Activa | Passiva | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31-12-2016 | 31-12-2015 | 31-12-2016 | 31-12-2015 | |||||
Intracomptabele posten | Intracomptabele posten | |||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 45.348.897 | 66.983.912 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 49.308.157 | 64.493.911 | |
3) | Liquide middelen | 6 | 6 | |||||
4) | Rekening-courant RHB | 20.645.519 | 17.581.709 | |||||
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 3.105.328 | 3.724.342 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 30.570.777 | 33.910.949 | |
8) | Kas-transverschillen | 10.779.184 | 10.114.891 | |||||
Subtotaal intracomptabel | 79.878.934 | 98.404.860 | Subtotaal intracomptabel | 79.878.934 | 98.404.860 | |||
Extracomptabele posten | Extracomptabele posten | |||||||
10) | Vorderingen | 12.191.534 | 13.451.473 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 12.191.534 | 13.451.473 | |
11a) | Tegenrekening schulden | 346.520.979 | 342.806.603 | 11) | Schulden | 346.520.979 | 342.806.603 | |
12) | Voorschotten | 0 | 0 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 0 | 0 | |
Subtotaal extracomptabel | 358.712.513 | 356.258.076 | Subtotaal extracomptabel | 358.712.513 | 356.258.076 | |||
Overall totaal | 438.591.447 | 454.662.936 | Overall totaal | 438.591.447 | 454.662.936 |
Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen op duizenden euro’s, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
Specifieke toelichting per saldibalanspost
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2016. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2016. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bank- en girorekeningen en bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de RijksHoofdBoekhouding (RHB) weer. Er zijn drie Rekening-Courant (RC)-verhoudingen: Geïntegreerd MiddelenBeheer (GMB), het Partieel schatkistbankieren en het Agentschap. De bedragen zijn per 31 december 2016 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.
6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2016 | Ultimo 2015 | |
---|---|---|
Te realiseren (dis)agio | 0 | 0 |
Vooruitbetaalde rente onderhandse leningen | 0 | 0 |
Te ontvangen rente swaps | 3.055.961 | 3.610.417 |
Vooruitbetaalde disconto | – 25.078 | – 7.272 |
Te ontvangen rente vlottende schuld | 9.504 | 51.671 |
CO2-veiling | 0 | 0 |
Te ontvangen rente m.b.t. GMB | 64.941 | 69.526 |
Totaal | 3.105.328 | 3.724.342 |
Te realiseren (dis)agio
Zie voor de toelichting op de post Te realiseren agio (punt 7). Schulden buiten begrotingsverband.
Te ontvangen rente swaps
Er zijn in 2016 geen nieuwe langlopende swaps afgesloten. Doordat de rente laag staat, ontvangt de Staat op de resterende swapportefeuille per saldo rente, omdat hij een vaste rente ontvangt en momenteel een lage variabele rente betaalt.
7. Schulden buiten begrotingsverband
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2016 | Ultimo 2015 | |
---|---|---|
Te realiseren agio | 6.712.043 | 5.367.713 |
Te betalen rente onderhandse leningen | 19.941 | 26.943 |
Te betalen rente openbare schuld | 5.637.707 | 5.842.388 |
Te betalen rente swaps | 2.367.461 | 3.255.462 |
Te betalen rente vlottende schuld | – 21.480 | – 930 |
Derden van het Agentschap | 15.846.438 | 19.407.415 |
Te betalen rente m.b.t. GMB | 8.667 | 11.958 |
Totaal | 30.570.777 | 33.910.949 |
Te realiseren agio
Het uitstaande saldo (€ 6,7 miljard) heeft betrekking op in het verleden gerealiseerd agio bij de uitgifte van vaste schuld. In 2016 waren de prijzen over het algemeen hoger dan in 2015 waardoor er meer agio is gerealiseerd op nieuwe uitgiftes.
Te betalen rente swaps
Er zijn geen payerswaps afgesloten in 2016 waardoor er minder rente betaald hoeft te worden op de resterende portefeuille.
Derden van het Agentschap
Het gestalde onderpand is in 2016 afgenomen doordat er voor een aanzienlijk bedrag aan receiverswaps is afgewikkeld.
8. Kas-transverschillen
Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven en ontvangen. Deze verschillen ontstaan doordat rentebaten en rentelasten worden verantwoord op transactiebasis. Hierdoor worden transacties administratief verwerkt op het moment dat ze zich voordoen. Bij het kasstelsel is het moment van betaling en ontvangst leidend. Het verschil dat ontstaat tussen beide verantwoordingsmethoden wordt op deze rekening opgenomen. Met de registratie van rente op transactiebasis wordt aangesloten bij Europese voorschriften. Sinds 2002 wordt deze werkwijze toegepast. Dit bedrag is het saldo van alle posten in de tabellen Vorderingen buiten begrotingsverband en Schulden buiten begrotingsverband van het voorgaande jaar, behalve het gestalde onderpand dat in de post Derden van het Agentschap is opgenomen.
Te ontvangen rente swaps | 3.610 |
Vooruitbetaalde disconto | – 7 |
Te ontvangen rente vlottende schuld | 52 |
Te ontvangen rente m.b.t. GMB | 70 |
Subtotaal | 3.724 |
Te realiseren agio | 5.368 |
Te betalen rente onderhandse leningen | 27 |
Te betalen rente openbare schuld | 5.842 |
Te betalen rente swaps | 3.255 |
Te betalen rente vlottende schuld | – 1 |
Te betalen rente m.b.t. GMB | 12 |
Subtotaal | 14.504 |
Totaal kas-transverschillen 2016 | 10.779 |
10. Vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2016 | Ultimo 2015 | |
---|---|---|
Loans | 800.000 | 1.750.000 |
Verstrekte leningen Agentschappen | 6.315.122 | 6.748.918 |
Verstrekte leningen RWT’s en derden | 5.076.412 | 4.952.555 |
Totaal | 12.191.534 | 13.451.473 |
Instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer kunnen lenen. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de Staat op de deelnemers. De vorderingen bedragen ultimo 2016 € 11,3 miljard. Aan de Agentschappen is € 6,3 miljard uitgeleend, een daling van € 0,4 miljard ten opzichte van de stand ultimo 2015. Aan RWT’s en derden is € 5,1 miljard uitgeleend, een stijging van € 0,1 miljard ten opzichte van 2015. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de Agentschappen circa 17,4 jaar en bij RWT’s circa 17,1 jaar. Tenslotte heeft ABN AMRO in 2016 voor € 950 miljoen een lening afgelost.
Opeisbaarheid van de vorderingen
Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.
Opeisbaarheid1 | Bedrag |
---|---|
Direct opeisbare vorderingen | 0 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 12.191.534 |
Totaal | 12.191.534 |
11. Schulden
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2016 | Ultimo 2015 | |
---|---|---|
Vaste schuld1 | ||
– Staatsschuld | 322.938.879 | 332.339.903 |
– Propertize MTN’s | 2.350.000 | 0 |
Vlottende schuld | ||
– Dutch treasury certificates | 15.290.000 | 13.290.000 |
– Deposit borrow | 2.604.000 | 1.108.854 |
– Sell/Buy backtransacties | 43.653 | 27.038 |
– ECP | 1.315.136 | 761.085 |
– Onderhands FRN | 3.000.000 | 3.000.000 |
– RC agentschappen | 2.204.568 | 2.261.660 |
– RC RWT’s en derden | 4.938.350 | 3.801.023 |
– RC decentrale overheden | 8.043.858 | 7.163.342 |
– RC sociale fondsen | – 17.558.018 | – 23.360.582 |
Overige schuld | ||
– Deposito’s agentschappen | 10.000 | 72.900 |
– Deposito’s RWT’s en derden | 262.077 | 1.261.904 |
– Deposito’s decentrale overheden | 1.078.476 | 1.079.476 |
Totaal | 346.520.979 | 342.806.603 |
De schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. Deze post betreft voornamelijk de vaste staatsschuld (€ 325,3 miljard) en vlottende staatsschuld (€ 22,3 miljard). Daarnaast bevatten de schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen het Rijk en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.
Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer houden middelen aan op hun rekening-courant bij de schatkist. Deze tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn. Deelnemers kunnen echter ook deposito’s plaatsen. De uitstaande deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. De agentschappen hielden eind 2016 € 2,2 miljard aan op hun rekeningen-courant en € 10 miljoen in deposito’s. RWT’s en derden hielden € 4,9 miljard aan in rekening-courant en € 0,3 miljard in deposito’s. Het rekening-courantsaldo van de decentrale overheden steeg in 2016 met € 0,8 miljard naar € 8,0 miljard, maar het bedrag aan uitstaande deposito’s bleef grotendeels gelijk op € 1,1 miljard. De gewogen gemiddelde looptijd van de eind 2016 uitstaande deposito’s was voor de agentschappen circa 6,0 jaar. Bij de RWT’s bedroeg de gemiddelde looptijd circa 10,2 jaar en bij decentrale overheden 11,1 jaar.
Sociale fondsen
De saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen, hetgeen met name toe te schrijven is aan de mate van onder- en overdekking van de desbetreffende premies. Het saldo van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen) bedraagt – € 9,33 miljard, het saldo van het SVB (Sociale VerzekeringsBank) + € 5,67 miljard en het saldo van Zorginstituut Nederland – € 13,90 miljard. Gecumuleerd levert dit een saldo van – € 17,56 miljard op. Het saldo eind 2016 is € 5,80 miljard minder negatief dan de stand eind 2015.
Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2016 wordt verwezen naar onderstaand overzicht.
Jaar van uitgifte | Openbaar | Onderhands | Totaal |
---|---|---|---|
Vóór 1998 | 22.848,12 | 507,2 | 23.355,3 |
1999 t/m 2004 | 0 | 0 | 0 |
2005 | 14.848,4 | 0 | 14.848,4 |
2006 | 4.263,0 | 0 | 4.263,0 |
2007 | 12.572,0 | 0 | 12.572,0 |
2008 | 14.709,0 | 0 | 14.709,0 |
2009 | 14.671,4 | 0 | 14.671,4 |
2010 | 30.401,5 | 630,23 | 31.031,7 |
2011 | 27.180,9 | 0 | 27.180,9 |
2012 | 43.856,1 | 0 | 43.856,1 |
2013 | 31.147,2 | 0 | 31.147,2 |
2014 | 53.270,5 | 0 | 53.270,5 |
2015 | 28.944,2 | 0 | 28.944,2 |
2016 | 23.089,2 | 0 | 23.089,2 |
Totaal4 | 321.801,5 | 1.137,4 | 322.938,9 |
Jaar van eerste uitgifte betekent dat in het geval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van de eerste uitgifte van de (heropende) lening.
Propertize MTN’s
Op 27 september 2016 heeft de Nederlandse Staat de uitstaande staatsgegarandeerde schuld van Propertize overgenomen. Een met de Tweede Kamer gecommuniceerde voorwaarde voor de verkoop van Propertize was dat het risico op de door de Staat afgegeven garantie op de financiering van Propertize af moest nemen of tenminste gelijk moest blijven. Om aan deze voorwaarde te voldoen heeft de Staat de gehele uitstaande schuld van Propertize ter waarde van € 2,35 miljard overgenomen.
In de tabel hieronder wordt de schuld als gevolg van de overname van Propertize gespecificeerd.
Instrument | Aflosdatum | Bedrag |
---|---|---|
MTN | 27 februari 2017 | 750.000 |
MTN | 10 maart 2017 | 1.000.000 |
MTN | 18 februari 2019 | 600.000 |
Totaal | 2.350.000 |