Base description which applies to whole site

2. LEESWIJZER

De begroting en daardoor ook de verantwoording van de Koning is met ingang van de begroting 2010 gewijzigd. Met ingang van de begroting 2010 is de naam van begroting I gewijzigd in begroting «de Koning» en bevat de begroting naast de grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het koninklijk huis (thans 3 uitkeringsgerechtigden) ook de uitgaven ten behoeve van de constitutionele Koning als staatshoofd. Dit in navolging van de brief van de minister-president over de nieuwe opzet van begroting I van de Rijksbegroting (Kamerstuk 31 700 I, nr. 5), gebaseerd op de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten koninklijk huis.

Deze structuuraanpassingen, die met ingang van de begroting 2010 zijn ingevoerd, hebben vorm gekregen door de toevoeging van de artikelen 2 en 3.

  • Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning. Dit betreft de functionele uitgaven die op declaratiebasis door de Dienst van het Koninklijk Huis namens de Koning worden ingediend bij de minister-president en die ten laste van deze begroting worden betaald.

  • Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen. Dit betreft de geraamde uitgaven die niet via de Dienst van het Koninklijk Huis lopen, maar die wel deel uitmaken van de uitgaven die functioneel samenhangen met het koningschap.

De nieuwe opzet van begroting I impliceert dat met uitzondering van artikel 1 in deze verantwoording voor de jaren voorafgaand aan het begrotingsjaar 2010 geen bedragen zijn opgenomen.

Zoals in de begroting is aangegeven vindt de uitputting van de begroting plaats via het verstrekken van voorschotten aan de Dienst van het Koninklijk Huis en aan de desbetreffende ministeries. Voor artikel 1 vindt de afrekening nog in het lopende begrotingsjaar plaats, maar bij de artikelen 2 en 3 zal – gegeven hun karakter – de afrekening niet eerder dan in het volgende jaar kunnen plaatsvinden. Uitgangspunt is dat de kas/verplichtingen gegevens zoals die uit de begrotingsregistratie blijken, bepalend zijn voor dit jaarverslag. Om inzicht te geven in de daadwerkelijke uitgaven is in de toelichting bij de betrokken begrotingsartikelen gebruik gemaakt van de ontvangen eindafrekening van de Dienst van het Koninklijk Huis bij artikel 2, alsmede de ontvangen eindafrekening van het ministerie van Defensie bij artikel 3. De genoemde bedragen komen dus niet overeen met de kas/verplichtingen gegevens in het onderhavige jaarverslag.

De ontvangsten bij de artikelen hebben betrekking op ontvangsten uit hoofde van de afrekeningen van voorgaande jaren.

In aansluiting op de bepaling zoals die in artikel 8 van de Comptabiliteitswet is opgenomen, hebben de begrotingsartikelen die worden opgenomen in deze verantwoording het karakter van een niet-beleidsartikel.

Licence