5.1 Concrete initiatieven ondersteunen
Het kabinet heeft in 2012, in het kader van de agenda duurzaamheid (Kamerstukken II, 2011/12, 33 041, nr. 1), een aantal concrete stappen gezet naar verduurzaming van de samenleving en het creëren van een groene economie. Uitgangspunt hierbij is groei die het natuurlijk kapitaal van de aarde niet uitput en de economie versterkt.
IenM heeft 20 Green Deals gesloten met bedrijven, maatschappelijke organisaties en medeoverheden. Hiermee is de gewenste verbreding van de Green Deals van energie naar biodiversiteit, mobiliteit, grondstoffen en water tot stand gekomen. Green Deals dragen bij aan het boeken van resultaten op de korte. De grootste winst zal op de langere termijn volgen wanneer een Green Deal bredere navolging krijgt.
Verder zijn stappen gezet om bedrijven te faciliteren door het creëren van een gelijk speelveld voor duurzame producten en diensten en het stimuleren van innovatie. Het gaat daarbij om het wegnemen van concrete belemmeringen in regelgeving of beleid die bedrijven in een specifieke sector ervaren. Zo zijn op het terrein van afvalregelgeving de regels voor nuttige toepassing van organische reststromen aangepast zodat deze stromen efficiënter kunnen worden ingezet voor hergebruik.
Het LEI en het RIVM hebben een website ontwikkeld met informatie over de belangrijkste beoordelingsmethoden voor duurzaamheid. Hiermee wordt voorzien in de behoefte van bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke organisaties aan meer synergie en transparantie ten aanzien van duurzaamheidscriteria en beoordelingsmethoden voor duurzaamheid. In Nederland bestaan ongeveer 100 keurmerken op het gebied van milieu, dierenwelzijn en eerlijke handel. Milieu Centraal heeft als hulpmiddel voor de consument op haar website informatie geplaatst over op welke aspecten van duurzaamheid deze betrekking hebben en hoe en door wie dit wordt gecontroleerd.
Naar aanscherping van het middelenbeleid voor gewasbescherming in de glastuinbouwsector wordt nog onderzoek gedaan. In de 2e Nota duurzame gewasbescherming die voor het meireces naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd zullen ook plannen t.a.v. de glastuinbouwsector zijn opgenomen.
Afval en grondstoffen
In mei 2012 is een rapport verschenen van een werkgroep van gemeenten en het afvalbedrijfsleven over het verhogen van de recycling van huishoudelijk afval. Hieruit komt naar voren dat ingrijpende maatregelen nodig zijn om de ambities zoals vastgelegd in de afvalbrief (Kamerstukken II, 2011/12, 32 852, nr. 1) te kunnen waarmaken. Een belangrijk onderdeel van het advies is de introductie van een gemeentelijke restafvaldoelstelling, waarop gemeenten kunnen worden afgerekend met een bonus/malus-systeem. Verder is volgens de werkgroep per materiaalstroom een ambitieuze doelstelling met een adequaat financieringssysteem nodig.
Bedrijfsleven, gemeenten en IenM hebben In 2012 is een nieuwe, 10-jarige raamovereenkomst verpakkingen getekend. Hiermee is de basis gelegd voor het sluiten van de kringloop van verpakkingsmaterialen en is de verantwoordelijkheid belegd waar deze thuishoort. De gekozen constructie bevordert de overgang naar een circulaire economie, doordat nu bij producenten de prikkel ligt om vooraf te bedenken of en zo ja welk verpakkingsmateriaal wordt gebruikt. Verder is een inventarisatie uitgevoerd van reeds lopende activiteiten voor afvalpreventie en hun effectiviteit. Deze inventarisatie is de eerste stap naar de totstandkoming van een nationaal afvalpreventieplan dat eind 2013 zal worden afgerond.
Om de voedselverspilling in huishoudens terug te dringen is in samenwerking met onder andere supermarkten een «foodbattle» georganiseerd. Deze had een regionaal karakter. Momenteel worden mogelijkheden onderzocht om dit initiatief op te schalen naar andere regio’s. De mogelijkheden voor het terugdringen van voedselverspilling bij cateraars zijn onderzocht. Met de branche worden afspraken gemaakt om deze mogelijkheden te benutten.
Om de grondstoffenvoorzieningszekerheid beter te borgen en de milieudruk van winning, productie, gebruik en afdanking van grondstoffen te reduceren is actief ingezet op verduurzaming van het grondstoffendomein en van productketens. Afval kan een kostbare grondstof zijn. In 2012 zijn voor een groot aantal materiaalstromen activiteiten ontplooid om meer grondstoffen uit afval te winnen en ketens zoveel mogelijk te sluiten:
-
• Textiel: Green Deal gesloten over inzameling en uitbreiding van de mogelijkheden tot vezelherwinning.
-
• Beton: Green Deal gesloten voor verduurzaming van de betonketen.
-
• Aluminium: onderzoek naar de mogelijkheden voor aluminiumterugwinning uit afval is met positief resultaat afgerond; met de Vereniging Afvalbedrijven is een Green Deal gesloten over implementatie van de resultaten.
-
• Papier en Karton: Green Deal gesloten over de toepassing van alternatieve grondstoffen; verder is een pilot «printerloos kantoor» gehouden.
-
• Fosfaat: de uitvoering van het ketenakkoord fosfaatkringloop is voortvarend ter hand genomen. De gezamenlijke ambitie is om binnen twee jaar een markt voor gerecycled fosfaat te creëren en zo de fosfaatkringloop te sluiten. Momenteel worden regionaal verwerkingsroutes en concrete businesscases ontwikkeld tussen partijen om organische reststromen uit de landbouw (mest), de waterzuivering (zuiveringsslib) en uit de voedings- en genotmiddelenindustrie te verwerken en het fosfaat daarin te verwaarden tot nuttige te exporteren producten (zoals kunstmest). Nederland loopt hiermee vooruit op het voornemen van de Europese Commissie om in het kader van Resource Efficient Europe een Groenboek Fosfaat te publiceren.
-
• Apparatuur: Wecycle en de NVRD zijn gestart met experimenten en onderzoeken om de inzameling van apparatuur te optimaliseren. Deze zullen in het voorjaar van 2013 worden afgerond.
Ammoniak
In 2012 is voorbereidend onderzoek gestart ter onderbouwing van aanpassing van de emissienormen voor ammoniak. Inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit waarin de aangepaste normen worden opgenomen is voorzien in 2014. Het gedoogbeleid voor stoppende bedrijven onder het Actieplan ammoniak nader ingevuld en per 1 januari 2013 in werking getreden.
Het kabinet is voornemens het Besluit huisvesting veehouderij aan te vullen met emissienormen voor fijn stof conform het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In 2012 is de voorbereiding gestart. Inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit is voorzien in 2014. Producenten van emissiereducerende technieken voor stallen hebben zich bereid getoond mee te werken aan certificering van hun technieken. Met producenten en certificerende instellingen wordt dit nu verder uitgewerkt. In 2013 zal duidelijk worden voor welke technieken er certificaten komen en hoe de markttoegang voor overige technieken er uit ziet.
Duurzame brandstoffen
Het kabinet maakt werk van benutting van groen gas. Met de hoeveelheid mest in Nederland is een aardige hoeveelheid energie op te wekken. IenM heeft hierbij de verantwoordelijkheid de milieuaspecten van winning, zuivering en inzet van groen gas in de gaten te houden. In biogas kunnen grote hoeveelheden zwavelwaterstof aanwezig zijn. Daarom heeft het versnellerteam groen gas in 2012 de aandacht gevestigd op de veiligheidsaspecten van productie en transport. Daarnaast is een onderzoek gestart naar de duurzaamheid van in Nederland opgewekt biogas.
Biomassa en biobrandstoffen
Met ingang van 1 januari 2013 is het gewijzigde Besluit hernieuwbare energie vervoer van kracht. Hierin is onder andere is de verbreding naar binnenvaart en luchtvaart geregeld, waardoor de hernieuwbare energie die in deze sectoren worden ingezet onder voorwaarden meetellen voor de verplichting hernieuwbare energie.
Op 17 oktober 2012 heeft de Europese Commissie een wijziging van de richtlijn hernieuwbare energie en de richtlijn brandstofkwaliteit gepubliceerd. Het kabinet heeft dit voorstel in het BNC-fiche (Kamerstukken II, 2012/13, 22 112 nr. 1515) verwelkomd als een goede eerste stap op weg naar een evenwichtig biobrandstoffenbeleid dat de impact van ILUC (Indirect Land Use Change) door de productie van biobrandstoffen minimaliseert. Nederland blijft zich inzetten om op termijn gedifferentieerde gewasspecifieke ILUC-factoren in beide richtlijnen op te nemen.
Nederland heeft zich bij de Europese Commissie ingespannen om te komen tot geharmoniseerde duurzaamheidseisen voor vaste biomassa in Europees verband. Naar verwachting komt de Europese Commissie begin 2013 met een voorstel hiertoe.
Met de energie-, afval-, en houtsector is de Green Deal Rapportage Duurzaamheid Vaste Biomassa overeengekomen. Hierin is afgesproken het aandeel duurzame energie te laten toenemen en op termijn alleen aantoonbaar duurzame biomassa in te zetten. Verder is afgesproken om te komen tot een jaarlijkse rapportage over de hoeveelheden biomassa, herkomst en de gerealiseerde broeikasgasreducties.
Klimaat
Op basis van de klimaatbrief 2050 (Kamerstukken II, 2011/12, 32 813 nr. 3) zijn beleidsopties ontwikkeld, pilots gestart en is gestart met het inventariseren en wegnemen van belemmeringen voor klimaatmaatregelen door bedrijven. Vóór de zomer van 2013 ontvangt de Tweede Kamer een routekaart. Hierin zal worden aangegeven hoe de verschillende sectoren kunnen bijdragen aan het realiseren van de broeikasgasdoelstelling voor 2050.
In het najaar van 2011 is de Lokale Klimaat Agenda «Werk maken van Klimaat, klimaatagenda 2011–2014» naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II, 2011/12, 32 813 nr. 2). Inmiddels hebben zich 135 partijen (gemeenten, regio’s en waterschappen) aangesloten bij de Lokale Klimaatagenda. De glastuinbouw is in 2011 gestart met het CO2 vereveningssysteem glastuinbouw. Dit systeem moet ertoe leiden dat de CO2 emissie in de jaren lineair afneemt tot in 2020 de sector uiteindelijk een totale sectorale emissie heeft van 6,6 Mton CO2. Ten behoeve van dit systeem heeft de sector samen in 2012 een convenant met de overheid afgesloten.
5.2 Nationale inzet
De omvangrijke inkoop door het Rijk en andere overheden wordt ingezet om duurzame productie te bevorderen. In 2012 is verder gewerkt aan de implementatie van het advies van het bedrijfsleven over duurzaam inkopen. De kern van dit advies – duurzaam inkopen is niet allen het toepassen van criteria maar zorgen voor duurzaamheid in alle fasen van het inkoopproces – is uitgedragen naar de inkopende overheden en verwerkt in het instrumentarium dat ter ondersteuning van die overheden wordt aangeboden. Vanuit de verantwoordelijkheid voor duurzaam inkopen zijn de grootschalige initiatieven ter bevordering van innovatie gestimuleerd en is de regierol belegd bij de eerstaangewezen departementen.
Informatie over de leefomgeving is gemakkelijker toegankelijk gemaakt voor burgers met de oplevering in 2012 van de eerste versie van de Atlas Leefomgeving.
In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) ter verbetering van de luchtkwaliteit is in 2012 fiscale stimulering van de aankoop van de schonere vrachtauto’s en bussen (Euro VI) gestart. Het doel van ruim 1.500 voertuigen in 2012 is door het beperkt beschikbare aanbod en de crisis helaas niet gehaald. De regeling loopt nog tot 31 december 2013, wanneer de Euro VI voertuigen verplicht worden. Op 1 oktober 2012 is de Subsidieregeling emissiearme taxi’s en bestelauto’s in werking getreden. Deze heeft betrekking op voertuigen die schoner zijn dan de gangbare Euro 5/Euro V-voertuigen. De fiscale stimulering van schone personenauto’s (Euro 6) is in 2012 voortgezet.
Na de afronding van Swung-1, dat betrekking heeft op rijksinfrastructuur, is in 2012 belangrijke voortgang geboekt in het overleg met IPO en VNG over de inhoud van de toekomstige geluidnormen voor overige infrastructuur, woningbouw en industrie. Naar verwachting zal in het eerste kwartaal van 2013 bestuurlijke overeenstemming bereikt worden, waarna de uitwerking van Swung-2 in wet- en regelgeving zal plaatsvinden.
De invoering van de herziening van het emissiehandelssysteem (ETS) is in 2012 afgerond en deels per 1 juli 2012 en deels per 1 januari 2013 in werking getreden. Met inhoudelijke inbreng van Nederland zijn de Europese handleidingen voor de uitvoering van onderdelen van het herziene emissiehandelsysteem gereed gekomen. In het kader van het ETS is in 2012 een nieuw nationaal toewijzingsbesluit voor de periode 2013–2020 vastgesteld. De Europese Commissie moet hierover nog een oordeel uitspreken. In de eerste helft van 2013 zullen besluiten worden genomen over de toewijzing aan nieuwkomers.
De Tweede Kamer heeft in 2012 het wetsvoorstel Basisnet aangenomen. Dit wetsvoorstel biedt een duurzaam handelingsperspectief het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, weg en spoor, terwijl belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen op verantwoorde wijze mogelijk blijven. Het wetsvoorstel ligt momenteel ter behandeling in de Eerste Kamer. Als het wetsvoorstel door de Eerste Kamer wordt aangenomen, zal het in 2013 in werking kunnen treden.
De vorming van een landsdekkend stelsel van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) is in 2012 nagenoeg afgerond. Van de 28 te vormen RUD’s waren er per 1 januari 2013 17 daadwerkelijk operationeel. De overige RUD’s zullen in de loop van 2013 operationeel worden. In deze RUD’s worden capaciteit en kennis gebundeld op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving, met behoud van regionaal maatwerk die tegemoet komt aan de plaatselijke economische structuur.
5.3 Internationale afspraken
Voor een kosteneffectief klimaatbeleid is het Europese emissiehandelssysteem (ETS) van cruciaal belang. De Europese Commissie heeft voorstellen gedaan voor zowel tijdelijke als structurele versterking van het ETS. In de discussie hierover vervult Nederland een koploperspositie. Het is helaas niet gelukt om in de Milieuraad Raadsconclusies aan te nemen over de Routekaart naar een koolstofarme economie. Wel zijn er Voorzitterschaps-conclusies over de Routekaart die de steun hebben van 26 lidstaten en de Commissie. Nederland ligt nog steeds op koers om in 2020 zijn bijdrage te leveren aan de Europese afspraak.
In Doha, Qatar, is eind 2012 een aantal noodzakelijke politieke stappen genomen in de verdere uitbouw van het mondiale klimaatregime. Er is een akkoord bereikt over een tweede, achtjarige, verplichtingenperiode onder het Kyoto-protocol (KP) en er is meer duidelijkheid ontstaan over het tijdschema naar een nieuw mondiaal klimaatarrangement in 2015, dat alle landen moet binden. Onder het KP verbindt de EU zich tot een reductie in 2020 van broeikasgassen van 20% ten opzichte van 1990. Met het oog op de uitbouw van een modern en effectief mondiale klimaatregime heeft Nederland gewerkt aan een gedachtegoed over mogelijkheden voor een meer dynamisch en toekomstbestendig klimaatarrangement voor na 2020, waarvan elementen ook reeds Europees zijn ingebracht. Nederland heeft zich internationaal ingezet voor het uitwerken van nieuwe, meer sectorbrede marktmechanismen onder het klimaatverdrag en een verantwoorde ontwikkeling van een raamwerk voor diverse soorten marktmechanismen. Internationaal maakt Nederland zich sterk voor een grotere betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het klimaatbeleid. In 2012 is, onder andere tijdens vier door Nederland geïnitieerde bijeenkomsten, een actieve dialoog gevoerd met het internationale bedrijfsleven. Uitkomsten daarvan zijn meegenomen in de inzet van Nederland in de klimaatonderhandelingen. Verder heeft Nederland een actieve rol gespeeld in de Cartagena-dialoog. In Doha heeft Nederland zich officieel aangesloten bij de Climate and Clean Air Coalition (CCAC), een groep van inmiddels 25 landen en 25 instellingen waaronder de Europese Commissie, VN-instellingen en NGO’s, die zich richt op de aanpak van kortlevende, luchtvervuilende stoffen die van invloed zijn op zowel de luchtkwaliteit als op het klimaat.
Op 4 mei 2012 zijn de onderhandelingen over de herziening van het Gothenburg Protocol (VN-ECE) met succes afgerond en zijn nieuwe emissiereductiedoelstellingen voor 2020 afgesproken voor SO2, NOx, NH3, VOS en fijnstof (PM2,5). In de loop van 2013 zal het herziene Protocol ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Tweede Kamer.
De Europese Commissie heeft in 2012 het eco-innovation action plan gepubliceerd. Nederland heeft actief bijgedragen aan twee fora voor consultatie met stakeholders in Amsterdam en Lissabon. Met de resultaten hiervan kunnen Commissie en Lidstaten hun beleid sturen op de behoeften van de industrie. Diverse Nederlandse bedrijven hebben op deze fora hun strategieën voor resource efficiency laten zien en innovatieve technologieën getoond aan de Europese markt.
Tegen de verwachting in zijn de onderhandelingen over een voorstel van de Europese Commissie om de teelt van toegelaten genetisch gemodificeerde gewassen te beperken of te verbieden in 2012 nog niet afgerond. Afronding van de onderhandelingen wordt niet eerder dan eind 2013 verwacht.
In juni 2012 heeft in Rio de Janeiro de wereldtop over duurzame ontwikkeling plaatsgevonden. De Rio+20-conferentie richtte zich op groene economie in de context van duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en op het institutionele raamwerk voor duurzame ontwikkeling. Groene economie wordt in het slotdocument «The Future We Want» als concept omarmd, voor het eerst in VN-kader. Nederland heeft hier als voortrekker van de Europese delegatie op het terrein van de groene economie actief aan bijgedragen. Verder hebben de VN-lidstaten de duurzame ontwikkelingsdoelen (sustainable development goals, SDG’s) omarmd. Over de inhoudelijke SDG-thema’s werd echter nog geen overeenstemming bereikt. Over de Commission on Sustainable Development is besloten tijdens Rio+20 dat deze overgaat in een High Level Political Forum (HLPF). De modaliteiten van het HLPF worden in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties nader uitgewerkt. Ten aanzien van de verduurzaming van handelsketens en de financiering van ecologische innovaties zijn tijdens Rio+20 geen grote doorbraken bereikt. Wel is afgesproken dat er via een intergouvernementeel proces opties worden geïdentificeerd voor een effectieve financieringsstrategie voor de mobilisering en het effectief gebruik van middelen voor duurzame ontwikkeling.
Realisatie beleidsdoorlichtingen
Artikel | Naam artikel | Titel onderzoek | 2010 | 2011 | 2012 | Vindplaats |
---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie beleidsdoorlichtingen | ||||||
1 | Waterkwaliteit | Waterkwaliteit | X | |||
2 | Ruimtelijke ontwikkeling | Ruimtelijke ontwikkeling | ||||
3 | Wegen en Verkeersveiligheid | Leefomgeving | X | TK 32 861, nr 3 | ||
4 | Spoor | Kabinetsreactie op parlementair onderzoek spoor | X | |||
5 | Luchtvaart | Geluidsisolatie Schiphol | GIS doorlichting in uitvoering | |||
5 | Scheepvaart | Nota Zeehavens | X | TK 32 861, nr 2 |