Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen op duizenden euro’s, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
Specifieke toelichting per saldibalanspost
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met het ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2010. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de StatenGeneraal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met het ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2010. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bank- en girorekeningen en bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn drie rekening-courantverhoudingen nl. Geïntegreerd Middelen Beheer, het Partieel Schatkistbankieren en het Agentschap. De bedragen zijn per 31 december 2010 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.
5. Uitgaven buiten begrotingsverband
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2010 | Ultimo 2009 | |
---|---|---|
Te realiseren (dis)agio | – 1 446 345 | 122 078 |
Vooruitbetaalde rente onderhandse leningen | 323 | 346 |
Te ontvangen rente swaps | 4 839 142 | 3 848 090 |
Vooruitbetaalde disconto | 89 467 | 88 844 |
Te ontvangen rente vlottende schuld | 195 663 | 211 823 |
CO2-veiling | 0 | 57 |
Te ontvangen rente m.b.t. GMB | 300 600 | 355 025 |
Totaal | 3 978 850 | 4 626 263 |
5a. Kas-transverschillen
Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven en ontvangen.
De begrotingsuitgaven en ontvangsten worden sinds 2002 niet op kas-, maar op transactiebasis verantwoord.
6. Ontvangsten buiten begrotingsverband
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2010 | Ultimo 2009 | |
---|---|---|
Te betalen rente onderhandse leningen | 66 306 | 49 903 |
Te betalen rente openbare schuld | 6 119 838 | 5 620 093 |
Te betalen rente swaps | 4 755 003 | 4 017 869 |
Te betalen rente vlottende schuld | 127 977 | 109 565 |
Derden van het Agentschap | 2 355 777 | 1 509 941 |
Te betalen rente m.b.t. GMB | 24 224 | 20 948 |
Totaal | 13 449 125 | 11 328 319 |
8. Extra-comptabele vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2010 | Ultimo 2009 | |
---|---|---|
Callgeldleningen u/g | 0 | 0 |
Extra-comptabele vorderingen | 0 | 0 |
Loans | 4 575 000 | 7 825 000 |
Overige | 0 | 60 |
Sell/Buy Back transtransacties | 0 | 307 754 |
Verstrekte leningen batenlasten-diensten | 8 262 150 | 7 601 445 |
Verstrekte leningen RWT’s en derden | 5 085 911 | 4 318 371 |
Totaal | 17 923 061 | 20 052 630 |
De lening aan het ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van de overname van de Antilliaanse schuld van € 1,6 mld. en de aflossingen van PRORAIL zijn verwerkt. De stand van de verstrekte leningen RWT’s en derden is ultimo 2010 per saldo aanzienlijk hoger dan geraamd (ruim € 750 mln.).
9. Extra-comptabele schuld
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2010 | Ultimo 2009 | |
---|---|---|
Vaste schuld | ||
– Staatsschuld | 243 051 740 | 213 204 100 |
Vlottende schuld | ||
– Dutch Treasury Certificates | 47 900 000 | 52 190 000 |
– Callgeldleningen o/g | 3 265 000 | 3 095 000 |
– Sell/Buy Back transacties | 16 927 | 431 424 |
– European Commercial Paper (ECP) | 5 417 657 | 5 463 259 |
– Onderhands Floating Rate Note (FRN) | 7 000 000 | 10 000 000 |
– RC baten-lastendiensten | 1 590 021 | 1 595 366 |
– RC RWT’s en derden | 2 089 063 | 2 056 066 |
– RC Sociale Fondsen | – 3 296 729 | – 3 522 227 |
– Overig | 0 | 0 |
Overige schuld | ||
– Deposito’s baten-lastendiensten | 202 000 | 224 100 |
– Deposito’s RWT’s en derden | 3 474 068 | 2 330 094 |
Totaal | 310 709 747 | 287 067 182 |
De extra-comptabele schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. Deze post betreft voornamelijk de vaste staatsschuld (€ 243,1 mld.), vlottende staatsschuld (€ 63,6 mld.) en daarnaast bevatten de extra-comptabele schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen de RHB en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.
De rekening-courant tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn.
Instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer kunnen lenen. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de Staat op de deelnemers. De vorderingen bedragen ultimo 2010 € 13,3 mld. Aan de Baten lasten diensten is € 8,3 mld. uitgeleend en € 5,1 mld. aan Rechtpersonen met wettelijke taak. De vordering is inclusief een lening aan het ministerie van Binnenlandse Zaken ten behoeve van de overname van de Antilliaanse schuld op 10 oktober 2010. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de Baten lasten diensten circa 9,4 jaar en bij Rechtpersonen met wettelijke taak circa 14,6 jaar.
Instellingen kunnen ook deposito’s plaatsen. Hierdoor ontstaat een schuld van de Staat aan de deelnemers. De deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. Het zijn vooral de Rechtpersonen met wettelijke taak die deposito’s hebben uitstaan. Baten lasten diensten hadden op 31 december € 0,2 mld. uitstaan. Rechtpersonen met wettelijke taak € 3,4 mld. De gewogen gemiddelde looptijd bij de Baten lasten diensten was circa 5 maanden. Bij de Rechtpersonen met wettelijke taak bedroeg de gemiddelde looptijd circa 10 maanden.
Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2010 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.
Jaar van uitgifte | Openbaar | Onderhands | Totaal |
---|---|---|---|
Vóór 1991 | 27,0 | 67,2 | 94,2 |
1991 | 0 | 228,2 | 228,2 |
1992 | 0 | 757,6 | 757,6 |
1993 | 9 806,5 | 150,4 | 9 956,9 |
1994 | 0 | 55,2 | 55,2 |
1995 | 0 | 67,3 | 67,3 |
1996/1997 | 0 | 0 | 0 |
1998 | 10 983,8 | 38,1 | 11 021,9 |
1999/2000 | 0 | 0 | 0 |
2001 | 14 076,0 | 0 | 14 076,0 |
2002 | 14 064,0 | 0 | 14 064,0 |
2003 | 14 983,0 | 0 | 14 983,0 |
2004 | 14 324,8 | 0 | 14 324,8 |
2005 | 26 076,2 | 0 | 26 076,2 |
2006 | 17 574,5 | 0 | 17 574,5 |
2007 | 13 155,0 | 0 | 13 155,0 |
2008 | 27 328,0 | 0 | 27 328,0 |
2009 | 40 842,3 | 0 | 40 842,3 |
2010 | 37 126,5 | 1 320,2 1 | 38 446,7 |
Totaal 2 | 240 367,6 | 2 684,2 | 243 051,8 |
Jaar van eerste uitgifte betekent dat ingeval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening