De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid ligt besloten in de rijksbrede Internationale Veiligheidsstrategie. Het bevorderen van de internationale rechtsorde, de bescherming van internationale handel en verdediging van onze grenzen en die van bondgenoten staat daarin centraal. De samenhangende inzet bestrijkt defensie, diplomatie, economie en ontwikkelingssamenwerking en het strekt zich uit naar andere departementen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Economische Zaken. Uitgangspunt is om door gezamenlijke inzet en samenwerking met andere landen, internationale en maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven onze veiligheidsbelangen te behartigen.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
-
• Het bevorderen van grotere veiligheid en stabiliteit. De Minister bevordert en bewaakt de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in multilateraal verband, waaronder de EU, VN, NAVO en OVSE, ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) en bijeenkomsten zoals de Nuclear Security Summit in 2014.
Regisseren
-
• Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2009, in nauwe afstemming met de Minister van Defensie.
-
• Toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de Ministers van Financiën en Veiligheid en Justitie.
-
• In het kader van een restrictief en transparant internationaal en Nederlands wapenexportbeleid draagt de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van wapenexportaanvragen. De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingszaken is eindverantwoordelijk voor het wapenexportbeleid.
Financieren
-
• Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen bondgenootschappelijke veiligheid.
-
• Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit.
-
• Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens.
-
• Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband.
-
• Bevordering van transitie in prioritaire gebieden.