Op 4 april 2023 heeft een beleidsdebat van de Eerste Kamer met de ministers van Financiën en Economische Zaken en Klimaat over fondsen plaatsgevonden. De minister van Financiën heeft de Eerste Kamer in het debat een overzicht van de diverse fondsen op de Rijksbegroting toegezegd. Het fondsenoverzicht geeft eenmalig - alleen deze Miljoenennota - invulling aan deze toezegging. Daarbij gaat het om fondsen in de brede zin van het woord. Het fondsenoverzicht is ingedeeld in twee onderdelen, te weten onderdeel A en onderdeel B.
Onderdeel A bevat begrotingsfondsen op grond van artikel 2.11 van de CW 2016, revolverende fondsen, en andere daadwerkelijke fondsconstructies. Begrotingsfondsen werken in beginsel net als andere posten op de Rijksbegroting. Het is niet zo dat op één moment in de tijd kapitaal wordt geïnvesteerd, zoals de term fonds in de volksmond impliceert. Uitgaven en ontvangsten worden net als andere posten zo realistisch mogelijk geraamd op de Rijksbegroting. Begrotingsfondsen tellen net als andere begrotingen mee als totale geraamde uitgaven van de Rijksoverheid in een begrotingsjaar. Afgezet tegen de geraamde inkomsten van het Rijk leidt dat tot een saldo en een kapitaalbehoefte, wat van invloed is op de staatschuld. Vaak is er ook sprake van structureel geld. Het belangrijkste verschil met de departementale begrotingen is een instellingswet nodig is voor de oprichting en dat over- of onderbesteding via het uit de wet volgende fondssaldo wordt meegenomen naar het volgende begrotingsjaar. Voorbeelden van begrotingsfondsen zijn het Mobiliteitsfonds, Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Sommige begrotingsfondsen zijn zogeheten verdeelfondsen, en ooit opgericht om algemene middelen aan andere onderdelen van de overheid te verdelen. Voorbeelden hiervan zijn het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BES-fonds. Revolverende fondsen worden - na een eerste storting - gevoed door inkomsten die terugkomen van bijvoorbeeld leningen die het fonds eerder heeft uitgegeven. Revolverende fondsen kunnen op de Rijksbegroting worden beheerd, waarbij de inkomsten en uitgaven via het budgetrecht aan uw Kamer worden voorgelegd. Een voorbeeld hiervan is het Dutch Good Growth Fund. Daarnaast zijn er revolverende fondsen zich buiten de Rijksbegroting bevinden na een initiële storting via de Rijksbegroting, zoals het Toekomstfonds. Met daadwerkelijk fondsconstructies wordt bedoeld dat er sprake is van beheerd kapitaal waarmee activiteiten worden gefinancierd. Dit verschilt van een revolverend fonds buiten de Rijksbegroting wanneer er geen afspraken zijn dat de middelen terug keren om opnieuw te worden geïnvesteerd.
Onderdeel B bevat reguliere budgetten op de Rijksbegroting die fonds heten. In sommige gevallen is er sprake van 100%-eindejaarsmarge, waardoor een regulier budget zich in de praktijk gedraagt als middelen op een begrotingsfonds. In andere gevallen is de keuze voor het woord fonds puur semantisch en zijn er geen gevolgen voor de begrotingssystematiek.
Onderdeel A
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Financiering van Nederlands midden- en kleinbedrijf dat ontwikkelingsrelevante investeringen wil doen in lage- en middeninkomenslanden. |
Oprichtingsjaar | 2014 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | Invest International |
Einddatum | Onbepaald |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 10,0 mln. |
2023: 28,0 mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het betreft een subsidieregeling die namens de minister wordt uitgevoerd door Invest International. De rijksbijdrage revolveert bij Invest International. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | Invest International |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van een opdrachtovereenkomst. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Financiering van midden- en kleinbedrijf in lage- en middeninkomenslanden. |
Oprichtingsjaar | 2014 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | Triple Jump/PwC |
Einddatum | Onbepaald |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 54,3 mln. |
2023: 34,0 mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het fonds wordt als een lening verstrekt aan het consortium Triple Jump/PwC. De rijksbijdrage revolveert bij het consortium. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | Triple Jump/PwC |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van een opdrachtovereenkomst. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Financiering van Nederlandse bedrijven voor investeringen in niet-ontwikkelingslanden. |
Oprichtingsjaar | 2016 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | Invest International |
Einddatum | Onbepaald |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: - mln. |
2023: 17,0 mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | n.v.t. |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het betreft een subsidieregeling die namens de minister wordt uitgevoerd door Invest International. De rijksbijdrage revolveert bij Invest International. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | Invest International |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van een opdrachtovereenkomst. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het (deels) financieren van infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden. |
Oprichtingsjaar | 2001 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | FMO |
Einddatum | 2028 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 20,0 mln. |
2023: - mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | n.v.t. |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds is als een subsidie verstrekt aan FMO. De rijksbijdrage revolveert bij FMO. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | FMO |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het verbeteren van toegang tot financiering voor het MKB in ontwikkelingslanden. |
Oprichtingsjaar | 2006 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | FMO |
Einddatum | 2026 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: - mln. |
2023: - mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds is als een subsidie verstrekt aan FMO. De rijksbijdrage revolveert bij FMO. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 2-3 keer |
Wie is de uitvoerder? | FMO |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het Access to Energy Fund is opgericht met als doel energietoegang voor mensen in ontwikkelingslanden te vergroten. Met behulp van risicodragend kapitaal maakt AEF investeringen in hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden «bankable». |
Oprichtingsjaar | 2006 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | FMO |
Einddatum | 2028 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 2.3 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 5,0 mln. |
2023: - mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | 2023 |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds is als een subsidie verstrekt aan FMO. De rijksbijdrage revolveert bij FMO. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | FMO |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Climate Investor One is door FMO ontworpen om private investeringen in hernieuwbare energie projecten in ontwikkelingslanden verder te versnellen. |
Oprichtingsjaar | 2012 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | FMO |
Einddatum | 2037 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 2.3 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: - mln. |
2023: - mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | 2023 |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds is als een subsidie verstrekt aan FMO. De rijksbijdrage revolveert bij FMO. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | FMO |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het Dutch Fund for Climate and Development is een fonds voor klimaatactie in ontwikkelingslanden gericht op het tegengaan van klimaatverandering en versterking van de weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering, als uitvloeisel van de Nederlandse toezeggingen onder de Overeenkomst van Parijs. |
Oprichtingsjaar | 2019 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | FMO |
Einddatum | 2037 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 2.3 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 53,0 mln. |
2023: 11,0 mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | 2023 |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds is als een subsidie verstrekt aan FMO. De rijksbijdrage revolveert bij FMO. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 0-1 keer |
Wie is de uitvoerder? | FMO |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het Private Sector Window van dit fonds richt zich op innovatieve financiering met als doel commerciële mogelijkheden van het MKB en kleinere boerenbedrijven in de logica van lokale, nationale en internationale productketens te ontwikkelen |
Oprichtingsjaar | 2012 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | IFC |
Einddatum | 2026 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 2.1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: - mln. |
2023: - mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds is als een bijdrage verstrekt aan IFC. De rijksbijdrage revolveert bij IFC. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1 keer |
Wie is de uitvoerder? | IFC |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht is op basis van de bijdrage overeenkomst. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Ontwikkelen en financieren van private infrastructuur in ontwikkelingslanden. |
Oprichtingsjaar | 2002 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | Private Infrastructure Development Group |
Einddatum | Onbepaald |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 27,525 mln. |
2023: - mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds wordt verstrekt op basis van een overeenkomst voor een geconditioneerde lening. De rijksbijdrage revolveert bij de uitvoerder. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | Private Infrastructure Development Group |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Toezicht wordt uitgevoerd op basis van de overeenkomst voor een geconditioneerde lening. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Ondersteuning van kleine boeren in Afrika met de financiering van noodzakelijke activa. |
Oprichtingsjaar | 2018 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | One Acre Fund |
Einddatum | 2032 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: - mln. |
2023: 14,25 mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverende fonds is als een subsidie verstrekt. De rijksbijdrage revolveert bij One Acre Fund. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 1-2 keer |
Wie is de uitvoerder? | One Acre Fund |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht wordt uitgevoerd op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het fonds dient ter financiering van een programma voor versterking van en toegang tot financiële diensten voor kleine boeren en MKB in de agrarische sector in ontwikkelingslanden in samenwerking met het internationale bedrijfsleven. |
Oprichtingsjaar | 2019 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | IDH Farm Fit Fund B.V. |
Einddatum | 2034 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 8,445 mln. |
2023: - mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverende fonds is als een subsidie verstrekt. De rijksbijdrage revolveert bij Farm Fit Fund. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 0-1 keer |
Wie is de uitvoerder? | IDH Farm Fit Fund B.V. |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht wordt uitgevoerd op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het AGRI3 Fund heeft tot doel banken, andere financiële instellingen enlandbouwbedrijven te stimuleren zakenmodellen te ontwikkelen metbosbescherming, herbebossing en implementatie van innovatieve landbouwoplossingen terwijl de levensstandaard van lokale boeren wordt verbeterd. |
Oprichtingsjaar | 2020 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking |
Fondsbeheerder | Stichting Title Holder Agri3 |
Einddatum | 2039 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 17, artikel 2.3 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 9,56 mln. |
2023: 5,82 mln. | |
2024: - mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | n.v.t. |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverend fonds is als een subsidie verstrekt aan de uitvoerder. De rijksbijdrage revolveert bij de uitvoerder. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | 0-1 keer |
Wie is de uitvoerder? | Stichting Title Holder Agri3 |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Het toezicht wordt uitgevoerd op basis van de subsidiebeschikking. |
Beheerskosten en de kostenratio | Niet beschikbaar |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Middelen uitkeren aan gemeenten |
Oprichtingsjaar | 1929 |
Verantwoordelijk minister | De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met Minister van Financiën (gedelegeerd aan staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) |
Fondsbeheerder | Zie verantwoordelijk minister |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 50, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 40.736,1 mln. |
2023: 40.884,2 mln. | |
2024: 39.615,8 mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | n.v.t. |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | |
Website | www.rijksoverheid.nl/financien-gemeenten-en-provincies/gemeentefonds |
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Middelen uitkeren aan provincies |
Oprichtingsjaar | 1948 |
Verantwoordelijk minister | De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met Minister van Financiën (gedelegeerd aan staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) |
Fondsbeheerder | Zie verantwoordelijk minister |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 51, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 2.833,5 mln. |
2023: 3.066,5 mln. | |
2024: 3.007,8 mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | n.v.t. |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | |
Website | www.rijksoverheid.nl/financien-gemeenten-en-provincies/provinciefonds |
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Bijdragen Rijk aan de Caribische openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Oprichtingsjaar | 2010 |
Verantwoordelijk minister | De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Fondsbeheerder | De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 4, beleidsartikel BES-fonds, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 67,1 mln. |
2023: 73,1 mln. | |
2024: 71,2 mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | Evaluatie financieel beheer BES (2023), evaluatie dient nog uitgevoerd te worden. Onderzoek naar de eilandelijk taken en financiering BES-Fonds (2023), evaluatie wordt nog opgeleverd, verwachting eind augustus 2023. |
Website | n.v.t. |
Type | (Een nog niet) revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het verstrekken van hypothecaire geldleningen aan eigenaarbewoners met een urgent funderingsprobleem. |
Oprichtingsjaar | 2017 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Fondsbeheerder | Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | n.v.t. |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | Niet van toepassing, eenmalige storting van €20 miljoen. |
2022: 0 mln. | |
2023: 0 mln. | |
2024: 0 mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | n.v.t. |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Nog niet revolverend wel intentie. Het fonds verstrekt hypothecaire geldleningen aan eigenaarbewoners en krijgt rente-inkomsten van leningnemers waarmee de fondskosten gedekt kunnen worden en in de toekomst ook nieuwe leningen mee verstrekt kunnen worden. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | Nog niet revolverend |
Wie is de uitvoerder? | n.v.t. |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Er is een bestuur en een raad van toezicht. |
Beheerskosten en de kostenratio | n.v.t. |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Type | (Deels) revolverend fonds |
---|---|
Doel | Bevorderen van het herstel en behoud van gebouwd erfgoed in Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het Nationaal Restauratiefonds (hierna: NRF) en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de bewindspersoon van OCW, hebben daartoe een koepelovereenkomst (laatst ge-update in 2021) en sub-contracten afgesloten. Dit zijn de kaders die richting geven aan het NRF om de werkzaamheden voor het ministerie van OCW uit te voeren. De kern van die werkzaamheden bestaat uit:• het verstrekken van financieringen (restauratie, verduurzaming en herbestemming) aan eigenaren van rijksmonumenten en overige monumenten, waaronder provinciale en gemeentelijke monumenten;• het verstrekken van aanvullende leningen onder de achterborgovereenkomst;• het uitbetalen van subsidies;• en het verstrekken van informatie en het delen van kennis over de financiële en procesmatige aspecten van herstel en behoud (instandhouding) van monumenten.Inmiddels beheert het NRF namens publieke en private organisaties circa dertigtal fondsen en subsidieregelingen van waaruit het NRF eigenaren helpt aan leningen voor onderhoud, restauratie, verduurzaming of herbestemming. |
Oprichtingsjaar | 1985 |
Verantwoordelijk bewindspersoon | Staatssecretaris Cultuur en Media |
Fondsbeheerder | Stichting Nationaal Restauratiefonds |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk VIII, artikel 14 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 152,6 mln. |
2023: P.M. (tot op heden: EUR 125,8 mln.) | |
2024: P.M. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | De minister van OCW informeert de Tweede Kamer over het NRF via periode evaluaties erfgoedbeleid, beleidsbrieven en de 4 jaarlijkse Erfgoedbalans. De Erfgoedbalans is het volgens de Erfgoedwet (en de Omgevingswet) voorgeschreven vierjaarlijkse rapport over ‘de ontwikkeling van de staat van het cultureel erfgoed in Nederland’. |
2015: De 10 succesfactoren van 30 jaar Restauratiefonds, 30 jaar revolverend financieren | |
2018: Samenhangende evaluatie van het financiële stelsel voor monumentenzorg | |
2022: Eindrapport van de Beleidsdoorlichting Erfgoed (inclusief onderdeel Erfgoedbalans) | |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het revolverende fonds krijgt een startkapitaal, in dit geval van de overheid, waaruit geld wordt geleend aan eigenaren van monumenten. Zij betalen het geld met rente en aflossing terug. Zo kan dezelfde subsidie-euro steeds weer opnieuw worden ingezet. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | De eerste euro uit het Revolving Fund wordt inmiddels voor de 4e keer uitgegeven. Door het ronddraaiende monumentengeld kunnen wederom eigenaren geholpen worden bij de restauratie, verduurzaming of herbestemming van hun monument. |
Wie is de uitvoerder? | Stichting Nationaal Restauratiefonds |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | • Het NRF kent een RvT bestuursmodel met een vijftal Raad van Toezicht leden. De minister heeft goedkeuringsbevoegdheid bij de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht, de directeur en statutenwijzigingen.• In de Koepelovereenkomst tussen OCW en NRF is vastgelegd dat OCW de kwartaalrapportages en jaarverslagen van het NRF krijgt. Deze stukken worden besproken in de 4-jaarlijkse toezicht-overleggen tussen OCW, RCE en NRF.• OCW, RCE en NRF komen 4-jaarlijks bijeen in het Beleidsoverleg. Dan worden beleidsonderwerpen besproken van strategisch niveau dan wel operationeel.• Verder is het NRF een financier en valt daarmee onder toezicht van de AFM en DNB. Het NRF heeft een Wft-vergunning van de AFM voor het aanbieden van hypothecair krediet. De DNB houdt wat betreft het NRF toezicht op de uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).• Bovendien vindt er informeel veel afstemming en samenwerking plaats met het NRF. De (financiële) kennis van het NRF wordt door OCW zo veel mogelijk benut bij beleidsvorming en opzetten van nieuwe regelingen. Ook heeft het NRF veel contact met monumenteneigenaren en ook die ervaringen zijn voor ons (inclusief de RCE) van grote waarde. |
Beheerskosten en de kostenratio | Het NRF draagt er zorg voor dat de uitvoeringskosten doelmatig en rechtmatig zijn. De RvT houdt scherp zicht op de organisatie op dit onderwerp m.b.v. rapportering (kwartaalrapportages en Jaarrekening). De uitvoeringskosten worden ieder jaar voldaan uit de baten van dat jaar t.b.v. de door het NRF namens de bewindspersoon uitgevoerde activiteiten (rente op leningen plus behandelkosten bij zowel particuliere als zakelijke klanten). De werkzaamheden van het NRF zijn breed. Dat betekent dat NRF ook taken uitvoert die niet kostendekkend zijn (zoals informeren van eigenaren en het uitbetalen van subsidies). Echter het uitvoeren van deze taken draagt wel bij aan het behalen van het beleidsdoel. Indien in enig jaar de uitvoeringskosten niet op de wijze kunnen worden voldaan, dan kan het NRF een Instellingssubsidie aanvragen. |
Ministerie van Defensie
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Het DMF zorgt voor de financiering en de bekostiging van de investeringen en de instandhouding van het materieel, de infrastructuur en het vastgoed en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel wordt beter voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en de bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de infrastructuur en het vastgoed en de IT-middelen van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbestendige begroting |
Oprichtingsjaar | 2021 |
Verantwoordelijk minister | Minister van Defensie |
Fondsbeheerder | Defensie |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk K |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 4.953,8 mln. |
2023: 6.282,3 mln. | |
2024: 10.723,7 mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld. |
Website | n.v.t. |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Het fonds heeft ten doel het faciliteren van de bereikbaarheid van heel Nederland door veilige, innovatieve en duurzame mobiliteit van personen en goederen door middel van financiering en bekostiging van:a.aanleg, verbetering, beheer en onderhoud en bediening van infrastructuur die door het Rijk wordt beheerd;b.aanleg, verbetering, beheer en onderhoud en bediening van infrastructuur die niet door het Rijk wordt beheerd;c.maatregelen en voorzieningen waarmee wordt beoogd de doelmatigheid of de veiligheid van het gebruik van infrastructuur als bedoeld in de onderdelen a en b, te vergroten; end.het inwinnen, bewerken en verspreiden van met onderdeel a samenhangende basisinformatie, onderzoek ter voorbereiding van maatregelen of voorzieningen als bedoeld in de onderdelen a, b en c, en proefprojecten en experimenten gericht op maatregelen of voorzieningen als bedoeld in de onderdelen a, b en c. |
Oprichtingsjaar | 2020 (daarvoor Infrastructuurfonds) |
Verantwoordelijk minister | Minister van Infrastructuur en Waterstaat |
Fondsbeheerder | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | A |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 7.451,1 mln. |
2023: 7.808,1 mln. | |
2024: 9.883,3 mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | n.v.t. |
Website | n.v.t. |
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoog water en de zoetwatervoorziening op orde te houden. Het financieel fundament onder het Deltaprogramma is het Deltafonds. |
Oprichtingsjaar | 2013 |
Verantwoordelijk minister | Minister van Infrastructuur en Waterstaat |
Fondsbeheerder | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | J |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 1.114,0 mln. |
2023: 1.538,0 mln. | |
2024: 1.650,2 mln. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | 2016: Evaluatie Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening |
Website |
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Het doel van het fonds is het beschikbaar stellen van financiële middelen om het duurzaam verdienvermogen te vergroten door het doen van investeringen op het gebied van (1) kennisontwikkeling en (2) onderzoek, ontwikkeling en innovatie. |
Oprichtingsjaar | 2021: Het NGF begon als een niet-departementale begroting in 2021. In 2023 werd het een begrotingsfonds. |
Verantwoordelijk minister | De Minister van Economische Zaken en Klimaat |
Fondsbeheerder | De Minister van Economische Zaken en Klimaat en De Minister van Financiën |
Einddatum | 2028 |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk L |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: n.v.t. Het NGF kent een systematiek, waarbij in verschillende rondes de voorgestelde projecten worden beoordeeld en zo mogelijk gehonoreerd. Als een project een positieve beoordeling krijgt, worden de toegekende middelen via het voedingsartikel (artikel 6 van HXIII) overgeheveld naar andere artikelen of begrotingshoofdstukken. In de begroting van het Nationaal Groeifonds (Hoofdstuk L) worden de overhevelingen en projecten toegelicht. Van de initieel beschikbaar gestelde € 20 mld voor het Nationaal Groeifonds is bij OB 2024 nog ca. € 8,2 mld beschikbaar (zie Tabel 1 van Hoofdstuk L voor het jaar 2024). |
2023: n.v.t. | |
2024: n.v.t. | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | Er heeft nog geen evaluatie plaatsgevonden. In 2024 wordt de eerste, tussentijdse evaluatie van het Nationaal Groeifonds afgerond, met bijzondere aandacht voor de governance van het Nationaal Groeifonds. |
Website |
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | Het Toekomstfonds is onderdeel van het bedrijvenbeleid zoals beschreven in de EZK-begroting (H XIII, artikel 2), en richt zich op het vergroten en beschikbaar stellen van (risico)financiering voor bedrijven en onderzoek. Het beoogt de innovatiekracht van Nederland te versterken en mogelijk te maken door hetbeschikbaar stellen van financiering voor het innovatief en snelgroeiend mkb en voor fundamenteel en toegepast onderzoek. |
Oprichtingsjaar | 2014 |
Verantwoordelijk minister | De Minister van Economische Zaken en Klimaat |
Fondsbeheerder | De Minister van Economische Zaken en Klimaat |
Einddatum | Geen einddatum |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk XIII, artikel 3 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 136,2 mln (Er is strikt genomen geen sprake van een bijdrage aan een fonds, maar van een verzameling instrumenten op de EZK-begroting waarvan een deel tot doel heeft bijdrages aan investeringsfondsen te doen. De hier vermelde bedragen betreffen het uitgavenbudget van het Toekomstfonds als geheel bij OB 2024.) |
2023: 596,3 mln | |
2024: 282,2 mln | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen en buiten het Rijk |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | 2023: Kamerbrief over aanbieding evaluatie onderzoeksdeel Toekomstfonds |
Website | n.v.t. |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het fonds bestaat uit een onderzoeksdeel en een bedrijvendeel, zoals ook omschreven in de doelstelling. Voor wat betreft de revolverendheid vallen de regelingen in vier categorieën:• Regelingen beheerd door EZK/RVO die revolveren;• Kapitaalstortingen aan de Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) die middels dividend en eventuele verkoop van aandelen in de toekomst revolveren;• Kapitaal dat via fund to fund bij een ROM revolveert;• Regelingen die via Invest-NL lopen, waarbij kapitaal middels capital calls wordt opgevraagd bij EZK. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | Het Toekomstfonds bevat volledig revolverende regelingen (in 2023 besloeg dit ca. 61% van het budget), deels revolverende regelingen (34%), en regelingen voor fundamenteel en toegepast onderzoek (5%). Voor de volledig revolverende regelingen binnen het Toekomstfonds is voor wat betreft revolverendheid de prognose 32%. Kanttekening is dat deze regelingen pas 1-2 jaar zijn gestart, dus de prognose is nog onzeker. Voor de deels revolverende regelingen is de prognose voor de lange termijn rond de 60%. Voor het onderzoeksdeel is de verwachting dat de revolverendheid maximaal 60% zal bedragen. Dit deel heeft een lange looptijd waardoor deze voorspelling moeilijk te maken is. |
Wie is de uitvoerder? | EZK, RVO, Invest-NL, ROM's |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | De beleidsdirecties van EZK houden toezicht op de uitvoering. EZK Financieel Economische Zaken (EZK/FEZ) houdt toezicht op de middelen en de beleidsdirecties. Tevens houdt het Ministerie van Financiën toezicht op de middelen in het fonds. |
Beheerskosten en de kostenratio | De uitvoeringskosten van het onderzoeksdeel bedragen 3,3%, ofwel €4,2 mln. Voor het bedrijvendeel is dit niet bekend. |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Type | Begrotingsfonds o.g.v. artikel 2.11 CW |
---|---|
Doel | Het DGF heeft als doel het betalen van kosten in verband met de bestrijding, bewaking en preventie van en onderzoek naar dierziekten, zoönosen, ziekteverschijnselen en resistentie in brede zin. |
Oprichtingsjaar | 1998 |
Verantwoordelijk minister | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Fondsbeheerder | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Einddatum | n.v.t. |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk F, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | 2022: 57,2mln. (betreft alleen de LNV-bijdrage aan het DGF) |
2023: 12,6 mln. (betreft alleen de LNV-bijdrage aan het DGF) | |
2024: 12,4 mln. (betreft alleen de LNV-bijdrage aan het DGF) | |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Evaluaties | |
Website | n.v.t. |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Type | Revolverend fonds |
---|---|
Doel | In Nederland groeit het aantal 55-plussers, en daarmee de behoefte aan levensloopbestendige of gemakkelijk aanpasbare woningen. Om zo lang mogelijk zelfstandig en prettig in een vertrouwde thuisomgeving te kunnen blijven wonen. Steeds meer 55-plussers, die nog midden in het leven staan en vitaal zijn, nemen daarom de stap om samen met anderen een innovatieve en kleinschalige geclusterde woonvorm te realiseren.Ook is er een groeiende groep aan organisaties en ondernemers die dit soort woonvormen realiseren voor (kwetsbare) 55-plussers, vaak gecombineerd met zorg. Hierdoor kunnen zij onder gelijkgestemden in hun vertrouwde omgeving blijven wonen, met behoud van privacy.Het huidige aanbod en de bouw van dit soort woningen blijft nog sterk achter bij de vraag. Onder andere omdat de financiering een belangrijk knelpunt bij de ontwikkeling en totstandkoming vormt. De SWZ helpt particuliere initiatiefnemers en sociale ondernemers bij de financiering van kleinschalige innovatieve woonvormen die wonen, ondersteuning en eventueel zorg combineren.Denk aan de bouw van een woonhofje, transformatie van een leegstaand schoolgebouw of voormalig verzorgingstehuis, of gemeenschappelijk wonen in een appartementencomplex. Dit kunnen zowel huur- als koopwoningen zijn, of een combinatie hiervan, met een minimum van 5 wooneenheden. |
Oprichtingsjaar | 2019 |
Verantwoordelijk minister | Minister voor Langdurige Zorg en Sport |
Fondsbeheerder | RVO |
Einddatum | Aanvragen kunnen t/m 4 april 2024 worden ingediend |
Begrotingshoofdstuk en -artikel | Hoofdstuk 3, artikel 1 |
Bijdrage in 2022, 2023, 2024 | Totaal beschikbaar bedrag is 20 miljoen. Het deel wat hiervan niet is uitgeleend wordt jaarlijks meegenomen naar het volgende jaar. |
Vermogen binnen/buiten het Rijk | Binnen |
Fondsbeheer binnen/buiten het Rijk | Buiten |
Evaluaties | Evaluatie vindt plaats in 2023 |
Website | |
Hoe zit het revolverend fonds in elkaar en hoe revolveert de rijksbijdrage? | Het is een kredietregeling, waarbij de aflossingen ervoor zorgen dat het te lenen bedrag wordt aangevuld. |
Hoe vaak revolveert de rijksbijdrage? | Jaarlijks |
Wie is de uitvoerder? | RVO |
Hoe is het toezicht georganiseerd? | Toekenning en beoordeling vindt plaats door RVO |
Beheerskosten en de kostenratio | Uitvoeringskosten hangen af van het aantal aanvragen |
Onderdeel B
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Mensenrechtenfonds | Hoofdstuk V, Artikel 1 | 32,8 mln. | 37,1 mln. | 37,0 mln. |
Veiligheidsfonds | Hoofdstuk V, artikel 2 | 1,93 mln. | 1,85 mln. | 1,85 mln. |
Stabiliteitsfonds | Hoofdstuk V, artikel 2 | 106,57 mln. | 80,43 mln. | 70,1 mln. |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP), waaronder Matra en Shiraka en NFRP Politieke Partijen Programma | Hoofdstuk V, artikel 2 | 26,1 mln. | 33,1 mln. | 31,82 mln. |
Europees Ontwikkelingsfonds | Hoofdstuk V, artikel 3 | 131,5 mln. | 100,3 mln. | 86 mln. |
Europees Herstelfonds | Hoofdstuk V, artikel 3 | 0 mln. | 0 mln. | 2636 mln. |
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds (budgetaire reservering) | Hoofdstuk XVII, artikel 3 | 1,0 mln. | 1,0 mln. | 1,0 mln. |
Civic Space fund (budgetaire reservering) | Hoofdstuk XVII, artikel 3 | 17,5 mln. | 10,0 mln. | 10,0 mln. |
Global Fund to fight Aids Malaria and Tuberculosis (GFATM) (subsidie aan charitatieve instelling (GFATM is geen fonds) | Hoofdstuk XVII, artikel 3 | 60,0 mln. | 60,0 mln. | 60,0 mln. |
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie | Hoofdstuk VI, artikel 31.3 | 2,7 mln. | 3,9 mln. | 3,9 mln. |
Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven | Hoofdstuk VI, artikel 34.4 | 13,7 mln. | 18,9 mln. | 10,0 mln. |
Schadefonds Geweldsmisdrijven | Hoofdstuk VI, artikel 34.4 | 54,0 mln. | 83,1 mln. | 30,7 mln. |
Ministierie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Waarborgfonds eigen woningen (wew) (risicovoorziening nhg) | Hoofdstuk VII, artikel 3.1 | 61,7 mln. | 49,9 mln. | PM |
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) (Risicovoorziening Sanerings- en projectsteun Woningcorporaties) | Hoofdstuk VII, artikel 3.1 | 0,5 mln. | 0 mln. | 0 mln. |
Warmtefonds | Hoofdstuk VII, artikel 4.1 | 85,6 mln. | 155,4 mln. | 93,0 mln. |
Volkshuisvestingsfonds | Hoofdstuk VII, artikel 3.3 en 3.1 | 0 mln. | 281,7 mln. | 294,3 mln. |
Koopstartfonds (valt onder instrument subsidies: Betaalbare Koopwoningen Starters) | Hoofdstuk VII, artikel 3.1 | 0 mln. | 0 mln. | 40,0 mln. |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Regionaal investeringsfonds | Hoofdstuk 8, artikel 4 | 21,7 mln. | 24,6 mln. | 47,8 mln. |
Fonds voor Onderzoek en Wetenschap | Hoofdstuk 8, artikel 6,7 en 16 | 205,1 mln. | 474,0 mln. | 478,7 mln. |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds | Hoofdstuk 8, artikel 1 | 10,8 mln. | 11,2 mln. | 8,3 mln. |
Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie | Hoofdstuk 8, artikel 14 | 5,9 mln. | 4,2 mln. | 4,2 mln. |
Stichting Nederlands Fonds voor de Film | Hoofdstuk 8, artikel 14 | 6,1 mln. | 4,7 mln. | 4,7 mln. |
Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie | Hoofdstuk 8, artikel 15 | 4,0 mln. | 2,7 mln. | 2,7 mln. |
Stichting Mondriaan Fonds | Hoofdstuk 8, artikel 14 | 6,4 mln. | 4,3 mln. | 4,3 mln. |
Stichting Nederlands Letterenfonds | Hoofdstuk 8, artikel 14 | 3,4 mln. | 3,3 mln. | 3,3 mln. |
Co-productiefonds Binnenlandse Omroep | Hoofdstuk 8, artikel 15 | 2,5 mln. | 5,5 mln. | 5,5 mln. |
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek | Hoofdstuk 8, artikel 15 | 2,7 mln. | 3,0 mln. | 3,0 mln. |
Nederlands Fonds voor Podiumkunsten | Hoofdstuk 8, artikel 14 | 7,4 mln. | 5,7 mln. | 5,7 mln. |
MBO-Studentenfonds | Hoofdstuk 8, artikel 4 | Dit betreft een regeling waar studenten aanspraak op kunnen maken. De middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van onderwijsinstellingen. Deze onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het toekennen van financiële ondersteuning aan studenten die daar recht op hebben. Omdat het budget afhankelijk is van hoeveel aanvragen er bij een onderwijsinstelling per jaar zijn en omdat de kosten onderdeel zijn van de reguliere bekostiging die instellingen ontvangen, is het niet mogelijk om een budget hieraan te koppelen. | ||
Profileringsfonds | Hoofdstuk 8, artikel 6/7 | Dit betreft een regeling waar studenten aanspraak op kunnen maken. De middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van onderwijsinstellingen. Deze onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor het toekennen van financiële ondersteuning aan studenten die daar recht op hebben. Omdat het budget afhankelijk is van hoeveel aanvragen er bij een onderwijsinstelling per jaar zijn en omdat de kosten onderdeel zijn van de reguliere bekostiging die instellingen ontvangen, is het niet mogelijk om een budget hieraan te koppelen. | ||
Nationaal Museaal Aankoopfonds | Hoofdstuk 8, artikel 14 | 41,6 mln. | 0 mln. | 0 mln. |
Ministerie van Financiën
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Btw-compensatiefonds | Hoofdstuk IX, artikel 6 | 3.664,4 mln. | 3.760,8 mln. | 3.760,8 mln. |
Ministerie van Defensie
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Nationaal Fonds Ereschuld | Hoofdstuk X, artikel 8 | 82,2 mln. | 130,0 mln. | 114,4 mln. |
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Cofinanciering van het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) | Hoofdstuk XIII, artikel 2 | 25,7 mln. | 31,5 mln. | 32 mln. |
Europees Defensie Fonds cofinanciering | Hoofdstuk XIII, artikel 2 | 0 mln. | 10,5 mln. | 5 mln. |
EU-cofinanciering JTF (Just Transition Fund) | Hoofdstuk XIII, artikel 2 | 0 mln. | 20,1 mln. | 17,7 mln. |
Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten | Hoofdstuk XIII, artikel 4 | 0 mln. | 26,5 mln. | 0 mln. |
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken) | Hoofdstuk XIII, artikel 5 | 0 mln. | 251,5 mln. | 121,4 mln. |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Nationaal Groenfonds | Hoofdstuk 14, artikel 22 | 0,350 mln. | 0,322 mln. | 0 mln. |
Investeringsfonds Duurzame Landbouw | Hoofdstuk 14, artikel 21 | 0 mln. | 10 mln. | 43,6 mln. |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Waarborgfonds Saneringskredieten | Hoofdstuk 15, artikel 2 en artikel 99 | 6,0 mln. | 6,0 mln. | 6 mln. |
Sociaal Innovatiefonds | Hoofdstuk 15, artikel 2 | 2,0 mln. | 0 mln. | 0 mln. |
Tijdelijk Noodfonds Energie | Hoofdstuk 15, artikel 2 | 0 mln. | 32,5 mln. | 0 mln. |
OPS-fonds | Hoofdstuk 15, artikel 6 | 0,6 mln. | 0,3 mln. | 0,2 mln. |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Naam | Begrotingshoofdstuk en -artikel | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Waarborgfonds voor de Zorgsector (garantiestelling) | Hoofdstuk XVI, artikel 9 | Het WfZ heeft bij de oprichting een initiële storting ontvangen vanuit de Rijksoverheid van €54,45 miljoen. In de overeenkomst «terugbetalingsverplichting» van 6 juli 2011 is vastgesteld dat wanneer het risicovermogen van het WfZ een omvang heeft bereiekt van €226,9 miljoen een terugbetalingsverplichtingin werking treedt. Deze terugbetaling heeft de vorm van een jaarlijks oplopend percentage van het gerealiseerde fiscale exploitatieresultaat. Er is dus een eenmalige bijdrage vanuit VWS geweest in de vorm van een lening. Deze wordt sinds 2015 terugbetaald, indien het fiscale exploitatieresultaat positief is. Het Rijk vergoed de gemaakte kosten van het WfZ voor het uitvoeren van de Rijksgaranties |