Base description which applies to whole site

48 Sociale werkvoorziening

Artikel

Het faciliteren van de arbeidsparticipatie van personen met lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen, die uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn

Algemene doelstelling

Motivering

Om arbeidsparticipatie voor personen uit de doelgroep mogelijk te maken, wordt aangepaste arbeid aangeboden. Dit betreft arbeid die past bij hun capaciteiten en mogelijkheden en die tevens een bijdrage levert aan het behouden en bevorderen van hun arbeidsbekwaamheid.

Doelbereiking en maatschappelijk effect

Uit de realisatiecijfers van 2012 blijkt dat de problemen voortbestaan die aanleiding waren voor het instellen van de Commissie Fundamentele herbezinning Wsw, zoals lange wachtlijsten en het niet naar vermogen participeren van de doelgroep. Mede naar aanleiding van het advies van deze commissie wil het kabinet met de Participatiewet zoveel mogelijk mensen laten participeren bij voorkeur via een reguliere baan. In de contourenbrief over de Participatiewet33 zijn de uitgangspunten van de hervorming nader uitgewerkt.

Externe factoren

De volgende factoren hebben het behalen van de doelstelling beïnvloed:

  • De mate waarin personen een beroep doen op de Wsw;

  • Beschikbaarheid van aangepaste arbeid die bijdraagt aan het behouden en bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van personen uit de doelgroep.

Realisatie meetbare gegevens

Voor de algemene doelstelling zijn geen afzonderlijke indicatoren geformuleerd. Verwezen wordt naar de indicatoren bij de operationele doelstelling, die grotendeels overeenkomt met de algemene doelstelling.

Het kengetal in tabel 48.1 geeft aan in welke mate de algemene doelstelling wordt gerealiseerd. De realisaties worden toegelicht bij tabel 48.4.

Tabel 48.1 Kengetal algemene doelstelling
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Aantal personen in Wsw-werknemersbestand tegenover de totale doelgroep (%)

83

83

87

Bron: Research voor Beleid, Wsw-monitor

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 48.2 Begrotingsuitgaven artikel 48 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Begroting 2012

Verschil 2012

Verplichtingen

2.510.809

2.577.387

2.376.073

2.366.878

2.415.828

2.404.122

11.706

Uitgaven

2.425.209

2.502.838

2.495.192

2.367.225

2.401.062

2.404.122

– 3.060

               

Programma uitgaven

2.425.209

2.502.838

2.495.192

2.367.225

2.401.062

2.404.122

– 3.060

               

Operationele Doelstelling 1

             

Wet sociale werkvoorziening (Wsw)

2.399.909

2.478.238

2.476.792

2.342.626

2.372.529

2.361.199

11.330

Wsw indicatiestelling uitvoeringskosten

25.300

24.600

18.400

24.599

28.533

32.923

– 4.390

Herstructureringsfaciliteit

0

0

0

0

0

10.000

– 10.000

               

Ontvangsten

488.720

509.690

528.372

506.733

64

0

64

Wet sociale werkvoorziening (Wsw)

Toelichting

In 2012 is aan de Wsw € 11 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Dit is het gevolg van de toegekende loon- en prijsbijstelling (€ 16,6 miljoen), onderuitputting op het budget voor de pilots Werken naar Vermogen (– € 2,3 miljoen) en onderuitputting op het budget voor bonus begeleid werken (– € 2,1 miljoen). De onderuitputting op het budget voor de pilots Werken naar Vermogen heeft als oorzaak dat er minder projecten van start zijn gegaan, en voor lagere bedragen dan oorspronkelijk was begroot. Dit kwam omdat deze projecten niet of niet geheel voldeden aan het toetsingskader dat voor de subsidieverlening is opgesteld en omdat een aantal projecten door de val van het vorige kabinet niet verder is doorontwikkeld. De onderuitputting op het budget voor de bonus begeleid werken wordt veroorzaakt door het feit dat het aantal gerealiseerde werkplekken minder is dan geraamd. Tot slot heeft er een budgettair neutrale herschikking plaatsgevonden binnen de SZW-begroting ten behoeve van voorlichtingscampagnes (– € 0,7 miljoen).

Wsw indicatiestelling uitvoeringskosten

De uitvoeringskosten indicatiestelling door het UWV laat ten opzichte van de begroting 2012 circa € 4,4 miljoen minder uitgaven zien. Hiervan houdt € 2 miljoen verband met het controversieel verklaren van het wetsvoorstel Werken naar Vermogen. Hierdoor hoeft het UWV geen herindicaties WSW uit te voeren. Verder heeft een herijking van het ramingsmodel van de uitvoeringskosten van het UWV gezorgd voor een budgettair neutrale herschikking binnen de totale uitvoeringskosten van het UWV (– € 2,4 miljoen).

Herstructureringsfaciliteit

Voor de herstructureringsfaciliteit geldt dat in verband met het controversieel verklaren van het wetsvoorstel Werken naar Vermogen de middelen ten behoeve van de herstructureringsfaciliteit niet zijn uitgegeven (– € 10 miljoen).

1 Het realiseren van aangepaste arbeid voor personen met een Wsw-indicatie, waar mogelijk in een zo regulier mogelijke werkomgeving

Operationele doelstelling

Motivering

Om arbeidsgehandicapten die willen deelnemen aan het arbeidsproces de mogelijkheid van arbeidsparticipatie te bieden, wordt voor Wsw-geïndiceerden aangepaste arbeid gerealiseerd waar mogelijk in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving.

Doelbereiking

In overeenstemming met artikel 46 van de Wsw is het verslag over de wijzigingen van de Wsw in 2008 in 2012 naar de Tweede Kamer gezonden34. De destijds beschikbare cijfers komen uit 2011. Belangrijkste conclusie van deze evaluatie was dat het belangrijkste doel, namelijk het bevorderen van werken in een zo regulier mogelijke omgeving, nog onvoldoende gerealiseerd is. Veel meer mensen met een functiebeperking kunnen en willen aan het werk in een reguliere omgeving. Ook de commissie Westerlaken concludeerde in 2012 «het kan en moet beter»35. In 2011 (en 2012) werkte ongeveer 6% van de totale groep begeleid bij een reguliere werkgever terwijl circa de helft van de mensen met een (nieuwe) Wsw-indicatie een advies begeleid werken krijgt. Dit betekent dat er een kloof zit tussen het aantal mensen dat begeleid kan werken en het aantal mensen dat daadwerkelijk begeleid werkt.

  • Subsidie aan gemeenten voor het realiseren van Wsw-plaatsen;

  • Overdracht taakstelling Wsw (mogelijkheid voor gemeenten om de te realiseren arbeidsplaatsen in een jaar onderling over te dragen, welk verzoek wordt voorgelegd aan de minister);

  • Stimuleringsuitkering, de bonus voor het aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken.

Instrumenten

  • Uitvoering pilots n.a.v. commissie-De Vries;

  • Het realiseren van meer werkplekken bij werkgevers;

  • Het stimuleren van de omslag van sw-bedrijven naar arbeidsontwikkelbedrijven;

  • Het vormgeven van een integrale dienstverlening op de werkpleinen;

  • Het toetsen van een nieuwe systematiek, waarbij de inzet van het instrument loondispensatie centraal staat.

Activiteiten

Pilot loondispensatie

De vierde voortgangsrapportage van de pilot loondispensatie is aan de Tweede Kamer toegezonden36. De pilot is nog niet afgerond waardoor de conclusies nog voorlopig zijn. Uit de pilot blijkt dat loondispensatie een aanvullend re-integratie-instrument is dat mogelijkheden biedt voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die andere instrumenten niet hebben. Het biedt hun kansen, doordat perspectief op regulier werk ontstaat. Er kan van het instrument een prikkel uitgaan tot langdurige, duurzame dienstverbanden waarin ruimte is voor groei en ontwikkeling van de werknemer. Met de ervaringen uit de pilot wordt rekening gehouden bij de invulling en maatvoering van het instrument loondispensatie in de Participatiewet.

Doelgroepen

Personen met lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen, die uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat zijn en hiervoor een Wsw-indicatie hebben gekregen.

Realisatie meetbare gegevens

Het bereiken van de operationele doelstelling in 2012 wordt aan de hand van twee indicatoren weergegeven. De eerste indicator toont de realisatie van Wsw-plaatsen in relatie tot het aantal waarvoor subsidie is toegekend (90.804 arbeidsjaren). Uit tabel 48.3 blijkt dat het aantal Wsw-plaatsen waarvoor subsidie is verstrekt, volledig is gerealiseerd. De tweede indicator geeft inzicht in het bereiken van de doelstelling van de Wsw, namelijk zoveel mogelijk werken in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving. De vorm begeleid werken is de meest reguliere vorm van werken voor de doelgroep. In 2012 is de realisatie van het aantal plaatsen in begeleid werken in 2012 gelijk gebleven ten opzichte van 2011.

Tabel 48.3 Indicatoren operationele doelstelling 1
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Streefwaarde 2012

Realisatie van arbeidsplaatsen in relatie tot het aantal waarvoor subsidie is toegekend (%)

101

100

100

100

Aantal gerealiseerde plaatsen in begeleid werken als percentage van het totaal aantal arbeidsplaatsen (jaargemiddelde in %)

5,6

6,1

6,1

10

Bron: Research voor Beleid, Wsw-monitor

Zoals in tabel 48.4 is te zien is de omvang van de wachtlijst in 2012 gedaald. Reden hiervoor is dat er veel minder 1e indicaties zijn afgegeven dan verwacht. Vermoedelijk komt dit doordat verwijzers en werkzoekenden anticiperen op de voorgenomen wijzigingen in de Wsw. Het aantal detacheringen bij een reguliere werkgever is met 3,5%-punt toegenomen. Daarmee wordt in vergelijking met vorig jaar beter voldaan aan de doelstelling om voor Wsw-geïndiceerden aangepaste arbeid te realiseren. Wel neemt de tijd die Wsw-geïndiceerden op de wachtlijst staan toe. De gemiddelde verblijfsduur op de wachtlijst was in 2012 ruim 22 maanden.

Tabel 48.4 Kengetallen operationele doelstelling 1
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Werknemersbestand (personen, ultimostand)

102.800

102.000

102.400

Wachtlijst (personen, ultimostand)

21.700

21.200

15.600

Gemiddelde verblijfsduur op de wachtlijst (maanden)

15,3

18,4

22,4

Aantal detacheringen als percentage van het totaal aantal

arbeidsplaatsen (%)

25

25,1

28,6

Bron: Research voor Beleid, Wsw-monitor

33

Tweede Kamer, 29 817, nr. 98.

34

Tweede Kamer, 29 817, nr. 86.

35

Commissie Westerlaken, Goed benut goed bestuurd, september 2011.

36

Tweede Kamer, 29 817, nr. 101.

Licence