Base description which applies to whole site

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN

In miljoenen euro's (excl. HGIS)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

       

Stand Miljoenennota 2022

50.637,4

47.827,6

47.837,0

48.874,2

50.049,5

 

Extrapolatie

     

50.093,8

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 892,6

‒ 1.620,1

‒ 1.035,5

‒ 1.151,6

‒ 1.631,8

‒ 769,5

Stand Voorjaarsnota 2022

49.744,9

46.207,5

46.801,5

47.722,6

48.417,8

49.324,3

       

Mutaties Besluitvorming Miljoenennota

22,0

1.138,9

1.041,2

2.137,5

2.283,0

2.380,8

Versnelde verhoging wettelijk minimumloon

3,1

‒ 34,5

88,8

‒ 40,4

‒ 34,5

‒ 29,3

Verhoging kinderopvangtoeslag naar 96%

0,0

0,0

6,3

80,1

102,3

113,5

Flankerend beleid

0,0

75,0

75,0

0,0

0,0

0,0

Verhoging Wet kindgebonden budget (WKB)

64,5

731,8

484,6

248,0

133,8

132,8

Caribisch Nederland koopkracht

0,0

12,8

3,2

0,6

0,6

0,6

Wajong

‒ 74,1

‒ 66,1

‒ 70,5

‒ 74,4

‒ 72,1

‒ 57,5

Kinderopvangtoeslag

136,3

162,5

158,9

250,4

224,7

203,0

Algemene kinderbijslagwet (AKW)

‒ 29,4

‒ 58,4

‒ 59,3

‒ 59,7

‒ 59,8

‒ 60,0

Wet kindgebonden budget (WKB)

‒ 42,7

‒ 37,4

‒ 9,7

3,7

‒ 1,7

‒ 9,2

Inzet loon- en prijsbijstelling

‒ 19,7

‒ 17,4

‒ 25,3

‒ 69,6

‒ 77,5

‒ 75,6

Enveloppe arbeidsmarkt, armoede en schulden

0,0

236,5

155,5

149,8

113,3

112,9

Kinderopvangtoeslag Coalitieakkoord

0,0

10,0

123,8

1.558,8

1.873,8

2.081,8

Leven lang leren

0,0

125,0

125,0

125,0

125,0

0,0

Werk aan Uitvoering (WaU)

5,3

32,9

26,5

26,7

27,8

24,6

Diversen

‒ 21,4

‒ 33,7

‒ 41,6

‒ 61,5

‒ 72,8

‒ 56,9

       

Technische Mutaties Miljoenennota

‒ 3.444,5

948,4

614,8

709,0

832,2

766,5

Overboekingen andere begrotingen

‒ 61,3

5,0

17,3

166,6

173,1

175,3

Uitdelen nominale ontwikkeling

564,0

745,3

751,3

754,9

757,8

760,0

Oekraïne

42,3

50,8

0,0

0,0

0,0

0,0

Kasschuiven

‒ 62,1

‒ 90,3

‒ 2,4

‒ 50,3

121,8

83,3

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

‒ 3.763,6

404,7

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstelling bijstand

‒ 73,4

‒ 194,2

‒ 154,2

‒ 125,4

‒ 93,9

‒ 49,6

Desalderingen

‒ 5,6

‒ 0,6

1,5

‒ 36,6

‒ 126,4

‒ 202,2

Corona

‒ 86,1

26,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

1,3

1,3

1,3

‒ 0,3

‒ 0,3

‒ 0,3

       

Niet-plafondrelevant

23,4

2.055,3

2.191,6

2.109,7

2.238,3

2.369,7

Bijstelling Rijksbijdragen

23,4

2.055,3

2.191,6

2.109,7

2.238,3

2.369,7

       

Stand Miljoenennota 2023

46.345,8

50.350,0

50.649,0

52.678,8

53.771,3

54.841,3

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro's (excl. HGIS)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

       

Standmiljoenennota 2022

2.860,9

2.386,2

2.045,6

2.022,4

1.994,9

 

Extrapolatie

     

1.965,0

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

928,0

‒ 433,8

‒ 89,9

‒ 49,3

‒ 11,7

21,6

Stand Voorjaarsnota 2022

3.788,9

1.952,3

1.955,7

1.973,1

1.983,2

1986,5

       

Mutaties Besluitvorming Miljoenennota

89,8

12,7

14,5

10,7

8,6

6,2

Terugontvangsten uitvoeringskosten

87,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Diversen

2,1

12,7

14,5

10,7

8,6

6,2

       

Technische Mutaties Miljoenennota

2.296,0

192,1

1,5

‒ 36,6

‒ 126,4

‒ 202,2

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

2.258,5

192,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Corona

43,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Desalderingen

‒ 5,6

‒ 0,6

1,5

‒ 36,6

‒ 126,4

‒ 202,2

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

       

Niet-plafondrelevant

115,3

143,7

138,2

134,5

134,5

134,5

Werkgeversbijdrage kinderopvang

114,5

143,7

138,2

134,5

134,5

134,5

Bijstelling Rijksbijdragen

0,8

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

       

Stand Miljoenennota 2023

6.290,0

2.300,8

2.109,9

2.081,7

1.999,8

1.925,0

Uitgaven

Mutaties Besluitvorming t/m Voorjaarsnota 2022

Deze post bevat alle uitgavenmutaties op begrotingshoofdstuk 15 tussen de Miljoenennota 2022 en de Voorjaarsnota 2022. Deze mutaties zijn afzonderlijk toegelicht in de Startnota en de Voorjaarsnota (VJN). Onder deze post valt de destijds aangekondigde verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) en de doorwerking daarvan op alle gekoppelde uitkeringen op hoofdstuk 15. Daarnaast is de raming voor de bijstand bij Voorjaarsnota naar beneden bijgesteld (-440 miljoen euro in 2027) als gevolg van de lagere werkloosheidsraming van het CPB (CEP, maart 2022). Verder zijn bij Voorjaarsnota middelen toegevoegd voor de implementatie van de aanbevelingen van de Commissie Roemer over de bescherming van arbeidsmigranten (55 miljoen euro in 2027). Tot slot zijn er bij Voorjaarsnota middelen toegevoegd om vanaf 2023 de koppeling gewerkte uren (KGU) in de kinderopvangtoeslag los te laten (106 miljoen euro in 2027).

Mutaties Besluitvorming Miljoenennota

Versnelde verhoging wettelijk minimumloon

Het bruto minimumloon wordt versneld verhoogd met 8,05 procent per 1 januari 2023. Hiermee wordt de volledige verhoging van 7,5 procent in drie stappen, zoals bij Voorjaarsnota besloten, naar voren gehaald en wordt het bruto minimumloon beleidsmatig verder verhoogd met 0,55 procent. Inclusief de reguliere indexatie per 1 januari 2023 stijgt het minimumloon per 1 januari 2023 met ruim 10 procent. De gehele verhoging wordt verwerkt door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Hierdoor stijgen alle aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen automatisch mee, ook het zittend bestand in de loongerelateerde uitkeringen (WIA, WAO, WW, ZW en verlofregelingen). Dit leidt tot extra structurele uitkeringslasten. De mutaties ten opzichte van Voorjaarsnota zijn zichtbaar in de verticale toelichtingen bij begrotingshoofdstukken 15, 40 en 83.

Verhoging kinderopvangtoeslag naar 96%

In het coalitieakkoord is afgesproken om vanaf 2025 de kinderopvangtoeslag voor alle werkende ouders vast te stellen op een vergoedingspercentage van 95%. In aanvulling hierop heeft het kabinet in de Miljoenennota besloten om dit vergoedingspercentage te verhogen naar 96%. Hierdoor behouden de laagste inkomens hun huidige vergoeding bij de hervorming naar een nieuw stelsel voor kinderopvang.

Flankerend beleid

Naast de maatregelen die het kabinet neemt om de koopkracht van lagere inkomens te ondersteunen, wordt er in totaal 200 miljoen euro beschikbaar gesteld voor flankerend beleid. In 2022 wordt er 50 miljoen euro extra budget beschikbaar gesteld voor de bijzondere bijstand. Dit bedrag wordt rechtstreeks toegevoegd aan de Algemene Uitkering van het Gemeentefonds. De overige maatregelen uit het flankerend beleid voor 2023 en 2024 worden nog verder uitgewerkt.

Verhoging Wet kindgebonden budget koopkracht (WKB)

Het kabinet verhoogt het kindgebonden budget per 2023. Deze verhoging ziet op drie onderdelen. Het bedrag voor het derde kind en verder wordt verhoogd, zodat deze gelijk is aan het bedrag voor het tweede kind (een verhoging van 105 euro). De rest van het budget wordt gelijk verdeeld over alle kindbedragen en de verhoging van de alleenstaande ouder-kop (ALO-kop). Dit verhoogt deze bedragen met 335 euro. Deze maatregel wordt geïmplementeerd in 2023 en wordt in de daaropvolgende jaren stapsgewijs afgebouwd. Per 2028 resteert structureel een verhoging van 100 miljoen euro van het kindgebonden budget.

Caribisch Nederland koopkracht

Ook in Caribisch Nederland is het noodzakelijk om koopkrachtmaatregelen te nemen. Dit wordt gedaan door per 1 januari 2023 de kinderbijslag extra te verhogen met 10 dollar per maand (bovenop de reeds voorgenomen verhoging van 10 dollar per maand), de eigen bijdrage voor kinderopvang te verlagen met 25 dollar per maand voor de dagopvang en 10 dollar per maand voor de buitenschoolse opvang en de AOV in één keer te verhogen tot het niveau van het ijkpunt voor het sociaal minimum. De AOV-verhoging is daarmee een versnelling ten opzichte van het oorspronkelijke reeds voorgestelde tijdspad om de AOV deze kabinetsperiode op niveau te brengen. Tot slot wordt de energietoeslag van 1300 euro voor Europees Nederland doorvertaald naar Caribisch Nederland.

Wajong

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV worden de uitgaven aan de Wajong meerjarig naar beneden bijgesteld. De bijstelling schommelt tussen ‒ 74 miljoen euro in 2022 en ‒ 58 miljoen euro in 2027. Dit komt met name door een correctie van de rekenregels m.b.t. loondispensatie in het dit jaar herziene ramingsmodel. Daarnaast vallen de uitgaven lager uit doordat het aantal personen met een Wajong-uitkering naar verwachting afneemt. Hier tegenover staat wel een beperkte stijging van de gemiddelde uitkering doordat minder Wajong-gerechtigden arbeidsvermogen hebben en daardoor vaker een volledige Wajong-uitkering krijgen.

Kinderopvangtoeslag

Op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst en de recente economische raming van het CPB worden de uitgaven aan kinderopvangtoeslag meerjarig naar boven bijgesteld. De uitgaven worden naar boven bijgesteld door een verwachte toename van het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang en van het aantal uren kinderopvang per kind. Dit heeft onder meer te maken met een lager geraamde werkloosheid ten opzichte van de raming bij de Voorjaarsnota. Per saldo stijgen de uitgaven aan kinderopvangtoeslag met circa 200 miljoen euro in 2027.

Algemene kinderbijslagwet (AKW)

Bij de eerste suppletoire begroting is de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) op het prijspeil van 2022 gebracht. Uiteindelijk is de inflatie lager uitgevallen dan eerder werd verwacht. Dit is gecorrigeerd en leidt tot lagere uitgaven aan de AKW oplopend tot 60 miljoen euro in 2027.

Wet kindgebonden budget (WKB)

Op basis van de recente economische raming van het CPB worden de uitgaven aan het kindgebonden budget bijgesteld. Een stijging van de inkomens in 2022 en 2023 ten opzichte van de Voorjaarsnota zorgt voor neerwaartse bijstellingen van 43 miljoen euro in 2022 en 37 miljoen euro in 2023.

Inzet loon- en prijsbijstelling

Op basis van uitvoeringsinformatie en de recente raming van het CPB is er sprake van een per saldo tegenvaller onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Een deel van de dekking hiervoor wordt gevonden door inzet van middelen voor loon- en prijsbijstelling.

Enveloppe arbeidsmarkt armoede en schulden

Vanuit de coalitieakkoord enveloppe arbeidsmarkt, armoede en schulden op de aanvullende post (AP) worden er middelen overgeheveld naar de begroting van SZW voor de bekostiging van zeven bestedingsvoorstellen: de aanpak geldzorgen, armoede en schulden (73 miljoen euro structureel); het scholingsbudget WW (structureel 14 miljoen euro); het verlengen tot en met 2023 van de regionale mobiliteitsteams (incidenteel 86 miljoen euro); re-integratie kwetsbare jongeren (structureel 15 miljoen euro), aanpak laaggeletterdheid (structureel 5 miljoen euro); de incidentele bekostiging van de onderwijsroute inburgering (cumulatief 35 miljoen euro) en apparaatskosten voor SZW (structureel 5 miljoen euro).

Kinderopvangtoeslag Coalitieakkoord

In het Coalitieakkoord is het voornemen vastgelegd om per 1 januari 2025 een inkomensonafhankelijke kinderopvangtoeslag in te voeren waarbij werkende ouders een vergoeding ontvangen van 95%. Daarnaast wordt de toeslag direct uitgekeerd aan kinderopvanginstellingen. Hiertoe wordt een bedrag dat oploopt tot 2,1 miljard euro in 2027 overgeheveld van de aanvullende post (AP) naar de SZW-begroting.

Leven lang leren

In het Coalitieakkoord is cumulatief 500 miljoen euro (4 x 125 miljoen euro) gereserveerd voor een leven lang leren. Deze middelen worden overgeheveld van de aanvullende post (AP) naar de SZW-begroting. Het doel van deze middelen is om de doelgroep praktisch geschoolden meer toegang tot scholing te bieden ten behoeve van Leven Lang Ontwikkelen. Daarom wordt er met deze middelen een compartiment ingericht binnen de huidige STAP-regeling voor scholingsaanvragen van mensen t/m mbo-4.

Werk aan Uitvoering (WaU)

Vanuit de coalitieakkoord enveloppe Werk aan Uitvoering (WaU) zijn middelen beschikbaar voor het verbeteren van de uitvoering en dienstverlening. Een deel van deze middelen wordt overgeboekt van de aanvullende post (AP) naar de begroting van SZW. Met de middelen wordt, onder andere, geïnvesteerd in de digitalisering van de SVB en het programmabureau WaU (onderdeel van SZW) om de dienstverlening van de overheid te verbeteren (25 miljoen euro in 2027).

Diversen

Deze post bestaat uit diverse relatief kleinere mutaties. Het gaat onder andere om lagere verwachte uitgaven aan de Wet Inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) en de Toeslagenwet (TW) op basis van de juninota van het UWV en de recente werkloosheidsraming van het CPB.

Technische Mutaties Miljoenennota

Overboekingen andere begrotingen

Hieronder vallen diverse overboekingen van en naar andere begrotingen. Onder deze post valt onder meer een overboeking van SZW naar het Gemeentefonds ten behoeve van maatschappelijke begeleiding van 35 miljoen euro in 2022.

Uitdelen nominale ontwikkeling

De uitkeringshoogte van de begrotingsgefinancierde regelingen op hoofdstuk 15 wordt aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling. Met deze mutaties worden deze regelingen op het prijspeil van 2022 gebracht.

Oekraïne

Oekraïense ontheemden kunnen, indien zij werken, aanspraak maken op kinderopvangtoeslag (ook indien iemand werkt en diegene een partner heeft buiten de EU), kinderbijslag en kindgebonden budget. Hiervoor zijn de uitgaven aan deze regelingen naar boven bijgesteld. Het betreft hier de verwachte hogere uitgaven aan de AKW, WKB en KOT tezamen tot en met het tweede kwartaal van 2023 (in totaal 51 miljoen euro in 2023).

Kasschuiven

Op de SZW-begroting zijn enkele kasschuiven verwerkt. De voornaamste kasschuif vindt plaats bij subsidieregeling Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) om het beschikbare budget in lijn te brengen met de verwachte uitgaven en beschikkingen.

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

Ieder jaar vindt tussen SZW en UWV een afrekening per NOW-tranche plaats, waarbij het door SZW aan UWV beschikbaar gestelde bedrag voor de uitbetaling van NOW-subsidies wordt vergeleken met wat op dat moment de inschatting is van de totale NOW-uitgaven per tranche (dat wil zeggen nadat alle vaststellingen hebben plaatsgevonden). Op basis van de afrekening die heeft plaatsgevonden in 2022 en de verwachte afrekening voor 2023, zijn de totale uitgaven met 3,8 miljard euro naar beneden bijgesteld en de ontvangsten met 2,3 miljard euro naar boven bijgesteld. Dat betekent per saldo lagere NOW-lasten van 6,1 miljard euro. De NOW-raming valt per saldo lager uit doordat er meer NOW wordt teruggevorderd dan eerder verwacht. Dit is met name gebaseerd op de vaststellingen van de NOW-1 en NOW-2.

Bijstelling bijstand

Op basis van uitvoeringsinformatie van de gemeentes en de recente economische raming van het CPB worden de uitgaven aan bijstand neerwaarts bijgesteld. Dit komt voornamelijk doordat het werkloosheidsniveau in 2022 en 2023 lager uitkomt dan verondersteld bij Voorjaarsnota.

Desalderingen

Desalderingen hebben als doel om zowel de uitgaven als ontvangsten bij te stellen. De grootste desaldering betreft een uitsplitsing naar uitgaven en ontvangsten bij de Kinderopvangtoeslag in 2025-2027. In het coalitieakkoord is afgesproken om vanaf 2025 de kinderopvangtoeslag voor alle werkende ouders op 95% te zetten en om directe financiering in te voeren. Met directe financiering kan beter worden aangesloten op de actuele opvangsituatie van ouders, zoals het aantal uren gebruik van kinderopvang. Dit leidt tot minder nabetalingen (er zijn ook minder terugvorderingen, zie hiervoor de tabel bij H15 ontvangsten).

Corona

De corona uitgaven (exclusief NOW) worden neerwaarts bijgesteld in 2022. Op basis van realisaties 2021 wordt de verwachte doorstroom vanuit de Tozo naar de Bbz lager ingeschat. Daarnaast wordt de uitvoeringstermijn voor de subsidieregeling Nederland Leert Door verlengt naar 20 maanden en wordt de eindafrekening daarmee doorgeschoven naar 2023.

Diversen

Deze post bestaat uit enkele overboekingen naar andere uitgavenplafonds.

Niet plafondrelevant

Bijstelling Rijksbijdragen

Deze post bestaat uit verschillende mutaties van rijksbijdragen aan sociale fondsen. Meerjarig vallen vooral de verwachte Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) AOW en de verwachte rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds hoger uit.

Ontvangsten

Mutaties Besluitvorming t/m Voorjaarsnota 2022

Deze post bevat alle ontvangstenmutaties op begrotingshoofdstuk 15 tussen de Miljoenennota 2022 en de Voorjaarsnota 2022. Deze mutaties zijn afzonderlijk toegelicht in de Startnota en de Voorjaarsnota. Het gaat meerjarig vooral om lagere terugontvangsten bij de kinderopvangtoeslag (16 miljoen euro in 2027 VJN) en lagere ontvangsten bij de Wet Kindgebonden Budget (WKB) (13 miljoen euro in 2027). Daarnaast zijn bij Voorjaarsnota de terugontvangsten op de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) met 1,7 miljard euro opwaarts bijgesteld in 2022 (VJN).

Mutaties Besluitvorming Miljoenennota

Terugontvangsten uitvoeringskosten

De eindafrekening van de uitvoeringkosten over 2021 leidt tot een terugontvangst op de SZW-begroting in 2022. UWV en SVB hadden in 2021 een groter voorschot gekregen dan benodigd.

Diversen

Onder deze post vallen bijstellingen van de terugontvangsten van onder andere de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget.

Technische Mutaties Miljoenennota

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

Ieder jaar vindt tussen SZW en UWV een afrekening per NOW-tranche plaats, waarbij het door SZW aan UWV beschikbaar gestelde bedrag voor de uitbetaling van NOW-subsidies wordt vergeleken met wat op dat moment de inschatting is van de totale NOW-uitgaven per tranche (dat wil zeggen nadat alle vaststellingen hebben plaatsgevonden). Op basis van de afrekening die heeft plaatsgevonden in 2022 en de verwachte afrekening voor 2023, zijn de totale uitgaven met 3,8 miljard euro naar beneden bijgesteld en de ontvangsten met 2,3 miljard euro naar boven bijgesteld. Dat betekent per saldo lagere NOW-lasten van 6,1 miljard euro. De NOW-raming valt per saldo lager uit doordat er meer NOW wordt teruggevorderd dan eerder verwacht. Dit is met name gebaseerd op de vaststellingen van de NOW-1 en NOW-2.

Corona

Onder deze post (exclusief NOW) vallen onder andere de terugontvangsten van het UWV op basis van de eindafrekening van de regeling scholingsbudget WW (t/m 2021). Daar komt in 2022 in totaal 4,9 miljoen euro van terug. Daarnaast bevat deze post de eindafrekening van de uitvoeringskosten van UWV van de NOW en de crisisdienstverlening (35,2 miljoen euro aan terugontvangsten).

Desalderingen

Desalderingen hebben als doel om zowel de uitgaven als ontvangsten bij te stellen. De grootste desaldering betreft een uitsplitsing naar uitgaven en ontvangsten bij de Kinderopvangtoeslag in 2025-2027. In het coalitieakkoord is afgesproken om vanaf 2025 de kinderopvangtoeslag voor alle werkende ouders op 95% te zetten en om directe financiering in te voeren. Met directe financiering kan beter worden aangesloten bij de actuele opvangsituatie van ouders, zoals het aantal uren gebruik van kinderopvang. Dit leidt tot minder terugvorderingen en daarmee ook lagere ontvangsten (er zijn ook minder nabetalingen, zie hiervoor de tabel bij H15 uitgaven).

Niet-plafondrelevant

Werkgeversbijdrage kinderopvang

De werkgeversbijdrage kinderopvang is een vast percentage van de totale loonsom. De totale loonsom is naar boven bijgesteld. Dit leidt tot hogere ontvangsten werkgeversbijdrage.

Bijstelling Rijksbijdragen

Deze post bevat de afrekening van het UWV over 2021 met betrekking tot de arbeidsongeschiktheidstegemoetkomingen en de ZEZ-uitkering (Zelfstandige en zwanger).

Licence