De raming van het EMU-saldo in 2023 bedraagt 1,8% bbp. Dit is een verslechtering van 0,2% bbp ten opzichte van het saldo gepresenteerd tijdens de Miljoenennota 2024. Deze verslechtering van het EMU-saldo komt voornamelijk door een daling van de reguliere belasting- en premie-inkomsten. Daarnaast vallen niet plafondrelevante uitgaven in 2023 lager uit dan verwacht bij Miljoenennota 2024. Dit komt onder andere door lager uitgaven aan coronamaatregelen en door een verschuiving van Oekraïne-uitgaven naar 2024 en van niet plafondrelevante uitgaven naar plafondrelevante uitgaven.
Bij het Financieel Jaarverslag Rijk in het voorjaar van 2024 wordt het EMU-saldo over 2023 definitief vastgesteld.
(in procenten bbp; + is saldoverbetering) | 2023 |
---|---|
EMU-saldo Miljoenennota 2024 | ‒ 1,6% |
Inkomsten | ‒ 0,4% |
Uitgaven onder het uitgavenplafond | 0,0% |
Niet-plafondrelevante uitgaven en correcties van EMU-saldo | 0,2% |
Overig | 0,0% |
EMU-saldo Najaarsnota 2023 | ‒ 1,8% |
De huidige raming van de overheidsschuld bedraagt 47,6% bbp. De raming van de schuld is gelijk gebleven sinds Miljoenennota 2024. Het verschil tussen de ontwikkeling van het EMU-saldo en de EMU-schuld komt door de technische effecten in de belastingraming. Sommige inkomsten komen op kasbasis dit jaar binnen maar hebben op transactiebasis betrekking op andere jaren. Deze inkomsten hebben geen effect op de ontwikkeling van het EMU-saldo dit jaar, maar wel op de schuld. Dit is omdat het saldo op transactiebasis gedefinieerd is en voor de schuld de kasontvangsten bepalend zijn.
(in procenten bbp; + is toename schuld) | 2023 |
---|---|
EMU-schuld Miljoenennota 2024 | 47,6% |
EMU-saldo | 0,2% |
Mutatie schuld ultimo 2022 | 0,0% |
Schatkistbankieren | 0,0% |
Kastransverschil solidariteitsbijdrage | ‒ 0,2% |
Overig | 0,0% |
EMU-schuld Najaarsnota 2023 | 47,6% |
In het Financieel Jaarverslag Rijk 2022 werd de EMU-schuld eind 2022 vastgesteld op 480,1 miljard euro. Eind dit jaar komt de schuld naar verwachting 9,8 miljard euro hoger uit op 489,9 miljard uro. In termen van procenten bbp daalt de EMU-schuld echter van 51,0% naar 47,6% als gevolg van het noemereffect. Het bbp is voornamelijk gestegen door de inflatie en dit verklaard het noemereffect.