Base description which applies to whole site

12. BATEN-LASTENDIENST DIENST VASTGOED DEFENSIE (DVD)

Staat van baten en lasten van de baten-lastendienst

(Bedragen x € 1 000)
 

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde

begroting

Realisatie 2010

Baten

       

Omzet moederdepartement

84 908

76 126

– 8 782

111 747

Omzet inzake programmafacturen

instandhouding

130 015

126 460

– 3 555

133 826

Omzet huisvesting

18 182

10 526

– 7 656

9 737

Omzet overige departementen

 

558

558

802

Omzet derden

 

10

10

29

Mutatie onderhanden werk

 

– 7 659

– 7 659

2 904

Rentebaten

100

 

– 100

 

Rentebaten huisvestingsactiviteiten

   

0

 

Vrijval uit voorzieningen

 

142

142

682

Bijzondere baten

 

1 837

1 837

838

Totaal baten

233 105

208 000

– 25 205

260 565

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

68 105

62 415

– 5 690

97 955

– uitbesteding

 

2 626

2 626

3 705

– materiële kosten

13 806

11 736

– 2 070

14 012

– programmagelden instandhouding

130 015

125 128

– 4 887

134 864

Rentelasten investeringen DVD

1 579

1 233

– 346

1 368

Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie

15 462

7 603

– 7 859

6 683

Rentelasten rekening-courant

 

38

38

225

Afschrijvingskosten

       

– materieel

2 098

1 272

– 826

1 519

– materieel huisvestingsactiviteiten

2 720

2 722

2

2 806

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

550

466

– 84

498

– bijzondere lasten

 

151

151

1 778

Totaal lasten

233 785

215 390

– 18 395

265 413

Saldo van baten en lasten

– 680

– 7 390

– 6 810

– 4 848

Algemeen

In de jaarrekening 2011 zijn voor het eerst de cijfers van de Dienst Beveiliging Vastgoed (DBV) niet meer opgenomen. De DBV is per 1 januari 2011 opgegaan in de Defensie Bewakings- en beveiligingorganisatie (DBBO). De DBBO voert een kas/verplichtingenadministratie. De vergelijkende cijfers 2010 zijn nog wel inclusief DBV.

Het tegenvallende resultaat ten opzichte van de begroting is primair veroorzaakt door bezuinigingen op de begroting van het moederdepartement. Hierdoor is minder omzet gerealiseerd dan begroot. Voorts was sprake van teruglopende inkomsten als gevolg van lagere aanbestedingsresultaten.

Omzet moederdepartement

Als gevolg van de bezuinigingen zijn de oorspronkelijk verwachte inkomsten niet gerealiseerd. Verder zijn er in 2011 geen EPA gelden ontvangen.

Omzet huisvesting

De omzet huisvesting is de ontvangen tegemoetkoming voor het beschikbaar stellen van de door de DVD gedane investeringen in gebouwen en werken & terreinen voor de zogenaamde leenfaciliteit

projecten (afschrijvingen en rente) alsmede de rentebaten over de investeringen van nog niet opgeleverde leenfaciliteit projecten (inclusief voorfinanciering).Door de vertraging in uitvoering van deze projecten zijn er minder investeringen gedaan, als gevolg waarvan minder leningen opgevraagd zijn en dus minder rente in rekening is gebracht bij het moederdepartement.

Omzetoverige departementen/derden

De omzet overige departementen en omzet derden zijn vanwege de geringe omvang in de begroting 2011 bij de begrote omzet van het moederdepartement gevoegd.

Mutatie onderhanden werk

In de begroting is deze post nihil gesteld. De negatieve mutatie onderhanden werk hangt samen met het ontbreken van aanwas van nieuwe opdrachten, nieuwbouw aan het eind van het boekjaar en een hogere voorziening voor verwachte verliesgevende projecten.

Rentebaten

Over het positief saldo van de rekening-courant bij het ministerie van Financiën is in 2011 nagenoeg geen rentevergoeding ontvangen.

Vrijval uit voorzieningen

Ten opzichte van de begroting is een deel van de voorzieningen vrijgevallen door een neerwaartse bijstelling voor FPU-voorziening en garantievoorziening.

Bijzondere baten

De bijzondere baten worden gevormd door de omzet uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. De belangrijkste posten hierin worden gevormd door vrijval van transitoria en diverse kleinere posten.

Uitbesteding

De gerealiseerde kosten voor uitbesteding bedragen € 2,6 miljoen. Voor een aantal nieuwbouwprojecten is de projectvoering uitbesteed.

Omzet per product(groep)

(Bedragen x € 1 000)
 

Begroting 2011

Realisatie 2011

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2010

Expertise & Advies

6 921

9 059

2 138

8 219

Verwerving & afstoting

21 094

20 394

– 700

28 011

COVO

1 644

1980

336

4 310

Instandhouding

55 249

45 262

– 9 987

45 226

Beveiliging

 

28 141

Overig

 

1 230

De producten instandhouding, verwerving en afstoting genereren meer dan de helft van de omzet. Zowel ten opzichte van 2010 als de begroting 2011 is de omzet gedaald, dit is voornamelijk veroorzaakt door minder opdrachten vanuit het moederdepartement.

Rentelasten huisvestingsactiviteiten

Dit betreft de verschuldigde rente voor de leningen ten behoeve van de investeringen inclusief de bouwrente voor de in aanbouw zijnde huisvesting en de opgeleverde gebouwen en terreinen. Voor de verklaring van de daling van € 7,9 miljoen wordt verwezen naar de baten bij de huisvestingsactiviteiten.

Afschrijvingskosten materieel

Op automatiseringsmiddelen, transportmiddelen en gebouwen is minder afgeschreven dan was voorzien in de begroting. De voorgenomen vervangingsinvesteringen zijn later in het jaar gerealiseerd dan begroot of zijn uitgesteld naar volgend jaar. Een deel van de transportmiddelen is in 2011 tegen boekwaarde overgedragen aan DBBO.

Dotaties aan voorzieningen

Eind 2011 is voor 25 personen een voorziening getroffen van € 0,5 miljoen voor de interne herplaatsingsperiode van zes maanden.

Bijzondere lasten

Dit zijn lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren. Het betreft reserveringen voor oude nog te factureren c.q. te crediteren bedragen die niet meer kunnen worden verrekend en posten waarvan onvoldoende kostenreserveringen zijn gedaan.

Balans per 31 december 2011

(Bedragen x € 1 000)

Omschrijving

Balans 2011

Balans 2010

Activa

   

Materiële activa

   

– grond en gebouwen

95 670

129 826

– gebouwen in aanbouw

102 940

62 508

– transportmiddelen

2 010

3 058

– overige

458

651

Vlottende activa

   

Onderhanden werk

10 131

17 790

Debiteuren

372

272

Vorderingen op moederdepartement

353

327

Overlopende activa

16 974

54 752

Liquide middelen

58 278

3 222

Totaal activa

287 186

272 406

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

8 091

13 139

– verplichte reserve

   

– onverdeeld resultaat

– 7 390

– 4 848

Leningen bij het ministerie van Financiën

195 484

190 613

Voorzieningen

942

7 987

Crediteuren

17 946

15 593

Schulden aan moederdepartement

22 983

7 231

Overlopende passiva

49 130

42 691

Totaal passiva

287 186

272 406

Onderhanden werk

Het onderhanden werk omvat de kosten van lopende projectfasen van nieuwbouwprojecten waarvan nog geen opbrengst is ontvangen. De daling van € 7,7 miljoen ten opzichte van 2010 wordt enerzijds veroorzaakt door een afname van het onderhanden werk als gevolg van afgewikkelde oude projecten en het ontbreken van nieuwe opdrachten, anderzijds door een hogere voorziening voor verliesgevende projecten.

Overlopende activa

De post overlopende activa bedraagt ultimo 2011 € 17,0 miljoen. In 2010 was dit € 54,8 miljoen. De daling wordt veroorzaakt doordat in 2011 meer budget voor programmagelden voor nieuwbouw beschikbaar was. Op 21 december is de kas voor nieuwbouw bij het moederdepartement gesloten – in 2010 was dit 12 november – waardoor de vordering op het moederdepartement is gedaald.

Eigen vermogen

Het saldo van baten en lasten wordt ten laste gebracht van het eigen vermogen. Op basis van 5 procent van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 12,4 miljoen. De stand aan het eind van 2011 bedraagt € 0,7 miljoen.

Schulden aan moederdepartement

De schuld aan het moederdepartement bedraagt € 23,0 miljoen. Het betreft te laat ontvangen inkoopfacturen die niet meer in 2011 betaald konden worden. Voorts bestaat de schuld uit de over te dragen voorziening wachtgelden.

Voorzieningen

(Bedragen x € 1 000)
 

Stand 31-12-2010

Dotaties 2011

Vrijval 2011

Onttrekkingen 2011

Stand 31-12-2011

Garantieverplichtingen

123

9

– 57

– 75

0

Wachtgelduitkeringen

6 503

457

 

– 6 402

558

FPU 57+ voorziening

1 361

0

– 84

– 893

384

Totaal aan voorzieningen

7 987

466

– 141

– 7 370

942

Toelichting voorzieningen

De voorziening garantieverplichtingen dient ter dekking van aansprakelijkheidsrisico’s met inbegrip van de beroepsaansprakelijkheid. Conform de «Regeling van de verhouding tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbedrijf (RVOI)» is de DVD in bepaalde gevallen aansprakelijk te stellen tot de hoogte van het honorarium van het betreffende project

De voorziening wachtgelduitkering dient ter dekking van de verplichtingen voortvloeiend uit de wachtgeldaanspraken van voormalige medewerkers. Vanaf 2011 wordt geen voorziening meer getroffen voor wachtgelden. Deze kosten worden vanaf 2011 verantwoord door het moederdepartement.

Leningen bij het ministerie van Financiën

(Bedragen x € 1 000)
 

Stand 31-12-2011

Stand 31-12-2010

Leningen bij het ministerie van Financiën

   

Vermogensconversielening

5 325

9 101

Investeringsleningen

190 159

181 512

Totaal leningen

195 484

190 613

Met de leningen van het ministerie van Financiën worden de materiële vaste activa gefinancierd. De looptijden van de leningen worden bepaald in overeenstemming met de economische levensduur van de materiële vaste activa. De vermogensconversielening loopt tot 2 038 met een rente van 5,0 procent. De overige leningen hebben een looptijd variërend van 3 jaar tot ongeveer 50 jaar tegen rentepercentages variërend van 1,7 procent tot 5,6 procent.

Overlopende passiva

(Bedragen x € 1 000)
 

Stand 31-12-2011

Stand 31-12-2010

Aflossing leningen ministerie van Financien

7 626

4 406

Vooruitontvangen bedragen

2 650

1 542

Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen

35 501

32 945

Te betalen vakantiegelden

1 776

1972

Betalingen onderweg

0

0

Te betalen vakantiedagen

1 577

1 826

Totaal overlopende passiva

49 130

42 691

De post «met betrekking tot huidig boekjaar te betalen bedragen» bestaat onder andere uit te betalen programmagelden en te betalen apparaatskosten. De stijging ten opzichte van 2010 wordt vooral verklaard door het niet tijdig factureren door aannemers en een achterstand bij de verwerking van inkoopfacturen.

De reservering voor gratificaties in het kader van ambtsjubilea van € 0,2 miljoen is ook opgenomen in deze post.

Kasstroomoverzicht 2011

(Bedragen x € 1 000)
   

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2011 + stand depositorekeningen

31 039

3 222

– 27 817

         

2.

Totaal operationele kasstroom

4 139

56 167

52 028

         
 

Totaal investeringen (–/–)

– 69 051

– 40 626

28 425

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

150

31 597

31 447

3.

Totaal investeringskasstroom

– 68 901

– 9 029

59 872

         
 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

– 200

– 200

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

   

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 4 818

– 33 932

– 29 114

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

69 051

42 050

– 27 001

4.

Totaal financieringskasstroom

64 233

7 918

– 56 315

         

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2011+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

30 510

58 278

27 768

Kasstroom uit operationele activiteiten

De liquiditeit uit operationele activiteiten is gestegen ten opzichte van het plan. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de effecten van het meer kunnen doorbelasten in 2011 van vooruitbetaalde nieuwbouwprogrammagelden en een daling van het onderhanden werk.

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Het betreft hier vooral investeringen in activa gebouwen en voor een gering deel in activa voertuigen. Het grote verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de lage afroep van de leenfaciliteit in verband met de vertraging van het project Hoger Onderhoud Woensdrecht en Opleidingscentrum Kmar. Tevens zijn twee panden als onderdeel van het leenfaciliteitproject Gilze-Rijen verkocht aan het moederdepartement.

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

De mutaties in de kasstroom uit financieringsactiviteiten zijn als gevolg van een kleiner beroep op de leenfaciliteit voor investeringen lager dan geraamd. Verder zijn leningen aan het ministerie van Financiën afgelost ad € 30,8 mln in verband met de overdracht in economisch eigendom aan het moederdepartement van de panden van vliegbasis Gilze-Rijen.

Doelmatigheidsparagraaf

Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen per 31 december 2011

omschrijving generiek deel

2008

2009

2010

2011

VTE-totaal (excl. externe inhuur)

1 008,0

1 020,5

1 297,7

986,0

Saldo van baten en lasten (%)

– 1,9%

1,1%

– 2,0%

– 3,5%

Servicelevels (norm = 90%)

77%

88%

85%

81%

Projecttevredenheid (norm = 90%)

80%

77%

94%

95%

Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker)

92,4

94,4

87,9

80,7

omschrijving specifiek deel

2008

2009

2010

2011

Kostprijzen per product(groep)

       

Expertise & Advies

 

77,06

76,69

81,96

Verwerving & afstoting

 

74,06

73,24

67,94

COVO

 

64,07

62,17

53,87

Instandhouding

 

60,93

59,67

63,79

Gemiddelde kostprijs per product

 

65,94

65,18

64,18

         

Omzet per productgroep (pxq) in € 1 000

       

Expertise & Advies

 

10 160

8 219

9 059

Verwerving & afstoting

 

31 842

28 011

20 394

COVO

 

7 130

4 310

1980

Instandhouding

 

47 833

45 226

45 262

Beveiliging

 

29 014

28 141

Overig

 

1 482

1 230

De kostprijzen zijn voor het jaar 2008 niet opgenomen in verband met het feit dat er in 2009 een wijziging is geweest in de product(groepen). Hierdoor is een goede vergelijking met 2008 niet mogelijk.

Kostprijzen per productgroep

De kostprijzen per productgroep of de tarieven per uur laten in 2011 gemiddeld een hogere kostprijs zien ten opzichte van de voorgaande jaren. Het verschil heeft te maken met de verschillende mix van de salarisschalen en de inhuurschalen die nodig zijn om de producten te realiseren.

Omzet per product

De producten instandhouding, verwerving en afstoting genereren meer dan de helft van de omzet. Ten opzichte van 2010 is de omzet gedaald. Dit is voornamelijk veroorzaak door minder opdrachten vanuit het moederdepartement.

VTE

In tegenstelling tot het jaar 2009 zijn in 2010 in de realisatie ook de cijfers van de DBV meegenomen. Vanaf 2011 is de DBV opgenomen in de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie die een kas/verplichtingenadministratie voert.

Een aandachtspunt voor de DVD is de doelmatigheid van de inzet van middelen. Uitgangspunt is daarbij dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. In dit doelmatigheidsstreven in combinatie met de kwaliteit wordt gewerkt langs de volgende sporen:

  • de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;

  • het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;

  • de sturing op serviceniveaus, project- en gebruikerstevredenheid (kwaliteitsindicatoren).

Benchmarkonderzoeken

Naar aanleiding van de in 2008 gehouden benchmark naar de marktconformiteit van de tarieven voor de producten «Instandhouding» en «Nieuwbouw» is een nieuw besturingsmodel ingevoerd. Daarnaast is in 2010 een Blauwdruk Vastgoed & Beveiliging opgesteld. In 2010 heeft deze Blauwdruk in het teken gestaan van de verdere ontwikkeling van uniforme richtlijnen voor alle interne processen. Deze fase vormt de randvoorwaarde voor de verdere groei van de doelmatigheid in de komende planperiode. In 2011 is een Public Private Comparitive uitgevoerd met betrekking tot de DVD en de eventueel uit te besteden diensten. Dit heeft er in geresulteerd dat in 2012 een Public Sector Comparitive wordt begonnen voor de eventueel uit te besteden diensten.

Productiviteit

De productiviteit is het quotiënt van de omzet (inclusief mutatie onderhanden werk en exclusief programmagelden instandhouding en huisvestingsactiviteiten) en de hiervoor benodigde directe VTE’n. Door de daling van de bouwmarktprijzen van ongeveer 14,2 procent is de omzet van de DVD met € 3,2 miljoen afgenomen. Een deel van de dienstverlening berust op een percentage van het bouwvolume van projecten.

(Kwaliteits)indicatoren

De bedrijfsgroep werkt een aantal jaren met een pakket aan indicatoren waarmee de kwaliteit van de dienstverlening wordt gemeten. Op grond van de uitkomsten wordt de dienstverlening indien nodig aangepast via de dienstverleningsovereenkomsten. De doelstelling van de bedrijfsgroep is een voortdurende toename van de kwaliteit van de dienstverlening.

Naast een jaarlijks gebruikerstevredenheidsonderzoek worden diverse soorten dienstverlening gemeten: de snelheid van reageren op en de opheffing van defecten en storingen, en de snelheid waarmee een behoefte wordt omgezet in een raming of offerte. Ook wordt de tevredenheid over uitgevoerde projecten gemeten. Een nadere beschouwing van deze indicatoren heeft geleid tot de conclusie dat de normen van 2010 niet realistisch zijn. Daarom zijn deze normen in overleg met de gebruikers verlaagd en is het niveau van de dienstverlening neerwaarts bijgesteld.

Samenvatting

De bezuinigingen bij Defensie hebben geleid tot een verlaging van het beschikbare budget voor de baten-lastendienst DVD en daarmee van de capaciteitsbehoefte. Voor het eerst sinds lange tijd was er daarom geen sprake meer van een capaciteitstekort. Ook was er sprake van een algemene daling van de kosten in de bouw. Dit alles heeft geresulteerd in een financieel verlies in 2011 voor de DVD. Ook heeft dit de productiviteit negatief beïnvloed omdat de productiviteit wordt gedefinieerd als de omzet per directe VTE.

Licence