Voor u liggen de Jaarverslagen 2011 van Infrastructuur en Milieu (IenM, Hoofdstuk XII) en het Waddenfonds. Het jaarverslag IenM verantwoordt de gerealiseerde prestaties en uitgaven van Rijksbegrotingshoofdstuk XII ten opzichte van de doelstellingen en begrotingsstand van deze bij de Incidentele Suppletoire Wet (ISB) 2011. Bij incidentele Suppletoire Wet zijn middelen tussen meerdere departementen herschikt en zijn de namen van sommige begrotingshoofdstukken, waaronder deze, veranderd.
Dit boekwerk bestaat uit de volgende onderdelen:
-
a. een algemeen deel
-
b. het beleidsverslag 2011 van IenM;
-
c. de Jaarrekening 2011 van IenM;
-
d. het beleidsverslag en de jaarrekening van het Waddenfonds
-
e. de bijlagen.
Algemeen deel
Het algemeen deel bevat de aanbieding van het jaarverslag, het verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer.
Het beleidsverslag 2011
In het beleidsverslag wordt ingegaan op de resultaten die in 2011 zijn geboekt. Het beleidsverslag bestaat uit vier onderdelen: het verslag over de beleidsprioriteiten, de beleidsartikelen, de niet-beleidsartikelen en de bedrijfsvoeringparagraaf.
Beleidsprioriteiten
In de paragraaf over de beleidsprioriteiten wordt verantwoording over de bereikte resultaten van de beleidsagenda in de begroting 2011 afgelegd. De beleidsmatige conclusie is steeds apart na iedere prioriteit opgenomen.
De beleidsartikelen (31 t/m 37 en 51 t/m 60) en de niet-beleidsartikelen (39, 40, 41, 61 en 62)
Dit jaarverslag 2011 van het ministerie van IenM verantwoordt de prestaties en uitgaven die omschreven zijn in de Begrotingen 2011 van de voormalige ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en Verkeer en Waterstaat (VenW). De nummering van de artikelen van voorheen VenW zijn ongewijzigd gebleven. De artikelen en operationele doelstellingen (OD) van voorheen VROM hebben een ander nummer toegewezen gekregen. Aan het einde van de leeswijzer wordt deze hernummering weergegeven.
Onder de beleidsartikelen worden zowel de financiële als de niet-financiële gegevens gepresenteerd. Tevens is er informatie opgenomen over de gerealiseerde effecten en de geleverde concrete beleidsprestaties, waar mogelijk voorzien van prestatiegegevens. In de toelichting worden de gerealiseerde beleidsprestaties op hoofdproductniveau verantwoord.
De financiële informatie wordt gepresenteerd door middel van de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid», waarbij opmerkelijke verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht. Om de hoeveelheid informatie te beperken is gekozen voor het hanteren van de hieronder aangegeven norm. Aan de hand van deze norm is bepaald of een verschil is toegelicht. Naar aanleiding van de aanbeveling van de commissie Kuiken is de normering aangepast, waarbij geldt dat begrotingsbedragen boven de € 50 miljoen met een afwijking van meer dan 5 mln ook worden toegelicht.
Begrotingsbedrag | Verschil |
---|---|
< € 4,5 mln. | > 50% |
€ 4,5 – € 22,5 mln. | > € 2,5 mln. |
> € 22,5 mln. | > 10% |
> € 50 mln. | > 5 mln |
Dit houdt in dat die hoofdproducten, waarbij het verschil tussen het begrotingsbedrag en de realisatie kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor beleidsmatige relevante mutaties, deze worden ongeacht bovenstaande normering wel toegelicht.
Verder worden in afwijking van bovenvermelde norm die artikelen, waarop in de begroting 2011 geen of zeer geringe ontvangsten zijn geraamd maar waar in 2011 wel relatief kleine bedragen op zijn gerealiseerd, niet apart toegelicht. De bij ISB op hoofdstuk XII overgehevelde artikelen geven de totale realisatie van voorbije jaren op totaalniveau weer.
Onder de niet-beleidsartikelen worden uitgaven, die niet zuiver of doelmatig kunnen worden toegerekend aan de beleidsartikelen, verantwoord.
Betreffende de niet-financiële informatie moet worden vermeld dat IenM bij het verkrijgen van deze indicatoren voor een deel afhankelijk is van verzameling door externe partijen zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De praktijk is zodanig dat deze gegevens in een aantal gevallen later beschikbaar komen. Dit leidt ertoe dat niet in alle gevallen de gegevens over het verslagjaar ten tijde van het opstellen van het jaarverslag beschikbaar waren
De bedrijfsvoeringsparagraaf
Deze paragraaf gaat in op de belangrijkste bedrijfsvoeringsontwikkelingen bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
De bedrijfsvoeringparagraaf heeft het karakter van een uitzonderingsparagraaf en bestaat uit vier onderdelen, te weten rechtmatigheid, totstandkoming beleidsinformatie, financieel en materieel beheer en overige aspecten van bedrijfsvoering. In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt tevens ingegaan op de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag over 2010 en de maatregelen die IenM heeft getroffen om de bedrijfsvoering te verbeteren.
De Jaarrekening
De Jaarrekening bevat de volgende onderdelen:
-
– de departementale verantwoordingstaat van IenM (een cijfermatige staat waarbij inzicht wordt gegeven in de financiële afwijkingen tussen de begroting en de realisatie op artikelniveau).
-
– de samenvattende verantwoordingsstaten van de baten-lastendiensten KNMI, Rijkswaterstaat, Inspectie VenW en de Nederlandse Emissieautoriteit (Nea) (een cijfermatige staat waarbij inzicht wordt gegeven in de financiële afwijkingen tussen de begroting en de realisatie per baten-lastendienst).
-
– de departementale saldibalans van IenM met de daarbij behorende toelichting.
-
– de balans per 31 december 2011, de staat van baten en lasten, het kasstroomoverzicht en de doelmatigheidskengetallen van de baten-lastendiensten.
Het Waddenfonds
Het Waddenfonds betreft een apart begrotingshoofdstuk. Vanwege efficiencyredenen en in lijn met andere departementale fondsen die gekenmerkt worden door het geringe aantal pagina’s, is dit fonds in het boekwerk van de IenM-begroting opgenomen.
Diverse bijlagen
Aan het jaarverslag zijn vier bijlagen toegevoegd.
-
– De eerste bijlage bevat een overzicht inzake het toezicht op de zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en de rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s).
-
– De tweede bijlage bevat een overzicht van de uit publieke middelen gefinancierde topinkomens bij het departement.
-
– Bijlage drie bevat een overzicht van de gerealiseerde externe inhuur.
-
– De laatste bijlage betreft een afkortingenlijst.
Naast dit Jaarverslag, hoofdstuk XII van de Rijksbegroting, kent IenM ook een Jaarverslag over het Infrastructuurfonds (fonds A van de rijksbegroting), waarin de concrete projecten en programma’s staan. Met dit aparte fonds voor de infrastructuur wordt invulling gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de Wet op het Infrastructuurfonds (Stb. 1993, nr. 319), te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur.
De verantwoordingen van IenM zijn ook digitaal beschikbaar op www.rijksbegroting.nl.
Groeiparagraaf
De indeling van de verantwoording 2011 komt grotendeels overeen met die van 2010. Het verschil is het grootst bij de artikelen die bij begroting 2011 nog onder hoofdstuk XI vielen. Deze vielen namelijk onder het experiment van «Van begrotingsvoorbereiding naar begrotingsverantwoording». Dit experiment is met het jaarverslag 2010 afgesloten (Kamerstukken II, 2009/10, 31 865, nr.21). IenM heeft zorggedragen voor een zo coherent mogelijke verantwoording van de artikelen. Dit is zichtbaar in de consistentie van de structuur en benamingen van de onderdelen waar de beleidsartikelen uit bestaan.
Daarnaast zijn een aantal veranderingen doorgevoerd ter verbetering van de (niet-financiële) beleidsinformatie ten opzichte van de jaarverslagen 2010.
De belangrijkste veranderingen op een rij:
-
– Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2012 is de term «Algemene doelstelling» omgezet in «Algemene beleidsdoelstelling».
-
– Het onderdeel «Omschrijving van de samenhang van beleid» vervalt. Het opnemen hiervan is niet in lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften 2012. De samenhang van het beleid wordt immers bij de ontwerpbegroting reeds beschreven.
-
– Het onderdeel «Effecten van beleid» vervalt. Het opnemen hiervan is niet in lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften 2012. Dit onderdeel bevatte geen informatie in de ontwerpbegroting 2011 van het voormalige ministerie van VROM. Het voormalige ministerie van VenW omschreef hier beknopt de effecten van het beleid van het artikel. Om verantwoordingsinformatie niet verloren te laten gaan, komt deze informatie terug bij het onderdeel «Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling».
-
– Het onderdeel «Extracomptabele verwijzingen» wordt alleen gepresenteerd als deze van toepassing is.
-
– Onder de kop «doelbereiking» wordt geen prestatietabel meer opgenomen. De doelbereiking wordt door middel van volle zinnen beschreven. Een «ja» of «nee» in de voormalige tabel is niet langer voldoende.
-
– De kop Motivering komt in het jaarverslag 2011 niet meer terug. De toelichting over de motivering van het operationele doel vindt u in de ontwerpbegroting.
-
– Het saldibalans wordt weergegeven in een nog gedetailleerder niveau gepresenteerd dan model 3.18 van de Rijksbegrotingsvoorschriften 2012 voorschrijft. De realisaties van de verschillende posten worden namelijk tot in de cent nauwkeurig gepresenteerd in plaats van in duizenden euro’s.
Toezeggingen wetgevingsoverleggen
Toezegging 23 juni 2011 | Verwerking |
---|---|
De minister zal bij de volgende begrotingsnota meer transparantie betrachten dan nu het geval was. | Vanaf Najaarsnota 2011 worden niet alleen realisatieprogramma’s op het IF transparanter verantwoord, maar ook zijn projecttabellen met de planstudieprogramma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt en waarvan de belangrijkste mutaties van een toelichting zijn voorzien. Bij het jaarverslag was dit al jaren van toepassing. Alle productartikelen van het Infrastructuurfonds zijn vanaf dit jaarverslag voorzien van een toelichtende tabel die inzichtelijk maakt welke mutaties gedurende het jaar hebben plaatsgevonden. Zowel de mutaties binnen een artikel (tussen de verschillende artikelonderdelen) als van en naar andere artikelen. Bij alle mutaties is aangegeven of de mutatie een inter-temporele kasschuif betreft of dat er sprake is van in- of extensiveringen of een technische boeking. Bij inter-temporele kasschuiven is er, over de jaren heen bezien, geen sprake dat er gelden aan het betreffende artikel worden onttrokken, maar slechts sprake van een aanpassing van het kasritme. Bij technische mutaties moet gedacht worden aan bijvoorbeeld toevoeging loon- en prijscompensatie of bijvoorbeeld de overheveling van een project en de bijbehorende begrotingsgelden van artikel a naar b. |
Hernummering vhVROM-artikelen
WAS | IS | |
---|---|---|
(Begroting 2011 vhVROM) | (Jaarverslag 2011 IenM) | |
Artikel 1 | Artikel 51 | Optimaliseren van de ruimtelijke afweging |
OD 1.2.1 | OD 51.02 | Ruimtelijk instrumentarium ontwikkelen en beheren |
OD 1.2.2 | OD 51.04 | Coördinatie van interbestuurlijke geo-informatie |
Artikel 2 | Artikel 52 | Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid |
OD 2.2.1 | OD 52.04 | Behouden en ontwikkelen van de ruimtelijke kwaliteit |
OD 2.2.2 | OD 52.06 | Integrale, ruimtelijke projecten van nationale betekenis |
OD 2.2.3 | OD 52.08 | Stimuleren van de architectonische kwaliteit met betrekking tot het interdepartementale architectuurbeleid |
Artikel 3 | Artikel 53 | Klimaat en Luchtkwaliteit |
OD 3.2.1 | OD 53.08 | Tegengaan klimaatverandering |
OD 3.2.2 | OD 53.14 | Verbeteren Luchtkwaliteit |
OD 3.2.3 | OD 53.16 | Stimuleren Duurzame Mobiliteit |
OD 3.2.4 | OD 53.18 | Het bevorderen van duurzame industrie |
Artikel 4 | Artikel 54 | Duurzaam produceren |
OD 4.2.1 | OD 54.14 | Reductie van milieubelasting door (ketengericht) afval- en productenbeheer |
OD 4.2.2 | OD 54.16 | Verbeteren van milieukwaliteit van bodem en water |
OD 4.2.3 | OD 54.26 | Duurzaam gebruik van ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen |
Artikel 6 | Artikel 56 | Risicobeleid |
OD 6.2.1 | OD 56.34 | Veilig gebruik van chemische stoffen |
OD 6.2.2 | OD 56.38 | Bescherming tegen straling (elektromagnetische velden) |
OD 6.2.3 | OD 56.40 | Verantwoorde toepassing van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) |
OD 6.2.4 | OD 56.42 | Beheersing van risico’s die samenhangen met Externe Veiligheid |
Artikel 7 | Artikel 57 | Versterken van het internationale beleid en strategische aangelegenheden |
OD 7.2.1 | OD 57.48 | Clean Development Mechanism |
OD 7.2.2 | OD 57.44 | Internationaal milieubeleid |
OD 7.2.3 | OD 57.50 | Beperken klimaatverandering door mondiale post-Kyoto afspraken |
OD 7.2.4 | OD 57.52 | INTERREG |
Artikel 9 | Artikel 59 | Handhaving en toezicht |
OD 9.2.1 | OD 56.56 | Bevorderen naleving wet- en regelgeving voor Wonen, Wijken en Integratie |
OD 9.2.2 | OD 59.58 | Bevorderen naleving wet- en regelgeving voor Ruimte en Milieu |
OD 9.2.3 | OD 59.60 | Bevorderen samenwerking, methodiekontwikkeling en strategie |
OD 9.2.4 | OD 59.62 | Crisismanagement organiseren |
OD 9.2.5 | OD 59.64 | Opsporen en bestrijden van fraude |
Artikel 10 | Artikel 60 | Leefomgevingskwaliteit |
OD 10.2.1 | OD 60.01 | Realiseren van een duurzaam gebruik van bodem, ondergrond en grondwater door het ruimtelijk ordenen van de ondergrond en het wegnemen dan wel beheersen van verontreiniging van bodem en grondwater |
OD 10.2.2 | OD 60.02 | Tegengaan geluidhinder |
OD 10.2.3 | OD 60.03 | Realiseren van ruimte voor windenergie en klimaatadaptatie |
OD 10.2.4 | OD 60.04 | Bevorderen adequaat gebiedsgericht instrumentarium en duurzame ontwikkeling |
Artikel 91 | Artikel 61 | Algemeen |
OD 61.81 | Programma | |
OD 61.82 | Beleidsartikelen begroting XI-VROM | |
OD 61.85 | Planbureau en Raden | |
OD 61.86 | Postactieven | |
OD 61.87 | Gemeenschappelijke voorzieningen | |
OD 61.89 | Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties | |
Artikel 92 | Artikel 62 | Nominaal en onvoorzien |
OD 62.91 | Loonbijstelling | |
OD 62.92 | Prijsbijstelling | |
OD 62.93 | Onvoorzien | |
OD 62.94 | Nog nader te verdelen taakstellingen |