In het Regeerakkoord van oktober 2010 sprak de regering af scherpere keuzes te maken in het buitenlands beleid en een verder geïntegreerd buitenlands beleid te voeren. Sindsdien is de noodzaak tot het stellen van scherpe prioriteiten alleen maar toegenomen; de financieel-economische crisis en de veelheid aan internationale politieke ontwikkelingen, zoals de revoluties in de Arabische regio en de groeiende problemen in de relatie tussen de internationale gemeenschap en Iran, hebben het beleid in 2011 in hoge mate bepaald. Tegen deze achtergrond is in 2011 uitvoering gegeven aan het Regeerakkoord en zijn, bovenop directe reacties op actuele politieke ontwikkelingen, meer op de lange termijn gerichte beleidskeuzes gemaakt, zowel op de beleidsterreinen als in de organisatie.
De regering bracht het buitenlands beleid onder in drie pijlers: veiligheid, vrijheid en welvaart. Aan de hand van deze verbonden pijlers is bepaald hoe en wanneer te reageren of anticiperen op ontwikkelingen in het buitenland.