In onderstaande tabel worden de budgettaire gevolgen van beleid weergegeven.
Gemeentefonds | Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2011 | 2011 | |
Verplichtingen: | 15 011 739 | 16 205 746 | 17 699 939 | 18 607 147 | 18 389 983 | 18 110 864 | 279 119 |
Uitgaven: | 15 094 194 | 16 246 636 | 17 683 013 | 18 381 101 | 18 576 432 | 18 110 864 | 465 568 |
1.1. Onderzoek en bijdragen organisaties | |||||||
1.1.1. Kosten Financiële-verhoudingswet | 1 245 | 1 498 | 1 829 | 1 451 | 2 361 | 2 091 | 270 |
1.1.2. Kosten Waarderingskamer | 1 119 | 1 168 | 1 279 | 1 328 | 1 255 | 1 158 | 97 |
1.1.3. Budget A+O-fonds | 5 218 | 5 466 | 5 887 | 5 996 | 6 032 | 6 032 | 0 |
1.1.4. Bijdrage aan VNG | 1 000 | 1 000 | 2 610 | 1 000 | 1 610 | ||
1.1.5. Bijdrage gemeenten inzake KING | 6 436 | 7 464 | 7 464 | 0 | |||
1.2. Programmauitgaven | |||||||
1.2.1. Algemene uitkering c.a. en de aanvullende uitkeringen | 13 570 449 | 14 528 565 | 15 725 525 | 15 549 679 | 16 029 602 | 15 801 286 | 228 316 |
1.2.2. Integratie-uitkeringen | 1 516 164 | 1 539 399 | 1 621 535 | 1 643 813 | 1 477 836 | 1 406 942 | 70 894 |
1.2.3. Decentralisatie-uitkeringen | 170 540 | 325 958 | 1 171 398 | 1 049 272 | 884 891 | 164 381 | |
Ontvangsten: | 15 094 194 | 16 246 636 | 17 683 013 | 18 381 101 | 18 576 432 | 18 110 864 | 465 568 |
Apparaatsontvangsten | |||||||
1. Terugontvangsten Waarderingskamer | 122 | 56 | 125 | 149 | 139 | 0 | 139 |
Programmaontvangsten | |||||||
1. Ontvangsten ex art. 4 Fvw | 15 094 072 | 16 246 580 | 17 682 888 | 18 380 952 | 18 576 293 | 18 110 864 | 465 429 |
Toelichting
Onderdeel verplichtingen
Ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting zijn de verplichtingen met € 279 119 000 bijgesteld. Dit bedrag is het saldo van de mutaties die bij 1ste suppletoire (€ 191 254 000), 2de suppletoire (€ 79 055 000) en in de slotwet (€ 8 810 000) zijn aangebracht. Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van beide suppletoire begrotingen (Kamerstukken II 2010–2011, 32 780 B, nr. 2 en Kamerstukken II 2011–2012, 33 090 B, nr. 2) en in de slotwet.
Onderdeel uitgaven
– Kosten Financiële-verhoudingswet
Het gerealiseerde bedrag komt € 270 000 hoger uit dan in de ontwerpbegroting 2011 werd geraamd. Het gerealiseerde bedrag voor kosten Financiële-verhoudingswet komt hiermee op € 2 361 000. Een toelichting is te vinden in de memorie van toelichting van de 1ste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2010–2011, 32 780 B, nr. 2) en in de slotwet.
– Kosten Waarderingskamer
Het gerealiseerde bedrag komt € 97 000 hoger uit dan in de ontwerpbegroting 2011 werd geraamd. Het gerealiseerde bedrag voor kosten Waarderingskamer komt daarmee uit op € 1 255 000. Een toelichting is te vinden in de memorie van toelichting van de 1ste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2010–2011, 32 780 B, nr. 2).
– Bijdrage Stichting A+O-fonds gemeenten
Het gerealiseerde bedrag is gelijk aan het begrote bedrag in de ontwerpbegroting 2011 en is € 6 032 000.
– Bijdrage aan VNG
Het gerealiseerde bedrag komt € 1 610 000 hoger uit dan in de ontwerpbegroting 2011 werd geraamd. Het gerealiseerde bedrag voor Bijdrage aan VNG komt daarmee uit op € 2 610 000. Een toelichting is te vinden in de memorie van toelichting van de 2de suppletoire begroting (Kamerstukken II 2011–2012, 33 090 B, nr. 2).
– Bijdrage gemeenten aan KING
Het gerealiseerde bedrag is gelijk aan het begrote bedrag in de ontwerpbegroting 2011 en is € 7 464 000.
– Algemene uitkering
De uitgaven van de algemene uitkering van het gemeentefonds worden ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting verhoogd met € 228 316 000 en komen daarmee in totaal op € 16 029 602 000. Bij de 1ste en 2de suppletoire begrotingen hebben eerdere mutaties plaatsgevonden van respectievelijk € 283 549 000 (positief) en € - 4 385 000 (negatief). In de slotwet vindt een mutatie plaats van € - 50 848 000 (negatief). Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van beide suppletoire begrotingen (Kamerstukken II 2010–2011, 32 780 B, nr. 2 en Kamerstukken II 2011–2012, 33 090 B, nr. 2) en in de slotwet.
– Integratie-uitkeringen
De uitgaven van de integratie-uitkeringen van het gemeentefonds worden ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting verhoogd met € 70 894 000 en komen daarmee in totaal op € 1 477 836 000. Bij de 1ste en 2de suppletoire begrotingen hebben eerdere mutaties plaatsgevonden van respectievelijk € 72 894 000 (positief) en € - 2 006 000 (negatief). In de slotwet vindt een mutatie plaats van € 6 000 (positief). Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van beide suppletoire begrotingen (Kamerstukken II 2010–2011, 32 780 B, nr. 2 en Kamerstukken II 2011–2012, 33 090 B, nr. 2) en in de slotwet.
– Decentralisatie-uitkeringen
De uitgaven van de decentralisatie-uitkeringen van het gemeentefonds worden ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting verhoogd met € 164 381 000 en komen daarmee in totaal op € 1 049 272 000. Bij de 1ste en 2de suppletoire begrotingen hebben eerdere mutaties plaatsgevonden van respectievelijk € 79 002 000 (positief) en € 83 836 000 (positief) en in de slotwet van € 1 543 000 (positief). Een toelichting op deze mutaties is te vinden in de memories van toelichting van beide suppletoire begrotingen (Kamerstukken II 2010–2011, 32 780 B, nr. 2 en Kamerstukken II 2011–2012, 33 090 B, nr. 2) en in de slotwet.
Onderdeel ontvangsten
– Terugontvangsten Waarderingskamer
Er heeft in 2011 een terugboeking naar het gemeentefonds plaatsgevonden vanuit de Waarderingskamer. Deze terugboeking van € 139 000 betreft het gemeentelijke aandeel in de onderuitputting van het budget van 2010 van de Waarderingskamer.
– Ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet
Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de inkomsten over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting van het gemeentefonds voor 2011 worden de ontvangsten ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet, met € 465 429 000 verhoogd tot € 18 576 293 000.