De fundamenten voor een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid zijn de afgelopen jaren gelegd met het Programma Vernieuwing Rijksdienst. De kerngedachte beoogt het realiseren van een rijksdienst die minder verkokerd en meer probleem- en resultaatgericht werkt. Samenwerken, efficiëntie en goede ICT-voorzieningen zijn hierbij sleutelbegrippen. Een belangrijke ambitie is het realiseren van een rijksdienst die beleid maakt dat is getest op zijn uitvoerbaarheid, niet gepaard gaat met onnodige regels en ingewikkelde toezichtsvormen en waarbij vertrouwen in de samenleving prevaleert boven wantrouwen.
In mei 2011 ontving de Tweede Kamer de verantwoording van de resultaten in de eindrapportage Vernieuwing Rijksdienst (Kamerstukken II, 31 490, nr. 60). Uit de daarin opgenomen rapportage blijkt dat de realisatie van de taakstelling goed op schema ligt. In de tweede Jaarrapportage Bedrijfsvoering wordt in mei 2012 de eindbalans opgemaakt.
2.1 Een efficiëntere en effectieve bedrijfsvoering bij de overheid
Het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst bouwt voort op de resultaten van het programma Vernieuwing Rijksdienst. Het programma is kaderstellend bij het opstellen van de departementale plannen van aanpak voor de invulling van de rijksbrede taakstelling en draagt bij aan een krachtige, kleine en dienstverlenende rijksoverheid. De Tweede Kamer ontving de kamerbrief over het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst in februari 2011 (Kamerstukken II, 31 490, nr. 54).
Het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst kent drie uitgangspunten:
-
1. De verdere opbouw van een rijksbrede infrastructuur voor de ondersteunende bedrijfsvoering;
-
2. Bij de Haagse kerndepartementen een concentratie van de ondersteunende bedrijfsvoering;
-
3. Ontdubbeling van de uitvoering en van het toezicht.
Infrastructuur bedrijfsvoering
Voor een compactere rijksoverheid is het belangrijk dat als rijksoverheid wordt samengewerkt. Het afgelopen jaar zette BZK, samen met andere departementen, belangrijke stappen voor een rijksbrede infrastructuur voor de bedrijfsvoering. In 2011 behaalde BZK concrete resultaten op de gebieden van inkoop, huisvesting en opleidingen.
Het is belangrijk dat de departementen samen inkopen. Dat bespaart op termijn veel geld. Departementen maakten daarom voorstellen om binnen hun eigen ministerie, of samen met andere departementen, hun inkoop te bundelen in 19 inkoopuitvoeringscentra (IUC’s). Dit is een grote vooruitgang in vergelijking met de huidige 350 inkooppunten.
Het rijkshuisvestingsstelsel is gewijzigd. Voortaan worden rijksdiensten in eigen panden of strategische huurpanden gehuisvest. Op termijn leidt dit tot het afstoten van kantoorpanden van het Rijk. Andere goede resultaten voor een rijksbrede infrastructuur voor de bedrijfsvoering zijn de voorbereidingen voor een Expertise Centrum Organisatie & Personeel, de fusie tussen de Rijksacademie voor de Bedrijfsvoering en de Rijksacademie voor Financiën en Economie en de opgestelde informatiseringstrategie, de zogenoemde I-strategie (Kamerstukken II, 2011–2012, 26 643, nr. 216).
Concentratie bedrijfsvoering Haagse departementen
In 2011 is gewerkt aan de concentratie van de bedrijfsvoering bij de Haagse kerndepartementen. De voorbereidingen uit 2011 hebben op 1 januari 2012 tot belangrijke resultaten geleid. Voorbeelden hiervan zijn de start van de Haagse Inkoopsamenwerking (HIS) voor drie departementen op 1 januari 2012. Het beheer van de Shared Service Organisatie-ICT wat van het ministerie van IenM naar BZK is overgegaan. Tevens traden de ministeries van OCW en VWS toe tot de Shared Service Organisatie FMHaaglanden die het facilitair management voor departementen verzorgt.
Ontdubbelen uitvoering en toezicht
Het derde punt van de Compacte Rijksdienst is dat de overheid taken in uitvoering en toezicht niet dubbel uitvoert. In 2011 zijn de rapporten van alle projecten afgerond. Er vond besluitvorming plaats over de projecten Clustering BackOffice subsidies, Inkomensondersteuning burgers, en Vastgoed. Voor het project Toezicht niet-financiële markten ligt het wetsvoorstel voor de oprichting van de Autoriteit Consument en Markt bij de Raad van State voor advies.
2.2. Een doelmatiger taakverdeling in het openbaar bestuur
Opschaling provinciaal bestuur Randstad en infrastructuurautoriteit (Hervorming 1)
In het afgelopen jaar voerde BZK overleg met de verschillende betrokken medeoverheden over de bestuurlijke opschaling in de Randstad. BZK leverde daarnaast waar mogelijk een bijdrage aan het verder vormgeven van de samenwerking binnen de Randstad. De gemeenten Rotterdam en Den Haag werken op basis van vrijwillige samenwerking aan de voorbereidingen van de start van de metropoolregio Rotterdam–Den Haag. De beoogde start van deze metropoolregio is 1 januari 2013. De betrokken partijen1 stelden een economische agenda 2012–2015 op. Ook voor de Noordvleugel van de Randstad werken de betrokken partijen aan een dergelijke economische agenda. In samenhang met de verschillende initiatieven voor meer samenwerking werkte BZK in 2011 aan de voorbereiding van een wetsvoorstel voor het afschaffen van de WGR+. In het wetsvoorstel wordt de verkeer- en vervoerstaak opnieuw belegd. Het voorstel is om dat in de Randstad te doen bij Vervoersregio’s in plaats van één infrastructuurautoriteit.
Bestuursafspraken 2011–2015
In 2011 maakten Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW) een nieuwe set afspraken. Deze Bestuursafspraken 2011–2015 bevatten richtinggevende proces- en principeafspraken voor de decentralisatie van een aantal belangrijke overheidstaken. Het gaat om verantwoordelijkheden op de terreinen Begeleiding, Jeugdzorg, Water en Economie, Ruimte en Natuur. De decentralisatie van overheidstaken draagt bij aan een doelmatiger taakverdeling tussen de bestuurslagen. Deze hervormingen leveren een belangrijke bijdrage aan het verder ontwikkelen van een compacte en slagvaardige overheid. Daarnaast spreken de Bestuursafspraken 2011–2015 belangrijke ambities uit op het terrein van de bestuurlijke en financiële verhoudingen en vermindering van regeldruk. Op dit moment wordt gewerkt aan de implementatie van alle onderdelen van de Bestuursafspraken 2011–2015. Voor afspraken uit het oude Bestuursakkoord spraken het Rijk en de koepels af dat deze niet worden herhaald in de Bestuursafspraken 2011–2015. Deze blijven – tenzij anders vermeld – onverminderd van kracht.
Afschaffing deelgemeenten
In 2011 bracht de Minister van BZK een wetsvoorstel voor het afschaffen van de deelgemeenten in procedure. De Raad van State heeft daarover geadviseerd, waarop in het nader rapport een aantal belangrijke punten is verduidelijkt. Ook bracht de Tweede Kamer verslag uit over het wetsvoorstel. De verwachting is dat in 2012 de wet in werking kan treden, hetgeen de twee betrokken gemeenten, Amsterdam en Rotterdam, voldoende tijd biedt voor een zorgvuldige implementatie.
Verkiezingen
Het jaar 2011 stond in het teken van de verkiezingen voor de leden van de Provinciale Staten. De verkiezingen verliepen goed. De Tweede Kamer ontving hierover een evaluatie van de Minister van BZK op 25 oktober 2011. Het onderzoek naar een nieuw model van het stembiljet wordt, zoals reeds aan de Tweede Kamer gemeld, afgerond in de eerste helft van 2012.
Grondwet
Op 11 november 2010 bracht de staatscommissie Grondwet advies uit aan het kabinet. Het kabinet heeft een reactie op het advies gestuurd aan de Eerste Kamer en Tweede Kamer der Staten-Generaal per brief van 24 oktober 2011. In 2012 vinden daarover debatten plaats in beide Kamers.
2.3. Een betere dienstverlening en minder regeldruk
Dienstverlening
De leidraad van het Nationaal Uitvoerings Programma dienstverlening en e-overheid (NUP) is één digitale overheid: betere service en meer gemak. De e-overheidsvoorzieningen dragen bij aan een betere dienstverlening en vormen de basisinfrastructuur. Het afgelopen jaar is een aantal van de voorzieningen zoals overheid.nl, wetten.nl en Antwoord aan beheerorganisaties overgedragen en zijn afspraken gemaakt over het vervolg op het NUP. Het accent ligt op implementatie door alle overheden van de NUP-bouwstenen. Het Rijk ondersteunt de implementatie en draagt waar nodig en mogelijk bij aan de financiering. Daarnaast ontwikkelen BZK en het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) van de VNG een samenhangend aanbod voor de implementatieondersteuning van gemeenten.
In 2011 is de inzet van DigiD verder uitgebreid. 8,9 miljoen mensen beschikken over een DigiD, en DigiD is bijna 53 miljoen keer gebruikt. De nieuwe functionaliteit DigiD Machtigen, waarmee burgers namens andere burgers zaken kunnen doen met de overheid, is in 2011 succesvol ingezet bij de aangifte inkomstenbelasting. Digipoort/OTP ondersteunt en bevordert communicatie tussen het bedrijfsleven en de overheid. In het afgelopen jaar werden 54 miljoen berichten uitgewisseld, een stijging van circa 40% ten opzichte van 2010.
In 2011 werd de overheid geconfronteerd met een inbraak op een deel van het PKI certificatenstelsel dat was belegd bij het bedrijf Diginotar. Dat heeft geleid tot het tijdig vervangen van de certificaten zonder daarmee de overheidsdienstverlening in gevaar te brengen. Ook voerde BZK aanvullende acties uit voor de beveiliging van systemen die gebruik maken van DigiD. Dat leidde tot het afsluiten van het gebruik van DigiD in negenendertig gemeenten waar sprake was van inbraak. In 2011 zijn er diverse onderzoeken gestart die moeten leiden tot het toekomstbestendig en duurzaam versterken van de veiligheid van ICT-dienstverlening door de overheid.
Regeldruk
BZK werkte het afgelopen jaar aan verdere vermindering van de regeldruk. In 2011 namen de door de rijksoverheid veroorzaakte administratieve lasten van burgers af in tijd en bleven in kosten gelijk. Ten opzichte van 2002 waren Nederlanders in 2011 31% minder tijd en 30% minder kosten kwijt aan administratieve lasten van het Rijk. Maatregelen die de regeldruk voor burgers in 2011 hebben verminderd, zijn onder andere afschaffing van de Onderwijskaart en de overheveling van de uitvoering van de aanvullende bijstand naar de Sociale Verzekeringsbank.
Naast vermindering van de regeldruk voor burgers, is het streven om voor het einde van deze kabinetsperiode een merkbare vermindering van regeldruk voor professionals in de publieke sector te realiseren. Hiervoor worden in samenwerking met de departementen V&J, OCW, SZW en VWS verschillende maatregelen genomen. Voorbeelden hiervan zijn onder meer het niet meer hoeven tellen van in beslag genomen vuurwerk door politieagenten. En het aansluiten van bekostigde scholen op het Basisregistratie onderwijsnummer (BRON). Dit laatste resulteert in het eenvoudiger uitwisselen van leerlinggegevens.
Ook voor het verminderen van regeldruk van medeoverheden werkte BZK het afgelopen jaar aan concrete voorstellen. Zo zijn spelregels voor het delen en gebruiken van interbestuurlijke informatie opgesteld en is de verantwoording van medeoverheden aan het Rijk eenvoudiger door Single information Single Audit.
Paspoortwet en geldigheidsduur paspoort
In 2011 is een spoedwet gerealiseerd die de wettelijke grondslag biedt voor het heffen van leges voor de identiteitskaart. Het afgelopen jaar werden ook de paspoortuitvoeringsregels aangepast. Hierdoor is de bewaartermijn van de opgenomen vingerafdrukken teruggebracht tot het moment dat in de reisdocumentenadministratie is geregistreerd dat het aangevraagde reisdocument is uitgereikt of zal worden uitgereikt. Voorheen bedroeg de bewaartermijn van de vingerafdrukken 11 jaar. Daarnaast zette BZK de eerste stappen voor het verwijderen van vingerafdrukken en andere aanvraaggegevens waarvan de bewaartermijn is verstreken.
Basisregistratie personen
Het wetsvoorstel Basisregistratie personen (BRP) is op 13 oktober 2011 voor advies aan de Raad van State aangeboden. Het wetsvoorstel kent vier thema’s: modernisering van de gemeentelijke basisadministratie, uitbreiding van de basisregistratie met niet-ingezetenen, verbetering van de kwaliteit van de basisregistratie en verbetering van de dienstverlening en vermindering van administratieve lasten.
Bevolkingsadministraties Caribisch Nederland
In 2011 ondersteunde BZK de eilanden van Caribisch Nederland bij het verbeteren van de kwaliteit van de bevolkingsadministraties. Voorbeelden hiervan zijn financiële ondersteuning (voor inhuur van specialisten), detachering, het inrichten van een kwaliteitskring en het opzetten van opleidingen voor ambtenaren Burgerzaken. Het aantal overheidsinstellingen dat is aangesloten op de basisadminstratie (PIVA-V) steeg van een vijftigtal naar ruim honderd. Het aantal verstrekkingen is nog beperkt, omdat niet elke overheidsinstelling evenveel gegevens ontvangt. De in 2011 geplande kwaliteitsmeting schuift door naar het eerste kwartaal in 2012. In 2011 was voor het houden van de kwaliteitsmeting onvoldoende ambtelijke capaciteit beschikbaar.
2.4. De overheid als werkgever
Juist in tijden van budgettaire krapte streeft BZK naar meer flexibiliteit en arbeidsmobiliteit. Het is belangrijk om te blijven werken aan een modern werkgeverschap, dat recht doet aan de verantwoordelijkheid die de overheid draagt voor het welzijn van haar werknemers.
Arbeidsmobiliteit
Om de arbeidsmobiliteit en flexibiliteit te vergroten is in 2011 het project «Beter werken in het Openbaar Bestuur» van start gegaan. Deze vernieuwing wordt in samenspraak met andere overheden tot stand gebracht. Mobiliteit en flexibiliteit dragen bij aan een brede inzetbaarheid van ambtenaren. Dit past bij een modern werkgeverschap waarbij ambtenaren de mogelijkheid krijgen een nieuwe uitdaging aan te gaan. Tevens helpt een goede arbeidsmobiliteit bij het herplaatsen van ambtenaren bij onvermijdelijke bezuinigingen.
Loonmatiging
Gedwongen door de economische crisis besloot het kabinet de lonen bij de rijksoverheid niet te laten stijgen. De loonkosten werden bijvoorbeeld niet aangepast aan de inflatie. Het vorige kabinet besloot tot een nullijn van een jaar. Om te voorkomen dat de bezuinigingen zouden leiden tot een vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening, besloot het kabinet de nullijn met een jaar te verlengen. Door de afstemming met de sectorwerkgevers was er ook in andere overheidssectoren sprake van een loonontwikkeling van bijna nul procent.
Managementontwikkeling bij het Rijk
Door de diverse taakstellingen en krimp van het Rijk stond ook bij het management de arbeidsmobiliteit onder druk. Dankzij de inspanningen van BZK kent het loopbaanbeleid nog steeds een open karakter. BZK investeert met diverse programma’s in de ontwikkeling van de professionaliteit van managers binnen de rijksoverheid. Daarnaast is er gestart met een uitstroomproject dat zich inzet voor managers die een loopbaanstap buiten de rijksoverheid willen maken. 2011 was het eerste volle jaar van ABD TOP Consult. Dit initiatief heeft als doel het verhogen van de flexibiliteit van de ambtelijke top en externe inhuur in het topsegment te verminderen.
Veilige Publieke Taak
Personeel met een publieke taak moet veilig haar werk kunnen doen. Agressie en geweld tegen deze werknemers mag nooit normaal worden gevonden en zal ook niet worden geaccepteerd.
BZK werkt daarom aan het verduidelijken van de grenzen, het aanpakken van de daders en het daarbij ondersteunen van werkgevers. Uit de meting in 2011 blijkt een daling van het percentage slachtoffers van 66% in 2007 naar 59% in 2011. Hiermee heeft BZK het beoogde doel nog niet bereikt en blijft een actieve aanpak noodzakelijk. Inmiddels zijn er acht maatregelen als aanbeveling opgenomen in de Arbo-catalogus en zijn er landelijke afspraken gemaakt met de politie en het Openbaar Ministerie.
In 2011 is het expertisecentrum Veilige Publieke Taak gestart. Dit expertisecentrum adviseert en ondersteunt werkgevers bij een effectieve aanpak van agressie en geweld. De helpdesk Veilige Publieke Taak is een belangrijk onderdeel van het expertisecentrum voor advies en ondersteuning bij het verhalen van schade als gevolg van agressie en geweld.
Klokkenluiden
In 2011 besloot de Tweede Kamer tot de instelling van een commissie Advies- en verwijspunt klokkenluiden. BZK werkt sindsdien aan het benoemen en operationeel maken van de Commissie «advies- en verwijspunt klokkenluiden». De commissie is er zowel voor de publieke als voor de private sector. Bij de commissie kan iedereen – op vertrouwelijke basis – terecht die wil weten welke wegen hij of zij moet bewandelen om een maatschappelijke misstand aan de orde te stellen. De commissie doet zelf geen onderzoek, maar kan doorverwijzen naar instanties die dat wel doen. Het gaat voorlopig om de periode tot 1 juli 2015. Daarna wordt het functioneren van de commissie geëvalueerd.