Ministerie van Buitenlandse Zaken (V)
x EUR 1 000 | x EUR 1 000 | ||||
---|---|---|---|---|---|
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 11 014 545 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 887 559 |
3 | Liquide middelen | 28 582 | 6a | Rekening-courant RHB | 10 156 059 |
8 | Intra-comptabele vorderingen | 13 128 | 9 | Intra-comptabele schulden | 12 637 |
Intra-comptabele activa | 11 056 255 | Intra-comptabele passiva | 11 056 255 | ||
11 | Extra-comptabele vorderingen | 1 198 685 | 11a | T.r. extra-comptabele vorderingen | 1 198 685 |
12a | T.r. extra comptabele schulden | 330 | 12 | Extra comptabele schulden | 330 |
13 | Voorschotten | 4 268 280 | 13a | T.r. voorschotten | 4 268 280 |
14a | T.r. garantieverplichtingen | 2 150 392 | 14 | Garantieverplichtingen | 2 150 392 |
15a | T.r. openstaande verplichtingen | 9 131 016 | 15 | Openstaande verplichtingen | 9 131 016 |
16 | Deelnemingen | 63 760 | 16a | Tegenrekening deelnemingen | 63 760 |
Extra-comptabele activa | 16 812 463 | Extra-comptabele passiva | 16 812 463 | ||
Totaal activa | 27 868 718 | Totaal passiva | 27 868 718 |
II Inleiding
1. Algemeen
De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden verantwoord.
Het intracomptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2011, die nog met het ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën. Onder het intracomptabele deel zijn ook de liquide middelen van het ministerie opgenomen. De uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, zijn verantwoord onder de intracomptabele vorderingen en schulden.
Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste c.q. ten gunste van de begrotingen van voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen. Deze post geeft inzicht in de toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.
2. Waarderingsgrondslagen
De uitgaven en verplichtingen in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste koers (corporate rate) omgerekend. Voor wat betreft de uitgaven in 2011 is 89 procent gerealiseerd in Euro, 8 procent in US dollar en 3 procent in 108 andere vreemde valuta.
De corporate rate 2011 van de USD was vastgesteld op 1 USD = 0,80 EUR.
De balansposten per 31 december worden gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgende boekjaar. Intracomptabel betreft dit de liquide middelen, extracomptabel betreft het de vorderingen, voorschotten en openstaande verplichtingen. De herwaardering die hieruit voortvloeit wordt verwerkt in de kas- en verplichtingenstroom van het afgelopen jaar.
Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de historische waarde of de lagere (meest recent bekende) assetwaarde.
De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de historische waarde.
III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2011 (in EUR 1 000)
1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 11 014 545 x EUR 1 000)
Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven in het jaar 2011 opgenomen. Na goedkeuring van de Slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het ministerie van Financiën.
Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2011 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.
2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 887 559 x EUR 1 000)
Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2011 opgenomen. Na goedkeuring van de Slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag verevend met het ministerie van Financiën.
3 Liquide middelen (debet 28 582 x EUR 1 000)
De liquide middelen omvatten girale en chartale gelden, alsmede gelden onderweg en hebben betrekking op het departement en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Het treasury beleid is er, met betrekking tot de gelden van Hoofdstuk V van de Rijksbegroting, op gericht te komen tot een optimale beheersing van de geldomvang en een kostenminimalisatie ten aanzien van bankkosten en rentederving. Hierbij spelen aspecten als liquiditeitenbeheer, valutarisicobeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer een grote rol.
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
3.1 Kassaldi | 3 623 | 3 493 |
3.2 Banksaldi | 25 687 | 43 553 |
3.4 Gelden onderweg | – 728 | – 3 620 |
Totaal | 28 582 | 43 426 |
3.1 Kassaldi (debet 3 623 x EUR 1 000)
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Reguliere kassaldi | 1 597 | 1 550 |
Noodreserve posten | 2 026 | 1 943 |
Totaal | 3 623 | 3 493 |
Uit oogpunt van een adequaat liquiditeitenbeheer wordt ernaar gestreefd de hoogte van de kassaldi zoveel mogelijk te beperken. Naast de normale kassaldi worden op 47 vertegenwoordigingen contanten in voorraad gehouden in verband met eventuele calamiteiten.
Enkele vertegenwoordigingen worden regelmatig voorzien van contanten, omdat giraal bankverkeer niet mogelijk is. Het merendeel van de kassaldi wordt in vreemde valuta aangehouden.
3.2 Banksaldi (debet 25 687 x EUR 1 000)
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Banksaldo | 25 687 | 43 553 |
Van het in het buitenland aanwezige banksaldo stond een bedrag van EUR 17,7 miljoen uit in vreemde valuta en 8 miljoen in euro’s.
Het actieve beheer op de banksaldi heeft geresulteerd in een laag uitstaand banksaldo. Er hebben zich dit jaar ook geen bijzondere gevallen voorgedaan wat in 2010 nog wel het geval was.
3.4 Gelden onderweg (credit 728 x EUR 1 000)
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Kruisposten | 44 | 0 |
Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen | – 772 | – 3 620 |
Totaal | – 728 | – 3 620 |
Betalingsopdrachten vertegenwoordigingen betreft uitgegeven cheques die per 31 december nog niet zijn afgeschreven van de bankrekeningen van de vertegenwoordigingen.
6a Rekening-courant RHB (credit 10 156 059 x EUR 1 000)
Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.
8 Intra-comptabele vorderingen (debet 13 128 x EUR 1 000)
Onder deze post zijn de vorderingen opgenomen, die zijn ontstaan als gevolg van uitgaven ten behoeve van derden.
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
8.1 Ministeries | 7 343 | 7 504 |
8.2 Persoonlijke rekeningen | 409 | 425 |
8.3 Externe debiteuren | 2 313 | 2 398 |
8.4 Overige vorderingen | 3 063 | 2 597 |
Totaal | 13 128 | 12 924 |
Onderstaand overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele vorderingen en de ouderdom.
Totaal | 2011 | 2010 | 2009 | 2008 en ouder | ||
---|---|---|---|---|---|---|
– | Direct opeisbaar ministeries | 7 343 | 7 343 | 0 | 0 | 0 |
– | Direct opeisbaar persoonlijke rekeningen | 247 | 236 | 9 | 2 | 0 |
– | Direct opeisbaar externe debiteuren | 2 212 | 614 | 27 | 28 | 1 543 |
– | Direct opeisbaar overige vorderingen | 2 993 | 2 912 | 66 | 2 | 13 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 12 795 | 11 105 | 102 | 32 | 1 556 | |
Op termijn opeisbare vorderingen | 101 | |||||
Geconditioneerde vorderingen | 232 | |||||
Totaal | 13 128 |
8.1 Ministeries (debet 7 343 x EUR 1 000)
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Ingevorderd | 6 177 | 6 900 |
In te vorderen | 1 166 | 604 |
Totaal | 7 343 | 7 504 |
Het ingevorderde bedrag per 31 december 2011 betreft de volgende debiteuren:
Defensie | 2 115 |
Agentschap NL | 1 195 |
EL&I | 1 071 |
Overige ministeries | 1 796 |
Totaal | 6 177 |
Het nog in te vorderen bedrag per 31 december 2011 betreft de volgende ministeries:
Defensie | 348 |
LNV | 329 |
EVD | 237 |
Overige ministeries | 252 |
Totaal | 1 166 |
8.3 Externe debiteuren (debet 2 313 x EUR 1 000)
Deze categorie vorderingen heeft betrekking op derden zoals particulieren, bedrijven en dergelijke. Het betreft onder meer vorderingen die ontstaan zijn met betrekking tot uitgaven in het kader van dienstverlening. Deze vorderingen ontstaan zowel op het departement als op de vertegenwoordigingen in het buitenland.
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
In te vorderen | 577 | 519 |
Ingevorderd | 1 736 | 1 879 |
Totaal | 2 313 | 2 398 |
8.4 Overige vorderingen (debet 3 063 x EUR 1 000)
Onder deze categorie worden vorderingen opgenomen die niet in de overige categorieën vallen. Hieronder vallen ook vorderingen ontstaan naar aanleiding van een uitgave, die ter plaatse op de vertegenwoordiging verrekend wordt.
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Te vorderen BTW | 2 064 | 1 729 |
Ter plaatse te verrekenen uitgaven buitenland | 700 | 462 |
Diverse vorderingen | 299 | 406 |
Totaal | 3 063 | 2 597 |
9 Intra-comptabele schulden (credit 12 637 x EUR 1 000)
Hieronder vallen schulden ontstaan door ontvangsten en inhoudingen die met derden verrekend zullen worden.
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Nog af te dragen loonheffing en premies | 8 573 | 8 682 |
Af te lossen ICC-lening | 0 | 0 |
Ter plaatse te verrekenen | 848 | 669 |
Silent partnerships | 2 404 | 1 687 |
Diverse overige schulden | 812 | 38 |
Totaal | 12 637 | 11 076 |
Aan het International Criminal Court (ICC) is door het ministerie van Financiën een lening beschikbaar gesteld van EUR 200 miljoen met een looptijd van 30 jaar. Door middel van periodieke afroepen wordt dit bedrag door het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het ICC uitbetaald.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken betaalt een rentevergoeding aan het ministerie van Financiën over de lening van EUR 200 miljoen. Dit percentage bedraagt 3,56 procent. Over het beschikbare depot wordt door het ministerie van Financiën een rentevergoeding betaald van hetzelfde percentage. Het ICC betaald een vast rentepercentage van 2,5 procent over het geleende bedrag. Het ministerie van Buitenlandse Zaken vergoedt middels een rentesubsidie het verschil tussen de «te betalen rente aan het ministerie van Financiën» (over de lening) en de «te ontvangen rente van het ministerie van Financiën» (over het depot).
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de intra-comptabele schulden en de ouderdom.
Totaal | 2011 | 2010 | 2009 en ouder | |
---|---|---|---|---|
Direct opeisbare schulden | 12 637 | 10 951 | 1 673 | 13 |
11 Extra-comptabele vorderingen (debet 1 198 685 x EUR 1 000)
Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extra-comptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen | 241 114 | 261 390 |
Massif fonds | 284 208 | 284 208 |
IDF (voorheen MOL fonds) | 218 995 | 203 512 |
NIO begrotingslening | 200 000 | 200 000 |
Verrichte garantiebetalingen NIO | 66 258 | 64 476 |
Diverse extra-comptabele vorderingen | 188 110 | 173 700 |
Totaal | 1 198 685 | 1 187 286 |
De extra-comptabele vorderingen met betrekking tot Infrastructure Development Fund (IDF, voorheen MOL fonds) en het Massif-programma staan uit bij de FMO en betreffen roulerende fondsen. De betaalde IDF fondsen staan per 31/12/2013 en de Massiffondsen per 31/12/2015 ter beschikking van de Minister en zijn als geconditioneerde vordering opgenomen.
Als waarde van de fondsen zijn de verstrekte bedragen opgenomen, in tegenstelling tot 2009 waar de asset waarde ten behoeve van de fondsen waren weergegeven. De reden hiervan is dat ultimo 2009 de assetwaarde lager was dan de destijds door het ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekte bedragen aan de fondsen.
De asset waarde van IDF tot en met 2011 bedraagt EUR 227,4 miljoen. Voor het Massif fonds is dit EUR 287,1 miljoen. De genoemde asset waardes zijn voorlopige cijfers zoals bekend bij het opstellen van de saldibalans, het zijn dus nog geen definitieve cijfers. Deze zullen uit de jaarrekening 2011 van het FMO blijken.
Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen en de ouderdom.
Totaal | 2011 | 2010 | 2009 | 2008 en ouder | |
---|---|---|---|---|---|
Op termijn opeisbaar aflossing begrotingsleningen | 241 114 | 241 114 | |||
Op termijn opeisbaar begrotingslening | 200 000 | 200 000 | |||
Op termijn opeisbaar overige vorderingen | 2 360 | 2 360 | |||
Totaal op termijn opeisbare vorderingen | 443 474 | 0 | 200 000 | 0 | 243 474 |
Direct opeisbaar garantiebetalingen | 66 258 | 1 782 | 738 | – 762 | 64 500 |
Direct opeisbaar overige vorderingen | 32 311 | 9 124 | 5 966 | 2 580 | 14 641 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 98 569 | 10 906 | 6 704 | 1 818 | 79 141 |
Geconditioneerde vorderingen | 656 642 | ||||
Totaal | 1 198 685 |
Saldo per 1 januari 2011 | 261 390 |
Bij: Consolidaties 2011 | 0 |
Af: Aflossingen in 2011 | 20 276 |
Af: Kwijtscheldingen | 0 |
Saldo per 31 december 2011 | 241 114 |
De begrotingsleningen zijn voornamelijk met OS-landen afgesloten. In overeenstemming met het in de lening overeenkomsten vastgestelde aflossingsschema zal het saldo per 31 december 2011 in de volgende jaren worden afgelost. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele toekomstige kwijtscheldingen en nog op te nemen begrotingsleningen (consolidaties).
2012 | 14 646 |
2013 | 18 589 |
2014 | 22 986 |
2015 | 22 986 |
2016 | 22 986 |
Na 2016 | 138 921 |
Totaal | 241 114 |
Saldo per 1 januari 2011 | 64 476 |
Bij: Overmakingen aan de NIO (garanties) in 2011 | 1 782 |
Af: Ontvangsten van de NIO (garanties) in 2011 | 0 |
Af: Kwijtscheldingen in 2011 | 0 |
Af: Consolidaties | 0 |
Saldo per 31 december 2011 | 66 258 |
Diverse extra-comptabele vorderingen
TCX Currency Exchange Fund | 54 500 |
AEF Fund | 47 539 |
Lening PIDG | 22 750 |
Stichting ECDPM | 18 378 |
Te ontvangen rente op begrotingsleningen en garantiebetalingen (NIO) | 20 203 |
EBRD lening | 6 879 |
Ingevorderde voorschotten (inclusief restfondsen bij VN en Wereldbank) | 10 020 |
Vorderingen RSS | 2 360 |
(Huur) Waarborgsommen | 2 799 |
Buiteninvordering gestelde vorderingen | 593 |
Overige | 2 089 |
Saldo per 31 december 2011 | 188 110 |
12 Extra-comptabele schulden (credit 330 x EUR 1 000)
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Diverse extracomptabele schulden | 330 | 0 |
De extra comptabele schuld bestaat uit het te verrekenen bedrag uit de reis en vertaalenveloppe van het EU Raadsbudget.
13 Extra-comptabele voorschotten (debet 4 268 280 x EUR 1 000)
Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen.
31 december 2011 | 31 december 2010 | |
---|---|---|
Verstrekt in 2002 of eerder | 377 | 604 |
Verstrekt in 2003 | 2 313 | 2 313 |
Verstrekt in 2004 | 8 182 | 10 665 |
Verstrekt in 2005 | 4 269 | 5 003 |
Verstrekt in 2006 | 36 949 | 69 556 |
Verstrekt in 2007 | 131 698 | 330 964 |
Verstrekt in 2008 | 197 671 | 564 401 |
Verstrekt in 2009 | 555 946 | 1 467 459 |
Verstrekt in 2010 | 1 121 356 | 2 684 302 |
Verstrekt in 2011 | 2 209 519 | |
Totaal | 4 268 280 | 5 135 267 |
De opbouw van stand per ultimo 2010 naar ultimo 2011 is als volgt:
Stand per 31 december 2010 | 5 135 267 |
Bij: Verstrekte voorschotten 2011 | 2 475 157 |
Af: Verantwoord in 2011 | 3 137 161 |
Af: Herwaardering naar corporate rate 2011 | 204 983 |
Stand per 31 december 2011 | 4 268 280 |
Ten opzichte van 2010 is de voorschottenstand gedaald met EUR 866 miljoen (17 procent).
De afname van de voorschotstand heeft twee belangrijke oorzaken. Allereerst zijn er, mede door de bezuinigingen, duidelijk minder voorschotten verstrekt dan in voorgaande jaren (EUR 474 miljoen). Daarnaast heeft de herwaardering van de voorschotstand ook voor een afname van EUR 205 miljoen gezorgd en is er de afgelopen jaren extra toezicht geweest op het rechtmatig verantwoorden van openstaande voorschotten.
Herwaardering vindt plaats over de openstaande voorschotten in vreemde valuta. Van het openstaande saldo van EUR 4,2 miljard staat het equivalent van EUR 1,7 miljard uit in vreemde valuta. Dit betreft grotendeels USD voorschotten (tegenwaarde EUR 1,3 miljard).
14 Openstaande garantieverplichtingen (credit 2 150 392 x EUR 1 000)
Dit betreffen door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingssamenwerking (NIO) onder staatsgarantie verstrekte kapitaalmarktleningen aan ontwikkelingslanden. In 2011 is naast het bedrag voor de kapitaalmarktlening ook het bedrag aan nog te ontvangen rente (EUR 59 miljoen) opgenomen in de garantieverplichting van de NIO.
Met ingang van 2008 is de garantstelling met betrekking tot de niet volgestorte aandelen bij de regionale ontwikkelingsbanken African Development Bank (AFDB), Asian Development Bank (AsDB) en Inter-American Development Bank (IDB) in de administratie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgenomen. Voorheen stonden deze bij het Ministerie van Financiën.
In 2002 is als gevolg van de vijfde kapitaalsuitbreiding van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa het bedrag waarvoor Nederland garant staat toegenomen tot EUR 119,3 miljoen. De ophoging is deels een overheveling uit de reserves van de Bank.
Opbouw garantieverplichtingen:
Garantieverplichtingen per 1 januari 2011 | 2 342 584 |
Bij: Aangegane verplichtingen in 2011 | –/– 190 410 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2011 | 1 782 |
Garantieverplichtingen per 31 december 2011 | 2 150 392 |
Specificatie:
Asian Development Bank | 951 183 |
IDB Inter-American Development Bank | 227 949 |
African Development Bank | 556 067 |
Raad van Europa | 119 338 |
NIO | 191 094 |
Garantie Indonesië | 104 761 |
Garantieverplichtingen per 31 december 2011 | 2 150 392 |
15 Openstaande verplichtingen (credit 9 131 016 x EUR 1 000)
Opbouw openstaande verplichtingen:
Openstaande verplichtingen per 1 januari 2011 | 10 493 957 |
Bij: Aangegane verplichtingen in 2011 | 9 649 821 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen 2011 | 11 012 762 |
Openstaande verplichtingen per 31 december 2011 | 9 131 016 |
16 Deelnemingen (debet 63 370 x EUR 1 000)
Dit betreft het gestorte aandelenkapitaal bij de regionale ontwikkelingsbanken AsDB. AfDB, IDB en de Inter-American Investment Corporation. Tot 2008 was dit op de balans van het Ministerie van Financiën opgenomen.
Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:
-
– Rente/Aflossing leningenportefeuille NIO
De NIO financiert haar leningenportefeuille met opgenomen obligatieleningen, onderhandse leningen en «Medium Term Notes». De Staat der Nederlanden heeft zich garant gesteld voor de betaling van rente en aflossing. De nominale waarde hiervan bedroeg per 31 december 2011 EUR 113 miljoen (31 december 2010 EUR 154 miljoen5). Deze verplichting is niet in de saldibalans opgenomen aangezien de door de NIO verstrekte leningen en de toekomstige rentesubsidies reeds als garantieverplichting respectievelijk als acute verplichting zijn opgenomen.
-
– Verdragsmiddelen Suriname
Het restant van de verplichting uit hoofde van de Verdragsmiddelen Suriname Schenkingen bedraagt per 31 december 2011 EUR 0,7 miljoen (EUR 0,3 miljoen per 31 december 2010).
-
– Huisvesting OPCW
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat sedert 1998 garant voor een deel van de huisvesting OPCW. De garantie beloopt per ultimo 2011 circa EUR 1,30 miljoen en duurt nog 1 jaar.
-
– Convenant Ministerie van Defensie
In 2009 is een convenant getekend met het Ministerie van Defensie inzake de inzet van Koninklijke Marechaussee bij de beveiliging van Nederlandse vertegenwoordigingen met een hoog risico op veiligheid. Het betreft de overheveling van budget voor een bedrag van EUR 48,4 miljoen over 3 jaar. Deze periode wordt ieder jaar stilzwijgend verlengd, tenzij een van de partijen schriftelijk het stilzwijgen doorbreekt. In 2011 heeft budgetoverheveling naar het Ministerie van Defensie van EUR 16,1 miljoen plaatsgevonden.