Base description which applies to whole site

BIJLAGE 2. SOCIALE FONDSEN SZW

Deze bijlage presenteert de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen. De bijlage is bedoeld als achtergrondinformatie bij het jaarverslag. De daadwerkelijke verantwoording van uitgaven en inkomsten van de fondsen vindt plaats via de jaarverslagen van de SVB en het UWV. De informatie in deze bijlage dient als achtergrondinformatie. De cijfers in deze bijlage zijn gebaseerd op informatie van het CPB (CEP 2015) en sluiten niet precies aan op de jaarverslagen van het UWV en de SVB. De reden hiervoor is dat SZW een ander boekhoudstelsel (kas-verplichtingenstelsel) voert dan het UWV en de SVB (baten-lastenstelsel).

In deze bijlage zijn de verschuivingen van de lasten tussen fondsen als gevolg van de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) verwerkt. Deze verschuivingen waren in de begroting 2014 nog niet verwerkt. Hierdoor zijn de exploitatiesaldo van de arbeidsongeschiktheidsfondsen en WW-fondsen fors bijgesteld ten opzichte van de begroting. Maar per saldo zijn deze verschuivingen neutraal.

Een groot deel van de socialezekerheidsuitgaven loopt via de sociale fondsen. In tabel B2.1 en tabel B2.2 zijn de exploitatierekeningen van de fondsen weergegeven. Zowel de begrote bedragen als de gerealiseerde bedragen zijn weergegeven in prijzen 2014. Het exploitatiesaldo is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven van een fonds. Naast de premieontvangsten behoren ook de rijksbijdragen en renteontvangsten tot de inkomsten van een fonds. De uitgaven bestaan naast de uitkeringen voornamelijk uit uitvoeringskosten. Daarnaast vinden tussen de fondsen onderlinge betalingen plaats. Het saldo tussen ontvangen en betaalde onderlinge betalingen is voor de sociale fondsen negatief, omdat uit deze fondsen ook premies worden betaald voor de zorgverzekering van uitkeringsgerechtigden. Tegenover de negatieve saldi bij de sociale fondsen staan dus positieve saldi bij de zorgfondsen.

Het exploitatiesaldo van de AOW is ongeveer € 0,3 miljard lager dan het bedrag dat bij de opstelling van de begroting 2014 werd geraamd. De inkomsten zijn ongeveer € 0,6 miljard lager dan in de begroting geraamd. Tegelijkertijd zijn de uitgaven ongeveer € 0,3 miljard lager dan in de begroting geraamd. De lagere uitgaven worden verklaard doordat de huishoudentoeslag niet is ingevoerd. Hierdoor is een kaseffect in 2014 van € 284 miljoen komen te vervallen. Het tekort in 2014 zal worden verrekend met de rijksbijdrage Ouderdomsfonds van 2015. Het exploitatiesaldo van het Anw-fonds is € 56 miljoen lager dan geraamd bij de begroting.

Tabel B2.1 Overzicht sociale verzekeringen SVB 2014 (x € 1 mln)1
 

Ouderdomsfonds (AOW)

Anw-fonds

 

Begroting

Realisatie

Begroting

Realisatie

Premies

24.259

23.373

1.017

1.040

Bijdragen van het rijk

10.836

11.074

9

9

Ontvangen onderlinge betalingen

0

0

0

0

Saldo Interest

– 40

30

38

2

Totaal Ontvangsten

35.055

34.478

1.064

1.051

         

Uitkeringen / Verstrekkingen

34.395

34.119

549

594

Uitvoeringskosten

114

116

13

12

Betaalde onderlinge betalingen

700

698

44

43

Totaal Uitgaven

35.209

34.933

606

649

         

Exploitatiesaldo

– 154

– 456

458

402

1

SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2015).

De (geïntegreerde) arbeidsongeschiktheidsfondsen laten een exploitatietekort zien in plaats van het bij de begrotingsopstelling geraamde overschot. Dit wordt voor € 2,1 miljard veroorzaakt door het ingaan van de Wet BeZaVa. Door deze wet treedt een verschuiving op van de werkloosheidsfondsen naar de arbeidsongeschiktheidsfondsen die nog niet in de begroting was verwerkt. De WAZO-lasten inclusief uitvoeringskosten verschuiven van het Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf) en het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) naar het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). Hierdoor worden de uitkeringslasten in het Aof € 1,1 miljard hoger. Ook een gedeelte van de ZW-lasten inclusief uitvoeringskosten ter grootte van € 1,0 miljard in 2014 verschuift van het Awf en het Ufo naar het Aof. Hierdoor ontstaat er een exploitatietekort in het Aof en wordt het exploitatietekort in de werkloosheidsfondsen minder groot. Naast deze verschuiving aan de uitgavenkant komen de ontvangsten € 0,2 miljard lager uit dan geraamd in de begroting 2014. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere premieinkomsten.

Het exploitatietekort van de geïntegreerde werkloosheidsfondsen, bestaande uit het AWf, de sectorfondsen (Sfn) en het Ufo, is € 3,8 miljard kleiner dan bij de begroting 2014 geraamd. Dit wordt voor ongeveer € 2,1 miljard verklaard door de verschuiving naar aanleiding van de Wet BeZaVa en voor ongeveer € 1,2 miljard door lagere werkloosheidsuitgaven, als gevolg van de meevallende economische ontwikkeling. Ook de uitvoeringskosten en de onderlinge betalingen komen lager uit dan begroot.

Tabel B2.2 Overzicht sociale verzekeringen UWV 2014 (x € 1 mln)1
 

Arbeidsongeschiktheidsfondsen

WW-fondsen

 

Begroting

Realisatie

Begroting

Realisatie

Premies

10.613

10.497

8.484

8.147

Bijdragen van het rijk

258

255

119

175

Ontvangen onderlinge betalingen

1.105

1.072

1.065

1.119

Saldo Interest

– 1

– 12

– 289

– 123

Totaal Ontvangsten

11.974

11.813

9.378

9.317

         

Uitkeringen/Verstrekkingen

8.298

10.329

11.659

8.162

Uitvoeringskosten

372

598

1.209

970

Betaalde onderlinge betalingen

1.652

1.715

1.924

1.843

Totaal Uitgaven

10.322

12.642

14.792

10.975

         

Exploitatiesaldo

1.652

– 829

– 5.414

– 1.658

1

SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2015).

Vermogensposities

In tabel B2.3 worden de vermogensposities van de vier sociale fondsen vermeld. Hierbij zijn wederom de arbeidsongeschiktheidsfondsen en de werkloosheidsfondsen geïntegreerd weergegeven. Het aanwezige vermogen neemt jaarlijks toe of af met het exploitatiesaldo (zie tabellen B2.1 en B2.2). Zoals reeds aangegeven in de inleiding zijn de cijfers in deze bijlage gebaseerd op informatie van het CPB (CEP 2015). De vermogensposities sluiten daarom niet precies aan op de jaarverslagen van het UWV en de SVB.

Tabel B2.3 Vermogens sociale fondsen ultimo 2013 en 2014 (x € 1 mln)1

Regeling

Feitelijk vermogen

Exploitatiesaldo 2014

Feitelijk vermogenultimo 2014

 

ultimo 2013

 

Realisatie

Begroting

Ouderdomsfonds (AOW)

1.176

– 456

720

1.113

Anw-fonds

2.368

402

2.770

2.640

Arbeidsongeschiktheidsfondsen

2.823

– 829

1.994

2.120

WW-fondsen

– 9.519

– 1.658

– 11.177

– 12.552

         

Totaal sociale fondsen

– 3.151

– 2.542

– 5.693

– 6.678

1

SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2015).

De sociale fondsen hebben ultimo 2014 een gezamenlijk vermogen van – € 5,7 miljard, dit is ongeveer € 1,0 miljard minder negatief dan geraamd ten tijde van de begrotingsopstelling. Dit wordt veroorzaakt doordat het (totale) gerealiseerde exploitatietekort kleiner is dan het verwachte tekort (zie tabellen B2.1 en B2.2).

Het vermogenstekort bij de WW-fondsen leidt niet tot risico’s met betrekking tot de uitbetaling van de uitkeringen. De fondsen maken onderdeel uit van de totale Rijksbegroting en zijn in feite niets anders dan een rekening van het UWV bij het Ministerie van Financiën. In het geval er een negatief vermogen ontstaat, betaalt het UWV hiervoor een rente aan het Ministerie van Financiën. Het Ministerie van Financiën garandeert hiermee dat het UWV altijd over voldoende middelen kan beschikken. Wel maken de exploitatietekorten onderdeel uit van het EMU-saldo in de desbetreffende jaren.

Licence