Base description which applies to whole site

NIET-BELEIDSARTIKELEN

Niet-beleidsartikel 9. Geheim
Niet-beleidsartikel 9 Geheim (X EUR 1.000)
   

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Vastgestelde begroting 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

0

559

– 30

pm

– 30

             

Uitgaven

10

480

163

pm

163

E. Toelichting

n.v.t.

Niet-beleidsartikel 10. Nominaal en onvoorzien
Niet-beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien (x EUR 1.000)
   

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Vastgestelde begroting 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

96

18

3.758

33.597

– 29.839

             

Uitgaven:

96

18

3.758

33.597

– 29.839

             

Nominaal en onvoorzien

96

18

3.758

33.597

– 29.839

E. Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie houdt verband met de kasmutatie zoals hieronder beschreven.

Uitgaven

Het grootste deel van dit artikel bestaat uit een voorziening voor HGIS/loon-, prijs en koersontwikkelingen en onvoorzien. Via overboekingen naar HGIS-artikelen op diverse begrotingen werden middelen uit dit artikel voor deze doelen ingezet. Het deel van de middelen dat hiervoor niet is ingezet werd in de Tweede Suppletoire Begroting als onderuitputting gemeld. Aan het artikel werd EUR 3,6 miljoen toegevoegd in verband met de garantiestelling die de Staat der Nederlanden is aangegaan voor de Arctic Sunrise en haar opvarenden zoals opgenomen in de uitspraak van het International Tribunal of the Law of the Sea van 22 november 2013. Daarnaast werden verhogingen en verlagingen als gevolg van bijstellingen van de inflatieraming (pBBP) op dit artikel verwerkt.

Niet-beleidsartikel 11. Algemeen

Regeerakkoord Rutte-Verhagen

Als onderdeel van de taakstelling op het Rijk van het kabinet Rutte-Verhagen dient Buitenlandse Zaken structureel EUR 85 miljoen te bezuinigen op apparaatsuitgaven. Deze structurele bezuiniging is als gevolg van het Begrotingsakkoord 2013 opgehoogd tot EUR 90,5 miljoen. Conform planning is van deze besparing in 2013 EUR 30,5 in 2013 gerealiseerd, verdeeld over het postennet en het kerndepartement.

Postennet

Door het postennet slanker en sterker te maken nemen de uitgaven voor het postennet af, met als doel een flexibele en moderne inzet. Als vervolg op de sluiting van posten in 2012 zijn in 2013 ook de posten in Guatemala, Managua, La Paz, Ouagadougou en Lusaka gesloten. Als investering in de economische functie van het postennet is een handelskantoor in Yangong opgericht evenals een consulaat-generaal in Chongqing. Het aantal uitgezonden medewerkers is afgenomen, ten gevolge van de focus en flexibilisering op de posten. De bezuinigingen zijn tevens ingevuld door versobering van de arbeidsvoorwaarden en efficiencymaatregelen op de posten. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door de regionalisering van back office taken op consulair en financieel terrein in regionale service organisaties (RSO’s).

Kerndepartement

De bezuinigingen op het kerndepartement zijn ingevuld door krimp en herinrichting van de beleidskern, centralisatie van de bedrijfsvoering, versobering en efficiencymaatregelen. Versobering is onder anderen ingevuld op dienstreizen en representatie. Daarnaast zijn besparingen behaald door automatisering en digitalisering van het archief, en rijksbrede samenwerking in de vorm van shared service organisaties.

Regeerakkoord Rutte-Asscher

Bij het Regeerakkoord Rutte-Asscher is een taakstelling gelegd op Buitenlandse Zaken (structureel EUR 60 miljoen) en het HGIS postennet (structureel EUR 40 miljoen). Naar aanleiding van de motie Sjoerdsma 1 wordt de taakstelling op het HGIS postennet gehalveerd. Middels de Kamerbrief «Voor Nederland, Wereldwijd» 2 is invulling gegeven aan de bezuinigingen en investeringen. In 2014 zal de eerste besparing op het postennet ter realisatie van de taakstelling uit het Regeerakkoord Rutte-Asscher worden uitgevoerd. Daarnaast is bij Regeerakkoord besloten de directie Buitenlandse Economische Betrekkingen over te hevelen naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken, wat eind 2012 is uitgevoerd.

Niet-beleidsartikel 11 (x EUR 1.000)
   

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Vastgestelde begroting 2013

Verschil 2013

Verplichtingen

695.730

817.218

688.056

702.951

– 14.895

             

Uitgaven:

695.617

818.372

694.372

770.219

– 75.847

             

Apparaatsuitgaven

695.617

818.372

694.372

770.219

– 75.847

             

11.1.1

Personeel

   

454.208

457.505

– 3.297

 

Eigen personeel

   

445.153

450.084

– 4.931

 

Inhuur extern

   

9.055

7.421

1.634

             

11.1.2

Materieel

   

240.164

312.714

– 72.550

 

waarvan ICT

   

37.820

32.264

5.556

 

waarvan bijdragen aan SSO's

   

32.032

29.709

2.323

             

Ontvangsten

121.763

19.224

115.293

58.626

56.667

             

11.10

Diverse ontvangsten

33.017

19.224

44.290

58.626

– 14.336

             

11.20

Koersverschillen

88.746

0

71.003

0

71.003

Toelichting

Uitgaven

Om de apparaatsuitgaven toe te lichten wordt onderscheid gemaakt tussen personele- en materiele kosten, op het departement evenals de posten.

De daling in de personele uitgaven is een saldo van lagere personele kosten op de posten, tegenover hogere personele kosten op het departement. Zoals vermeld in de Tweede Suppletoire Begroting dalen de uitgaven per saldo als gevolg van een afname van het personeelsbestand op de posten, door afslanking en sluiting van posten. De kosten voor lokaal personeel zijn toegenomen als gevolg van ontslagvergoedingen evenals lokale loonontwikkeling. Netto zijn de personeelskosten op de posten lager dan voorzien. Daarnaast is er, zoals gemeld in de Eerste Suppletoire Wet, sprake geweest van een overheveling naar het Ministerie van Defensie voor de beveiliging van ambassades in hoog-risico landen, uitgevoerd door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB).

In verband met de verhuizing van het ministerie naar een nieuwe locatie in 2016 vallen de materiele uitgaven lager uit. Tot de verhuizing worden geen uitgaven gedaan aan grootschalig onderhoud. Investeringen op de posten zijn vooruitgeschoven vanwege de lopende invulling van de geplande bezuinigingen op het postennet. Tevens zijn de kosten voor planmatig onderhoud en investeringen in huisvesting het buitenland lager dan voorzien, evenals kosten voor huur en beveiliging. Een deel van de uitgaven zal worden doorgeschoven naar 2014 en worden aangemeld als eindejaarsmarge. Daarnaast is een bedrag van EUR 3,6 miljoen overgeheveld naar het artikel nominaal en onvoorzien. Zie hiervoor de toelichting onder dit artikel. Daartegenover staat een toename in de kosten voor ICT, als gevolg van de harmonisering van de Rijksbrede kostensoortdefinitie. De uitgaven voor ICT zijn groter dan geraamd doordat deze nu uitgaven omvat die voorheen niet onder de noemer ICT vielen. Dit betreft een technische verwerking. Zoals vermeld in de Eerste Suppletoire Wet zijn er tevens investeringen gedaan op het gebied van digitalisering van de archieven en het opzetten van een database voor internationale instellingen in Den Haag. Ook zijn er investeringen gedaan voor de uitrol van Het Nieuwe Werken.

Ontvangsten

Artikel 11.1

De daling van diverse ontvangsten betreft een saldo. Zoals vermeld in de Tweede Suppletoire Begroting zijn de diverse ontvangsten OS overgeheveld naar het artikel Meer welvaart, eerlijke verdeling en minder armoede (art. 4.21) van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Hier staat tegenover dat een deel van de ontvangsten uit huisvesting wordt opgenomen in de eindejaarsmarge. Daarnaast is er een stijging door een hogere realisatie op de post compensabele ontvangsten. Dat komt vooral door hogere opbrengsten uit verkochte roerende goederen door de posten evenals de gebruiksvergoeding van de andere departementen.

Artikel 11.2

De stijging in koersverschillen wordt verklaard doordat alle betalingen in buitenlandse valuta om administratieve redenen het gehele jaar worden verwerkt tegen een vaste wisselkoers. Voor de USD was deze vaste koers in 2013 USD 1,25 per EUR.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten Ministerie van Buitenlandse Zaken (bedragen x EUR 1 000)
 

realisatie

begroting

 

2012

2013

2013

Kerndepartement (uitgaven)

818.372

694.372

770.219

Baten-lastendienst CBI (kosten)

20.906

27.035

31.542

Kengetallen personeel
 

begroting

2013

realisatie

2013

Personeel

   

Loonkosten departement

   

Gemiddelde bezetting

1.580

1.678

Gemiddelde prijs

80.000

83.841

Toegelicht begrotingsbedrag

126.371

140.684

     

Loonkosten posten

   

Gemiddelde bezetting

1.073

926

Gemiddelde prijs

99.000

95.657

Toegelicht begrotingsbedrag

106.196

88.564

     

Totaal loonkosten ambtelijk personeel (A)

   

Gemiddelde bezetting

2.652

2.604

Gemiddelde prijs

87.684

88.042

Toegelicht begrotingsbedrag

232.567

229.249

     

Vergoedingen uitgezonden personeel (B)

   

Gemiddelde bezetting

1.073

926

Gemiddelde kosten

69.882

78.762

Toegelicht begrotingsbedrag

74.962

72.922

     

Loonkosten lokaal personeel (C)

   

Gemiddelde bezetting

2.280

2.179

Gemiddelde prijs

41.000

39.662

Toegelicht begrotingsbedrag

93.470

86.413

     

Overige personeelsuitgaven (D)

47.422

56.570

     

Totaal artikel 11.1.1. Eigen personeel (A-D)

448.421

445.153

NB: De kengetallen zoals opgenomen in de kolom «begroting 2013» zijn afkomstig uit de ontwerpbegroting 2013 waarbij in de gemiddelde bezetting geen rekening is gehouden met de overgang van de BEB eind 2012 vanuit Economische Zaken. In de realisatie is deze overgang wel meegenomen in de cijfers.

1

Motie «Modernisering Nederlandse diplomatie», 25 november 2013, Kamerstuk 32 734, nr. 20

2

Kamerbrief «Voor Nederland, wereldwijd», 28 juni 2013, Kamerstuk 32 734, nr. 15

Licence