Algemene doelstelling
Randvoorwaarden scheppen voor een excellent ondernemingsklimaat.
Om deze doelstelling te bereiken heeft het Ministerie van Economische Zaken financiële instrumenten ingezet, zoals borgstellingen en garanties. De financiële instrumenten verbeteren de toegang tot financiering voor het Nederlandse bedrijfsleven, wat nodig is om te kunnen investeren en groeien. Juist ondernemingen die investeren en groeien, hebben een positief effect op economische groei en werkgelegenheid. Onder deze doelstelling valt ook het stimuleren van de juiste voorwaarden voor het goede benutting van ICT. Innovatie met ICT wordt gerealiseerd door de acties uit de Digitale Implementatie Agenda.nl (TK, 26 643 nr. 217). Innovatie in ICT krijgt een stimulans door het uitvoeren van de Roadmap ICT (TK, 32 637 nr. 22). De resultaten op het terrein van Regeldrukvermindering zijn genoemd in de Voortgangsrapportage Regeldruk die in mei 2012 naar de Tweede Kamer is gestuurd (TK, 29 515 nr. 338). Hieruit blijkt onder meer de verwachting dat de administratieve lasten eind 2012 met ruim 11% zijn verminderd ten opzicht van 2010.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Economische Zaken is vanuit een faciliterende rol verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemingsklimaat door:
-
• Het ondersteunen van de toegang tot (risico)kapitaal voor bedrijven;
-
• De coördinatie en facilitering van het kabinetsprogramma «vermindering regeldruk voor bedrijven»;
-
• Het stimuleren van een ambitieuze en duurzame ondernemerschapscultuur;
-
• Het stimuleren van een veilige bedrijfsomgeving;
-
• Het waarborgen van een internationaal level playing field;
-
• Het stimuleren van de juiste voorwaarden voor de benutting van ICT voor en door bedrijven.
Uitgangspunt is ondernemers en de markt zelf zo veel mogelijk hun werk te laten doen door te zorgen dat de randvoorwaarden op orde zijn. Daarom worden in dialoog met bedrijven knelpunten en kansen in kaart gebracht en worden deze samen met andere overheden en maatschappelijke organisaties waar mogelijk ter hand genomen. De Minister van Economische Zaken is daarbij de gesprekspartner van het bedrijfsleven en het aanspreekpunt voor sectoren, branches en individuele bedrijven. Oplossen van knelpunten door de overheid is economisch gelegitimeerd indien er bijvoorbeeld sprake is van externe effecten, informatie asymmetrie of verstorend gedrag van (internationale) overheden. Hiervoor zet de minister onder andere financiële instrumenten in zoals garanties en subsidies aan bedrijven en instellingen.
Ondernemingsklimaat van Nederland; kengetallen
Global Competitiveness Index | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Ambitie |
---|---|---|---|---|---|
Positie van Nederland | 9e | 8e | 7e | 5e | Top 5 |
Bron: World Economic Forum | |||||
Ondernemersquote | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
Nederland | 12,1% | 12,1% | 12,4% | 12,4% | |
EU15-gemiddelde | 11,8% | ||||
Bron: EIM | |||||
Investeringsquote van bedrijven | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
Nederland | 14,1% | 13,5% | 13,9% | 13,5% | |
Bron: CPB | |||||
Positie in de ranglijst voor digitale economieën | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
Nederland | 3 | 5 | n.n.b. | n.n.b | Top 5 |
Bron: Economist Intelligence Unit | |||||
Bron: Global Information Technology Report (World Economic Forum)1 | 11 | 6 | Top 5 | ||
Aandeel snelle groeiers | 2004/2007 | 2005/2008 | 2006/2009(2 ) | 2007/2010(3) | |
Nederland | 11,0% | 13% | 8% | 7% | |
Bron: EIM |
Wat betreft het kengetal digitale economieën in de Rijksbegroting: hier maakte we tot en met 2010 gebruik van de jaarlijkse ranking van de Economist/ E readiness monitor. Sinds 2010 is er echter geen update meer verschenen. Vanwege de behoefte aan een jaarlijks cijfer is gekozen voor het Global Information Technology Report van het World Economic Forum die wel jaarlijks rapporteert.
Beleidsconclusies
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
Na de recordbenutting van € 909 mln in 2011 is de benutting van de BMKB in 2012 teruggelopen tot € 486 mln. In termen van aantal verstrekte borgstellingskredieten is de daling echter minder groot: er zijn in 2012 2.640 nieuwe borgstellingskredieten verstrekt, tegen 4.325 vorig jaar.
De lagere benutting van de Borgstellingsregeling Midden en Kleinbedrijf (BMKB) is te wijten aan een lagere activiteit in de MKB financieringsmarkt, waarbij de effecten voor het kleinbedrijf het grootst zijn, zoals ook blijkt uit de meest recente EIM financieringsmonitor14. De BMKB kent juist veel gebruikers uit het kleinbedrijf. Daarnaast zijn per begin 2012 enkele versoberingen doorgevoerd in de regeling, met name door het terugdraaien van verruimingen in het kader van de kredietcrisismaatregelen. Dit heeft naar verwachting een dempend effect gehad op het gebruik van de regeling. Met steun van het Europees Investerings Fonds (EIF) kon in 2012 het budget worden verhoogd naar € 1 mld indien de vraag naar het instrument groter zou zijn dan de verplichtingenruimte. Hiervan is vanwege de lagere benutting geen gebruik gemaakt.
Mede naar aanleiding van een amendement van het toenmalig Kamerlid Koppejan15, is de BMKB in oktober 2012 opengesteld voor andere financiers dan banken. In eerste instantie is € 25 mln uit het budget van de BMKB gereserveerd voor deze financiers, middels een apart subsidieplafond. Deze maatregel geldt in beginsel tot ultimo 2013. De verwachting is dat rond het 1e kwartaal 2013 de eerste niet-bancaire financiers, mits zij voldoen aan de toetredingseisen, tot de regeling zullen toetreden.
Groeifinancieringsfaciliteit
Met de Groeifinancieringsfaciliteit worden bedrijven geholpen bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te verstrekken op achtergestelde leningen van banken en op aandelen van participatiemaatschappijen. De Groeifinancieringsfaciliteit is in 2007, kort voor het begin van de kredietcrisis, operationeel geworden en kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. Uit de vorig jaar uitgevoerde evaluatie blijkt dat de toegevoegde waarde van de regeling met name ligt bij de sterk groeiende kleinere ondernemingen. Gedurende de looptijd van de regeling is groei van een onderneming de meest voorkomende reden geweest voor het inzetten van de Groeifinancieringsfaciliteit. Vanaf 2009 zijn ook herstructureringen een belangrijke plaats in gaan nemen. Aannemelijk is dat dit samenhangt met de crisis. De belangrijkste bevinding uit de evaluatie is dat de Groeifinancieringsfaciliteit een duidelijke functie vervult voor het MKB. Het MKB dat van de regeling gebruik heeft gemaakt zou in veel gevallen niet zonder de regeling gefinancierd zijn.
De Groeifinancieringsfaciliteit is van toenemend belang voor bedrijven die op zoek zijn naar risicokapitaal, alsook voor participatiemaatschappijen die op zoek zijn naar middelen voor nieuwe fondsen. In 2012 zijn er dan ook vijf nieuwe partijen toegetreden. De benutting is licht gestegen ten opzichte van 2011.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De benutting van de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is in 2012 gedaald (€ 179 mln gefiatteerd) ten opzichte van de benutting in 2011 (€ 240 mln gefiatteerd). Gezien de bijdrage die deze regeling levert aan het verbeteren van bedrijfsfinanciering van ondernemingen, heeft het nieuwe kabinet besloten de GO permanent te maken en hiervoor jaarlijks € 400 mln verplichtingenbudget beschikbaar te stellen.
Borgstelling Scheepsnieuwbouw
De borgstelling Scheepsnieuwbouw is in 2012 niet opengesteld. Dit zal rond het 1e kwartaal 2013 plaatsvinden, zodat het level playing field voor de Nederlandse scheepsbouw wordt bevorderd.
Valorisatie
In 2012 is voor het Valorisatieprogramma € 15 mln gepubliceerd, per project wordt maximaal € 5 mln subsidie verleend. Het betreft een tijdelijke regeling (2010 tot en met 2012) die het mogelijk maakt om een valorisatie-infrastructuur op te zetten waarvan de exploitatie kostendekkend is. 2012 is formeel het laatste jaar van aanvragen. In 2012 zijn drie valorisatieplannen gehonoreerd van consortia uit Amsterdam, Maastricht en Noordoost-Brabant met in totaal € 15 mln. Het totaalbudget is uitgeput en daarmee is de subsidieregeling voor wat betreft de aanvraagperiode formeel gesloten.
Veiligheid
Voor de regeling Veiligheid Kleine Bedrijven uit 2011 zijn in 2012 de subsidies voor veiligheidsmaatregelen toegekend die voortkwamen uit de beveiligingsscans in 2011. In 2012 heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie € 9 mln beschikbaar gesteld voor de objectieve veiligheidsscans en daarmee samenhangende beveiligingsmaatregelen. Economische Zaken heeft voor de uitvoering van de regeling gezorgd. De evaluatie van de regeling is op 10 mei 2012 aan de Tweede Kamer aangeboden door de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens Economische Zaken.
Het handboek Winkelstraatmanagement, waarin kennis en ervaringen van gemeenten en ondernemers zijn gebundeld, is op 6 juni jongstleden aan de Tweede Kamer aangeboden en verspreid onder intermediairs zoals brancheorganisaties en Kamers van Koophandel.
De evaluatie van de experimentenwet Bedrijveninvesteringszones is op 28 december jongstleden aan de Tweede kamer aangeboden. In totaal zijn met deze wet tussen 2009 en 2012 zo’n 112 bedrijveninvesteringszones (BIZ) opgericht. Een BIZ maakt het mogelijk dat ondernemers gezamenlijk kunnen investeren in een veilige en aantrekkelijke bedrijfsomgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen.
EZ is trekker van het Convenant Aanpak Criminaliteit Transportsector. Het aantal ladingdiefstallen in Nederland is het eerste halfjaar van 2012 met 59% gedaald. Het zogenaamde «zeilsnijden» is zelfs met 75% afgenomen. Het totale beeld van de diefstallen in het wegtransport – inclusief de voertuigen en containers – laat een daling zien van bijna 40%. De publiek-private samenwerking tussen 11 partijen is een succes.
Biobased Economy (BBE)
In het kader van de Biobased Economy is in april 2012 de cross sectorale agenda gepubliceerd (Innovatiecontract BBE) in het kader van het Topsectorenbeleid. Het cross sectorale Topconsortium voor Kennis en Innovatie BBE is opgericht en heeft een Raad van Toezicht met vertegenwoordiging vanuit alle relevante topsectoren. De Biobased Economy kent belemmerende wet- en regelgeving en vaak ook botsende belangen. In 2012 is het Programma Botsende Belangen opgestart. Na een eerste analyse van knelpunten konden 45 belemmeringen die BBE ondernemers beperken, worden opgepakt en zijn er reeds 21 opgelost. Tevens zijn voor drie van de vijf fundamentele vraagstukken verkenningen uitgevoerd: importheffingen ethanol, plantveredeling en certificering.
De Biobased Economy is ook door het nieuwe Kabinet benoemd in het Regeerakkoord en maakt deel uit van het Groene Groei traject dat door het kabinet wordt opgepakt.
Small Business Innovation Research (SBIR)
Nederland heeft door de crisis minder financiële ruimte om SBIR’s te doen. Ondanks dat worden nog steeds jaarlijks 3–5 nieuwe SBIR’s gestart. Daarmee loopt het totale aantal SBIR’s dat is gestart sinds 2004 inmiddels in 2013 op naar 35 met een totale omvang van € 71 mln.
Een beperkte enquête onder SBIR bedrijven die inmiddels hun project hebben afgerond heeft recent laten zien dat 95% van die bedrijven omzetgroei heeft met de resultaten van hun uitgevoerde SBIR. 35% heeft aangegeven dat dit een grote omzetgroei is en 45% dat het een redelijke omzetgroei is. Ook verwacht 35% dat door de SBIR resultaten meer personeel zal worden aangetrokken en heeft inmiddels 60% inmiddels daadwerkelijk personeel aangetrokken.
ICT
Door slimmer te werken met ICT krijgen bedrijven kansen om efficiënter te werken én te groeien. Het Ondernemingsdossier wordt opgeschaald naar meerdere branches, zoals de Horeca, Recreatie en de Rubber en Kunststofindustrie. De dienstverlening van de overheid wordt verbeterd doordat ondernemers vanaf november 2012 via een eerste versie van het Digitale Ondernemersplein op één plek terecht kunnen voor hun overheidszaken. In 2012 is het traject om te komen tot een Wet op het Elektronisch Zaken doen verder doorgezet. Hierdoor wordt de overheidsdienstverlening ook via de elektronische weg toegankelijk voor ondernemers. Eind 2012 is bovendien het programma «Slim geregeld goed verbonden» afgesloten. In totaal zijn er 17 casussen succesvol afgerond in de looptijd van het programma (2009–2012). Bij landelijke opschaling van deze casussen is de regeldruk in de betrokken informatie uitwisselingsprocessen tussen ondernemers en overheid afgenomen met minimaal 15%, structureel circa € 40 mln, en een verbeterde dienstverlening door de betrokken overheden.
Met de ICT roadmap is in januari 2012 een aantal acties in pps (publiek private samenwerking) aangekondigd die de komende jaren vanuit de topsectoren worden opgepakt. Er zijn zes gezamenlijke thema’s gedefinieerd waar het ICT onderzoek zich op gaat richten. Dit betreft onder meer «ICT om op te vertrouwen», dat zich richt op veilige en vitale ICT, privacy en e-Identiteit, «ICT-systemen voor monitoring en control» gericht op zogenaamde embedded systems en sensor netwerken, «ICT voor een verbonden wereld» door standaardisatie en interoperabiliteit, open data en diensten en «Data, Data, Data», waarin de exploratie van gegevens in de cloud centraal staat. Door openbare overheidsgegevens als open data te ontsluiten voor hergebruik creëert de overheid marktkansen. In 2012 zijn inventarisaties gedaan welke datasets geschikt zijn om te ontsluiten als open data. De komende jaren (2013 – 2017) levert hergebruik van open overheidsdata € 200 mln per jaar op voor ondernemers.
In 2012 is het rapport «Fundament op orde»16 uitgebracht, dat in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken is opgesteld. In dit rapport worden de kansen en bedreigingen van cloud computing op een rij gezet. De risico’s die aan cloud computing gerelateerd zijn, zijn per definitie grensoverschrijdend en vergen idealiter een Europese dan wel internationale aanpak. In de «EU cloud strategie17», die op 27 september 2012 is gepubliceerd, wordt verder ingezet op bijvoorbeeld de economische kansen van cloud computing en activiteiten om door dataprotectie en standaardisering in internationaal verband privacy-aspecten beter te borgen.
Vermindering van Regeldruk
Met minder regels en meer gemak met regels heeft het kabinet de ruimte voor ondernemers in 2012 vergroot. Eind 2012 liggen de administratieve lasten voor bedrijven conform de Voortgangsrapportage Regeldruk (Kamerstuk 29 515 nr. 338) naar verwachting ruim 11% lager in vergelijking met 2010 (doelstelling is 10%). Dit komt neer op een besparing van naar verwachting bijna € 850 mln. Daarnaast zijn in 2012 de inhoudelijke nalevingkosten met ruim € 100 mln verminderd. Om de toezichtlasten voor bedrijven te verminderen is begin 2012 de inspectievakantie ingevoerd bij de samenwerkende Rijksinspecties. Dit betekent dat er door onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling tussen Rijksinspecties en tussen inspecties en bedrijven maximaal twee inspectiebezoeken per jaar plaatsvinden bij bedrijven die de regels goed naleven en waar risico’s aanvaardbaar zijn.
Budgettaire gevolgen van beleid
Bedragen x € 1 mln | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | Vastgestelde begroting 2012 | Verschil 2012 |
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.026,1 | 1.683,4 | 1.370,4 | 977,4 | 1.976,0 | – 998,6 |
Waarvan garantieverplichtingen | 862,4 | 1.459,5 | 1.192,9 | 679,3 | 1.876,3 | – 1.197,0 |
Uitgaven | 265,3 | 260,9 | 271,5 | 312,2 | 243,6 | 68,6 |
Subsidies(-regelingen) | ||||||
– BMKB (garantie) | 55,6 | 65,5 | 73,6 | 126,3 | 33,5 | 92,8 |
– Groeifinancieringsfacilitieit (garantie) | 1,8 | 0,5 | 2,4 | 2,3 | 20,0 | – 17,7 |
– Garantie Ondernemingsfinanciering (garantie) | 46,4 | 8,2 | 11,9 | 16,4 | 51,0 | – 34,6 |
– Borgstelling Scheepsnieuwbouw (garantie) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 10,0 | – 10,0 |
– Valorisatie | 0,0 | 0,0 | 11,0 | 11,8 | 18,6 | – 6,8 |
– Bevorderen ondernemerschap | 6,6 | 10,8 | 6,6 | 7,7 | 3,9 | 3,8 |
– Onderwijs en ondernemerschap | 12,8 | 21,2 | 16,8 | 13,5 | 15,3 | – 1,9 |
– Microfinanciering | 9,8 | 5,1 | 0,9 | 0,8 | 2,2 | – 1,5 |
– Programma Biobased Economy | 0,1 | 2,8 | 5,6 | 12,5 | 9,8 | 2,7 |
– Actieplan veilig ondernemen | 2,9 | 17,4 | 8,2 | 8,5 | 3,0 | 5,5 |
– Innovatieregeling scheepsbouw | 5,1 | 5,8 | 10,1 | 5,5 | 5,6 | – 0,1 |
– BSRI | 18,1 | 14,0 | 9,4 | 9,7 | 13,7 | – 4,1 |
– Overig | 1,0 | 0,2 | 0,0 | 1,4 | 0,5 | 0,9 |
Opdrachten | ||||||
– Onderzoek & ontwikkeling | 7,6 | 5,7 | 8,9 | 3,9 | 1,6 | 2,4 |
– ICT & MKB | 3,3 | 1,5 | 0,4 | 0,1 | 0,5 | – 0,4 |
– PRIMA | 24,7 | 71,4 | 21,0 | 11,5 | 16,6 | – 5,1 |
– ICT flankerend beleid | 21,3 | 23,7 | 14,1 | 17,4 | 7,7 | 9,7 |
– Beleidsvoorbereiding en evaluaties | 11,2 | 13,5 | 17,9 | 5,5 | 2,8 | 2,7 |
– Opdrachten Logius | 0,0 | 11,1 | 10,7 | 7,5 | 2,2 | 5,3 |
– Regiegroep Regeldruk/ACTAL | 0,8 | 0,6 | 4,9 | 1,2 | 2,5 | – 1,3 |
Bijdragen aan baten-lastendiensten | ||||||
Bijdrage aan Agentschap NL | 9,9 | 12,9 | 12,3 | 8,4 | 2,2 | 6,2 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | ||||||
– Bijdrage NBTC | 18,3 | 17,3 | 18,4 | 15,2 | 15,0 | 0,2 |
– Bijdrage UNWTO | 0,2 | 0,2 | 0,0 | 0,3 | 0,2 | 0,1 |
– Bijdragen aan instituten | 7,8 | 6,4 | 6,2 | 6,7 | 5,2 | 1,5 |
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | ||||||
– Kamers van Koophandel | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 18,5 | 0,0 | 18,5 |
Ontvangsten | 57,0 | 109,0 | 77,8 | 41,8 | 105,8 | – 64,0 |
– Borgstelling Scheepsnieuwbouw | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 10,0 | – 10,0 |
– BMKB | 20,1 | 26,5 | 32,7 | 23,7 | 25,2 | – 1,5 |
– Groeifinancieringsfacilitieit | 0,0 | 1,4 | 1,9 | 2,2 | 16,0 | – 13,8 |
– Garantie Ondernemingsfinanciering | 0,0 | 8,2 | 13,2 | 13,4 | 51,0 | – 37,6 |
– Joint Strike Fighter | 0,0 | 0,5 | 0,6 | 0,9 | 2,3 | – 1,4 |
– Diverse ontvangsten | 36,9 | 72,4 | 29,4 | 1,7 | 1,3 | 0,3 |
Toelichting financiële instrumenten
Toelichting op de verplichtingen
De lagere aangegane verplichtingen van circa € 1 mld worden voornamelijk veroorzaakt door lagere realisatie van garantieverplichtingen (– € 1.176 mln) dan geraamd.
-
• Voor de Groeifinancieringsfaciliteit zijn voor € 155 mln minder garantieverplichtingen aangegaan.
-
• Voor de Borgstellingsregeling Midden en Kleinbedrijf (BMKB) zijn € 220 mln minder garantieverplichtingen aangegaan dan geraamd en is voor € 30 mln een storting gedaan in de begrotingsreserve voor eventuele toekomstige tegenvallende schadebetalingen
-
• Voor de Garantie Ondernemersfinanciering (GO) was in de ontwerpbegroting geen verplichtingenbudget geraamd. Ten laste van de niet benutte verplichtingenruimte in 2011, die bij de 1e suppletoire begroting aan het verplichtingenbudget voor 2012 van de GO werd toegevoegd, is voor circa € 170 mln aan garantieverplichtingen aangegaan.
-
• De aangepaste Garantiefaciliteit Scheepsbouw was in 2012 nog niet opengesteld waardoor voor € 1 mld geen garantieverplichtingen zijn aangegaan. Naar verwachting zal de publicatie van de regeling in 2013 plaatsvinden.
-
• Naast lagere garantieverplichtingen is ten behoeve van de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen de bijdrage voor 2013 toegezegd met een omvang van € 148 mln en voor het nieuwe Handelsregister is € 6,2 mln beschikbaar gesteld.
-
• Voor het instrument Bevorderen Ondernemerschap zijn voor € 8,5 mln meer verplichtingen aangegaan dan geraamd. Oorzaak hiervan is onder andere de overboeking van € 5,5 mln door het Ministerie van OCW ten behoeve van het Centrum Innovatief Vakmanschap.
Toelichting op de uitgaven
Toelichting op de subsidies
-
• Als gevolg van het economisch klimaat zijn er in 2012 meer schadedeclaraties ingediend voor de Borgstelling Midden- en Klein Bedrijf dan aanvankelijk verwacht. Hierdoor is er in 2012 circa € 62,8 mln meer uitgegeven aan schadedeclaraties dan oorspronkelijk geraamd. De verwachting is dat ook de komende jaren tekorten zullen optreden. Daarom is in 2012 daarnaast € 30,0 mln gestort in de ingestelde begrotingsreserve als buffer voor toekomstige tegenvallende schadebetalingen.
-
• Het beroep op de Garantie Ondernemingsfinanciering bleef achter bij de raming. Hierdoor is € 34,6 mln minder uitgegeven dan geraamd. In relatie tot deze lagere uitgavenrealisatie staan ook lagere ontvangsten op deze garantie van in totaal € 37,6 mln.
-
• Als gevolg van een lagere benutting van de Groeifinancieringsfaciliteit, die zich richt op het buffervermogen van bedrijven, is € 17,7 mln minder uitgegeven. Tegenover deze lagere uitgavenrealisatie staat ook een lagere ontvangst van € 13,8 mln.
-
• De hogere uitgaven voor het Actieplan Veilig Ondernemen worden met name verklaard door de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van € 4,3 mln.
-
• Voor Valorisatie is € 6,8 mln minder uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd. De oorzaak hiervan is gelegen in een lagere kasuitfinanciering op reeds aangegane projecten dan oorspronkelijk geraamd. Daarnaast is het subsidieplafond van de regeling per 1 oktober 2012 verlaagd met € 10,0 mln, wat eveneens doorwerkt in een lager benodigd kasbudget.
-
• De hogere uitgaven voor het instrument Bevorderen Ondernemerschap van € 3,7 mln worden veroorzaakt door een hogere kasuitfinanciering op reeds aangegane projecten, daarnaast is van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in 2012 een kasbudget van € 1,1 mln ontvangen voor het Centrum Innovatief Vakmanschap.
-
• Voor de Garantiefaciliteit Scheepsbouw is € 10,0 mln minder uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd. Tegenover deze lagere uitgaven staan ook lagere ontvangsten van € 10,0 mln. Deze regeling was in 2012 nog niet opengesteld. Het gesprek met de Europese Commissie en de banken over deze regeling is inmiddels afgerond, publicatie van de regeling zal naar verwachting in 2013 plaatsvinden.
-
• Voor het Besluit Subsidies Regionale Inversteringsprojecten (BSRI) is € 4,1 mln minder uitgegeven dan geraamd, als gevolg van een vertraging in de kasuitfinanciering van reeds aangegane projecten.
Toelichting op de opdrachten
-
• Voor ICT-beleid is € 9,7 mln meer uitgegeven dan geraamd. Deze hogere uitgaven worden verklaard door het uitfinancieren van verplichtingen uit voorgaande jaren.
-
• De lagere uitgaven voor PRIMA van € 5,1 mln worden veroorzaakt door een lagere uitfinanciering van verplichtingen uit voorgaande jaren.
-
• De hogere uitgaven aan Logius € 5,3 mln worden veroorzaakt door de extra werkzaamheden buiten het (structurele) programma (Bureau) Forum Standaardisatie € 2,2 mln, zoals SBR (Standard Business Reporting), e-factureren, e-Herkenning.
Toelichting op de bijdragen aan baten-lastendiensten
Er is voor € 6,2 mln meer uitgegeven aan de bijdrage aan baten-lastendiensten in verband met de uitvoeringskosten van met name de Groeifinancieringsfaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Veiligheid Kleine Bedrijven, Valorisatie, Bevorderen Ondernemerschap en Biobased Economy.
Toelichting op de bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
De uitgaven ten behoeve van de Kamers van Koophandel waren in de Ontwerpbegroting nog niet opgenomen. In 2012 is € 18,5 mln aan uitgaven gerealiseerd. Dit betreft een bijdrage aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen van € 15 mln om aan de eerste financieringsbehoefte te voldoen. Voor de financiering van het nieuwe Handelsregister is € 3,5 mln uitgegeven.
Toelichting op de ontvangsten
De lagere ontvangstenrealisatie van € 64 mln wordt met name verklaard door:
-
• De geraamde ontvangsten voor de Borgstelling Scheepsnieuwbouw zijn niet gerealiseerd omdat de garantieregeling nog niet is opengesteld. Naar verwachting zal de regeling in 2013 worden gepubliceerd.
-
• De ontvangsten voor de Groeifinancieringsfaciliteit zijn € 13,8 mln lager dan geraamd. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat in 2012 en voorgaande jaren de omvang van de afgegeven garanties achterbleef bij de oorspronkelijke raming, wat lagere provisieontvangsten tot gevolg heeft.
-
• De ontvangsten voor de Garantie Ondernemersfinanciering zijn € 37,7 mln lager dan geraamd. Dit is het gevolg van een lagere omvang van afgegeven garanties in 2012 en voorgaande jaren dan geraamd, wat doorwerkt in lagere provisie-ontvangsten.
Indicator | Referentie waarde | Peildatum | Raming 2012 | Realisatie 2012 | Bron |
---|---|---|---|---|---|
Aantal verstrekte microkredieten | 610 | 2009 | 1.500 | 1.133 | Qredits |
Qredits heeft in 2012 1.133 kredieten verstrekt. Dit is 13,3% minder dan Qredits had verwacht (1.500). Het aantal aanvragen is in 2012 wel met 16% gestegen ten opzichte van 2011.
De belangrijkste reden dat er minder kredieten zijn verstrekt is dat er minder kredieten zijn goedgekeurd. In 2011 werd 26% van de aanvragen goedgekeurd, in 2012 was dat 24%.
Qredits verwacht dat zowel het aantal aanvragen als de kwaliteit van de aanvragen in 2013 zullen toenemen.
De eind 2012 geïntroduceerde coachingsproducten (zoals persoonlijke begeleiding voor de start en e-learning, schrijven ondernemersplan) zullen bijdragen aan een kwaliteitsverbetering van de aanvragen. De verwachting is dat daardoor een groter percentage van de aanvragen gehonoreerd kan worden. Daarnaast is er in het najaar van 2012 een campagne («Wanneer beginnen we») geweest. De eerste tekenen dat er meer mensen bereikt worden zijn zichtbaar, het aantal websitebezoekers neemt namelijk toe.
Qredits verwacht volgend jaar 1.500 kredieten te verstrekken. Dit is minder dan bij de start verwacht werd, maar wel een stijging ten opzichte van 2012.
Indicator | Referentiewaarde | Peildatum | Raming 2012 | Realisatie 2012 | Bron |
---|---|---|---|---|---|
Verschil in omzet-ontwikkeling deelnemers en referentiegroep | 22%-punt | 2011 | 25%-punt | n.n.b1 | CBS |
De realisatie van de indicator Verschil in omzetontwikkeling deelnemers en referentiegroep wordt niet jaarlijks gemeten. Het programma groeiversneller wordt dit jaar 2013 geëvalueerd. Realisatiegegevens zullen na afronding van de evaluatie beschikbaar komen.
Indicator | Referentiewaarde | Peildatum | Raming 2012 | Realisatie 2012 | Bron |
---|---|---|---|---|---|
Netto verlaging van administratieve lasten (cumulatief in procenten). | 0% (nulmeting) | 2011 | 10% | 11,3% | EZ |
De bron van de netto verlaging Administratieve Lasten is de voortgangsrapportage Programma Regeldruk Bedrijven, juni 2012. Het genoemde cijfer betreft derhalve de geraamde verwachting medio 2012. Eind 2012 zal de reductie naar verwachting ruim 11% bedragen.
Indicator | Referentiewaarde | Peildatum | Raming 2012 | Realisatie 2012 | Bron |
---|---|---|---|---|---|
Gerealiseerde invulling compensatieverplichtingen | € 547 mln | 2010 | Minimaal € 450 mln | € 380 mln (€ 481 mln) | EZ |
De indicator geeft het bedrag weer waarmee buitenlandse industriële partijen, door middel van bestedingen bij Nederlandse bedrijven, hun verplichtingen hebben vervuld jegens EZ ter compensatie van aanschaffingen van buitenlands materieel door het Ministerie van Defensie ( ) = 5 jaars voortschrijdend gemiddelde.
Met het compensatiebeleid wordt verzekerd dat de aanschaf door het Ministerie van Defensie van buitenlands defensiematerieel voor 100% wordt gecompenseerd met orders voor de Nederlandse industrie. Hierbij streeft EZ naar een zo hoog mogelijk percentage opdrachten voor het defensie gerelateerde bedrijfsleven. De implementatie van de EU-richtlijn 2009/81/EEG in de Aanbestedingswet op het terrein van Defensie en Veiligheid heeft tot een aanpassing van het compensatiebeleid geleid. Medio 2012 is dit herzien in Industrieel Participatie (IP) beleid. Hierbij is de eis tot 100% compensatie, vanwege de beperking tot industriële participatie in het defensie- en veiligheidsdomein, omgezet in een eis van tenminste 60% IP.
In 2012 is voor € 380 mln aan compensatieverplichtingen ingevuld, waarmee het 5-jaars voortschrijdende gemiddelde komt op € 481 mln. Vanwege het aflopen van enkele grote projecten en het dalende investeringsbudget van Defensie vertoont de gerealiseerde compensatie een daling over de afgelopen jaren. De prestatie-indicator (5-jaars gemiddelde) ligt voor 2012 echter nog boven de streefwaarde.
Interne begrotingsreserves
Interne Begrotingsreserve BMKB | |
Stand 1/1/2012 | 0 |
Storting in 2012 t.b.v. toekomstige verliesdeclaraties | € 30.000.000 |
Stand 31/12/2012 | € 30.000.000 |
Interne Begrotingsreserve Garantie Ondernemersfinanciering | |
Stand 1/1/2012 | € 63.357.866 |
Storting saldo inkomsten en uitgaven in 2012 GO Cure | € 165.011 |
Stand 31/12/2012 | € 63.522.877 |
Interne Begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouw | |
Stand 1/1/2012 | € 25.000.000 |
Stand 31/12/2012 | € 25.000.000 |