Base description which applies to whole site

3.3. Bestendiging en versterking rechtsstaat (artikel 32, 33)

Versterking Prestaties strafrechtketen

De samenwerking tussen de ketenorganisaties binnen het programma Versterking Prestaties Strafrechtketen is in de loop der tijd hechter geworden en heeft geleid tot het besef dat het met het oog op de toekomst van belang is om de samenwerking een duurzaam karakter te geven. De focus van de samenwerking richt zich primair op de rechtspleging die zichtbaar en voelbaar voor de burger plaatsvindt, vooral op lokaal en regionaal niveau. Ter ondersteuning hiervan hebben de ketenorganisaties samen met het departement in 2015 afgesproken een permanent Bestuurlijk Strafrechtketenberaad in het leven te roepen. Dit beraad zal zich met de benodigde ondersteuning richten op een verdere versterking van de ketenprestaties, waaronder de verbetering van de logistieke samenwerking, zoals de verdere ontwikkeling en inrichting van de gezamenlijke (IT-)voorzieningen.

Een voorbeeld van een dergelijke voorziening is het Advocatenportaal dat in 2015 landelijk is uitgerold. Een ander voorbeeld is het Burgerportaal van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en de Centrale Verwerkingseenheid van het Openbaar Ministerie (CVOM), dat op 30 juni 2015 door de Minister is geopend. Het portaal biedt burgers de mogelijkheid om «online» verkeersboetes en flitsfoto’s in te zien, te betalen en beroep in te stellen.

Daarnaast is in 2015 de Strafrechtketenmonitor verder ontwikkeld, die onder meer inzicht geeft in de zaakstromen binnen de keten. Ook is ze voor het eerst openbaar gemaakt en aan de Eerste en Tweede Kamer gezonden. De monitor maakt de prestaties van de keten transparant en biedt mogelijkheden om ook de kwaliteit van de prestaties beter inzichtelijk te maken. Op basis van de monitor is dan ook een doelstelling voor de doorlooptijd van zaken die aan de rechter worden voorgelegd aangekondigd. Mede in het licht van de hiervoor genoemde duurzame ketensamenwerking hebben de ketenorganisaties besloten ook prestatie-indicatoren te zullen ontwikkelen. Deze indicatoren worden voor een groot deel in de Strafrechtketenmonitor opgenomen.

Noemenswaardig is verder de voortgang van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. Verschillende wetsvoorstellen zijn in consultatie gegaan of bij de Tweede Kamer in behandeling Daarnaast is de contourennota, waarin de hoofdlijnen van het nieuwe Wetboek worden geschetst, op 30 september 2015 aan de Eerste en Tweede Kamer gezonden.

Uitvoeringsketen strafrechtelijke beslissingen

Met het wetsvoorstel herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissing wordt de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van straffen verschoven van het OM naar de Minister van Veiligheid en Justitie. Om op een daadkrachtige manier invulling te kunnen geven aan deze verantwoordelijkheid is het Administratie- en Informatiecentrum Executie (AICE) bij het CJIB ingericht. In 2015 is gewerkt aan de voorbereiding van de wetswijziging. Zo zijn de ICT-systemen aangepast waardoor informatie-uitwisseling tussen CJIB en politie over te executeren sancties mogelijk is. Sinds december 2015 wordt dit als eerste getest in de politie-eenheid Amsterdam. Hiermee ontstaat bij de politie een actueel en bovendien landelijk beeld van alle openstaande straffen, hetgeen de pakkans vergroot. Zoals in augustus 2015 aan uw Kamer gerapporteerd gaat het om 2.843 openstaande vrijheidsstraffen die voor actieve opsporing in aanmerking komen10.

Ook is gestart met het aanpassen van de systemen ten behoeve van een betere informatie-uitwisseling tussen CJIB en DJI. Daarnaast zijn in 2015 de voorbereidingen getroffen voor een verbeterde verwerking van contante betalingen en pinbetalingen van boetes. Sinds 1 juli 2015 is het mogelijk om verkeersboetes vanaf € 225,– in termijnen te betalen.

Een nieuw ingerichte zelfmeldprocedure zorgt ervoor dat 10% meer personen zich bij de penitentiaire inrichting melden en dat de termijn waarbinnen ze dat doen is ingekort van ruim 60 naar 33 dagen.

Verbeterde rechtsgang

In het civiele recht en het bestuursrecht wordt digitaal procederen ingevoerd. Dit wordt alleen verplicht voor professionele partijen. Daarnaast wordt het procesrecht vereenvoudigd. Dit komt de snelheid en de kwaliteit van de rechtsgang ten goede. De informatiepositie van procespartijen wordt daarmee verbeterd. In 2015 is hierop goede vooruitgang geboekt. De drie KEI wetsvoorstellen11 die dit mogelijk maken zijn door de Tweede Kamer aangenomen en sinds eind december in behandeling bij de Eerste Kamer. De bouw van het digitale systeem vordert gestaag en is gereed gekomen voor de afhandeling van de standaard civiele zaken. Bij de bouw van de systemen zijn de toekomstige gebruikers, waaronder advocaten en deurwaarders, nauw betrokken.

In het voorjaar van 2015 is in Amsterdam een kleinschalige pilot gestart met digitaal procederen in asiel- en bewaringszaken. De pilot heeft geleid tot positieve resultaten en is in oktober 2015 uitgebreid naar 7 rechtbanken. In april12 en oktober 201513 is de Tweede Kamer bij voortgangsrapportage geïnformeerd over het programma KEI.

Toezicht en tuchtrecht

In 2015 is een wetsvoorstel ingediend dat de doorbelasting regelt van de kosten van de toezichthouder op het notariaat en de gerechtsdeurwaarders, het Bureau Financieel Toezicht (BFT) en tuchtrechtspraak voor het notariaat, de gerechtsdeurwaarders en de advocatuur14. De nota naar aanleiding van het verslag is eind 2015 naar de Tweede Kamer gestuurd15. Daarnaast heeft de Wet positie en toezicht advocatuur met ingang van 1 januari 2015 het toezicht op de advocatuur gemoderniseerd. Dit onder meer door de toezichtsbevoegdheden van de lokale dekens uit te breiden en systeemtoezicht neer te leggen bij het College van toezicht advocatuur, een nieuw orgaan van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). De landelijke deken krijgt tevens de bevoegdheid om aanwijzingen te geven aan de lokale dekens, gehoord de andere leden van het college van toezicht.

Stelselvernieuwing rechtsbijstand

De voorgenomen vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand is in februari 2015 opgeschort, naar aanleiding van de door de Eerste Kamer aangenomen moties-Franken en Scholten16). Het kabinet heeft een commissie ingesteld met de opdracht onderzoek te doen naar de oorzaken van het stijgen van de kosten in de gesubsidieerde rechtsbijstand. Ook doet deze commissie-Wolfsen aanbevelingen voor vernieuwing van het stelsel. De commissie heeft haar rapport op 30 november 2015 uitgebracht. Bij de uitreiking van het rapport heeft de Minister opgemerkt dat uiterlijk in het voorjaar van 2016 een kabinetsreactie aan het parlement zal worden gezonden17.

10

Kamerstukken II 2014/15, 29 279, nr. 271.

11

Kamerstukken I 2014/15, 34 059, nr. A en 34 212, nr. A.

12

Handelingen II 2014/15, 29 279, nr. 241.

13

Handelingen II 2015/16, 29 279, nr. 288.

14

Kamerstukken I 2015/16, 34 145, nr. A.

15

Kamerstukken II 2015/16, 34 145, nr. 6.

16

Kamerstukken I 2014/15, 34 000 VI, M en Kamerstukken I 2014/15, 34 000 VI, O.

17

Kamerstukken II 2014/15, 31 753, nr. 110.

Licence