Opzet jaarverslag
In het jaarverslag 2012 wordt verantwoording afgelegd over de gerealiseerde uitgaven ten opzichte van de begroting 2012 inclusief de Nota van Wijziging 2012 (Kamerstuk 33 000 X, nr. 15). Het jaarverslag bestaat uit de «aanbieding en dechargeverlening», de leeswijzer, het beleidsverslag, de (niet-) beleidsartikelen, de jaarrekening, gegevens over de baten-lastendiensten en een aantal bijlagen. In het jaarverslag wordt onderscheid gemaakt tussen financiële en niet-financiële informatie. De financiële informatie valt onder de reikwijdte van de door de Audit Dienst Defensie afgegeven controleverklaring.
Beleidsprioriteiten
De kern van het jaarverslag wordt gevormd door het beleidsverslag (deel B). Hierin is dit jaar ook opgenomen de rapportage over integriteit, die vorig jaar nog een aparte rapportage was.
Beleidsartikelen
Budgettaire gevolgen van beleid
Bij de beleidsartikelen zijn algemene doelstellingen geformuleerd en de financiële gevolgen daarvan worden ten aanzien van de opmerkelijke verschillen (grensbedrag van € 2,5 miljoen voor beleidsartikel 20 Inzet en € 5 miljoen voor de overige beleidsartikelen) per defensieonderdeel toegelicht bij de tabellen «Budgettaire gevolgen van beleid».
Investeringsprojecten
De verantwoording over investeringsprojecten is opgenomen in beleidsartikel 25 Defensie Materieel Organisatie (DMO) en beleidsartikel 26 Commando DienstenCentra (CDC). Bij de investeringsprojecten is een toelichting opgenomen bij die projecten waarvan de realisatie afwijkt van de begroting 2012. In het geval van de DMO gaat het om verschillen vanaf € 10 miljoen, bij het CDC gaat het om de verschillen vanaf € 5 miljoen.
Niet-beleidsartikelen
Dit betreft een toelichting op de artikelen «Geheime uitgaven», «Nominaal en onvoorzien», «Algemeen» en «Centraal Apparaat».
Bedrijfsvoeringsparagraaf
De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat uit vier onderdelen: rechtmatigheid, totstandkoming beleidsinformatie, financieel en materieelbeheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft betrekking op alle defensieonderdelen, inclusief de baten-lastendiensten. Daarnaast zijn de toezeggingen aan de Algemene Rekenkamer in deze paragraaf opgenomen.
Jaarrekening
In dit hoofdstuk zijn opgenomen de verantwoordingsstaten van het ministerie van Defensie en de saldibalans. Ook is de verantwoording van de baten-lastendiensten opgenomen.
Bijlagen
Als bijlagen zijn opgenomen een overzicht van toezichtrelaties en ZBO/RWT’s (bijlage 1), een overzicht inschakeling van externe adviseurs en tijdelijk personeel (externe inhuur, bijlage 2), een overzicht met voltooide onderzoeken (bijlage 3), een bijlage met integriteitsmeldingen (bijlage 4), de milieubijlage (bijlage 5), de bijlage «Voortgang reorganisatie en Krijgsmacht op orde» (bijlage 6) en een lijst met afkortingen (bijlage 7). De Defensie Industrie Strategie (DIS) is niet meer als bijlage opgenomen in dit jaarverslag. Zoals reeds aangekondigd in het jaarverslag 2011 en in de begrotingen voor 2012 en 2013, zijn de in de DIS genoemde instrumenten inmiddels geconcretiseerd en verankerd in de defensieorganisatie. Daarom kan de DIS als uitgevoerd worden beschouwd. Defensie evalueert de DIS in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken. Zoals toegezegd tijdens het wetgevingsoverleg materieel van 3 december 2012 rapporteert Defensie de uitkomsten van deze evaluatie in 2013 aan de Kamer.
Groeiparagraaf
De invoering van «Verantwoord Begroten» heeft geleid tot de volgende verbeteringen in de begroting en het jaarverslag 2012:
-
– De begroting bevat een centraal apparaatsartikel (niet-beleidsartikel 91 «Centraal apparaat») waarop alle apparaatsuitgaven van de Bestuursstaf en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst zijn weergegeven. Tevens zijn in dit artikel de defensiebrede uitgaven ondergebracht voor pensioenen en uitkeringen, wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden en de ziektekostenvoorziening;
-
– In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt ingegaan op de bedrijfsvoering, het beheer bij Defensie en stuur- en verantwoordingsinformatie;
-
– In de begroting 2012 is een herschikking gemaakt van programma- en apparaatsuitgaven conform de nieuwe definities van apparaat en programma. Onder apparaatsuitgaven vallen alle personele uitgaven, zoals loonkosten, personele exploitatie, post-actieven en externe inhuur. De materiële uitgaven die onder apparaatsuitgaven vallen zijn uitgaven voor ICT ten behoeve van ondersteunende processen en kantoorautomatisering, diensten en middelen, vervoers- en verblijfskosten, huisvesting en communicatie. Programma-uitgaven zijn alle overige uitgaven. Binnen apparaatsuitgaven is een onderverdeling gemaakt in «staf» en «operationele eenheden». Onder «staf» valt de commandant met zijn directe staf en onder «operationele eenheden» zijn de overige organisatieonderdelen opgenomen;
-
– De naam van beleidsartikel 20 «Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties» is veranderd in beleidsartikel 20 «Inzet». Dit artikel geeft namelijk niet alleen een beeld van crisisbeheersingsoperaties, maar ook van de incidentele nationale inzet van de krijgsmacht en het verlenen van noodhulp, bijstand en assistentie. Bij de beleidsartikelen 21 (Commando zeestrijdkrachten), 22 (Commando landstrijdkrachten), 23 (Commando luchtstrijdkrachten) en 24 (Commando Koninklijke marechaussee) wordt de inzet daarom niet meer toegelicht. In deze beleidsartikelen wordt in de doelstellingenmatrices gerapporteerd in hoeverre de operationele doelstellingen (voor de gereedstelling) in 2012 zijn gerealiseerd. In de kolom «Totaal aantal operationeel gerede eenheden» wordt de realisatie van organiek of specifiek gerede eenheden afgezet tegen de planning. «Organiek gereed» betekent dat een eenheid het geheel van taken uit kan voeren waarvoor deze standaard is ingericht. «Specifiek operationeel gereed» betekent dat een eenheid een deel van de organieke taken kan uitvoeren. Bij de toelichting op de gereedheid worden onder het kopje «operationele gereedheid» alleen die eenheden toegelicht waarbij de realisatie van de doelstellingen van de operationeel gerede eenheden lager is dan gepland. Om een aantal eenheden gereed te hebben gedurende een langere periode en in aflossing te kunnen voorzien, is een groter aantal eenheden noodzakelijk. Deze eenheden zijn opgenomen in de kolom «Voortzettingsvermogen».
Een van de uitgangspunten van de reorganisatie is dat de uitvoering meer ruimte krijgt. Als gevolg van de maatregelen uit de beleidsbrief Defensie na de kredietcrisis van 8 april 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 1) is de zeggenschap over de logistieke ondersteuning in januari 2012 overgegaan naar de operationele commandanten. Daarmee zijn ook de budgetten overgeheveld naar de operationele commandanten. Met een nota van wijziging (Kamerstuk 33 000, nr. 15) is dit verwerkt in de begroting 2012 en aan de Kamer gemeld.