In miljoenen euro | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal uitgaven | 205 | 263 | 214 | 206 | 178 | 149 | |
Totaal ontvangsten | 149 | 205 | 224 | 148 | 239 | 303 | |
1 | Versterken rechtsstaat | ||||||
Uitgaven | 38 | 70 | 69 | 68 | 91 | 91 | |
Ontvangsten | |||||||
2 | Slavernijverleden | ||||||
Uitgaven | 1 | 28 | 11 | 11 | 10 | 9 | |
Ontvangsten | |||||||
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | ||||||
Uitgaven | 33 | 101 | 71 | 63 | 24 | 14 | |
Ontvangsten | 1 | ||||||
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | ||||||
Uitgaven | 95 | 29 | 29 | 29 | 29 | 11 | |
Ontvangsten | 145 | 205 | 224 | 148 | 239 | 303 | |
6 | Apparaat | ||||||
Uitgaven | 35 | 35 | 33 | 32 | 23 | 23 | |
Ontvangsten | 3 | ||||||
7 | Nog onverdeeld | ||||||
Uitgaven | 0 | 1 | 2 | 3 | 2 | 2 | |
Ontvangsten | |||||||
8 | Wederopbouw Bovenwindse Eilanden | ||||||
Uitgaven | 3 | 1 | 1 | ||||
Ontvangsten |
Algemeen
De begroting van Koninkrijksrelaties neemt structureel af wat betreft de uitgaven, maar kent een incidentele verhoging in 2025. Door de toevoeging van artikel 2, slavernijverleden, en het ritme van artikel 4, bevorderen sociaal economische structuur, is in 2025 een piek vanwege hieronder toegelichte redenen. Deze nemen na 2025 weer af. Wat betreft de ontvangsten heeft de begrotingjuist een toename in latere jaren, vanwege de aflossings- en rentereeksen van leningen die op artikel 5 verantwoord worden.
Toelichting per artikel
Artikel 1. Versterken rechtsstaat
De uitgaven in 2024 liggen lager dan latere jaren, aangezien een groot deel van dit artikel weliswaar verantwoord wordt op de begroting van Koninkrijksrelaties, maar overgeboekt wordt naar de begrotingen van Justitie en Veiligheid (Recherche en rechterlijke macht), Defensie (Grensbewaking) en Financiën (Douane). De budgetten voor 2025 en verder moeten grotendeels nog worden overgeboekt, met uitzondering van het Recherchesamenwerkingsteam (RST), waar het budget tot en met 2027 is overgeheveld. Dit verklaart ook mede de hogere uitgaven in 2028 en 2029.
Artikel 2. Slavernijverleden
Er is in 2024 een nieuw artikel toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties om de uitgaven te verantwoorden van het herdenken van het slavernijverleden in het Caribische deel van het Koninkrijk. Deze middelen kennen een piek in 2025. Mogelijkerwijs wordt het kasritme van deze middelen nog aangepast zodra plannen zijn uitgewerkt; uiterlijk 1 juli 2025 moet er namelijk een voorstel liggen voor de besteding van deze middelen.
Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur
In 2023 zijn de Landspakketten zoals eind 2020 met de Curaçao, Aruba en Sint Maarten overeengekomen, bekrachtigd met de Onderlinge Regeling. Ter ondersteuning van de Landspakketten heeft de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) middelen beschikbaar in een kasritme van ca. 35 miljoen euro per jaar tot en met 2027. Dit verklaart de afname in 2028 en 2029. Door een aantal kasschuiven is echter het beschikbare budget per jaar niet gelijk, vandaar dat het budget tot 2027 varieert. 2025 kent een piek vanwege de toevoeging van 40 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds in dat jaar. In 2026, 2027 en 2028 is er respectievelijk 20 en tweemaal 10 miljoen euro toegevoegd. Verder wordt de piek verklaard door een schuif van 7,6 miljoen euro naar 2025 van de ter beschikking gestelde middelen voor noodmaatregelen voor de klif op Sint Eustatius, vanwege vertraging bij de herstelwerkzaamheden.
Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
De uitgaven zijn in 2024 hoger, omdat er in 2024 ruimte in de begroting wordt gereserveerd om een lopende inschrijving van 66 miljoen euro te verstrekken aan Sint Maarten, onder voorbehoud van positief advies van het College financieel toezicht en instemming van de Ministerraad. Van 2025-2028 zijn de uitgaven jaarlijks gelijk; er zijn voor die jaren geen nieuwe leningen aan de landen voorzien. 2029 kent wel een afname; de Nederlandse bijdrage in de schuldsanering van de voormalige Nederlandse Antillen en Curaçao, wat als uitgave verantwoord wordt, neemt namelijk volgens het in 2011 afgesproken schema af in 2029 en 2030. Na 2030 is de schuldsanering voltooid. Ook worden de meerjarige aflossings- en rente ontvangsten van de schuldsandering van de voormalige Nederlandse Antillen verantwoord op de begroting van Koninkrijksrelaties, naast aflossingen en rente betalingen van andere uitstaande leningen aan de landen.
Artikel 6. Apparaat
Voor de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) zijn tot en met 2027 middelen beschikbaar gesteld. Door het aflopen van TWO worden vanaf 2028 lagere apparaatsuitgaven geraamd.
Artikel 7. Nog onverdeeld
Artikel 7 kent een licht schommelende ontwikkeling. Op het artikel wordt de eindejaarsmarge en de LPO middelen ontvangen en verder doorverdeeld over Koninkrijksrelaties. Dit resulteert in verschillende standen per jaar.
Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse eilanden
Bij Tweede Suppletoire begroting 2017 is naar aanleiding van de orkanen Irma en Maria artikel 8 aangemaakt voor Noodhulp en Wederopbouw Bovenwindse Eilanden. In 2024, 2025 en 2027 staan hier nog de resterende middelen van op de begroting.