In 2013 is ingezet op het wegnemen van regeldruk, de aanpak van fraude en de modernisering van het werkgeverschap.
Verbeteren van de dienstverlening van de overheid en het verminderen van de regeldruk
In 2013 realiseerde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een besparing van € 352 mln. in de administratieve lastendruk voor burgers. Dit is ondermeer bereikt door betere (digitale) dienstverlening, toezicht en bestuurlijke samenwerking.
De landelijke toepassing van een informele aanpak binnen besluitvormingsprocedures en bij behandeling van klachten en bezwaren is verder uitgebreid. Inmiddels zijn 450 pilotprojecten actief binnen het project «Prettig contact met de overheid». Om bestuursorganen te ondersteunen en te stimuleren bij het toepassen en implementeren van deze aanpak, is door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met de Minister van Veiligheid en Justitie, een nieuwe handleiding uitgebracht. Uit onderzoeksresultaten, gebundeld in de uitgave «Prettig contact met de overheid 5», blijkt dat burgers de informele aanpak als eerlijker en rechtvaardiger ervaren. Ook neemt het vertrouwen van burgers in de overheid toe.
Fraude
Ter voorkoming en bestrijding van fraude is het kabinet gestart met het versterkt inzetten van de kwaliteitsagenda Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) (Kamerstukken II, 2012–2013, 17 050, nr. 435). In 2013 leidde dit tot de volgende resultaten:
-
– de gegevens uit de GBA zijn gecombineerd met actief DigiD-gebruik en signalen van mogelijke fraude in de keten. Dat heeft in 6.000 gevallen geleid tot vermoedens van fraude en uiteindelijk tot het afsluiten van 167 DigiD’s;
-
– via de centrale verstrekkingsvoorziening wordt gecontroleerd op risicopatronen bij inschrijvingen en is gestuurd op meer samenwerking in de keten van afnemers van de GBA;
-
– gemeenten hebben inzage gekregen in adresgegevens van werknemers bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de zogenaamde Suwi-inkijk. Daar maakten 184 gemeenten 19.500 keer gebruik van;
-
– het kabinet investeerde € 1 mln. extra in opleidingen en examens van 1.200 gemeentelijke burgerzaken-ambtenaren gericht op het bestrijden van fraude (Kamerstukken II, 2013–2014, 29 911, nr. 450);
-
– op basis van ruim 5.000 adresbezoeken zijn risicoprofielen ontwikkeld en actief gedeeld met alle gemeenten. Deze profielen gebruiken gemeenten bij nieuwe adresonderzoeken.
(Door)ontwikkeling e-overheidsvoorzieningen
In 2013 is gewerkt aan de (door)ontwikkeling van e-overheidsvoorzieningen en het voldoen aan de steeds wijzigende eisen omtrent veiligheid en toenemend gebruik. Ten opzichte van 2012 is het gebruik van DigiD met ruim een derde gestegen. In 2013 is het voor Nederlanders die wonen in het buitenland mogelijk geworden om een DigiD aan te vragen en zo digitaal zaken te doen met de overheid.
Moderniseren van werkgeverschap publieke sector
In september 2013 is een akkoord bereikt tussen sociale partners in de publieke sector over een aanpassing van de ABP-pensioenregeling aan fiscale kaders die per 1 januari 2014 gelden. In ruil voor de versobering van de ABP-pensioenregeling is een lastenverlichting voor overheidswerknemers afgesproken wat leidt tot een gemiddelde koopkrachtstijging van 2% in 2014. Daarnaast is door geen uitkering te geven voor loonbijstelling een besparing van ongeveer € 750 mln. gerealiseerd op de rijksbegroting. Het kabinet heeft voor het eerst overheidswerkgevers gelegenheid gegeven om door modernisering van secundaire arbeidsvoorwaarden toch budgettaire ruimte te creëren voor primaire loonstijging.
Op 27 juli 2013 is de Wet aanpassing pensioenleeftijd Algemene Pensioenwet Politieke Ambtdragers (APPA) in werking getreden. De pensioengerechtigde leeftijd van politieke ambtsdragers loopt nu in lijn met de verhoging van de AOW-leeftijd. Pensioenen van politieke ambtdragers volgen voortaan de ontwikkelingen van de overheidspensioenen. Ook is het middelloonstelsel ingevoerd. Op verzoek van de Tweede Kamer wordt de duur van de voortgezette uitkering van politieke ambtsdragers teruggebracht van tien naar vijf jaar. In december 2013 is dit wetsvoorstel voor (internet)consultatie aangeboden.
Beperken Topinkomens Publieke Sector
Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topinkomens (semi-)publieke sector (WNT) in werking getreden. Het inkomen van topfunctionarissen, van de onder de WNT vallende instellingen, wordt gemaximeerd tot 130% van het ministersalaris. Vakministers kunnen voor instellingen van onder hen ressorterende sectoren een lagere normering vaststellen. Verder dient een overzicht van de inkomens van topfunctionarissen te worden opgenomen als bijlage bij de departementale jaarverslagen 2013. Dit geldt ook voor de inkomens van niet-topfunctionarissen die het bezoldigingsmaximum van de WNT overschrijden.
Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen om gegevens te verzamelen voor de eerste WNT-rapportage. De WNT voorziet in een jaarrapportage over de gehele (semi) publieke sector aan de Staten-Generaal over het voorafgaande jaar. In 2014 wordt de eerste WNT-rapportage (over 2013) gepresenteerd.
Integere en veilige publieke taakuitoefening
In 2013 is de metamonitor Veilige Publieke Taak uitgevoerd1. De resultaten zijn gebaseerd op beschikbare, sectorale en landelijke onderzoeken. Hieruit blijkt dat het percentage werknemers met een publieke taak dat slachtoffer is geweest van agressie en geweld tussen 2011 en 2012 gelijk is gebleven.
Het slachtofferschap tussen de sectoren loopt sterk uiteen. Bij de sector veiligheid lijkt er sprake van een toename van het percentage slachtoffers, terwijl er in het stads- en streekvervoer een afnemend slachtofferschap wordt gerapporteerd. In de overige sectoren is de omvang van het slachtofferschap ongeveer stabiel in vergelijking met eerdere jaren.
De implementatie en doorwerking van agressie- en geweldsbeleid laat een stijgende lijn zien.
Het afgelopen jaar hebben 435 mensen contact gezocht met het Adviespunt Klokkenluiders. In ongeveer 75% van de gevallen betrof het een verzoek om advies. Daarnaast richtte het Adviespunt zich op signalerings- en voorlichtingstaken op dit specifieke gebied. De Onderzoeksraad Integriteit Overheid heeft zich als extern meldpunt voor de publieke sector gepositioneerd en nieuwe sectoren hebben hierbij aansluiting gezocht. Naast de sectoren Rijk, Politie, Defensie en de Provincies hebben nu ook de sectoren gemeenten en waterschappen de Onderzoeksraad Integriteit Overheid aangewezen als extern meldpunt.