Activa: | Bedrag | Passiva | Bedrag | ||
---|---|---|---|---|---|
Begrotingsuitgaven | € | 10.503.652.171,69 | Begrotingsontvangsten | € | 97.717.649,96 |
Liquide middelen | € | 380,00 | Rekening-courant RHB | € | 10.226.896.771,16 |
Intra-comptabele vorderingen | € | 6.913.348,31 | Intra-comptabele schulden | € | 38.632.507,51 |
Extra-comptabele vorderingen | € | 15.249.494,08 | Tegenrek. extra-comptabele vorderingen | € | 15.249.494,08 |
Leningen u/g | € | 6.645.157,48 | Tegenrek. leningen u/g | € | 6.645.157,48 |
Voorschotten | € | 9.131.725.534,98 | Tegenrek. voorschotten | € | 9.131.725.534,98 |
Tegenrek. openstaande verplichtingen | € | 3.011.813.273,57 | Openstaande verplichtingen | € | 3.011.813.273,57 |
Tegenrek. garantie-verplichtingen | € | 114.101.348,80 | Openstaande garantieverplichtingen | € | 114.101.348,80 |
Sluitrekening Infrastructuurfonds | € | 147.318.971,37 | |||
Totaal-activa | € | 22.790.100.708,91 | Totaal-passiva | € | 22.790.100.708,91 |
7.3.1 Inleiding
Samenstelling
Als een minister meer dan één begroting beheert, in dit geval Infrastructuur en Milieu (XII) en het Infrastructuurfonds, wordt per begroting een saldibalans opgesteld. Daarom zijn er twee overzichten opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van de in de begrotingsadministratie van het SAP vastgelegde gegevensstructuur, waarin voor iedere begroting afzonderlijk een hoofdstuknummer is opgenomen.
Voor de begroting van Hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds wordt geen gescheiden administraties gevoerd waardoor posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII).
Daarmee is de saldibalans volgens het gestelde in de RDB samengesteld.
Uitzonderingen daarop zijn de leningen u/g en de openstaande garantieverplichtingen. Hoewel deze een onderdeel vormen van de extra-comptabele vorderingen respectievelijk de openstaande verplichtingen zijn deze omwille van de inzichtelijkheid afzonderlijk gepresenteerd.
7.3.2 Activa
7.3.2.1 Begrotingsuitgaven € 10.503.652.171,69
Grondslag
De begrotingsuitgaven van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) sluiten aan op de Rekening. Ze zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het ministerie welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.
7.3.2.2 Liquide middelen € 380,00
Grondslag
De rekening liquide middelen is samengesteld uit de kassaldi van de kasbeheerders en de aan de kasvoorschothouders verstrekte gelden.
7.3.2.3 Intra-comptabele vorderingen € 6.913.348,31
De cijfers
Tabel 1 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2012 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2010 en 2011 te vermelden.
Openstaand | 2012 | 2011 | 2010 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | bedrag | aantal | bedrag | aantal | bedrag | |
posten ⩽ 1 jaar | 155 | 6.051 | 255 | 6.935 | 65 | 1.430 |
posten > 1 jaar | 180 | 862 | 120 | 1.922 | 155 | 874 |
Totaal | 335 | 6.913 | 375 | 8.857 | 220 | 2.304 |
Toelichting
Alle intra-comptabele vorderingen zijn als direct opeisbaar beschouwd.
7.3.2.4 Extra-comptabele vorderingen € 15.249.494,08
De cijfer
Tabel 2 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2012 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2010 en 2011 te vermelden.
Openstaand | 2012 | 2011 | 2010 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | bedrag | aantal | bedrag | aantal | bedrag | |
posten ⩽ 1 jaar | 50 | 1.243 | 155 | 8.183 | 40 | 877 |
posten > 1 jaar | 115 | 14.006 | 565 | 25.958 | 530 | 22.523 |
Totaal | 165 | 15.249 | 720 | 34.141 | 570 | 23.400 |
Toelichting
De extra-comptabele vorderingen zijn grotendeels direct opeisbaar. Daar waar sprake is van dubieuze vorderingen of op termijn opeisbare vorderingen, is dat expliciet vermeld.
Artikel 5 Mainports en Logistiek
In het kader van het Progris-project stonden twee vorderingen, één op Bouwcombinatie dB-2000 V.O.F. (circa € 11 miljoen) en één op BAM-Wilma (circa € 4 miljoen), open waarover een geschil bestond.
Op 28 september 2012 is door betrokken partijen een vaststellingsovereenkomst ondertekend. Door betaling aan de RWS van het overeengekomen schikkingsbedrag is finale kwijting verleent van alle vorderingen die over en weer onderwerp zijn geweest bij de procedure en geschillen.
Artikel 7 Duurzaamheid
Op de vennootschap Basilisk S.A. de C.V. uit Mexico is een vordering ingesteld voor de sleep-, verblijf- en saneringskosten die de Staat tegen de achtergrond van de Europese Verordening overbrenging afvalstoffen(EVOA) heeft gemaakt met betrekking tot de chemicaliëntanker de TS Otapan. De rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 16 maart 2011 de vennootschap bij verstek veroordeeld om deze kosten van ruim € 4,3 miljoen te vermeerderen met de proces- en rentekosten van circa € 0,6 miljoen, aan de Staat te vergoeden.
7.3.2.5 Leningen u/g € 6.645.157,48
Grondslag
De door IenM verstrekte geldleningen (niet zijnde voorschotten) zijn afzonderlijk weergegeven. Deze leningen zijn, gezien het specifieke karakter, zowel op korte termijn opeisbare vorderingen, als op lange termijn opeisbare vorderingen beschouwd.
De cijfers
Tabel 3 geeft de openstaande bedragen van de verstrekte geldleningen per geldnemer weer.
Naam | Bedrag |
---|---|
Luchtverkeersleiding Nederland | 6.645 |
Totaal | 6.645 |
Toelichting
Bij de verzelfstandiging per 1 januari 1993 van de directie Luchtverkeersbeveiliging, vanaf 2000 LVNL geheten, is onder meer afgesproken, dat het saldo van de over te dragen activa en passiva wordt gefinancierd door een door de Staat der Nederlanden aan de LVNL te verstrekken lening. Deze lening was opgebouwd uit drie onderdelen. Echter met het oog op een maximale kostenbesparing voor de LVNL is in 1998 overgegaan tot een vervroegde aflossing van twee van de drie onderdelen.
Nu resteert nog slechts het derde onderdeel met een bedrag van circa € 7 miljoen. Dit onderdeel is niet rentedragend, niet aflosbaar en direct opeisbaar bij een voorgenomen opheffing, overname of fusie van de LVNL.
7.3.2.6 Voorschotten € 9.131.725.534,98
Grondslag
De voorschotten betreffen betalingen waarvan nog niet is vastgesteld dat aan alle relevante voorwaarden is voldaan en gaat met name om subsidies en bijdragen.
De cijfers
Tabel 4 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2012 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2010 en 2011 te vermelden.
Openstaand | 2012 | 2011 | 2010 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | bedrag | aantal | bedrag | aantal | bedrag | |
posten ⩽ 1 jaar | 530 | 3.699.145 | 515 | 4.573.721 | 240 | 383.196 |
posten > 1 jaar | 305 | 5.432.581 | 655 | 2.459.020 | 275 | 4.644.551 |
Totaal | 835 | 9.131.726 | 1.170 | 7.032.741 | 515 | 5.027.747 |
Tabel 5 verstrekt informatie over de in 2012 afgerekende voorschotten.
Stand per 1 januari 2012 | 7.032.741 |
In 2012 vastgelegde voorschotten | 3.888.889 |
10.921.630 | |
In 2012 afgerekende voorschotten | – 1.789.904 |
Openstaand per 31 december 20121 | 9.131.726 |
De toename van het saldo van de openstaande voorschotten wordt onder andere verklaard doordat enkele specifieke uitkeringen, die in 2011 zijn verstrekt, niet zijn vastgesteld. De bedragen van deze specifieke uitkeringen zijn in onderstaande artikelen gekenmerkt met een *. In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt de oorzaak (SISA) hiervan aangegeven.
Artikel 1 Integraal waterbeleid
Toelichting
In het kader van integraal waterbeleid zijn aan diverse organisaties voorschotten verstrekt voor circa € 34 miljoen om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie en het instrumentarium van het waterbeleid te verbeteren. Zo zijn vanaf 2010 voorschotten verstrekt aan het agentschap EVD voor het programma Partners voor Water ruim € 28 miljoen en is in 2011 aan het Waterschap Brabantse Delta een voorschot van ruim € 5 miljoen verstrekt. De afrekeningen worden in 2015/2016 verwacht.
Artikel 2 Ruimtelijke ontwikkeling
Voorschotten met een totaalbedrag van circa € 433 miljoen zijn verstrekt met betrekking tot projecten voor gebiedsontwikkeling. Het betreft onder andere projecten voor het programma’s Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) ruim € 173 miljoen*, Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) ruim € 126 miljoen* en Nota Ruimtebudget ruim € 125 miljoen*.
Afwikkeling vindt pas in latere jaren plaats.
In de jaren 2004/2008 heeft de vraag naar groen en recreatieruimte en het handhaven van de open ruimten tussen de steden geresulteerd in het inzetten van het instrument Bufferzones. Hiermee zijn gronden aangekocht waarbij de provincies verantwoordelijk zijn voor het opstellen van ontwikkelingsplannen voor regionale parken. Een bedrag van circa € 134 miljoen aan voorschotten staat open en zal na afronding en verantwoording worden afgewikkeld.
Voor het realiseren van een duurzaam gebruik van bodem, ondergrond en grondwater zijn op grond van de Wet Bodemsanering voorschotten verstrekt. Zo is voor de uitvoering van de bodemsanering aan provincies en gemeenten ruim € 135 miljoen*, aan de Stichting Bosatex, gespecialiseerd in saneringen op verontreinigingen in de textielverzorgingsbranche, ruim € 39 miljoen en aan de Nederlandse Spoorwegen ruim € 32 miljoen en verstrekt. Toekenning vindt plaats voor een periode van vijf jaar op grond van door bevoegde gezagen ingediende programma’s.
Voorschotten met een gezamelijk bedrag van ruim € 69 miljoen zijn verstrekt voor de onderzoeksprogramma’s Kennis voor Klimaat circa € 36 miljoen, Klimaatbufferprojecten ruim € 24 miljoen en Klimaat voor Ruimte (circa € 9 miljoen). In de jaren 2013/2015 worden deze vermoedelijk afgewikkeld.
Om andere overheden in staat te stellen op gebiedsniveau te komen tot de gewenste kwaliteit van de leefomgeving zijn in de jaren 2008–2010 bijdragen aan het ministerie van ELI verstrekt voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied van circa € 30 miljoen voor het uitvoeren van projecten.
Voor de aanleg van een rioolwaterzuiveringsinstallatie en rioolaansluitingen op Bonaire heeft het ministerie ruim € 12 miljoen aan de Uitvoeringsorganisatie Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (USONA) beschikbaar gesteld.
Voorschotten van ruim € 7 miljoen zijn verstrekt aan de Commissie voor de Milieueffectrapportage die het bevoegd gezag adviseert over de inhoud en kwaliteit van milieueffectrapporten aan de Stichting Kennisontwikkeling Kennisoverdracht Bodem (SKB) is voor het uitvoeringprogramma Bodemconvenant voorschotten verstrekt van circa € 7 miljoen.
De verwachting is dat bovengenoemde voorschotten in de jaren 2013/2015 worden afgewikkeld.
Aan diverse organisaties zijn voorschotten verstrekt met een gezamenlijk bedrag van circa € 16 miljoen voor de ontwikkeling en exploitatie van basisregistraties en ontsluiting van geo-data. Zo heeft het Kadaster voor de Basisregistratie Topografie (BRT) en voor het beheer en exploitatie van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) circa € 11 miljoen ontvangen.
In het kader van het innovatieprogramma Mooi Nederland zijn voorschotten verstrekt aan diverse organisaties van circa € 8 miljoen* waarvan de afwikkeling op korte termijn zullen plaatsvinden.
Artikel 3 Wegen en Verkeersveiligheid
Om de CO2 uitstoot te beperken en de bewustwording op het gebied van milieu en duurzaamheid te bevorderen zijn voor diverse programma’s, zoals Het Nieuwe Rijden en het programma Schoon en Zuinig voorschotten verstrekt voor circa € 13 miljoen aan onder andere het Agentschap NL en de Stichting Instituut voor Duurzame Mobiliteit.
In het kader van de reductie van verkeersslachtoffers is ter verbetering van de verkeersveiligheid een gezamenlijk bedrag van circa € 17 miljoen verstrekt aan onder andere het CBR, de SWOV, VVN en Team Alert.
Artikel 4 Openbaar vervoer en spoor
In het kader van de verbetering en bereikbaarheid van de personenvervoermarkt zijn met de inwerkingtreding van de vervoerconcessies, subsidiebeschikkingen verleend aan de Nederlandse Spoorwegen en Syntus B.V. om niet rendabele treindiensten te exploiteren. Er is voor een totaalbedrag van circa € 154 miljoen aan voorschotten verstrekt waarvan de afwikkeling in 2013 wordt verwacht.
Om een goede bereikbaarheid binnen de economische kerngebieden te realiseren, de bereikbaarheid van deur tot deur te verbeteren en te zorgen dat bedrijven en burgers in staat zijn zelf in hun mobiliteitsbehoefte te voorzien zijn aan diverse lagere overheden en vervoersaanbieders voor ruim € 6 miljoen aan voorschotten verstrekt. Dit voor onder andere het Taxiconvenant, Fietsbeleid en Mobiliteitsmanagement.
Artikel 5 Mainports en logistiek
Vanaf 2002 is een gezamenlijk bedrag van circa € 38 miljoen verstrekt aan de luchthaven Maastricht Aachen Airport voor het afkopen van de jaarlijkse bijdrage in de tekorten in de exploitatiebegroting en in drie tranches een investeringssubsidie welke in 2015 worden afgerekend.
Daarnaast zijn voorschotten verstrekt aan Groningen Airport Eelde (circa € 29 miljoen) en Enschede Airport Twente (€ 2 miljoen). Indien de voorschotten niet binnen vijf jaar worden aangewend voor de realisatie van een baanrenovatie en een afwateringssysteem, moet tot terugbetaling worden overgegaan. De afwikkeling vindt vermoedelijk in 2015 plaats. Daarnaast zijn vanaf 2004 voorschotten verstrekt aan de NLR met een gezamenlijk bedrag van circa € 9 miljoen omdat is bijgedragen aan de financiering van een sociaalplan. Afrekening vindt plaats nadat het sociaalplan is voltooid.
Om duurzame luchtvaart te bewerkstelligen en in stand te houden zijn voorschotten verstrekt van circa € 11 miljoen aan onder andere de Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schipholregio (€ 10 miljoen) door het ondertekenen van het convenant Omgevingskwaliteit. Doel van het convenant is om de leefkwaliteit van gebieden waar de hinder van luchtvaartactiviteiten aanwezig is in stand te houden dan wel te verbeteren.
Artikel 6 Klimaat, lucht en geluid
Aan provincies en gemeenten zijn in het kader van het Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL) in de jaren 2006/2012 voorschotten betaald van ruim € 270 miljoen* ter verbetering van de lokale luchtkwaliteit.
Voor de uitvoering van het Clean Development Mechanism (CDM) zijn aan de (inter-)nationale organisatie in de jaren 2001 tot en met 2012 voor ruim € 208 miljoen aan voorschotten verstrekt. De afwikkeling vindt na afronding van het programma (2013/2014) plaats.
In het kader van de sanering van geluidslawaai zijn aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai voorschotten van circa € 72 miljoen verstrekt om de geluidsbelasting veroorzaakt door verkeer (waaronder ook luchtvaart) en bedrijvigheid te verminderen.
Door de ontwikkeling naar kerndepartementen is de beleidsuitvoering uitbesteed aan externe uitvoeringsorganisaties waardoor voorschotten nog open staan op het Agentschap NL circa € 57 miljoen en op het RIVM ruim € 28 miljoen. Afwikkeling vermoedelijk in 2013.
Met betrekking tot het Klimaatbeleid zijn ter uitvoering van het programma Schoon en Zuinig bedragen verstrekt van circa € 13 miljoen. Voor het programma Milieutechnologie (PROMPT), waarvan de uitvoering van het programma loopt via AgNL zijn vanaf 2006 voorschotten verstrekt van in totaal circa € 6 miljoen. De verwachting is dat deze voorschotten in 2013/2014 worden afgewikkeld.
In de afgelopen jaren zijn voorschotten verstrekt van circa € 5 miljoen in het kader van de Subsidieregeling Maatschappelijke Organisaties en Milieu (SMOM). De projecten zijn volop in uitvoering en worden vermoedelijk in 2013 afgewikkeld.
Voor de uitvoering van het programma Klimaatneutrale Steden (KNS) zijn door tussenkomst van AgNL aan gemeenten voorschotten voor in totaal € 5 miljoen verstrekt.
Aan de Stichting Mainport en Groen zijn voorschotten verstrekt voor een gezamenlijk bedrag van circa € 5 miljoen vanwege de groenvoorziening van Schiphol. Afwikkeling vindt in 2013 plaats.
Artikel 7 Duurzaamheid
Ten laste van dit artikel staan verstrekte voorschotten open uit de jaren 2007 tot en met 2012 ten bedragen van circa € 519 miljoen.
Zo is aan de Stichting Afvalfonds voor de aanpak van verpakkings- en zwerfafval circa € 499 miljoen betaald waarvan de afwikkeling in 2013/2014 wordt verwacht.
Aan het ministerie van BZK zijn vergoedingen verstrekt voor diverse verzameluitkeringen met een gezamenlijk bedrag van ruim € 15 miljoen. Hiervan is circa € 14 miljoen verstrekt in het kader van de verzameluitkering zwerfafval.
Artikel 8 Externe veiligheid en risico’s
In het kader van externe veiligheid inrichtingen en transport zijn voorschotten verstrekt van circa € 199 miljoen. Voor de uitvoering van de saneringsregeling astbestwegen zijn aan de Dienst Landelijk Gebied en aan de provincie Overijssel voorschotten verstrekt van respectievelijk ruim € 84 miljoen en ruim € 29 miljoen. Voor de subsidieregeling Programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden zijn aan provincies bedragen toegekend van ruim € 54 miljoen*.
Als voortvloeisel van het gesloten Amoniak convenant is aan DSM Agro voor de beeindiging van de amoniaktransporten een schadevergoeding verstrekt van circa € 48 miljoen.
Aan de regionale brandweer Zuid-Holland zuid is ruim € 15 miljoen verstrekt voor de spoorzone Drechtsteden. Hiermee worden maatregelen op het gebied van veiligheid, zoals calamiteitenbestrijdings-, waarschuwings- en communicatiesystemen, gerealiseerd. De hier genoemde voorschotten worden naar verwacht in de jaren 2013/2015 afgewikkeld.
Ook zijn vergoedingen verstrekt aan de Sociale Verzekeringsbank van ruim € 11 miljoen in het kader van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachoffers met mesothelioom (TNS).
Op het beleidsterrein Verantwoorde toepassing van genetisch gemodificeerde organismen zijn voorschotten verstrekt van ruim € 10 miljoen aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor het Ecologisch Onderzoeksprogramma Biotechnologie.
Voor het onderzoeksprogramma Elektromagnetische velden wat wordt uitgevoerd door ZonMw zijn voorschotten verstrekt van circa € 10 miljoen waarvan de afwikkeling in latere jaren zal plaatsvinden.
Artikel 97 Algemeen departement
Op grond van de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer*, die als doel heeft om op decentraal niveau maatwerk oplossingen mogelijk te maken voor verkeer- en vervoervraagstukken, zijn tot en met 2012 voorschotten verstrekt.
In totaal is circa € 6 290 miljoen verstrekt aan onder andere de provincies (€ 2.469 miljoen), Stadsregio Amsterdam voorheen Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) (€ 1.333 miljoen), de Stadsregio Rotterdam (€ 867 miljoen), het Stadsgewest Haaglanden (€ 565 miljoen), het Bestuur Regio Utrecht (€ 402 miljoen), het samenwerkingsverband KAN (€ 288 miljoen), de regio Eindhoven (€ 196 miljoen) en de regio Twente (€ 162 miljoen). Aan het CROW zijn voorschotten verstrekt van ruim € 7 miljoen voor werkzaamheden op het gebied van kennisplatorm verkeer en vervoer.
Afwikkeling van deze voorschotten vindt vermoedelijk in de jaren 2013 plaats nadat de goedkeurende accountantsverklaringen zijn ontvangen.
Voorschotten van circa € 12 miljoen zijn verstrekt aan de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) die adviezen verstrekt aan rechtbanken en bestuursrechters in geschillen op het gebied van onder meer milieu, ruimtelijke ordening, water en natuur. Afwikkeling in 2013 na ontvangst accountantsverklaring.
Op het Kadaster staan voorschotten open van circa € 16 miljoen welke in 2009 en 2010 zijn betaald ten behoeve van het beheer en exploitatie van geo-data systemen. Naar verwachting worden deze in de jaren 2013 tot en met 2014 afgewikkeld.
Aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) zijn voor het onderzoeksprogramma Duurzame bereikbaarheid Randstad voorschotten verstrekt van ruim € 6 miljoen waarvan de afwikkeling in 2015 wordt verwacht.
Artikel 98 Apparaatuitgaven kerndepartement
Voor diverse wachtgelduitkeringen zijn aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) in 2008 tot en met 2012 voor circa € 55 miljoen aan voorschotten verstrekt. Deze worden, eerst nadat de goedkeurende accountantsverklaringen zijn ontvangen, vermoedelijk in 2013 of 2014 afgewikkeld.
7.3.2.7 Tegenrekeningen € 3.125.914.622,37
Grondslag
Voor de extra-comptabele rekeningen aan de passiva-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt.
Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.
7.3.3 Passiva
7.3.3.1 Begrotingsontvangsten € 97.717.649,96
Grondslag
De begrotingsontvangsten van het ministerie sluiten aan op de Rekening. Deze zijn artikelsgewijs verdeeld in kolom 2 (realisatie) van de Rekening van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII), welke Rekening als verantwoordingsstaat bij de financiële verantwoording behoort.
7.3.3.2 Rekening-courantverhouding RHB € 10.226.896.771,16
Grondslag
Deze rekening geeft de vordering-/schuldverhouding weer tussen de ministeries van Financiën en IenM. Het saldo is gelijk aan het Saldobiljet per 31 december 2012, welke door het ministerie van Financiën met aanmaakdatum 23 januari 2013 aan het ministerie kenbaar is gemaakt.
7.3.3.3 Intra-comptabele schulden € 38.632.507,51
De cijfers
Tabel 6 geeft een nadere detaillering in aantallen en openstaande bedragen per 31 december 2012 verdeelt naar ouderdom. Daarnaast is een meerjarig perspectief gegeven door de jaren 2010 en 2011 te vermelden.
Openstaand | 2012 | 2011 | 2010 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | bedrag | aantal | bedrag | aantal | bedrag | |
posten ⩽ 1 jaar | 90 | 38.633 | 175 | 48.026 | 332 | 33.939 |
posten > 1 jaar | 0 | 0 | 5 | 291 | 13 | 175 |
Totaal | 90 | 38.633 | 180 | 48.317 | 345 | 34.114 |
Toelichting
Indien niet expliciet vermeldt, zijn de intra-comptabele schulden als op korte termijn opeisbare schulden beschouwd.
Noemenswaardige bedragen zijn de ingehouden loonheffing op de salarissen en het werknemersdeel pensioenpremie over de maand december 2012. Deze bedragen, respectievelijk circa € 22 miljoen en ruim € 14 miljoen, zijn in januari 2013 aan de Belastingdienst en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds afgedragen.
7.3.3.4 Openstaande verplichtingen € 3.011.813.273,57
Grondslag
Het saldo openstaande verplichtingen per 31 december 2012 is opgebouwd uit de in het dienstjaar 2012 aangegane verplichtingen en de in voorgaande jaren aangegane en nu nog lopende verplichtingen, welke niet tot een kaseffect in het dienstjaar 2012 hebben geleid.
De cijfers
Tabel 7 geeft de samenstelling van de openstaande betalingsverplichtingen weer.
Stand per 1 januari 20121 | 3.580.472 |
Aangegaan in 2012 | 10.045.693 |
13.626.165 | |
Negatieve bijstellingen | – 110.699 |
13.515.466 | |
Tot betaling gekomen in 2012 | – 10.503.652 |
Openstaand per 31 december 2012 | 3.011.814 |
De «Negatieve bijstellingen» worden voornamelijk verklaard doordat de via het Agentschap NL lopende verplichtingen inzake de Regeling BIRK 2006 zijn gedecentraliseerd (ruim € 48 miljoen) en doordat de kadastrale bijdrage aan de Unie van Waterschappen (circa € 42 miljoen) in 2012 negatief zijn bijgesteld.
In de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt ingegaan op de zogenoemde «Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen» (NUBBBV), bijvoorbeeld in geval van door het Rijk gesloten bestuursovereenkomsten of – convenanten met decentrale overheden. Dergelijke bestuurlijke verplichtingen kunnen niet altijd als juridische verplichtingen worden aangemerkt en maken daardoor geen deel uit van de openstaande verplichtingen, zoals opgenomen in de saldibalans.
Dit is ook bij IenM het geval. Met name in het kader van infrastructurele werken op het terrein van regionale en lokale infrastructuur, maar ook op het terrein van het waterbeheer, het hoofdwegen- en spoorwegennet worden bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze afspraken staan in het MIRT Projectenboek, welke jaarlijks als bijlage bij de begroting Infrastructuurfonds wordt uitgebracht.
In het kader van de NUBBBV zijn de bestuurlijke afspraken geïnventariseerd voor zover al niet deel uitmakend van de juridische verplichtingen, zoals opgenomen in de financiële administratie. Deze bestuurlijke afspraken zijn zeer divers in aard en omvang. Soms zijn bestuurlijke afspraken enkel samenwerkingsafspraken, soms in meer of mindere mate concrete afspraken over te realiseren projecten of beleidsdoelstellingen, waarvoor het financieel belang nog niet is gekwantificeerd, ofwel sprake is van een raming, dan wel een maximum of van een zeker bedrag. Gezien de bestuurlijke toezeggingen in financiële termen in hardheid verschillen zijn deze niet optelbaar. Hierdoor is geen totaalbedrag aan bestuurlijke toezeggingen te geven. Indien sprake is van een zekere hardheid – en bovendien juridisch gebonden – worden deze toezeggingen als aangegane verplichting in de financiële administratie opgenomen.
7.3.3.5 Openstaande garantieverplichtingen € 114.101.348,80
Grondslag
In situaties waarbij geen bijdrage wordt verleend voor ondersteuning van op zichzelf wel wenselijk geachte activiteiten, verleent het ministerie garanties aan instellingen of particulieren. Met deze staatsgarantie achter zich, zijn deze in staat leningen af te sluiten en kunnen bepaalde zaken worden gefinancierd.
Toelichting
Ten opzichte van de saldibalans 2011 hebben twee wijzigingen plaatsgevonden. Van de in 2009 aan het Kadaster verstrekte garantiestelling van maximaal € 60 miljoen is in 2012 € 35 miljoen komen te vervallen.
Ten tweede is het garantiebedrag, zijnde 90% van de verstrekt leningen conform het Besluit Borgstelling Midden en Klein Bedrijfskredieten (MKB), gewijzigd.
De cijfers
Tabel 8 geeft de samenstelling van het uiteindelijke risico weer, op grond van de uitstaande garantieverplichtingen per 31 december 2012.
Jaar | Looptijd | Organisatie | Aard garantstelling | Bedrag |
---|---|---|---|---|
2005 | n.n.b. | LVNL | RC krediet | 10.000 |
2005 | n.n.b. | CBR | RC krediet | 5.000 |
2009 | n.n.b. | MKB | Lening | 554 |
2009 | n.n.b. | Kadaster | RC krediet | 25.000 |
2009 | n.n.b. | LVNL | RC krediet | 30.000 |
2010 | n.n.b. | Dienst Zuid-As | Lening | 2.547 |
2010 | 2028 | LVNL | Lening | 29.000 |
2011 | 2018 | RDW | RC krediet | 5.000 |
2011 | 2012 | CBR | RC krediet | 7.000 |
Openstaand per 31 december 2012 | 114 101 |
Tabel 9 geeft de mutaties in het verantwoordingsjaar weer.
Stand per 1 januari 2012 | 149.207 |
Nieuw verstrekt in 2012 | 0 |
149.207 | |
Afname van het risico in 2012 | – 35.106 |
Openstaand per 31 december 2012 | 114.101 |
7.3.3.6 Tegenrekeningen € 9.153.620.186,54
Grondslag
Voor extra-comptabele rekeningen aan de activa-zijde worden uit het oogpunt van het evenwichtsverband verscheidene tegenrekeningen gebruikt, zoals de tegenrekeningen extra-comptabele vorderingen, deelnemingen, leningen u/g en voorschotten. Deze tegenrekeningen hoeven geen nadere toelichting.
7.3.3.7 Sluitrekening Infrastructuurfonds € 147.318.971,37
Grondslag
Deze rekening dient als sluitrekening met de saldibalans, behorend tot de begroting van het Infrastructuurfonds, omdat voor dit fonds géén gescheiden administratie wordt gevoerd.