Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2007
De Voorjaarsnota is de eerste rapportage van het kabinet over de uitvoering van de begroting 2007. De Voorjaarsnota geeft een overzicht van de wijzigingen van de ramingen ten opzichte van de Miljoenennota 2007 voor het begrotingsjaar 2007. Deze wijzigingen zijn gebaseerd op veranderde macro-economische veronderstellingen uit het Centraal Economisch Plan van het CPB en nieuwe inzichten over de begrotingsuitvoering. In de Miljoenennota 2008 zal een nadere toelichting worden gegeven op het voorgenomen beleid van het kabinet voortvloeiend uit het Coalitieakkoord en de meerjarige budgettaire gevolgen daarvan.
Het EMU-saldo 2007 komt naar huidige inzichten uit op – 0,7% BBP. Dit is fors lager dan het overschot van 0,2% BBP dat voor 2007 werd verwacht in de Miljoenennota 2007. Deze tijdelijke verslechtering is voornamelijk te wijten aan een afname van de aardgasbatenraming (– 0,5% BBP) als gevolg van een daling van de geraamde olieprijzen en de zachte winter. Daarnaast is in de raming rekening gehouden met het eerste deel van de door het vorige kabinet aangekondigde schuldsanering van de Antillen (– 0,1% BBP). Nieuwe informatie over de uitvoering van de begroting 2007 leidt eveneens tot een belasting van het beeld 2007 met 0,2% BBP, die grotendeels is toe te schrijven aan extra productie in de zorg in voorgaande jaren. In de Miljoenennota 2008 zullen maatregelen worden gepresenteerd om de stijging van de zorguitgaven in 2008 en volgende jaren en daarmee ook de zorgpremies te beperken. Tot slot is er sprake van een positieve ontwikkeling bij het saldo van de lokale overheden (0,1% BBP) en is een aantal kleine technische mutaties verwerkt, waardoor het EMU-saldo uitkomt op – 0,7% BBP.1 Naar verwachting zal het saldo in 2008 weer verbeteren.
Bij de totstandkoming van het kabinet is besloten tot de benoeming van een programmaminister voor Wonen, Wijken en Integratie (WWI) en een programmaminister voor Jeugd en Gezin (JG). Deze programmaministers zullen met ingang van het begrotingsjaar 2008 het beheer gaan voeren over een eigen programmabegroting. Daarvoor zal uiterlijk op de Derde dinsdag van september 2007 een voorstel van wet tot wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Voor het begrotingsjaar 2007 is om praktische redenen besloten nog geen afzonderlijke programmabegrotingen op te stellen. Hier speelt dat behalve de lopende afstemming tussen de verschillende bewindslieden, ook de verschillende administraties op elkaar moeten worden afgestemd. Ook dient de noodzakelijke wijziging van de comptabiliteitswet 2001 te worden doorgevoerd. In de eerste suppletoire begroting 2007 van de betreffende ministeries wordt aangegeven voor welke onderdelen de programmaministers (mede-)verantwoordelijk zijn.
De Voorjaarsnota is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB. Onderstaande tabel geeft de wijzigingen in de ramingen van de belangrijkste macro-economische variabelen weer ten opzichte van de Miljoenennota 2007.
Tabel 1: Overzicht macro-economische variabelen 2007
MN07 | VJN07 | Verschil | |
---|---|---|---|
Volume BBP (in %) | 3 | 2¾ | –¼ |
Prijs BBP (in %) | 1¾ | 1¼ | –½ |
BBP (x € mld.) | 554 | 551 | – 3 |
Contractloon | 2 | 2¼ | ¼ |
Inflatie (CPI in %) | 1½ | 1¼ | –¼ |
Lange rente (in %) | 4¼ | 4 | –¼ |
Werkloosheid (in dzd. personen) | 345 | 355 | 10 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,25 | 1,30 | 0,05 |
Olieprijs (in $) | 70 | 55 | – 15 |
De economische groei wordt voor 2007 geraamd op 2¾%. Dit betekent een kleine terugval ten opzichte van de gerealiseerde groei in 2006 (3%), maar de economische vooruitzichten blijven gunstig. De groei van de Nederlandse economie wordt zowel gedragen door de gunstige ontwikkeling van de afzet in het buitenland, als de groei van de binnenlandse bestedingen. De gunstige groeicijfers leiden tot oplopende spanning op de arbeidsmarkt. De werkloosheid ligt onder de geschatte evenwichtswerkloosheid en het aantal vacatures neemt snel toe. De lage werkloosheid leidt tot het aantrekken van de contractloonstijging, hoewel deze voor 2007 nog relatief beperkt blijft. Dat hangt onder meer samen met de raming van de inflatie, die voor 2007 eveneens laag blijft op 1¼%. De lage inflatie is voornamelijk te danken aan een forse daling van de geraamde olieprijzen en het afschaffen van de heffing voor milieukwaliteit electriciteitsproductie (MEP).
In deze paragraaf worden de belangrijkste wijzigingen aan de uitgavenkant van de begroting toegelicht ten opzichte van de Miljoenennota 2007. De wijzigingen zijn weergegeven per budgetdisciplinesector (rijksbegroting, sociale zekerheid en zorg). Omdat de uitgavenkaders voor het kabinet Balkenende IV nog niet zijn vastgesteld, bevat deze Voorjaarsnota geen kadertoetsing.
Tabel 2: Uitgavenontwikkeling Rijksbegroting (x mln euro)
2007 | |
---|---|
EU-afdrachten | – 340 |
Rente | 401 |
ODA Schuldkwijtschelding | 189 |
Huursubsidie, huurtoeslag en betaalbaarheidsheffing | 301 |
Zorgleerlingen/demografie | 129 |
Schuldsanering Antillen | 410 |
Infrastructuurfonds | – 693 |
Overig | 32 |
Totaal mutaties | 429 |
Omdat de EU in 2006 minder heeft uitgegeven dan verwacht, heeft Nederland in 2007 0,3 miljard teruggekregen. Deze meevaller wordt toegerekend aan het EMU-saldo 2006.
In 2007 is sprake van hogere rentelasten als gevolg van een iets hoger dan geraamd kapitaalmarktberoep en de opwaartse bijstelling van de korte rekenrente van 3,5% naar 4%.
De komende jaren zullen minder schulden worden kwijtgescholden aan ontwikkelingslanden dan eerder geraamd. In plaats daarvan zullen extra middelen voor ontwikkelingssamenwerking aan de begroting worden toegevoegd, zodat de doelstelling om jaarlijks 0,8% van het BNP aan ontwikkelingssamenwerking te besteden wordt gerealiseerd.
De afwikkeling van oude huursubsidiejaren brengt extra kosten met zich mee. Daarnaast zal dit jaar naar verwachting meer huurtoeslag worden verstrekt. De vertraging bij het interimwetsvoorstel betaalbaarheidsheffing huurwoningen leidt tot een tegenvaller, omdat de ontvangst over 2006, die in 2007 zou worden ontvangen, niet wordt gerealiseerd.
Het kabinet stelt extra middelen beschikbaar om de groei van het aantal zorgleerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs en het reguliere onderwijs (rugzakken) op te kunnen vangen. Tevens worden de ramingen voor deelname aan het reguliere onderwijs bijgesteld op basis van demografische ontwikkelingen.
Door het vorige kabinet is een traject in gang gezet dat moet leiden tot een herziening van de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk en een verbetering van het financiële beheer op de Nederlandse Antillen. Daarbij zal onder een aantal voorwaarden een groot deel van de schulden van de Antillen worden overgenomen. Het eerste deel van de schuldsanering is voor 2007 in de ramingen verwerkt.
De raming van de uitgaven van het Infrastructuurfonds wordt aangepast aan de actuele inzichten over de kasbehoefte bij de diverse infrastructurele projecten. Hierdoor zal in 2007 minder worden uitgegeven en in latere jaren meer.
Tabel 3: Uitgavenontwikkeling Sociale zekerheid (x mln euro)
2007 | |
---|---|
Macrobijstellingen | – 187 |
WAO/WIA/brugbanen | 366 |
CRvB urenomvang Maatman | 46 |
Overig | – 83 |
Totaal mutaties | 142 |
De nieuwe macro-economische inzichten van het CPB leiden ertoe dat de uitgaven voor Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt neerwaarts zijn aangepast. De neerwaartse bijstelling van de WWB is hoofdzakelijk het gevolg van de realisatie 2006. Daarnaast kwam uit de realisatiecijfers van 2006 naar voren dat de WAO-uitgaven lager waren dan eerder geraamd. Door een hogere raming van de levensverwachting is de AOW raming opwaarts bijgesteld.
Per 1 juli a.s. worden de WAO, WAZ en Wajonguitkeringen van volledig arbeidsongeschikten verhoogd van 70% naar 75%. Daarnaast worden op de 45–50 jarigen in de WAO de keuringseisen van het oude Schattingsbesluit van toepassing en wordt de TRI (Tijdelijke Regeling Inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten) verlengd van maximaal zes naar maximaal twaalf maanden. Een deel van het geld dat beschikbaar is gesteld bij het coalitieakkoord voor WAO/WIA/Brugbanen komt in 2007 niet tot besteding en is ingezet ter dekking van de structurele kosten die zijn ontstaan door de uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep (CRvB) over de urenomvang maatman. De urenomvang die gebruikt wordt voor het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid is in het nieuwe Schattingsbesluit gemaximeerd. Hierdoor werden WAO/WIA-uitkeringen bij (her)beoordeling lager vastgesteld. De CRvB heeft geoordeeld dat dit aangepast moet worden. Van WAO/WIA-ers die door deze uitspraak een lagere uitkering hebben gekregen wordt de uitkering opnieuw bezien met inachtneming van de uitspraak.
Tabel 3: Uitgavenontwikkeling Zorg (x mln euro)
2007 | |
---|---|
Medisch specialistische zorg | 250 |
Ziekenhuizen | 276 |
Huisartsen | 90 |
Uitvoering AWBZ | 335 |
PGB-groei | 187 |
Overig (o.a. financiering) | 216 |
Totaal mutaties | 1 354 |
Naar verwachting zullen ziekenhuizen in 2007 meer zorg verlenen dan eerder was voorzien. Dit heeft ook hogere uitgaven tot gevolg voor de medisch specialistische zorg. Bij de huisartsenzorg is een tegenvaller opgenomen van bijna 0,2 miljard. Deze tegenvaller wordt voor 0,1 miljard gecompenseerd door geactualiseerde afspraken tussen huisartsen, zorgverzekeraars en VWS. Uit (voorlopige) afrekencijfers blijkt een tekort in de AWBZ van 0,3 miljard. Door de groei van het aantal mensen met een persoonsgebonden budget en het toenemend gebruik hiervan is een tekort ontstaan van 0,2 miljard. In het lopende jaar kunnen bovengenoemde overschrijdingen over het algemeen niet meer worden opgevangen binnen de totale raming van de zorguitgaven. Ook in voorgaande jaren hebben zich binnen het totaalkader overschrijdingen van het zorgkader in de uitvoering voorgedaan, waarbij dat het geval was. De stijging van de zorguitgaven werkt echter ook door naar latere jaren. In de Miljoenennota 2008 zal een pakket van maatregelen worden gepresenteerd om de stijging van de zorguitgaven in latere jaren terug te dringen. Daarmee wordt ook het effect op de zorgpremies beperkt.
Gasbaten/Fonds Economische Structuurversterking
De gasbaten nemen ten opzichte van de Miljoenennota 2007 af met 2,8 miljard in 2007. In de Voorjaarsnota wordt, conform de CEP-raming van het CPB, uitgegaan van een olieprijs van 55 dollar per vat. Dit betekent een neerwaartse bijstelling van de raming met 15 dollar.
In 2006 is sprake geweest van onderuitputting in het Fonds Economische Structuurversterking van circa 0,5 miljard euro. Middelen die niet tot besteding zijn gekomen worden doorgeschoven naar latere jaren. Dit leidt met name in 2007 tot een stijging van de FES-uitgaven met 0,4 miljard euro.
In 2007 komen de belasting- en premie inkomsten op EMU-basis volgens de huidige inzichten 1,2 miljard hoger uit dan bij de Miljoenennota 2007 was voorzien.
Tabel 4: Overheidsinkomsten 2007 op EMU-basis (x miljard euro)
Stand MN 2007 | Stand VJN 2007 | Mutatie | |
---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen | 163,7 | 165,5 | 1,9 |
wv. belastingen | 131,6 | 134,6 | 3,1 |
wv. premies volksverzekeringen | 32,1 | 30,9 | – 1,2 |
Premies werknemersverzekeringen | 41,4 | 40,7 | – 0,7 |
Totaal | 205,0 | 206,2 | 1,2 |
De uiteenlopende ontwikkeling van de belastingen en premies volksverzekeringen ten opzichte van de premies werknemersverzekeringen wordt met name veroorzaakt door de doorwerking van de uiteindelijke realisatie van 2006. De realisatie van de premies werknemersverzekeringen is in 2006 0,7 miljard achtergebleven bij de Miljoenennotaraming, terwijl de belastingen en premies volksverzekeringen zich in totaal 1,9 miljard gunstiger ontwikkelden. Met name de doorwerking van de belastingen was daarbij positief, de premies volksverzekeringen bleven 1,2 miljard euro achter bij de raming.
In de onderstaande tabel wordt de bijstelling van 1,2 miljard uitgesplitst naar de verschillende factoren die eraan hebben bijgedragen.
Tabel 5: Overzicht mutaties van de inkomsten sinds Miljoenennota 2007 (x miljard euro)
Ontvangsten | |
---|---|
Stand Miljoenennota 2007 | 205,0 |
Mutatie | 1,2 |
wv. doorwerking 2006 | 1,4 |
wv. beleid | – 0,2 |
wv. economisch beeld | – 0,3 |
wv. aansluiting naar EMU-basis (EMU-ktv) | 0,3 |
Stand Voorjaarsnota 2007 | 206,2 |
De doorwerking van de realisatie over 2006 leidt tot een opwaartse bijstelling met 1,4 miljard euro. Een nadere uitleg over deze doorwerking wordt gegeven in bijlage 4 van het Financieel Jaarverslag 2006. Beleid dat sinds de Miljoenennota 2007 is gevoerd zorgt voor een daling van de ontvangsten met 0,2 miljard. Onder beleid is met name verwerkt de daling van de ontvangsten die resulteert uit de lagere vaststelling van de nominale zorgpremies door de zorgverzekeraars. Het economisch beeld is sindsdien licht verschoven, de verwachte economische groei voor 2007 is licht gedaald, maar de verwachte particuliere consumptie is gestegen. Per saldo zorgt het gewijzigd economisch beeld voor 0,3 miljard lagere ontvangsten. De aansluiting naar EMU-basis is met 0,3 miljard opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2007 en is een doorwerking van het feit dat de EMU-aansluiting in 2006 0,3 miljard lager is uitgekomen dan verwacht.
Verticale ontwikkeling EMU-saldo
Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van het EMU-saldo zien ten opzichte van de raming in de Miljoenennota 2007.
Tabel 6: Ontwikkeling EMU-saldo (in % BBP)
2007 | |
---|---|
EMU-saldo Miljoenennota 2007 | 0,2% |
Macro-economische bijstellingen (CEP) | – 0,5% |
Effect CA | 0,0% |
Schuldsanering Antillen | – 0,1% |
Zorg | – 0,2% |
Lokale overheden | 0,1% |
Overig | – 0,1% |
Actueel EMU-saldo | – 0,7% |
* Door afrondingsverschillen wijkt de som van de delen af van het totaal.
Ten opzichte van de Miljoenennota 2007, waarin voor 2007 een overschot van 0,2% BBP werd verwacht, is het EMU-saldo verslechterd met 0,9%-punt BBP. Deze verslechtering is voornamelijk te wijten aan de lagere aardgasbaten (0,5% BBP). Oorzaken hiervan zijn de daling van de geraamde olieprijzen en de zachte winter, die een neerwaarts effect op het afzetvolume van gas heeft gehad.
Hier tegenover staat een positieve ontwikkeling bij het EMU-saldo van de lokale overheden. Over het jaar 2006 is het saldo van de lokale overheden ongeveer op nul uitgekomen, terwijl in de Miljoenennota 2007 nog werd gerekend op een tekort van 0,3% BBP. Deze positieve ontwikkeling werkt deels door naar latere jaren.
Het Coalitieakkoord heeft in 2007 geen effect op het EMU-saldo. Het kabinet heeft in het Coalitieakkoord besloten tot een intensivering WAO/WIA/Brugbanen. Deze middelen worden in 2007 deels aangewend voor onder meer het verhogen van de uitkeringen voor volledig arbeidsongeschikten. Tegenover deze intensivering staat de dekking die dit kabinet heeft gevonden voor de «boedelproblematiek» die door het vorige kabinet is geïnventariseerd ten behoeve van de formatie.
De schuldsanering van de Nederlandse Antillen, waarvan het eerste deel naar verwachting in 2007 zal plaatsvinden, heeft een budgettair effect van 0,1% BBP.
Nieuwe informatie over de uitvoering van de begroting 2007 leidt tot een belasting van het beeld met 0,2% BBP, die grotendeels is toe te schrijven aan extra productie in de zorg in voorgaande jaren.
Horizontale ontwikkeling EMU-saldo
Het jaar 2006 is afgesloten met een overschot van 0,6% BBP. Ook ten opzichte van 2006 is dus sprake van een forse verslechtering van het beeld. Deze horizontale verslechtering heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats groeien de inkomsten minder hard dan het BBP. Dit is onder meer het gevolg van de lastenverlichting die in de Miljoenennota 2007 is aangekondigd. De uitgaven groeien in 2007 juist harder dan het BBP. De stijging van de uitgaven komt voornamelijk voor rekening van de zorguitgaven, die traditioneel sneller stijgen dan het BBP. Ook wordt er in 2007 meer geld uitgegeven via het FES als gevolg van het doorschuiven van de onderuitputting over 2006 naar 2007. Tot slot neemt het tekort van de lokale overheden toe ten opzichte van vorig jaar. Dat komt omdat de verbetering van het tekort van de lokale overheden in 2006 slechts ten dele doorwerkt naar 2007.
Naar verwachting is er in 2007 sprake van een tijdelijke «dip» en zal het EMU-saldo in 2008 weer verbeteren. De stijging van de zorguitgaven ten opzichte van de BBP-groei is ook zichtbaar in 2008, maar in tegenstelling tot 2007 wordt in 2008 verwacht dat de inkomsten sneller zullen stijgen dan het BBP. Ook leiden de maatregelen uit het Coalitieakkoord tot een verbetering van het saldo. De FES-uitgaven zullen in 2008 weer terugkomen op het oude niveau.
De verwachting dat het saldo in 2008 zal verbeteren wordt onderschreven door de ramingen van het CPB en de Europese Commissie. Het CPB heeft in het CEP een (beleidsarm) EMU-saldo gepresenteerd van 0,7% BBP. De Europese Commissie verwacht in de Spring Forecast een overschot van 0,4% BBP.
De raming van de EMU-schuld bedraagt voor 2007 47,9% BBP en blijft daarmee gelijk aan de raming uit de Miljoenennota 2007. Dat komt omdat de toename van de schuld als gevolg van een groter tekort ongeveer gelijk is aan de groei van het BBP. De «teller» en de «noemer» stijgen dus evenredig.
Onderstaande grafiek laat zien hoe Nederland het op budgettair gebied doet in vergelijking met de andere landen in de eurozone. Hieruit blijkt dat Nederland het nog steeds goed doet. Zowel EMU-tekort als EMU-schuld liggen in Nederland beneden het gemiddelde in de eurozone.
Bron: Spring Forecast 2007