Dit was het eerste volle jaar voor het kabinet. Het jaar stond in het teken van de verdere opname van de werkzaamheden welke verbonden zijn aan de procedures met betrekking tot de verkrijging van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie en van het verder inkrimpen en vormgeven van het Kabinet op basis van het in 2010 vastgestelde O&F-rapport.
Context
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het Kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Curaçao, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. De relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint Maarten zijn verder geïnstitutionaliseerd en geïntensiveerd.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Defensie en CZMCARIB. Binnen het land Curaçao werkt het Kabinet intensief samen met de Staten, de Raad van Ministers, het Openbaar Ministerie en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Curaçao heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Kranchi).
Succesfactoren
De meest relevante omgevingsfactor is de omvang van de externe vraag naar dienstverlening door het kabinet (consulaire zaken, waaronder de verlening van visa voor Nederland, de BES- eilanden en het Schengengebied, en de justitiële zaken m.b.t. de verlening van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie) en het beroep op de Gouverneur van Curaçao om als orgaan van het Koninkrijk toezicht te houden op bestuursdaden van de Raad van Ministers in de diverse werkterreinen van de overheid.
Alhoewel de beperkte omvang van het Kabinet met zich mee brengt dat de vereiste expertise en adviescapaciteit niet altijd beschikbaar is, is het ook in 2011 niet noodzakelijk gebleken een beroep te doen op extra personele inzet. Enige flexibiliteit bij de inzet van derden blijft desalniettemin aangewezen.
Bij een aantal consulaire en justitiële processen is het Kabinet afhankelijk van de informatie die door landsdiensten wordt verstrekt. De kwaliteit en de bereidheid tot en de mate van samenwerking is daarom bepalend voor het resultaat.
2011 (realisatie in aantallen) | |
---|---|
Landsbesluiten/-verordeningen/-personeel | 7 847 |
Reisdocumenten | 604 |
Visa | 199 |
Naturalisaties (ingenomen verzoeken) | 64 |
Naturalisatieceremonies | 14 |
Opties (ingenomen verzoeken) | 122 |
Gratieverzoeken | 62 |
Uitleveringen | 1 |
Paspoortsignaleringen | 0 |
Audits afgifte reisdocumenten3 | 1 |
Overvliegvergunningen en havenbezoeken | 176 |
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen | 51 |