Base description which applies to whole site

Buitenlandse Zaken

Tabel 30 Buitenlandse Zaken - Uitgaven

In miljoenen euro's

2023

2024

2025

2026

2027

2028

       

Stand Miljoenennota 2023

10.470,4

10.938,3

11.431,6

11.680,2

12.080,0

0,0

       

Besluitvorming

0,0

91,4

93,2

95,1

97,0

0,0

Ophoging Europese Vredesfaciliteit

 

91,4

93,2

95,1

97,0

 
       

Technisch

‒ 334,9

‒ 688,4

‒ 52,5

6,0

‒ 56,5

15.254,4

Extrapolatie

     

15.227,8

Overboekingen Aanvullende Post

8,1

     

Correctie nacalculatie 2021

86,6

     

Draft Amending Budget 5 (DAB5) 2022 bni-afdracht

‒ 180,4

     

Update bni-korting, bni-afdracht en btw-afdracht

‒ 102,4

‒ 132,2

‒ 52,5

6,0

‒ 56,5

26,7

Nabetaling TEM Voorjaar 2023

2,4

     

Nacalculatie 2022

 

‒ 556,2

    

Draft Amending Budget 2 (DAB2) 2023 bni-afdracht

‒ 149,1

     
       

Niet-plafondrelevant

211,2

129,3

133,5

163,9

206,5

347,1

Actualisatie invoerrechten

211,2

129,3

133,5

163,9

206,5

347,1

       

Stand Voorjaarsnota 2023

10.346,6

10.470,6

11.605,8

11.945,1

12.327,0

15.601,5

Tabel 31 Buitenlandse Zaken - Niet-belastingontvangsten

In miljoenen euro's

2023

2024

2025

2026

2027

2028

       

Stand Miljoenennota 2023

2.708,7

2.602,9

2.047,4

2.440,5

1.385,1

0,0

       

Technisch

‒ 32,7

‒ 93,8

460,1

570,3

51,6

1.494,0

Extrapolatie

     

1.407,2

Perceptiekostenvergoeding

55,2

32,3

33,4

41,0

51,6

86,8

Wijziging kasreeks HVP

‒ 87,9

‒ 126,2

426,8

‒ 205,7

  

Aanvulling HVP met REPowerEU en BAR

   

735,0

  
       

Stand Voorjaarsnota 2023

2.676,0

2.509,1

2.507,5

3.010,8

1.436,8

1.494,0

Uitgaven

Besluitvorming

Ophoging Europese Vredesfaciliteit (EPF)

Deze reeks betreft het Nederlandse aandeel in de eerste en tweede ophoging van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) voor steun aan Oekraïne. In december 2022 is het EPF initiëel opgehoogd met 2 miljard euro. De Nederlandse bijdrage aan het EPF is gebaseerd op de bnp-verdeelsleutel van ca. 5,9% en komt neer op totaal 137 miljoen euro in lopende prijzen, conform Europese begrotingssystematiek. Het jaarlijkse uitgavenbudget stijgt daardoor met c.a. 35 miljoen per jaar in de periode 2024-2027. Op korte termijn wordt het financieringsplafond van het EPF nogmaals opgehoogd, dit keer met 3,5 miljard euro. Vanwege de stijging van de Nederlandse bijdrage aan de EPF die daaruit voortvloeit worden enkele mutaties op de begroting doorgevoerd. Het jaarlijkse uitgavenbudget stijgt daardoor met 58,1 miljoen euro in 2024 oplopend tot 61,7 miljoen euro in 2027 en komt ten laste van de reservering op de Aanvullende Post.

Technische mutaties voorjaarsnota

Extrapolatie

De extrapolatie van de bugetten voor 2028 is verwerkt op de begroting van BZ.

Overboekingen Aanvullende Post

Dit betreft de netto overboeking van de Aanvullende Post voor de nabetaling van de Traditionele Eigen Middelen (TEM) van 8,1 miljoen euro.

Correctie nacalculatie 2021

Deze mutatie bestaat uit de nacalculatie over 2021 (een tegenvaller van circa 86 miljoen euro) die verwerkt is bij de eerste suppletoire begroting van 2022, maar vanwege een wijziging in de Verordening voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen (MAR; Making Available Regulation) vindt deze betaling pas plaats in 2023. Dit is gecorrigeerd bij het financieel jaarverslag voor 2022 en wordt nu correct als tegenvaller bij de bni-afdracht in 2023 verwerkt.

Draft Amending Budget 5 (DAB5) 2022 bni-afdracht

De kasopvraging van de Commissie naar aanleiding van DAB5 2022 is door de Commissie over de jaargrens heen geschoven (van 2022 naar 2023). De Commissie verwacht op EU-niveau meer inkomsten uit invoerrechten, deels door hoger dan verwachte kasontvangsten (o.a. door inflatie) en deels door incidentele nabetalingen van lidstaten en het VK (casus lage waarde textiel), waardoor Nederland een meevaller heeft op bni-afdracht (circa 180 miljoen euro).

Update bni-korting, bni-afdracht en btw-afdracht

Deze mutatie bestaat uit verschillende onderdelen. Ten eerste is er sprake van een grotere stijging van de bni-korting. De bni-korting wordt jaarlijks aangepast o.b.v. de EU bbp-deflator uit de Lenteraming van de Europese Commissie. Door hoge inflatie leidt dit tot een meevaller van 75 miljoen euro in 2023 oplopend tot 81 miljoen euro in 2027. Ten tweede zijn de ontvangsten op de EU-begroting geactualiseerd bij Amending Letter 1 (amendement bij de Europese begroting 2023). De bni-afdracht valt daarmee 25 miljoen euro lager uit in 2023. Ten derde is de raming van de ontvangsten op de EU-begroting geactualiseerd op basis van de nieuwe meerjarencijfers van de Europese Commissie. Dit leidt tot een meevaller van 54 miljoen in 2024, en loopt op tot een jaarlijkse tegenvaller van 26 miljoen euro in 2028. Daarnaast leidt een technische correctie in het ramingsmodel EU-afdrachten tot hogere btw-afdracht van jaarlijks circa 25 miljoen euro. Deze technische correctie van de btw-afdracht heeft een effect op de bni-afdracht welke leidt tot een meevaller van jaarlijks ca. 25 miljoen euro.

Nabetaling TEM Voorjaar 2023

Deze mutatie is het saldo van de bruto nabetaling van de traditionele eigen middelen (TEM) van 10,4 miljoen euro. Het gaat om diverse dossiers waarvan in overleg met de Europese Commissie is vastgesteld dat Nederland invoerrechten verschuldigd is. Deze middelen (8,1 miljoen euro) zijn na aftrek van de perceptiekostenvergoeding afgedragen aan de Europese Commissie.

Nacalculatie 2022

De nacalculatie 2022 leidt voor Nederland tot een eenmalige meevaller van 556 miljoen als gevolg van een statistische correctie. Nederland ontvangt deze middelen in 2024. De relatief grote meevaller voor Nederland ten opzichte van de andere landen komt door het vervallen van een aantal voorbehouden van Eurostat bij het bni die specifiek voor Nederland waren (tussen 2010-2020). Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van het Nederlandse bni van de afgelopen jaren en daardoor tot een verlaging van de op het bni gebaseerde afdrachten.

Draft Amending Budget 2 (DAB2) 2023 bni-afdracht

Op 12 april jl. publiceerde de Commissie de tweede aanvullende Europese begroting van 2023. In DAB2 verwerkt de Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven (het surplus) van 2022 in de Europese begroting van 2023. De definitieve implementatie van de Europese begroting van 2022 leidt tot een surplus van 2,5 miljard euro en is het resultaat van hogere inkomsten en lagere uitgaven dan begroot. Voor Nederland leidt het surplus tot 149,1 miljoen euro lagere EU-afdrachten in 2023.

Niet plafond relevante mutaties

Actualisatie invoerrechten

Gedurende het jaar treedt een onbedoeld saldo-effect op in de ramingen van de invoerrechten, doordat aan de inkomsten en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt. Om dit saldo-effect te voorkomen wordt drie keer per jaar een extra actualisatie verwerkt aan de uitgavenkant voor wat betreft de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding die hieruit volgt.

Niet belastingontvangsten

Technische mutaties Voorjaarsnota

Extrapolatie

De extrapolatie van de bugetten voor 2028 is verwerkt op de begroting van BZ.

Perceptiekostenvergoeding

Nederland ontvangt 25% van de bruto af te dragen nabetalingen aan traditionele eigen middelen (TEM) als perceptiekostenvergoeding. Deze hangt samen met de actualisatie en nabetaling van de invoerrechten en is relevant voor het uitgavenplafond.

Wijziging kasreeks HVP

Dit betreft een wijziging van de kasreeks voor de ontvangsten van het Herstel en Veerkrachtplan (HVP) naar aanleiding van het Raadsuitvoeringsbesluit en de daaruitvolgende operationele regelingen.

Aanvulling HVP met REPowerEU en BAR

EU-lidstaten krijgen met REPowerEU extra middelen tot hun beschikking om investeringen en hervormingen door te voeren. Voor Nederland betreft dit 455 miljoen euro. Daarnaast worden de resterende middelen van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) toegevoegd aan het Herstel- en Veerkracht Plan (HVP). Dit betreft 280 miljoen euro. Verwacht wordt dat dit tot kasbetalingen leidt in 2026.

Licence