeit in. De totale uitgaven aan arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA/WAZ) laten in de periode 2021–2026 een stijging zien. De voornaamste oorzaak van de stijging is de geraamde loon- en prijsbijstelling (nominaal). Daarnaast zorgt de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd en de hogere arbeidsparticipatie bij ouderen voor een stijging van de uitgaven.
5. Werkloosheid
Het CPB verwacht een stijging van de werkloosheid in de komende jaren. Dit komt tot uiting in een stijging van het aantal mensen dat een WW-uitkering ontvangt (WW-volume). De WW-uitkeringslasten ontwikkelen zich in lijn met deze volumeontwikkeling. Daarnaast zorgt de nominale ontwikkeling voor een stijging in zowel de uitgaven als de ontvangsten.
6. Ziekte en verlofuitkeringen
De stijging van de uitgaven wordt verklaard door de invoering van betaald ouderschapsverlof per augustus 2022 en de nominale ontwikkeling.
8 Oudedagsvoorziening
De stijgende levensverwachting en de vergrijzing leiden de komende jaren tot een toename van het aantal AOW-gerechtigden en daarmee tot een stijging van de verwachte uitgaven aan de AOW. De toename van de uitgaven wordt de komende jaren gedempt door de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtige leeftijd naar 67 jaar.
9 Nabestaanden
De uitkeringslasten van de Anw nemen de komende jaren af, omdat het aantal nabestaanden dat aanspraak maakt op een Anw-uitkering afneemt. De uitstroom uit de regeling is de komende jaren groter dan de instroom, omdat een groot deel van de nabestaanden die sinds 1996 onder ruimere voorwaarden een uitkering ontvangt op basis van de rechtsvoorganger van de Anw, de Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW), in de komende jaren recht krijgt op een AOW-uitkering.
11. Uitvoeringskosten
Ten opzichte van 2021 nemen de uitvoeringskosten vanaf 2022 met name toe door de middelen die worden ingezet ter verbetering van de dienstverlening en de informatiehuishouding van het UWV in kader van de kabinetsreactie op het eindrapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Naast deze beleidsmatige ontwikkelingen volgen de uitvoeringskosten de ontwikkelingen in de moederwetten die de uitvoeringsorganisaties uitvoeren. Dit betekent dat de stijgingen en dalingen van onder andere de WW, ZW, WGA, Anw en AOW doorwerken in de uitvoeringskosten.