Base description which applies to whole site

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Netto uitgaven in miljoenen euro's (excl. HGIS)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

       

Stand Miljoenennota 2023

52.841

51.477

51.308

52.403

50.966

50.742

Oekraïne (-)

613

471

0

0

0

0

Corona (-)

4.285

1.445

71

50

25

0

Totale stand excl. Corona en Oekraïne

47.944

49.561

51.237

52.353

50.941

50.742

       

w.v. Primair onderwijs

13.863

13.976

14.117

14.126

14.108

14.143

w.v. Voortgezet onderwijs

9.879

10.269

10.666

10.632

10.573

10.491

w.v. Middelbaar beroepsonderwijs

5.219

5.513

5.344

5.301

5.289

5.244

w.v. Hoger onderwijs

10.460

11.089

11.010

11.072

11.066

11.021

w.v. Onderzoek en wetenschapsbeleid

1.420

1.594

1.573

1.528

1.525

1.525

w.v. Studiefinanciering

4.381

4.283

5.880

6.978

5.711

5.663

w.v. Cultuur

1.350

1.199

1.222

1.266

1.228

1.226

w.v. Media

973

994

1.003

1.013

1.016

1.021

w.v. Apparaat

346

347

352

360

355

350

w.v. Overig

52

296

70

75

69

57

Algemeen

De totale omvang van de OCW-begroting daalt de komende jaren van circa 52,8 miljard euro in 2022 naar circa 50,7 miljard euro in 2027. Deze ontwikkeling komt voornamelijk door enerzijds een afbouw van de coronaregelingen en een verwachte daling van het aantal leerlingen in het po en vo. Daar staat tegenover dat ervanuit het Coalitieakkoord circa 4 miljard euro extra wordt uitgegeven aan onderwijs, cultuur en wetenschap.

Toelichting

De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming.

Primair onderwijs

In het primair onderwijs (po) daalt het leerlingental sinds 2009. Dit komt doordat er minder kinderen worden geboren. Vanaf 2021 verwacht het CBS weer een toename in het aantal geboortes. De instroom van leerlingen zal daardoor vanaf 2026 naar verwachting toenemen. Daarnaast wordt er middels het coalitieakkoord flink geïnvesteerd in het po. Al met al leidt dit tot vrij constante uitgaven aan het primair onderwijs van circa 14 miljard euro per jaar.

Voortgezet onderwijs

Het leerlingental in het voortgezet onderwijs (vo) volgt het primair onderwijs. De krimpende jonge bevolking resulteert in een lagere uitstroom van het po naar het vo, daardoor zal het leerlingental in het vo de komende jaren dalen. Ook in het vo wordt flink geïnvesteerd naar aanleiding van het coalitieakkoord. Door deze tegengestelde effecten blijven de uitgaven per saldo vrijwel gelijk in de komende jaren.

Middelbaar beroepsonderwijs

In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is de verwachting dat het aantal studenten de komende jaren zal dalen. Er gaan minder leerlingen naar het vmbo (en meer naar het havo en vwo), waardoor de uitstroom van het vo naar het mbo naar verwachting daalt. Ondanks investeringen uit het coalitieakkoord leidt dit per saldo tot licht dalende uitgaven.

Hoger onderwijs

Het aantal hoger onderwijs-studenten stijgt naar verwachting de komende jaren. In het hoger beroepsonderwijs (hbo) is het wel de verwachting dat het aantal studenten vanaf 2024 zal dalen. In het wetenschappelijk onderwijs stijgt het aantal studenten gedurende de volledige meerjarenperiode. Tevens wordt in het hoger onderwijs geïnvesteerd naar aanleiding van het coalitieakkoord. Vanaf 2026 is er ook een bezuiniging ingeboekt op de bekostiging van het hbo en wo, ter dekking van de resterende problematiek uit de voorjaarsbesluitvorming van 2019 en de financiële gevolgen van het intrekken van de wetswijziging op de Wet studiefinanciering. Door deze effecten blijven de uitgaven vrijwel gelijk de komende jaren.

Onderzoek en wetenschapsbeleid

De uitgaven zijn over de jaren heen vrij constant op circa € 1,5 miljard.

Studiefinanciering

Meerjarig volgen de uitgaven aan studiefinanciering de studentenraming. Daarnaast staat in het coalitieakkoord dat het leenstelsel wordt afgeschaft en de basisbeurs heringevoerd. Dit leidt op termijn tot hogere uitgaven. De hogere uitgaven in 2025 zijn het gevolg van de tegemoetkoming voor studenten die geen recht hebben gehad op een basisbeurs, waartoe is besloten in het coalitieakkoord, en de verplaatsing van de middelen voor de studievoorschotvouchers van artikelen 6 en 7 (Hoger onderwijs) naar artikel 11 (Studiefinanciering).

Cultuur

De uitgaven aan cultuur stijgen over alle jaren door de investeringen uit het coalitieakkoord. Er wordt sinds 2022 structureel geïnvesteerd naar aanleiding van het coalitieakkoord. De uitgaven in 2022 liggen hoger, als gevolg van de coronaregelingen die liepen tot en met dat jaar om de culturele sector te ondersteunen.

Media

De uitgaven aan het media artikel blijven over de jaren heen constant op circa 1 miljard euro.

Apparaat

De apparaatsuitgaven blijven over de jaren heen vrij constant op circa 350 miljoen euro.

Overig

In de post overig zitten middelen voor onder andere internationalisering, lesgelden en emancipatie.

Licence