Het kabinet houdt bij het samenstellen van de begroting rekening met de brede ontwikkelingen in de samenleving. De Nederlandse samenleving bestaat uit meer dan alleen de economie. Deze brede blik op de samenleving wordt ook wel brede welvaart genoemd. De Monitor Brede Welvaart en Sustainable Development Goals van het CBS biedt belangrijke beleidsinformatie. Uit deze monitor blijkt dat de Nederlandse samenleving er op veel onderdelen goed voorstaat, maar dat er ook onderdelen zijn waar het minder goed gaat. Nederlanders zijn over het algemeen tevreden met hun leven, hebben vaker werk en ontvangen een relatief hoog inkomen ten opzichte van andere inwoners van Europese landen.3 Nederland scoort minder goed op een aantal andere indicatoren. Zo zijn Nederlanders een relatief groot deel van hun inkomen kwijt aan wonen en leven we in Nederland gemiddeld korter in goede gezondheid. Ook de bedreiging van de veiligheid vanwege de Russische agressieoorlog in Oekraïne raakt onze welvaart in brede zin.
Werken is de basis van bestaanszekerheid. Door te werken verdienen mensen een inkomen. Werk en het benutten van je talent vergroot de eigenwaarde, biedt zingeving en vergroot het sociale netwerk. Verschillende mensen in Nederland maken zich zorgen over hun inkomen. Bijvoorbeeld omdat ze onvoldoende werk- en inkomenszekerheid hebben, of hun werk niet voldoende loont. Om werken voor de middeninkomens meer lonend te maken, worden de tarieven van de schijven in de inkomstenbelasting aangepast en wordt de huurtoeslag vereenvoudigd (zie paragraaf 2.3). De vereenvoudiging in de huurtoeslag vlakt de huidige pieken in de marginale druk af. Werken lonender maken kan ook een positief effect hebben op het arbeidsaanbod, en dat is gezien de krappe arbeidsmarkt en de aanstaande vergrijzing belangrijk voor de economische groei. De arbeidsparticipatie in Nederland is in vergelijking met het Europees gemiddelde al hoog en Nederlanders werken relatief lang door. Daar staat wel tegenover dat in Nederland veel mensen in deeltijd werken waardoor het aantal gewerkte uren per werkende laag is (zie figuur 5). Voltijd of deeltijd werken is natuurlijk een private afweging, maar het is belangrijk dat het stelsel mensen niet ontmoedigt om meer te gaan werken, en het is belangrijk dat het werken loont. Zorgen over bestaanszekerheid zijn echter breder dan zorgen over een baan. Het gaat bijvoorbeeld ook over de vraag of mensen de boodschappen en de huur kunnen betalen, of over hun kansen op de woningmarkt. Daarnaast is het belangrijk om de kijken naar specifieke groepen, zoals de koopkracht van gepensioneerden, kwetsbare jongeren of (langdurig) bijstandsgerechtigden.
Figuur 5 Gewerkte uren per week per werkende en per inwoner in Europese landen
Bron: Eurostat
Voor de economische weerbaarheid en (inter)nationale veiligheid is politieke en militaire samenwerking met andere gelijkgestemde landen van groot belang. (Inter)nationale veiligheid en stabiliteit zijn belangrijke randvoorwaarden voor economische groei, vooral voor een open economie zoals Nederland. Gezonde overheidsfinanciën en een innovatieve economie dragen bij aan weerbaarheid. Nederland blijft een constructieve partner in de EU en de NAVO. Samen met andere landen zet Nederland in op meer strategische zelfstandigheid en samenwerking op het terrein van defensie. Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel steunen tegen de Russische agressie. Om dit te bereiken brengt het kabinet de defensie-uitgaven in lijn met de NAVO-doelstelling. Spanningen in het Midden-Oosten en Oekraïne kunnen, naast het onbeschrijfelijke menselijk leed daar, grote gevolgen hebben voor de mondiale economische stabiliteit, zoals decennia geleden via de olieprijs of kortgeleden via de stijgende gasprijs. China ontwikkelt zich laatste decennia steeds nadrukkelijker als economische en politieke grootmacht. Tegelijkertijd neemt de onzekerheid over de Chinese economische ontwikkeling toe. Mondiale waardeketens zijn sterk verweven en er is een groeiend besef dat economische veiligheidsbelangen moeten worden geborgd. Het kabinet streeft naar een samenleving die beter voorbereid is op verstoringen. Veiligheid en weerbaarheid vereisen dat Nederland de publieke belangen beschermt, bijvoorbeeld door vitale infrastructuur veilig te stellen.
Het kabinet wil meer grip krijgen op migratie. Bevolkingsgroei door migratie, zowel arbeids-, asiel-, gezins-, kennis- als studiemigratie, zorgt voor meer druk op sociale voorzieningen zoals de woningmarkt, zorg en onderwijs en heeft ook gevolgen voor de overheidsfinanciën. Mensen maken zich zorgen over migratie naar Nederland en de invloed ervan op de sociale samenhang in het land. In het hoofdlijnenakkoord is daarom de noodzaak aangegeven om de omvang van migratie naar Nederland te verlagen en de grip hierop te versterken. Het hele asiel- en migratiestelsel wordt hervormd, de instroom gericht en maximaal teruggedrongen, zodat het draagvlak voor opvang van echte vluchtelingen behouden blijft. Daarbij wordt ingezet op beheersing van de Nederlandse taal, zodat migranten kunnen meedoen in de maatschappij. Arbeidsmigratie is nodig voor onze economie en ondernemers, maar het is ook belangrijk om kritisch te blijven. Gericht arbeidsmigratiebeleid beperkt arbeidsmigratie tegen lage lonen en slechte omstandigheden. Hiertegen worden maatregelen genomen. Er is tegelijkertijd oog voor het verdienvermogen en de concurrentiepositie van Nederland. Ook studie- en kennismigratie zijn van belang voor de Nederlandse economie. De omvang hiervan moet in verhouding staan tot wat gemeenten kunnen dragen en tot de druk op voorzieningen als woningen, zorg en onderwijs.
Het kabinet streeft naar een gezonde economie met florerende bedrijven en een goed vestigingsklimaat. Een stabiele Nederlandse economie, welvaart en gezonde bedrijven kunnen niet zonder een goed vestigingsklimaat. Nieuwe bedrijven, waar talentvolle mensen innovatief werk verrichten, brengen welvaart die verder reikt dan alleen economische groei. Zo dragen ze ook bij aan de innovatieve oplossingen voor de uitdagingen waar de samenleving voor staat gesteld: duurzame en goedkopere energiebronnen of arbeidsbesparende technologie. In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat Nederland ernaar streeft om te behoren tot de top 5 van de landen met een goede concurrentiepositie. Nederland bevond zich een aantal jaar in de top 5, maar de recentste trend is negatief (zie figuur 6). De daling op de IMD-ranglijst (van 5 naar 9) is vooral te relateren aan indicatoren die gemeten zijn met de zogenoemde Executive Opinion Survey.4 Dit is een enquête die gehouden wordt onder leidinggevenden in het bedrijfsleven. Hoewel veel van de ‘harde datapunten’ ongewijzigd zijn sinds vorig jaar, zijn er bij deze leidinggevenden in toenemende mate zorgen over de energie en technologie, infrastructuur, de beschikbaarheid van personeel en het maatschappelijk sentiment. Bedrijven moeten zich in Nederland willen vestigen en willen blijven. Zo blijft Nederland een land waar bedrijvigheid ontkiemt, bloeit en groeit. Het kabinet heeft het vestigingsklimaat opgenomen als een van de tien hoofdpunten van het hoofdlijnenakkoord om zo het belang ervan te onderstrepen. Belangrijk voor een goed vestigingsklimaat zijn het versterken van de kenniseconomie, (arbeids)mobiliteit en het oplossen van netcongestie.
Figuur 6 Positie Nederland op landenlijsten over vestigingsklimaat
Bron: WEF, IMD, WIPO met bewerking ministerie van Financiën
Ook zal het kabinet stappen zetten om het woningtekort aan te pakken. Een voldoende en passend aanbod van woningen is een belangrijke factor voor mensen in de waardering van hun leven en ervaren welvaart. Aanhoudende schaarste op de woningmarkt kan leiden tot een verdere stijging van de huizenprijzen en een verminderde arbeidsmobiliteit omdat het moeilijker is om te verhuizen. Ook kan het de consumentenbestedingen beperken vanwege hoge huurprijzen voor voornamelijk huurders in de vrije sector. Langer thuis wonen dan wenselijk raakt de welvaart van Nederlanders in brede zin. Het woningtekort is de afgelopen jaren toegenomen van 262.000 woningen in 2018 naar circa 400.000 in 2024.5 De afgelopen jaren is de vergunningsverlening van nieuwbouwwoningen vertraagd door de snel gestegen bouwkosten en rente. Voor nieuwe woningbouwprojecten geldt dat de markt zich aanpast aan nieuwe prijzen: door stabilisatie van de hypotheekrente stijgen de huizenprijzen en neemt de verkoop van nieuwbouwwoningen toe. Het Nederlandse woningaanbod reageert in vergelijking met het woningaanbod in andere Europese landen relatief beperkt op de stijging in prijzen.6 Dit wordt onder meer veroorzaakt door lange doorlooptijden van woningbouwprojecten, de rigide wet- en regelgeving over grondgebruik en bouwvereisten. Het tekort is hierdoor op de korte termijn niet verholpen (figuur 7). De inzet van het kabinet is om structureel 100.000 woningen per jaar te bouwen, passend bij de demografische en ruimtelijke ontwikkelingen de komende jaren. Hiervoor is de komende vijf jaar 5 miljard euro vrijgemaakt voor woningbouw en 2,5 miljard euro voor infrastructurele ontsluiting.
Figuur 7 Prognose groei huishoudens en woningvoorraad (x 1.000.000)
Bron: ABF-Primos
Het kabinet houdt vast aan de klimaatdoelen en vermindert daarmee de afhankelijkheid van energie uit het buitenland. Groene groei is belangrijk voor het borgen van een concurrerende economie op de lange termijn en de kwaliteit van de leefomgeving. Dit houdt in dat we duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen en geen rekening doorschuiven naar volgende generaties. Bovendien vermindert de energietransitie de strategische afhankelijkheid van landen waarvan Nederland niet afhankelijk wil zijn voor energie. De CO2-uitstoot neemt gestaag af in Nederland en de hoeveelheid duurzame energie neemt toe (zie figuur 8). Stabiel beleid is belangrijk: burgers en bedrijven moeten weten waar ze aan toe zijn. We nemen alleen maatregelen als uit de doorrekeningen blijkt dat we de doelen niet halen. Over het algemeen bestaat klimaatbeleid uit een instrumentenmix van publieke investeringen, subsidies, normering en beprijzing. Tegelijkertijd zal Nederland zich verder moeten aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. De klimaat- en energietransitie biedt tegelijkertijd ook nieuwe mogelijkheden en economische kansen. Zo zijn de kosten van bepaalde duurzame energietechnieken de afgelopen decennia sterk gedaald. Ook biedt de transitie kansen op mondiale markten waar Nederland door zijn uitstekende kennisinfrastructuur en innovatieve bedrijven een sterke positie heeft, zoals technologieën op het raakvlak tussen elektriciteitsmarkt en digitalisering, bijvoorbeeld laadoplossingen, zogeheten ‘smart grids’ (die slim omgaan met het energienetwerk), nieuwe soorten batterijen en circulaire hoog-rendements-zonnepanelen.7
Figuur 8 Emissies broeikasgassen in Nederland en aandeel productie hernieuwbare elektriciteit in genormaliseerd verbruik
Bron: CBS