In het coalitieakkoord is afgesproken dat er nieuwe fondsen worden opgericht voor klimaat en landbouw, natuur en stikstof. Dit voorjaar is een start gemaakt met het opstellen van de instellingswet voor beide fondsen. De keuzes, afwegingen en uitgangspunten van Klimaatfonds en Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur worden momenteel nader uitgewerkt. Het parlement wordt per brief nader geïnformeerd over de uitgangspunten en randvoorwaarden (governance) van de fondsen. In lijn met de motie Hermans-Segers wordt de Kamer nadrukkelijk betrokken bij de vormgeving.7
In de praktijk kan een begrotingsfonds conform artikel 2.11 Comptabiliteitswet 2016 (CW) ten opzichte van een reguliere begrotingspost van meerwaarde zijn op drie punten:
1. De doelen en werkwijze van het begrotingsfonds worden wettelijk vastgelegd ter waarborg van een doeltreffend en doelmatige besteding van de gelden.
2. Jaarlijks worden de uitgaven en ontvangsten binnen het begrotingsfonds (het fondssaldo) vastgesteld. Uitgaven die niet in het huidig jaar hebben kunnen plaatsvinden, worden doorgeschoven naar het volgende begrotingsjaar. Deze vorm van financieren kan helpen om grootschalige projecten uit te voeren, waarbij niet vast te stellen is dat projecten binnen het begrotingsjaar worden afgerond.
3. Het parlement krijgt inzicht in de geraamde besteding van middelen voorbij de reguliere begrotingshorizon van t+5.
De bovengenoemde voordelen zijn vooral van toepassing op fysieke investeringsbijdragen die een onzeker kasritme kennen.
Stand van zaken fonds Onderzoek en wetenschapOp de voorziene uitgaven uit het fonds Onderzoek en wetenschap zijn de bovengenoemde voordelen in mindere mate van toepassing. Het fonds Onderzoek en wetenschap wordt daarom vorm gegeven als een reguliere post op de departementale begroting van OCW. Hier wordt incidenteel 5 miljard euro gereserveerd met als doel het inhalen van achtergebleven investeringen in onderzoek en verdere versterking van de onderzoeksinfrastructuur. Deze middelen worden ook ingezet voor het versterken van de kwaliteit van hoger onderwijs en wetenschap, het verlagen van de werkdruk en ongebonden onderzoek.
Stand van zaken Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur en KlimaatfondsVoor de klimaat- en stikstofproblematiek biedt een begrotingsfonds op alle drie de punten meerwaarde. Het kabinet richt daarom begrotingsfondsen in voor deze opgaven. Voor beide fondsen worden de doelen en werkwijzen vastgelegd in tijdelijke instellingswetten.8 Voor beide begrotingsfondsen zullen de ministers van Klimaat en Energie en Natuur en Stikstof een instellingswet indienen, zodat de Kamer een volwaardige parlementaire behandeling kan doorlopen. De instellingswetten zullen mede ondertekend worden door de minister van Financiën. Ook wanneer de begrotingsfondsen nog niet in wetgeving zijn verankerd, zal het kabinet borgen dat parlementaire controle kan plaatsvinden. Naar aanleiding van de motie Hermans-Segers9 wordt er op Prinsjesdag een ‘proeve van begroting’ in de vorm van een dummybegroting 2023 van de begrotingsfondsen naar het parlement gestuurd.
HorizonbepalingHet idee van de begrotingsfondsen uit het coalitieakkoord is dat deze investeringen incidenteel zijn en niet structureel. In lijn met de motie van Heinen en Grinwis10 komt er een horizonbepaling in de instellingswetten, die wettelijk de tijdelijkheid van de twee begrotingsfondsen verankeren. De fondsen zullen zo worden ingericht dat de horizonbepaling geen knelpunt vormt in de besteding van de verplichtingen, die voor 2030 (Klimaatfonds) en 2035 (Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur) zijn aangegaan.
Stand van zaken Nationaal GroeifondsHet Nationaal Groeifonds is nu nog ingericht als een niet-departementale begroting, maar wordt omgezet naar een begrotingsfonds. Dit mede na de oproep hiertoe vanuit het parlement, de Algemene Rekenkamer en de Raad van State. De Tweede Kamer heeft in april 2022 het wetsvoorstel Instellingswet Nationaal Groeifonds aangenomen. Het wetsvoorstel ligt nu ter behandeling bij de Eerste Kamer.