Staat van baten en lasten van de baten-lastendienst
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2010 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 84 908 | 76 126 | – 8 782 | 111 747 |
Omzet inzake programmafacturen instandhouding | 130 015 | 126 460 | – 3 555 | 133 826 |
Omzet huisvesting | 18 182 | 10 526 | – 7 656 | 9 737 |
Omzet overige departementen | 558 | 558 | 802 | |
Omzet derden | 10 | 10 | 29 | |
Mutatie onderhanden werk | – 7 659 | – 7 659 | 2 904 | |
Rentebaten | 100 | – 100 | ||
Rentebaten huisvestingsactiviteiten | 0 | |||
Vrijval uit voorzieningen | 142 | 142 | 682 | |
Bijzondere baten | 1 837 | 1 837 | 838 | |
Totaal baten | 233 105 | 208 000 | – 25 205 | 260 565 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
– personele kosten | 68 105 | 62 415 | – 5 690 | 97 955 |
– uitbesteding | 2 626 | 2 626 | 3 705 | |
– materiële kosten | 13 806 | 11 736 | – 2 070 | 14 012 |
– programmagelden instandhouding | 130 015 | 125 128 | – 4 887 | 134 864 |
Rentelasten investeringen DVD | 1 579 | 1 233 | – 346 | 1 368 |
Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie | 15 462 | 7 603 | – 7 859 | 6 683 |
Rentelasten rekening-courant | 38 | 38 | 225 | |
Afschrijvingskosten | ||||
– materieel | 2 098 | 1 272 | – 826 | 1 519 |
– materieel huisvestingsactiviteiten | 2 720 | 2 722 | 2 | 2 806 |
Overige lasten | ||||
– dotaties voorzieningen | 550 | 466 | – 84 | 498 |
– bijzondere lasten | 151 | 151 | 1 778 | |
Totaal lasten | 233 785 | 215 390 | – 18 395 | 265 413 |
Saldo van baten en lasten | – 680 | – 7 390 | – 6 810 | – 4 848 |
Algemeen
In de jaarrekening 2011 zijn voor het eerst de cijfers van de Dienst Beveiliging Vastgoed (DBV) niet meer opgenomen. De DBV is per 1 januari 2011 opgegaan in de Defensie Bewakings- en beveiligingorganisatie (DBBO). De DBBO voert een kas/verplichtingenadministratie. De vergelijkende cijfers 2010 zijn nog wel inclusief DBV.
Het tegenvallende resultaat ten opzichte van de begroting is primair veroorzaakt door bezuinigingen op de begroting van het moederdepartement. Hierdoor is minder omzet gerealiseerd dan begroot. Voorts was sprake van teruglopende inkomsten als gevolg van lagere aanbestedingsresultaten.
Omzet moederdepartement
Als gevolg van de bezuinigingen zijn de oorspronkelijk verwachte inkomsten niet gerealiseerd. Verder zijn er in 2011 geen EPA gelden ontvangen.
Omzet huisvesting
De omzet huisvesting is de ontvangen tegemoetkoming voor het beschikbaar stellen van de door de DVD gedane investeringen in gebouwen en werken & terreinen voor de zogenaamde leenfaciliteit
projecten (afschrijvingen en rente) alsmede de rentebaten over de investeringen van nog niet opgeleverde leenfaciliteit projecten (inclusief voorfinanciering).Door de vertraging in uitvoering van deze projecten zijn er minder investeringen gedaan, als gevolg waarvan minder leningen opgevraagd zijn en dus minder rente in rekening is gebracht bij het moederdepartement.
Omzetoverige departementen/derden
De omzet overige departementen en omzet derden zijn vanwege de geringe omvang in de begroting 2011 bij de begrote omzet van het moederdepartement gevoegd.
Mutatie onderhanden werk
In de begroting is deze post nihil gesteld. De negatieve mutatie onderhanden werk hangt samen met het ontbreken van aanwas van nieuwe opdrachten, nieuwbouw aan het eind van het boekjaar en een hogere voorziening voor verwachte verliesgevende projecten.
Rentebaten
Over het positief saldo van de rekening-courant bij het ministerie van Financiën is in 2011 nagenoeg geen rentevergoeding ontvangen.
Vrijval uit voorzieningen
Ten opzichte van de begroting is een deel van de voorzieningen vrijgevallen door een neerwaartse bijstelling voor FPU-voorziening en garantievoorziening.
Bijzondere baten
De bijzondere baten worden gevormd door de omzet uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. De belangrijkste posten hierin worden gevormd door vrijval van transitoria en diverse kleinere posten.
Uitbesteding
De gerealiseerde kosten voor uitbesteding bedragen € 2,6 miljoen. Voor een aantal nieuwbouwprojecten is de projectvoering uitbesteed.
Omzet per product(groep)
Begroting 2011 | Realisatie 2011 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2010 | |
---|---|---|---|---|
Expertise & Advies | 6 921 | 9 059 | 2 138 | 8 219 |
Verwerving & afstoting | 21 094 | 20 394 | – 700 | 28 011 |
COVO | 1 644 | 1980 | 336 | 4 310 |
Instandhouding | 55 249 | 45 262 | – 9 987 | 45 226 |
Beveiliging | – | – | 28 141 | |
Overig | – | – | 1 230 |
De producten instandhouding, verwerving en afstoting genereren meer dan de helft van de omzet. Zowel ten opzichte van 2010 als de begroting 2011 is de omzet gedaald, dit is voornamelijk veroorzaakt door minder opdrachten vanuit het moederdepartement.
Rentelasten huisvestingsactiviteiten
Dit betreft de verschuldigde rente voor de leningen ten behoeve van de investeringen inclusief de bouwrente voor de in aanbouw zijnde huisvesting en de opgeleverde gebouwen en terreinen. Voor de verklaring van de daling van € 7,9 miljoen wordt verwezen naar de baten bij de huisvestingsactiviteiten.
Afschrijvingskosten materieel
Op automatiseringsmiddelen, transportmiddelen en gebouwen is minder afgeschreven dan was voorzien in de begroting. De voorgenomen vervangingsinvesteringen zijn later in het jaar gerealiseerd dan begroot of zijn uitgesteld naar volgend jaar. Een deel van de transportmiddelen is in 2011 tegen boekwaarde overgedragen aan DBBO.
Dotaties aan voorzieningen
Eind 2011 is voor 25 personen een voorziening getroffen van € 0,5 miljoen voor de interne herplaatsingsperiode van zes maanden.
Bijzondere lasten
Dit zijn lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren. Het betreft reserveringen voor oude nog te factureren c.q. te crediteren bedragen die niet meer kunnen worden verrekend en posten waarvan onvoldoende kostenreserveringen zijn gedaan.
Balans per 31 december 2011
Omschrijving | Balans 2011 | Balans 2010 |
---|---|---|
Activa | ||
Materiële activa | ||
– grond en gebouwen | 95 670 | 129 826 |
– gebouwen in aanbouw | 102 940 | 62 508 |
– transportmiddelen | 2 010 | 3 058 |
– overige | 458 | 651 |
Vlottende activa | ||
Onderhanden werk | 10 131 | 17 790 |
Debiteuren | 372 | 272 |
Vorderingen op moederdepartement | 353 | 327 |
Overlopende activa | 16 974 | 54 752 |
Liquide middelen | 58 278 | 3 222 |
Totaal activa | 287 186 | 272 406 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
– exploitatiereserve | 8 091 | 13 139 |
– verplichte reserve | ||
– onverdeeld resultaat | – 7 390 | – 4 848 |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 195 484 | 190 613 |
Voorzieningen | 942 | 7 987 |
Crediteuren | 17 946 | 15 593 |
Schulden aan moederdepartement | 22 983 | 7 231 |
Overlopende passiva | 49 130 | 42 691 |
Totaal passiva | 287 186 | 272 406 |
Onderhanden werk
Het onderhanden werk omvat de kosten van lopende projectfasen van nieuwbouwprojecten waarvan nog geen opbrengst is ontvangen. De daling van € 7,7 miljoen ten opzichte van 2010 wordt enerzijds veroorzaakt door een afname van het onderhanden werk als gevolg van afgewikkelde oude projecten en het ontbreken van nieuwe opdrachten, anderzijds door een hogere voorziening voor verliesgevende projecten.
Overlopende activa
De post overlopende activa bedraagt ultimo 2011 € 17,0 miljoen. In 2010 was dit € 54,8 miljoen. De daling wordt veroorzaakt doordat in 2011 meer budget voor programmagelden voor nieuwbouw beschikbaar was. Op 21 december is de kas voor nieuwbouw bij het moederdepartement gesloten – in 2010 was dit 12 november – waardoor de vordering op het moederdepartement is gedaald.
Eigen vermogen
Het saldo van baten en lasten wordt ten laste gebracht van het eigen vermogen. Op basis van 5 procent van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 12,4 miljoen. De stand aan het eind van 2011 bedraagt € 0,7 miljoen.
Schulden aan moederdepartement
De schuld aan het moederdepartement bedraagt € 23,0 miljoen. Het betreft te laat ontvangen inkoopfacturen die niet meer in 2011 betaald konden worden. Voorts bestaat de schuld uit de over te dragen voorziening wachtgelden.
Voorzieningen
Stand 31-12-2010 | Dotaties 2011 | Vrijval 2011 | Onttrekkingen 2011 | Stand 31-12-2011 | |
---|---|---|---|---|---|
Garantieverplichtingen | 123 | 9 | – 57 | – 75 | 0 |
Wachtgelduitkeringen | 6 503 | 457 | – 6 402 | 558 | |
FPU 57+ voorziening | 1 361 | 0 | – 84 | – 893 | 384 |
Totaal aan voorzieningen | 7 987 | 466 | – 141 | – 7 370 | 942 |
Toelichting voorzieningen
De voorziening garantieverplichtingen dient ter dekking van aansprakelijkheidsrisico’s met inbegrip van de beroepsaansprakelijkheid. Conform de «Regeling van de verhouding tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbedrijf (RVOI)» is de DVD in bepaalde gevallen aansprakelijk te stellen tot de hoogte van het honorarium van het betreffende project
De voorziening wachtgelduitkering dient ter dekking van de verplichtingen voortvloeiend uit de wachtgeldaanspraken van voormalige medewerkers. Vanaf 2011 wordt geen voorziening meer getroffen voor wachtgelden. Deze kosten worden vanaf 2011 verantwoord door het moederdepartement.
Leningen bij het ministerie van Financiën
Stand 31-12-2011 | Stand 31-12-2010 | |
---|---|---|
Leningen bij het ministerie van Financiën | ||
Vermogensconversielening | 5 325 | 9 101 |
Investeringsleningen | 190 159 | 181 512 |
Totaal leningen | 195 484 | 190 613 |
Met de leningen van het ministerie van Financiën worden de materiële vaste activa gefinancierd. De looptijden van de leningen worden bepaald in overeenstemming met de economische levensduur van de materiële vaste activa. De vermogensconversielening loopt tot 2 038 met een rente van 5,0 procent. De overige leningen hebben een looptijd variërend van 3 jaar tot ongeveer 50 jaar tegen rentepercentages variërend van 1,7 procent tot 5,6 procent.
Overlopende passiva
Stand 31-12-2011 | Stand 31-12-2010 | |
---|---|---|
Aflossing leningen ministerie van Financien | 7 626 | 4 406 |
Vooruitontvangen bedragen | 2 650 | 1 542 |
Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen | 35 501 | 32 945 |
Te betalen vakantiegelden | 1 776 | 1972 |
Betalingen onderweg | 0 | 0 |
Te betalen vakantiedagen | 1 577 | 1 826 |
Totaal overlopende passiva | 49 130 | 42 691 |
De post «met betrekking tot huidig boekjaar te betalen bedragen» bestaat onder andere uit te betalen programmagelden en te betalen apparaatskosten. De stijging ten opzichte van 2010 wordt vooral verklaard door het niet tijdig factureren door aannemers en een achterstand bij de verwerking van inkoopfacturen.
De reservering voor gratificaties in het kader van ambtsjubilea van € 0,2 miljoen is ook opgenomen in deze post.
Kasstroomoverzicht 2011
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2011 + stand depositorekeningen | 31 039 | 3 222 | – 27 817 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 4 139 | 56 167 | 52 028 |
Totaal investeringen (–/–) | – 69 051 | – 40 626 | 28 425 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 150 | 31 597 | 31 447 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 68 901 | – 9 029 | 59 872 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | – 200 | – 200 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | |||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 4 818 | – 33 932 | – 29 114 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 69 051 | 42 050 | – 27 001 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 64 233 | 7 918 | – 56 315 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2011+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 30 510 | 58 278 | 27 768 |
Kasstroom uit operationele activiteiten
De liquiditeit uit operationele activiteiten is gestegen ten opzichte van het plan. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de effecten van het meer kunnen doorbelasten in 2011 van vooruitbetaalde nieuwbouwprogrammagelden en een daling van het onderhanden werk.
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Het betreft hier vooral investeringen in activa gebouwen en voor een gering deel in activa voertuigen. Het grote verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de lage afroep van de leenfaciliteit in verband met de vertraging van het project Hoger Onderhoud Woensdrecht en Opleidingscentrum Kmar. Tevens zijn twee panden als onderdeel van het leenfaciliteitproject Gilze-Rijen verkocht aan het moederdepartement.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
De mutaties in de kasstroom uit financieringsactiviteiten zijn als gevolg van een kleiner beroep op de leenfaciliteit voor investeringen lager dan geraamd. Verder zijn leningen aan het ministerie van Financiën afgelost ad € 30,8 mln in verband met de overdracht in economisch eigendom aan het moederdepartement van de panden van vliegbasis Gilze-Rijen.
Doelmatigheidsparagraaf
omschrijving generiek deel | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
VTE-totaal (excl. externe inhuur) | 1 008,0 | 1 020,5 | 1 297,7 | 986,0 |
Saldo van baten en lasten (%) | – 1,9% | 1,1% | – 2,0% | – 3,5% |
Servicelevels (norm = 90%) | 77% | 88% | 85% | 81% |
Projecttevredenheid (norm = 90%) | 80% | 77% | 94% | 95% |
Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker) | 92,4 | 94,4 | 87,9 | 80,7 |
omschrijving specifiek deel | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Kostprijzen per product(groep) | ||||
Expertise & Advies | 77,06 | 76,69 | 81,96 | |
Verwerving & afstoting | 74,06 | 73,24 | 67,94 | |
COVO | 64,07 | 62,17 | 53,87 | |
Instandhouding | 60,93 | 59,67 | 63,79 | |
Gemiddelde kostprijs per product | 65,94 | 65,18 | 64,18 | |
Omzet per productgroep (pxq) in € 1 000 | ||||
Expertise & Advies | 10 160 | 8 219 | 9 059 | |
Verwerving & afstoting | 31 842 | 28 011 | 20 394 | |
COVO | 7 130 | 4 310 | 1980 | |
Instandhouding | 47 833 | 45 226 | 45 262 | |
Beveiliging | 29 014 | 28 141 | – | |
Overig | 1 482 | 1 230 | – |
De kostprijzen zijn voor het jaar 2008 niet opgenomen in verband met het feit dat er in 2009 een wijziging is geweest in de product(groepen). Hierdoor is een goede vergelijking met 2008 niet mogelijk.
Kostprijzen per productgroep
De kostprijzen per productgroep of de tarieven per uur laten in 2011 gemiddeld een hogere kostprijs zien ten opzichte van de voorgaande jaren. Het verschil heeft te maken met de verschillende mix van de salarisschalen en de inhuurschalen die nodig zijn om de producten te realiseren.
Omzet per product
De producten instandhouding, verwerving en afstoting genereren meer dan de helft van de omzet. Ten opzichte van 2010 is de omzet gedaald. Dit is voornamelijk veroorzaak door minder opdrachten vanuit het moederdepartement.
VTE
In tegenstelling tot het jaar 2009 zijn in 2010 in de realisatie ook de cijfers van de DBV meegenomen. Vanaf 2011 is de DBV opgenomen in de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie die een kas/verplichtingenadministratie voert.
Een aandachtspunt voor de DVD is de doelmatigheid van de inzet van middelen. Uitgangspunt is daarbij dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. In dit doelmatigheidsstreven in combinatie met de kwaliteit wordt gewerkt langs de volgende sporen:
-
– de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;
-
– het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;
-
– de sturing op serviceniveaus, project- en gebruikerstevredenheid (kwaliteitsindicatoren).
Benchmarkonderzoeken
Naar aanleiding van de in 2008 gehouden benchmark naar de marktconformiteit van de tarieven voor de producten «Instandhouding» en «Nieuwbouw» is een nieuw besturingsmodel ingevoerd. Daarnaast is in 2010 een Blauwdruk Vastgoed & Beveiliging opgesteld. In 2010 heeft deze Blauwdruk in het teken gestaan van de verdere ontwikkeling van uniforme richtlijnen voor alle interne processen. Deze fase vormt de randvoorwaarde voor de verdere groei van de doelmatigheid in de komende planperiode. In 2011 is een Public Private Comparitive uitgevoerd met betrekking tot de DVD en de eventueel uit te besteden diensten. Dit heeft er in geresulteerd dat in 2012 een Public Sector Comparitive wordt begonnen voor de eventueel uit te besteden diensten.
Productiviteit
De productiviteit is het quotiënt van de omzet (inclusief mutatie onderhanden werk en exclusief programmagelden instandhouding en huisvestingsactiviteiten) en de hiervoor benodigde directe VTE’n. Door de daling van de bouwmarktprijzen van ongeveer 14,2 procent is de omzet van de DVD met € 3,2 miljoen afgenomen. Een deel van de dienstverlening berust op een percentage van het bouwvolume van projecten.
(Kwaliteits)indicatoren
De bedrijfsgroep werkt een aantal jaren met een pakket aan indicatoren waarmee de kwaliteit van de dienstverlening wordt gemeten. Op grond van de uitkomsten wordt de dienstverlening indien nodig aangepast via de dienstverleningsovereenkomsten. De doelstelling van de bedrijfsgroep is een voortdurende toename van de kwaliteit van de dienstverlening.
Naast een jaarlijks gebruikerstevredenheidsonderzoek worden diverse soorten dienstverlening gemeten: de snelheid van reageren op en de opheffing van defecten en storingen, en de snelheid waarmee een behoefte wordt omgezet in een raming of offerte. Ook wordt de tevredenheid over uitgevoerde projecten gemeten. Een nadere beschouwing van deze indicatoren heeft geleid tot de conclusie dat de normen van 2010 niet realistisch zijn. Daarom zijn deze normen in overleg met de gebruikers verlaagd en is het niveau van de dienstverlening neerwaarts bijgesteld.
Samenvatting
De bezuinigingen bij Defensie hebben geleid tot een verlaging van het beschikbare budget voor de baten-lastendienst DVD en daarmee van de capaciteitsbehoefte. Voor het eerst sinds lange tijd was er daarom geen sprake meer van een capaciteitstekort. Ook was er sprake van een algemene daling van de kosten in de bouw. Dit alles heeft geresulteerd in een financieel verlies in 2011 voor de DVD. Ook heeft dit de productiviteit negatief beïnvloed omdat de productiviteit wordt gedefinieerd als de omzet per directe VTE.