In het begrotingsjaar 2015 hebben zich twee belangrijke mutaties voorgedaan die verbonden zijn met de realisatie van bovengenoemde beleidsprioriteiten.
De uitkomst van de normeringssystematiek. De jaarlijkse toe- of afname van het gemeentefonds die voortvloeit uit de koppeling aan de rijksuitgaven, wordt het accres genoemd. Het accres kent twee bijstellingsmomenten lopende het jaar (mei en september) en één moment van vaststelling en afrekening na afloop. Op grond van de septembercirculaire 2015 is het accres berekend op – 0,83%. Dit komt overeen met een bedrag van € – 140 miljoen. De vaststelling en afrekening (van het verschil tussen septembercirculaire en vaststelling) vindt plaats na afloop van het begrotingsjaar op basis van de stand van het Financieel Jaarverslag Rijk en wordt verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2016.
Ten tweede is het aantal en daarmee gemoeide bedrag bij de decentralisatie- en integratie-uitkeringen gestegen van € 3,1 miljard in 2014 naar € 12,4 miljard in 2015. Dit komt voornamelijk door de integratie-uitkering sociaal domein (€ 10,2 miljard). De Centra voor jeugd en gezin (€ 383 miljoen) zijn van de decentralisatie-uitkering naar de algemene uitkering overgeheveld.
Voor het overige hebben zich in het begrotingsjaar 2015 voor het gemeentefonds geen belangrijke mutaties voorgedaan die verbonden kunnen worden aan bovenstaande realisatie van beleidsprioriteiten.