Het kabinet stuurt in zijn begrotingsbeleid op de uitgavenplafonds die voor ieder jaar van de kabinetsperiode zijn vastgesteld. Het uitgavenplafond geeft de maximale ruimte weer voor uitgaven en hoeft niet maximaal benut te worden. Voor het grootste deel van de rijksuitgaven geldt dit uitgavenplafond. In deze paragraaf toetst het kabinet of de verwachte uitgaven onder het vooraf afgesproken uitgavenplafond blijven in de kabinetsperiode. De uitgavenplafonds van het huidige kabinet zijn vastgesteld in de Voorjaarsnota 2022. Het jaar 2022 is het eerste jaar in de huidige kabinetsperiode en daarmee ook het eerste jaar waarvoor een uitgavenplafond is afgesproken. Het uitgavenplafond is onderverdeeld in de vier deelplafonds Rijksbegroting, Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen.
Tabel 1.2 laat zien dat het niveau van de begrote uitgaven in 2022 5,4 miljard euro lager ligt dan het totale uitgavenplafond in 2022. De uitgaven onder de deelplafonds Rijksbegroting, Sociale zekerheid en Zorg zijn in 2022 lager dan de afgesproken deelplafonds. Voor 2023 tot en met 2025 laat de totaalplafondtoets een overschrijding zien van opgeteld 4,4 miljard euro. De onderschrijding in 2022 komt vooral door hogere gasbaten en het inboeken van taakstellende onderuitputting. Beide posten worden ingezet om de stijgende rente-uitgaven te dekken en de koopkracht te verbeteren voor 2023 en verder.
De grootste mutaties per deelplafond worden in deze paragraaf verder toegelicht. In bijlage 17 Verticale toelichting en in de departementale ontwerpbegrotingen worden de mutaties ten opzichte van Voorjaarsnota 2022 in meer detail toegelicht.
(in miljarden euro, min = onderschrijding) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal uitgavenplafond reguliere uitgaven | ||||||
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 344,6 | 371,0 | 399,0 | 421,9 | ||
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 339,2 | 372,6 | 399,7 | 424,0 | 437,6 | 453,2 |
Over-/onderschrijding | ‒ 5,4 | 1,6 | 0,7 | 2,1 | ||
Rijksbegroting reguliere uitgaven | ||||||
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 159,6 | 162,9 | 171,6 | 179,9 | ||
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 155,1 | 161,5 | 169,9 | 181,0 | 180,1 | 184,7 |
Over-/onderschrijding | ‒ 4,5 | ‒ 1,4 | ‒ 1,7 | 1,1 | ||
Sociale zekerheid reguliere uitgaven | ||||||
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 89,2 | 96,2 | 102,6 | 110,6 | ||
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 89,1 | 99,7 | 105,1 | 111,9 | 117,4 | 123,2 |
Over-/onderschrijding | ‒ 0,1 | 3,4 | 2,5 | 1,3 | ||
Zorg reguliere uitgaven | ||||||
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 82,1 | 89,9 | 95,2 | 99,9 | ||
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 81,1 | 89,4 | 95,0 | 99,6 | 105,0 | 109,9 |
Over-/onderschrijding | ‒ 1,0 | ‒ 0,5 | ‒ 0,2 | ‒ 0,3 | ||
Investeringen reguliere uitgaven | ||||||
Uitgavenplafond reguliere uitgaven | 13,6 | 21,9 | 29,6 | 31,6 | ||
Uitgavenniveau reguliere uitgaven | 13,8 | 22,0 | 29,7 | 31,5 | 35,2 | 35,5 |
Over-/onderschrijding | 0,2 | 0,1 | 0,2 | 0,0 |