In dit overzicht zijn de extra uitgaven opgenomen die rechtstreeks en uitsluitend toegerekend kunnen worden aan de derde hoofdtaak («de handhaving van de nationale rechtsorde en de ondersteuning van civiele overheden, zowel nationaal als internationaal, bij rampenbestrijding en vredesopbouw»). Het gaat hierbij zowel om inzet binnen het Koninkrijk der Nederlanden in de vorm van structurele nationale taken en militaire bijstand en steunverlening, als internationale noodhulp.
Structurele nationale taken
Defensie voert structureel een aantal taken uit voor civiele overheden, waaronder de taken van het CKmar, de Kustwacht, en de Bijzondere Bijstandseenheden. Er hoeft voor deze taken geen apart verzoek om bijstand of steunverlening te worden ingediend. De structurele nationale taken van Defensie zijn vastgelegd in wet- of regelgeving of er zijn specifieke afspraken over gemaakt. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie.
Militaire bijstand en steunverlening
Defensie wordt ook ingezet ter ondersteuning van de civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde of de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. De krijgsmacht verleent bovendien hulp in het geval van een ramp of zwaar ongeval of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Dit wordt militaire bijstand of steunverlening genoemd. Het defensiepersoneel wordt hierbij onder civiel gezag ingezet.
De additionele uitgaven van militaire bijstand en steunverlening worden door de aanvragende instantie vergoed. Tot en met 2009 werden deze additionele uitgaven verrekend door een factuur aan de aanvrager te sturen, in veel gevallen een gemeente. Deze verrekensystematiek zorgde voor veel onduidelijkheid en onnodige bureaucratie. In overleg met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie en de gemeenten is besloten deze verrekensystematiek aan te passen.
Sinds 2010 stellen de aanvragende instanties jaarlijks een bedrag ter beschikking aan Defensie waaruit alle additionele uitgaven voor militaire bijstand en steunverlening worden vergoed die zich in dat jaar voordoen. Deze nieuwe verrekensystematiek staat bekend als Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK).
Defensie is in 2010 veelvuldig ingezet voor militaire bijstand en steunverlening, waaronder:
– de inzet van Cougar-blushelikopters voor bluswerkzaamheden, onbemande vliegtuigjes (Ravens) voor observatiedoeleinden, genietanks en personeel voor nabluswerkzaamheden in het kader van de bos, duin en heidebranden in Bergen aan Zee en Heeze;
– de inzet van onder andere onbemande vliegtuigjes en het CKmar tijdens de jaarwisseling;
– de grootschalige inzet op Koninginnedag 2010 in Zeeland door onder andere het CKmar, de EODD en de Nationale Reserve;
– meerdere malen ondersteuning van de politie door specialisten vanuit het JISTARC met kennis, expertise en middelen in verschillende politieonderzoeken;
– de inzet van de krijgsmacht op de Caribische eilanden voor hulp bij orkanen en stormen;
– meer dan 1 500 ruimingen van conventionele en geïmproviseerde explosieven in heel Nederland.
De additionele uitgaven van militaire bijstand en steunverlening bedroegen in totaal € 1,5 miljoen.
Internationale noodhulp
Defensie kan worden ingezet ten behoeve van internationale noodhulp en humanitaire hulpverlening. Noodhulp is gericht op de ondersteuning van en hulp aan staten, terwijl humanitaire hulpverlening is gericht op individuen. Over de uitvoering van humanitaire taken wordt overlegd door de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie. De additionele uitgaven van deze inzet worden verrekend met het ministerie van Buitenlandse Zaken.
In januari 2010 is Defensie ingezet in verband met de aardbeving op Haïti. Deze inzet betrof zowel het luchttransport van het USAR-teamnaar het getroffen gebied als de inzet van Hr.Ms. Pelikaan ter plaatse.
De additionele uitgaven van internationale noodhulp bedroegen in totaal € 0,5 miljoen.