Zowel het Centraal Planbureau (CPB) als het kabinet maken een inschatting van het EMU-saldo de komende jaren. Beide ramingen berusten op het macro-economische beeld uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB en de uitkomsten van de voorjaarsbesluitvorming, maar verschillen in de ramingen van bepaalde uitgaven en ontvangsten.
Het CPB maakt onafhankelijk van het kabinet inschattingen voor zowel de uitgaven als de inkomsten van de overheid. Het CPB verwacht dat een aantal uitgaven niet of pas later tot besteding komen dan op dit moment in de begroting staat. Dit komt onder andere door de combinatie van een krappe arbeidsmarkt en een expansief begrotingsbeleid. Het CPB verwacht vertraging bij onder andere de investeringen in defensie en infrastructuur. Ook boekt het CPB algemene onderuitputting in. Deze wordt niet verder aan specifieke posten toebedeeld en loopt geleidelijk af na 2024 omdat de arbeidsmarkt minder krap wordt en er meer tijd is voor het uitwerken en uitvoeren van plannen.
Het kabinet heeft incidenteel geld gereserveerd voor verschillende posten die aflopen na 2026. Het CPB veronderstelt enkele beleidsmatige verschillen als structureel. De grootste post betreft aanvullende asieluitgaven vanaf 2027.
Aan de inkomstenkant geldt dat het kabinet tot 2029 hogere ontvangsten raamt dan het CPB. Deze verschillen komen tot stand doordat het CPB en het kabinet een ander model hanteren voor het ramen van de belastinginkomsten. Ten opzichte van de totale verwachte ontvangsten zijn de afwijkingen zeer beperkt.
Het EMU-saldo van het kabinet in 2024 tot en met 2026 is negatiever dan die van het CPB in het CEP. In de jaren daarna is het ingeschatte saldo van het kabinet positiever dan dat van het CPB. Dit komt voornamelijk omdat op korte termijn het CPB aanvullende vertraging en onderuitputting op de uitgaven veronderstelt. Op langere termijn liggen de uitgavenramingen dichter bij elkaar. Daarnaast veronderstelt het CPB dat een aantal van de vertraagde uitgaven in eerdere jaren alsnog tot besteding komen. Het CPB publiceert een nieuwe ex-ante raming en het kabinet zal dit verwerken in het Stabiliteitsprogramma. De verschillen tussen de CPB-raming en het kabinet kunnen dan nader worden geduid.